EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018R0659

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/659 van de Commissie van 12 april 2018 betreffende de voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen (Voor de EER relevante tekst. )

C/2018/2097

PB L 110 van 30.4.2018, p. 1–121 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/04/2021; opgeheven door 32021R0404

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2018/659/oj

30.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 110/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/659 VAN DE COMMISSIE

van 12 april 2018

betreffende de voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (1), en met name artikel 3, lid 2, en artikel 9, lid 1, onder c),

Gezien Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (2), en met name artikel 17, lid 3,

Gezien Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (3), en met name artikel 2, onder i), artikel 12, leden 1, 4 en 5, artikel 13, lid 2, en de artikelen 15, 16, 17 en 19,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2009/156/EG bevat de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in de Unie van paardachtigen. Ingevolge die richtlijn mogen alleen paardachtigen die afkomstig zijn uit een derde land of deel van een derde land dat op een overeenkomstig die richtlijn opgestelde lijst van derde landen voorkomt, en die van een gezondheidscertificaat vergezeld gaan dat volgens een in de richtlijn voorgeschreven model is opgesteld, in de Unie worden ingevoerd. Het gezondheidscertificaat moet bevestigen dat de paardachtigen voldoen aan de gezondheidsvoorschriften die overeenkomstig die richtlijn in het overeenkomstige gezondheidscertificaat zijn vastgesteld.

(2)

De lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen toestaan en de regionalisering van sommige van die derde landen moeten worden gebaseerd op de diergezondheidsstatus van die derde landen alsook op de bij Beschikking 2004/211/EG van de Commissie (4) vastgestelde lijst van derde landen en delen van hun grondgebied.

(3)

Overeenkomstig artikel 12, lid 2, onder a), van Richtlijn 2009/156/EG moeten de veterinairrechtelijke voorschriften in deze verordening op een risicobeoordeling worden gebaseerd. De groepering van landen in gezondheidszones, zoals vastgesteld in artikel 12, lid 4, van Richtlijn 2009/156/EG, volgens gemeenschappelijke risico's is doeltreffend gebleken. Aangezien het woord „zones” echter aaneengrenzing suggereert en bepaalde gelijkaardige risico's in niet-aaneengrenzende gebieden kunnen voorkomen, moeten landen in specifieke „gezondheidscategorieën” worden ingedeeld.

(4)

Richtlijn 92/65/EEG bevat de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in de Unie van sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen. Ingevolge die richtlijn mogen alleen producten die afkomstig zijn uit een derde land of deel van een derde land dat op een overeenkomstig die richtlijn opgestelde lijst van derde landen voorkomt, en die van een gezondheidscertificaat vergezeld gaan dat volgens een in de richtlijn voorgeschreven model is opgesteld, in de Unie worden ingevoerd. Het gezondheidscertificaat moet bevestigen dat de producten afkomstig zijn van erkende spermawinnings- en -opslagcentra of embryowinnings- en -productieteams die garanties bieden die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van bijlage D, hoofdstuk I, bij die richtlijn.

(5)

Bij Richtlijn 92/65/EEG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 2008/73/EG van de Raad (5), is een vereenvoudigde procedure ingevoerd voor het opstellen van lijsten van spermawinnings- en -opslagcentra en embryowinnings- en -productieteams in derde landen die voor invoer van de producten in de Unie erkend zijn. De lijsten zijn beschikbaar op de website van de Commissie (6).

(6)

Bijlage D bij Richtlijn 92/65/EEG bevat bepaalde voorschriften voor sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen en voorziet in regels voor de erkenning van, het toezicht op en het beheer van spermawinnings- en -opslagcentra en embryowinnings- en -productieteams alsook gedetailleerde voorschriften voor de gezondheidsstatus van de donordieren. Daarom moeten modelgezondheidscertificaten voor de invoer in de Unie van sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen worden vastgesteld.

(7)

Ook moeten bepalingen worden vastgesteld voor de invoer in de Unie van bestaande voorraden van producten die voldoen aan de bepalingen van Richtlijn 92/65/EEG die zijn opgeslagen vóór de bij Verordening (EU) nr. 176/2010 van de Commissie (7) ingevoerde wijzigingen in werking zijn getreden. Er moeten dus aparte modelgezondheidscertificaten worden vastgesteld voor de invoer van zendingen sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen die vóór 1 september 2010 overeenkomstig bijlage D bij Richtlijn 92/65/EEG zijn gewonnen of geproduceerd, behandeld en opgeslagen.

(8)

Omdat die producten gedurende lange tijd kunnen worden opgeslagen, is het onmogelijk nu al een datum aan te geven waarop de bestaande voorraden opgebruikt zullen zijn. Er kan dus geen einddatum voor het gebruik van die modelgezondheidscertificaten voor de bestaande voorraden worden vastgesteld.

(9)

Om te garanderen dat de producten volledig traceerbaar zijn, moeten in deze verordening modelgezondheidscertificaten worden opgenomen voor de invoer in de Unie van sperma van paardachtigen dat is gewonnen in erkende spermawinningscentra en wordt verzonden uit een erkend spermaopslagcentrum, dat al dan niet behoort tot een onder een ander erkenningsnummer erkend spermawinningscentrum.

(10)

Bovendien is het passend dat zendingen van de producten die uit Zwitserland in de Unie worden ingevoerd, vergezeld gaan van de gezondheidscertificaten die zijn opgesteld overeenkomstig de in Besluit 2010/470/EU van de Commissie (8) vastgestelde modellen die worden gebruikt voor de handel binnen de Unie in sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen, met de aanpassingen beschreven in de punten 8 en 9 van bijlage 11, aanhangsel 2, hoofdstuk IX, onder B), bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, zoals goedgekeurd bij Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en de Commissie (9).

(11)

Vanuit Canada naar de Unie verzonden sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen mogen vergezeld gaan van gezondheidscertificaten die zijn vastgesteld overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada inzake sanitaire maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid en de diergezondheid bij de handel in levende dieren en dierlijke producten (10), zoals goedgekeurd bij Besluit 1999/201/EG van de Raad (11).

(12)

Vanuit Nieuw-Zeeland naar de Unie verzonden sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen mogen vergezeld gaan van gezondheidscertificaten die zijn vastgesteld overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (12), zoals goedgekeurd bij Besluit 97/132/EG van de Raad (13).

(13)

Met het oog op de vereenvoudiging van de wetgeving van de Unie is het passend de veterinairrechtelijke voorschriften en de certificeringsvoorschriften die op het binnenbrengen in de Unie van zendingen paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen van toepassing zijn, in één verordening samen te brengen, met inbegrip van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van die zendingen moeten toestaan.

(14)

Om de gecertificeerde gezondheidsstatus van paardachtigen tijdens de verplaatsing van het uitvoerende derde land naar de Unie te handhaven, moeten veterinairrechtelijke voorschriften voor het vervoer van paardachtigen worden vastgesteld.

(15)

Er moet rekening worden gehouden met de kwaliteit van gezondheidscontroles en de registratie van vaccinaties. Bovendien moet rekening worden gehouden met de bevestiging van testresultaten door het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 180/2008 van de Commissie (14) aangewezen referentielaboratorium van de Unie voor andere paardenziekten dan paardenpest in gevallen waarin risicogebaseerde bemonstering van paardachtigen overeenkomstig Beschikking 97/794/EG van de Commissie (15) tot andere resultaten leidt dan die welke door het derde land van verzending zijn gecertificeerd.

(16)

De voor de diagnose van virale arteritis bij paarden gebruikte tests en de categorieën mannelijke paardachtigen waarop de testvoorschriften voor virale arteritis bij paarden van toepassing zijn, moeten worden omschreven op basis van de in Beschikking 95/329/EG van de Commissie (16) opgenomen aanbevelingen van het Wetenschappelijk Veterinair Comité (17) en de meest recente aanbevelingen in hoofdstuk 12.9 van de Gezondheidscode voor landdieren van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) (uitgave 2016) (18).

(17)

Er moet een specifiek modelgezondheidscertificaat worden vastgesteld voor de doorvoer door de Unie van levende paardachtigen vanuit een derde land of deel van het grondgebied van een derde land naar een ander derde land of een ander deel van het grondgebied van hetzelfde derde land.

(18)

In verband met de controles die ervoor moeten zorgen dat de lidstaten de bepalingen over de tijdelijke toelating van geregistreerde paarden, het opnieuw binnenbrengen na tijdelijke uitvoer van geregistreerde paarden, de doorvoer van paardachtigen en de omzetting van een tijdelijke toelating van geregistreerde paarden in een definitieve toelating op dezelfde manier uitvoeren, moeten specifieke en bijkomende bepalingen worden vastgesteld inzake het gebruik van het geïntegreerd veterinair computersysteem Traces, dat bij de Beschikkingen 2003/24/EG (19) en 2004/292/EG (20) van de Commissie is ingesteld, vanaf de overeenkomstig Beschikking 2009/821/EG van de Commissie (21) erkende veterinaire grensinspectiepost van binnenkomst tot aan het punt van uitgang uit de Unie.

(19)

Met het oog op de consistentie en de vereenvoudiging van de wetgeving van de Unie moet de vorm van de modelgezondheidscertificaten voor het binnenbrengen in de Unie van paardachtigen en van sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen gebaseerd zijn op de geüniformiseerde modellen voor veterinaire certificaten in bijlage I bij Beschikking 2007/240/EG van de Commissie (22).

(20)

Overeenkomstig artikel 19, punt c), van Richtlijn 2009/156/EEG moeten bepalingen worden vastgesteld inzake de voorwaarden waaronder een tijdelijke toelating in een definitieve kan worden omgezet, met inbegrip van bepalingen inzake de noodzakelijke gegevens in Traces en de uitwisseling van het in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie (23) vastgestelde Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst (GVDB).

(21)

Er moeten specifieke veterinairrechtelijke voorschriften voor het opnieuw binnenbrengen van geregistreerde paarden na tijdelijke uitvoer naar derde landen voor deelname aan wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties worden vastgesteld en de overeenkomstige modelcertificaten moeten in een bijlage bij deze verordening worden opgenomen.

(22)

In Beschikking 93/444/EEG van de Commissie (24) wordt het „punt van uitgang” omschreven; bovendien moeten dieren bestemd voor uitvoer naar een derde land krachtens die beschikking op weg naar het punt van uitgang vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat dat ten minste van toepassing is op de handel in slachtdieren van de betrokken soort. Krachtens die beschikking moet de bevoegde autoriteit van de plaats van verzending bovendien het punt van uitgang in kennis stellen van de geplande verplaatsing. Er moet worden verduidelijkt dat omwille van de traceerbaarheid het punt van uitgang een grensinspectiepost moet zijn en het in artikel 2, lid 1, van Beschikking 93/444/EEG bedoelde gezondheidscertificaat het gezondheidscertificaat in bijlage III bij Richtlijn 2009/156/EG moet zijn, ook in het geval van voor tijdelijke uitvoer bestemde geregistreerde paarden.

(23)

Omwille van de rechtszekerheid moeten de Beschikkingen 92/260/EEG (25), 93/195/EEG (26), 93/196/EEG (27), 93/197/EEG (28), 94/699/EG (29), 95/329/EG, 2003/13/EG (30), 2004/177/EG (31) en 2004/211/EG van de Commissie en de Besluiten 2010/57/EU (32) en 2010/471/EU (33) van de Commissie worden ingetrokken.

(24)

Om marktdeelnemers de kans te geven zich aan de nieuwe regels van deze verordening aan te passen, moet in een overgangsperiode worden voorzien waarin de lidstaten toestemming moeten verlenen voor het in de Unie binnenbrengen van paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen die voldoen aan de voorwaarden van het modelgezondheidscertificaat dat voor de datum van toepassing van deze verordening van toepassing was.

(25)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

AFDELING 1

Onderwerp, toepassingsgebied en definities

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze verordening stelt de lijst vast van derde landen en delen van het grondgebied van derde landen waaruit het binnenbrengen in de Unie van zendingen paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's daarvan is toegestaan.

Tevens voorziet de verordening in de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering die op die zendingen van toepassing zijn.

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a)

„regionalisering”:

de officiële erkenning van een geografisch nauwkeurig afgebakend deel van het grondgebied van een derde land met een subpopulatie paardachtigen met een specifieke gezondheidsstatus ten aanzien van een of meer specifieke ziekten waar passende maatregelen inzake bewaking, ziektebestrijding en biobeveiliging worden toegepast;

b)

„identificatiedocument”:

een document dat kan worden gebruikt om de identiteit van een paardachtige te bewijzen en dat ten minste de volgende informatie bevat:

i)

een beschrijving in woorden van het dier en een volledige getekende schets waarop de tekeningen van het dier zijn aangeduid;

ii)

een verwijzing naar specifieke tekeningen en kenmerken waaruit een eenduidig verband tussen het dier en het document blijkt;

iii)

de gegevens in deel A, punten 1, 2, 3 en 6 tot en met 10, en deel B, punten 12 tot en met 18, van sectie 1 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie (34);

c)

„geregistreerd paard”:

een dier van de soort Equus caballus dat is geregistreerd zoals omschreven in Richtlijn 90/427/EEG van de Raad (35) en dat wordt geïdentificeerd door middel van een identificatiedocument dat is afgegeven door:

i)

de met het fokken belaste instantie of een andere bevoegde autoriteit van het land van oorsprong van het dier die het stamboek of het register voor het desbetreffende ras beheert, of

ii)

een internationale vereniging of organisatie die paarden beheert met het oog op wedstrijden of wedrennen;

d)

„binnenbrengen”:

het verplaatsen van paardachtigen of sperma, eicellen of embryo's daarvan naar een van de grondgebieden in bijlage I bij Richtlijn 97/78/EG van de Raad (36);

e)

„type binnenkomst”:

respectievelijk tijdelijke toelating, opnieuw binnenbrengen na tijdelijke uitvoer, invoer en doorvoer;

f)

„tijdelijke toelating”:

de status van een geregistreerd paard dat uit een derde land afkomstig is en naar het grondgebied van de Unie wordt verplaatst voor een periode van minder dan 90 dagen;

g)

„tijdelijke uitvoer”:

het verplaatsen van een geregistreerd paard uit de Unie voor een periode van minder dan 90 dagen;

h)

„opnieuw binnenbrengen”:

het verplaatsen van een geregistreerd paard uit een derde land naar de Unie na tijdelijke uitvoer uit de Unie;

i)

„invoer”:

het verplaatsen van een zending paardachtigen of sperma, eicellen of embryo's daarvan naar de Unie voor onbepaalde duur;

j)

„doorvoer”:

het verplaatsen van een zending paardachtigen over het grondgebied van de Unie over de weg, per spoor of over het water vanuit een derde land naar een ander derde land of vanuit een deel van het grondgebied van een derde land naar een ander deel van het grondgebied van datzelfde derde land;

k)

„grensinspectiepost”:

een inspectiepost zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 2, onder f), van Richtlijn 91/496/EEG en artikel 2, lid 2, onder g), van Richtlijn 97/78/EG die overeenkomstig Beschikking 2009/821/EG voor het betrokken product is erkend;

l)

„categorie paardachtigen”:

respectievelijk geregistreerde paardachtigen, als slachtdieren gehouden paardachtigen en als fok- en gebruiksdieren gehouden paardachtigen zoals gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 2009/156/EG, en geregistreerde paarden;

m)

„eicellen”:

de haploïde stadia van de oötidogenese, met inbegrip van secundaire oöcyten en eicellen;

n)

„verantwoordelijke”:

elke natuurlijke persoon op wie of rechtspersoon waarop een of meer van de regels in deze verordening van toepassing zijn en die voor paardachtigen of levende producten daarvan verantwoordelijk is;

o)

„isolatie”:

het gedurende een bepaalde periode afzonderen van paardachtigen van andere dieren om de overdracht door rechtstreeks of onrechtstreeks contact van specifieke ziekteverwekkers te voorkomen terwijl de paardachtigen onder toezicht van de veterinaire autoriteit worden geobserveerd en, in voorkomend geval, getest en behandeld;

p)

„quarantaine”:

de isolatie van paardachtigen in ruimten die overeenkomstig specifieke biobeveiligingsregels onder toezicht van de veterinaire autoriteit worden beheerd;

q)

„quarantaine met bescherming tegen vectoren”:

de quarantaine van paardachtigen die:

i)

wordt uitgevoerd in daartoe bestemde ruimten die:

op de binnendringing van desbetreffende vectoren worden gecontroleerd en ertegen worden beschermd;

deel uitmaken van een systeem van vectorsurveillance binnen de ruimten en van maatregelen om de aanwezigheid van desbetreffende vectoren rond de ruimten te beperken;

ii)

het afrijden van het in quarantaine geplaatste dier onder officieel toezicht tijdens het vectorluwe deel van de dag kan omvatten, waarbij insectendodende en insectenwerende middelen en, indien mogelijk, lichaamsbedekking worden aangebracht;

r)

„vectorbestendige quarantaine”:

de quarantaine van paardachtigen in een afgedicht gebouw:

dat uitgerust is met overdrukventilatie en van filters voorziene luchtinlaten;

dat uitsluitend toegankelijk is via een sluis (37);

waarin een vectorsurveillancesysteem wordt toegepast;

waar standaardwerkwijzen, met inbegrip van een beschrijving van de back-up- en alarmsystemen, worden toegepast voor de quarantaine en het vervoer van paardachtigen naar de plaats van lading;

s)

„Traces”:

het geïntegreerd veterinair computersysteem dat bij de Beschikkingen 2003/24/EG en 2004/292/EG is ingesteld.

AFDELING 2

Lijst van derde landen en delen daarvan voor het binnenbrengen in de Unie van paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen

Artikel 3

Lijst van derde landen en delen van het grondgebied van derde landen waaruit het binnenbrengen in de Unie van paardachtigen wordt toegestaan

1.   De lidstaten staan het binnenbrengen in de Unie van zendingen paardachtigen uit de in de kolommen 2 en 4 van de tabel in bijlage I opgenomen derde landen of, indien de Unie regionalisering toepast, delen van het grondgebied van derde landen als volgt toe overeenkomstig de in die bijlage vastgestelde aanwijzingen:

a)

de tijdelijke toelating van geregistreerde paarden overeenkomstig kolom 6 van de tabel in bijlage I op voorwaarde dat deze vergezeld gaan van een individueel gezondheidscertificaat dat overeenkomstig het modelgezondheidscertificaat in bijlage II, deel 1, afdeling A, is opgesteld;

b)

de doorvoer van paardachtigen overeenkomstig kolom 15 van de tabel in bijlage I op voorwaarde dat deze vergezeld gaan van een individueel gezondheidscertificaat dat overeenkomstig het modelgezondheidscertificaat in bijlage II, deel 1, afdeling B, is opgesteld;

c)

het opnieuw binnenbrengen, na tijdelijke uitvoer, van geregistreerde paarden voor wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties overeenkomstig kolom 7 van de tabel in bijlage I op voorwaarde dat deze vergezeld gaan van een individueel gezondheidscertificaat dat overeenkomstig het toepasselijke modelgezondheidscertificaat in bijlage II, deel 2, afdeling A of B, is opgesteld;

d)

de invoer van geregistreerde paarden overeenkomstig kolom 8 van de tabel in bijlage I op voorwaarde dat deze vergezeld gaan van een individueel gezondheidscertificaat dat overeenkomstig het modelgezondheidscertificaat in bijlage II, deel 3, afdeling A, is opgesteld;

e)

de invoer van een zending als slachtdieren gehouden paardachtigen overeenkomstig kolom 9 van de tabel in bijlage I op voorwaarde dat deze vergezeld gaat van een gezondheidscertificaat dat overeenkomstig het modelgezondheidscertificaat in bijlage II, deel 3, afdeling B, is opgesteld;

f)

de invoer van geregistreerde paardachtigen en als fok- en gebruiksdieren gehouden paardachtigen overeenkomstig kolom 10 van de tabel in bijlage I op voorwaarde dat deze vergezeld gaan van een individueel gezondheidscertificaat dat overeenkomstig het modelgezondheidscertificaat in bijlage II, deel 3, afdeling A, is opgesteld.

2.   De bevoegde autoriteit van het derde land van verzending neemt de nodige maatregelen om te voldoen aan de specifieke voorwaarden of tijdsbeperkingen die in kolom 16 van de tabel in bijlage I voor dat land worden vermeld.

Artikel 4

Derde landen en delen van het grondgebied van derde landen waaruit het binnenbrengen in de Unie van sperma van paardachtigen wordt toegestaan

De lidstaten staan het binnenbrengen in de Unie van zendingen sperma van paardachtigen uit de in de kolommen 2 en 4 van de tabel in bijlage I opgenomen derde landen of, indien de Unie regionalisering toepast, delen van het grondgebied van derde landen toe overeenkomstig de aanwijzingen in de kolommen 11, 12 en 13 van die tabel, op voorwaarde dat de zending aan de volgende voorwaarden voldoet:

a)

de zending is verzonden uit een spermawinnings- of -opslagcentrum dat overeenkomstig artikel 17, lid 3, onder b), van Richtlijn 92/65/EEG in de lijst is opgenomen;

b)

de zending gaat vergezeld van een gezondheidscertificaat dat overeenkomstig het toepasselijke modelgezondheidscertificaat in bijlage III, deel 1, is opgesteld.

Artikel 5

Derde landen en delen van het grondgebied van derde landen waaruit het binnenbrengen in de Unie van eicellen en embryo's van paardachtigen wordt toegestaan

De lidstaten staan het binnenbrengen in de Unie van zendingen eicellen en embryo's van paardachtigen uit de in de kolommen 2 en 4 van de tabel in bijlage I opgenomen derde landen of, indien de Unie regionalisering toepast, delen van het grondgebied van derde landen toe overeenkomstig de aanwijzingen in kolom 14 van die tabel, op voorwaarde dat de zending aan de volgende voorwaarden voldoet:

a)

de zending is verzonden door een embryowinnings- of -productieteam dat overeenkomstig artikel 17, lid 3, onder b), van Richtlijn 92/65/EEG in de lijst is opgenomen;

b)

de zending gaat vergezeld van een gezondheidscertificaat dat overeenkomstig het toepasselijke modelgezondheidscertificaat in bijlage III, deel 2, is opgesteld.

AFDELING 3

Algemene voorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van zendingen paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen

Artikel 6

Certificering

1.   De in de artikelen 3, 4 en 5 bedoelde gezondheidscertificaten worden opgesteld en afgegeven overeenkomstig:

a)

de toepasselijke aanvullende garanties of voorwaarden in kolom 16 van bijlage I;

b)

de toelichtingen in bijlage II, deel 4, respectievelijk bijlage III, deel 3.

2.   Indien op het niveau van de Unie geharmoniseerde procedures zijn vastgesteld, sluiten de bepalingen van lid 1 het gebruik van elektronische certificering of andere overeengekomen systemen niet uit.

Artikel 7

Geldigheidsduur van gezondheidscertificaten

1.   De verantwoordelijke voor een zending paardachtigen of sperma, eicellen of embryo's van paardachtigen die bestemd is om in de Unie te worden binnengebracht, zorgt ervoor dat de zending uiterlijk tien dagen na de datum van certificering van de zending in het derde land van verzending wordt aangeboden bij een voor de betrokken zending erkende grensinspectiepost.

2.   Indien paardachtigen via de zee worden vervoerd, wordt de in lid 1 bedoelde periode van tien dagen met de duur van de zeereis verlengd.

AFDELING 4

Vervoersvoorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van paardachtigen

Artikel 8

Algemene veterinairrechtelijke voorschriften

1.   De verantwoordelijke voor een zending paardachtigen die bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht, zorgt ervoor dat die paardachtigen worden vervoerd overeenkomstig het volgende:

a)

de paardachtigen worden vervoerd met een vervoermiddel dat uitsluitend paardachtigen vervoert die voor de Unie bestemd zijn of die vergezeld gaan van een voor doorvoer verplicht gezondheidscertificaat;

b)

de paardachtigen worden vervoerd met een vervoermiddel dat uitsluitend paardachtigen vervoert met dezelfde gecertificeerde gezondheidsstatus, tenzij hier op basis van de specifieke veterinairrechtelijke voorschriften in deel 1, afdelingen A en B, en deel 3, afdeling A, van bijlage II mag van worden afgeweken;

c)

de paardachtigen worden slechts in een derde land of deel van het grondgebied van een derde land dat voor ten minste één type binnenkomst of ten minste één categorie paardachtigen is goedgekeurd, over de weg, per spoor of te voet verplaatst.

2.   De verantwoordelijke voor een zending paardachtigen die bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht, zorgt ervoor dat:

a)

de kisten, containers, stallen of vliegtuigstallen en de vervoermiddelen of compartimenten van de vervoermiddelen waarin de paardachtigen zullen worden vervoerd, vóór het laden van de dieren worden gereinigd en ontsmet met een in het land van verzending officieel erkend ontsmettingsmiddel;

b)

de voor het vervoer over de weg of per spoor gebruikte vervoermiddelen zodanig zijn ontworpen en gebouwd en worden gebruikt dat het verlies van uitwerpselen, urine en voeder tijdens de geplande reis wordt voorkomen;

c)

maatregelen worden genomen om de dieren tegen aanvallen van vectorinsecten te beschermen bij het vóórkomen van één van de volgende ziekten:

i)

paardenpest of Venezolaanse paardenencefalomyelitis in het derde land van verzending of doorvoer;

ii)

een of meer van de in artikel 11, lid 1, genoemde door vectoren overgedragen ziekten, met uitzondering van infectieuze anemie bij paarden, indien de paardachtigen niet immuun zijn of niet tegen de ziekteverwekker zijn gevaccineerd.

Voor de onder i) genoemde ziekten omvat de bescherming tegen vectoren maatregelen zoals het met een net afdekken van de kisten, containers, stallen of vliegtuigstallen, mechanische ventilatie en het gesloten houden van het compartiment, behalve tijdens het laden, uitladen of verzorgen van de dieren.

3.   De verantwoordelijke voor een zending paardachtigen die bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht, zorgt ervoor dat die paardachtigen tijdens de reis slechts worden uitgeladen in een derde land of deel van het grondgebied van een derde land dat overeenkomstig bijlage I is goedgekeurd voor het binnenbrengen van paardachtigen in de Unie.

Artikel 9

Specifieke veterinairrechtelijke voorschriften voor luchtvervoer

1.   De verantwoordelijke voor een zending paardachtigen die bestemd zijn om via de lucht in de Unie te worden binnengebracht, zorgt ervoor dat:

a)

de kisten, containers of vliegtuigstallen en de ruimte eromheen in het compartiment onmiddellijk na het sluiten van de deuren van het luchtvaartuig worden besproeid met een geschikt insectenwerend middel in combinatie met een insectendodend middel;

b)

de gezagvoerder van het luchtvaartuig de verklaring in bijlage V, deel 1, invult en ondertekent.

2.   In afwijking van artikel 8, lid 3, mogen de lidstaten op verzoek van de verantwoordelijke voor de zending de rechtstreekse overlading van een luchtvaartuig naar een ander luchtvaartuig in een niet in bijlage I opgenomen land toestaan, op voorwaarde dat aan de volgende voorschriften wordt voldaan:

a)

de overlading gebeurt op dezelfde luchthaven binnen het gebied van hetzelfde douanekantoor onder rechtstreeks toezicht van een officiële dierenarts of de verantwoordelijke douaneambtenaar;

b)

de paardachtigen worden tijdens de overlading beschermd tegen aanvallen van insecten die vectoren van op paardachtigen overdraagbare ziekten zijn;

c)

de paardachtigen komen niet in contact met paardachtigen met een andere gezondheidsstatus;

d)

de maatregelen van lid 1, onder a) en b), worden op het luchtvaartuig dat voor de voortzetting van de reis wordt gebruikt, toegepast;

e)

de naleving van de voorwaarden in lid 1, onder a), en de punten a), b) en c) van dit lid wordt door de officiële dierenarts of de verantwoordelijke douaneambtenaar gecertificeerd in het overeenkomstig het model in bijlage V, deel 3, opgestelde overladingsmanifest.

Artikel 10

Specifieke veterinairrechtelijke voorschriften voor zeevervoer

1.   De verantwoordelijke voor een zending paardachtigen die bestemd zijn om via de zee in de Unie te worden binnengebracht, zorgt ervoor dat:

a)

het schip rechtstreeks naar een haven in de Unie vaart zonder een haven in een niet in bijlage I opgenomen derde land of deel van het grondgebied van een derde land aan te doen;

b)

de kisten, containers of stallen en de ruimte eromheen in het compartiment onmiddellijk na het sluiten van het compartiment worden besproeid met een geschikt insectenwerend middel in combinatie met een insectendodend middel;

c)

de kapitein van het schip de verklaring in bijlage V, deel 2, invult en ondertekent.

2.   In afwijking van lid 1, onder a), mogen de lidstaten de rechtstreekse overlading van een schip naar een ander schip in een niet in bijlage I opgenomen land toestaan, op voorwaarde dat:

a)

de overlading gebeurt in dezelfde haven binnen het gebied van hetzelfde douanekantoor onder rechtstreeks toezicht van een officiële dierenarts of de verantwoordelijke douaneambtenaar;

b)

de paardachtigen tijdens de overlading worden beschermd tegen aanvallen van insecten die vectoren van op paardachtigen overdraagbare ziekten zijn;

c)

de paardachtigen niet in contact komen met paardachtigen met een andere gezondheidsstatus;

d)

de naleving van de voorwaarden in lid 1, onder b), en de punten a), b) en c) van dit lid door de officiële dierenarts of de verantwoordelijke douaneambtenaar wordt gecertificeerd in het overeenkomstig het model in bijlage V, deel 3, opgestelde overladingsmanifest.

AFDELING 5

Algemene voorschriften inzake het testen en vaccineren van paardachtigen die bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht en van donorpaardachtigen waarvan het sperma, de eicellen of de embryo's bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht

Artikel 11

Algemene voorschriften voor laboratoriumtests voor de certificering van zendingen paardachtigen of sperma, eicellen of embryo's daarvan die bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht

1.   De bevoegde autoriteit van het derde land waaruit paardachtigen of sperma, eicellen of embryo's van paardachtigen die bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht, worden verzonden, zorgt ervoor dat de in de gezondheidscertificaten in de bijlagen II en III bedoelde laboratoriumtests voor kwade droes, dourine, infectieuze anemie bij paarden, Venezolaanse paardenencefalomyelitis, westerse en oosterse paardenencefalomyelitis, Japanse encefalitis, westnijlkoorts, vesiculaire stomatitis, virale arteritis bij paarden en besmettelijke baarmoederontsteking bij paarden ten minste voldoen aan de vereisten inzake gevoeligheid en specificiteit die voor de betrokken ziekte in het desbetreffende hoofdstuk van afdeling 2.5 van het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals (meest recente uitgave) van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) zijn bepaald.

2.   De bevoegde autoriteit van het derde land waaruit voor de Unie bestemde paardachtigen worden verzonden, zorgt ervoor dat de in de gezondheidscertificaten in bijlage II bedoelde laboratoriumtests voor paardenpest overeenkomstig bijlage IV bij Richtlijn 2009/156/EG worden uitgevoerd.

3.   De bevoegde autoriteit van het derde land waaruit voor de Unie bestemde paardachtigen of sperma, eicellen of embryo's van paardachtigen worden verzonden, zorgt ervoor dat:

a)

de in de leden 1 en 2 bedoelde tests in een door de bevoegde autoriteit in het derde land van verzending erkend laboratorium worden uitgevoerd;

b)

de gedetailleerde gegevens over de bemonstering en de testresultaten zoals vereist in het voor de betrokken zending in bijlage II of III vastgestelde gezondheidscertificaat worden vermeld op basis van het aan de certificerende officiële dierenarts ter beschikking gestelde laboratoriumverslag.

Artikel 12

Tests bij aankomst in de Unie

1.   Indien een test die in of namens de lidstaat van binnenkomst op een overeenkomstig artikel 4 van Beschikking 97/794/EG genomen monster is uitgevoerd, geen bevestiging biedt van het resultaat van een laboratoriumtest dat wordt vermeld in een gezondheidscertificaat zoals vastgesteld in bijlage II of III bij deze verordening dat paardachtigen of sperma, eicellen of embryo's van paardachtigen die in de Unie aankomen, vergezelt, zorgt de bevoegde autoriteit van die lidstaat van binnenkomst ervoor dat de test in het voor de betrokken ziekte overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (38) aangewezen nationaal referentielaboratorium wordt herhaald.

2.   Indien de maatregelen van lid 1 geen uitsluitsel bieden wat de overeenkomstig artikel 4 van Beschikking 97/794/EG uitgevoerde nalevingscontroles betreft, zorgt de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit ervoor dat het in dat lid bedoelde monster als volgt definitief wordt getest:

a)

op paardenpest, in het overeenkomstig Richtlijn 92/35/EEG van de Raad (39) aangewezen referentielaboratorium van de Unie voor paardenpest;

b)

op de in artikel 11, lid 1, genoemde ziekten, in het overeenkomstig Verordening (EG) nr. 180/2008 aangewezen referentielaboratorium van de Unie voor andere paardenziekten dan paardenpest.

Artikel 13

Toedienen van vaccins en registratie van vaccinatie

1.   De bevoegde autoriteit van het derde land waaruit voor de Unie bestemde paardachtigen of sperma, eicellen of embryo's van paardachtigen worden verzonden, zorgt ervoor dat de vaccinatie die in de in bijlage II of III vastgestelde certificaten wordt vermeld, wordt uitgevoerd overeenkomstig het volgende:

a)

de vaccinatie wordt uitgevoerd overeenkomstig de instructies van de fabrikant of, indien die strenger is, de nationale wetgeving;

b)

de vaccinatie wordt uitgevoerd met een goedgekeurd vaccin dat ten minste voldoet aan de vereisten inzake veiligheid, steriliteit en doeltreffendheid die voor het betrokken vaccin in het Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals (meest recente uitgave) van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) zijn bepaald.

2.   Wanneer de bevoegde autoriteit van een derde land verklaart dat een positief laboratoriumresultaat van een serologische test op paardenpest met een eerdere vaccinatie verband houdt, wordt de vaccinatie vermeld in het identificatiedocument dat de paardachtige vergezelt, indien dat beschikbaar is.

Artikel 14

Voorschriften betreffende virale arteritis bij paarden

1.   Voor het binnenbrengen in de Unie bestemde ongecastreerde mannelijke paardachtigen, met uitzondering van die welke in bijlage IV, punt 1, zijn opgenomen, worden op virale arteritis bij paarden getest om te verifiëren dat hun sperma vrij is van het equienearteritisvirus.

2.   Vaccinatie tegen virale arteritis bij paarden, met inbegrip van de overeenkomstig bijlage IV, punt 1, onder a), vereiste tests, wordt onder officieel veterinair toezicht uitgevoerd.

3.   Vaccinatie tegen virale arteritis bij paarden is geldig wanneer de paardachtige vergezeld gaat van bewijsstukken van een ononderbroken geschiedenis van een primaire vaccinatie overeenkomstig een van de vaccinatieprotocollen in bijlage IV, punt 1, onder a), en regelmatige hervaccinatie volgens de aanbevelingen van de fabrikant en in elk geval met tussenpozen van maximaal twaalf maanden.

AFDELING 6

Identificatie van paardachtigen die bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht

Artikel 15

Identificatie van paardachtigen die bestemd zijn om in de Unie te worden binnengebracht

1.   Voor binnenbrengen in de Unie bestemde paardachtigen worden individueel geïdentificeerd om een ondubbelzinnige overeenstemming tussen het dier en zijn gecertificeerde gezondheidsstatus te garanderen.

Deze identificatie:

a)

voldoet aan de vereisten van artikel 14 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262, of

b)

omvat ten minste de gegevens bedoeld in deel A, punten 1, 2, 3 en 6 tot en met 10, en deel B, punten 12 tot en met 18, van sectie 1 van deel 1 van bijlage I bij die verordening.

2.   Als slachtdieren gehouden paardachtigen die in de Unie zullen worden ingevoerd, worden individueel gemerkt met een elektronische transponder of een oormerk; het nummer van die transponder of dat oormerk wordt vermeld in het gezondheidscertificaat dat de dieren tijdens het vervoer vergezelt.

3.   Als slachtdieren gehouden paardachtigen die in de Unie zullen worden ingevoerd, hebben op hun linkervoorhoef een duidelijke en onuitwisbare met een brandstempel aangebrachte „S” die ten minste zo groot is als de halve lengte van de hoefwand, in de volgende gevallen:

a)

indien zij in afwijking van lid 2 individueel gemerkt zijn door middel van een alternatieve methode die in het gezondheidscertificaat wordt vermeld — in dit geval moeten de dieren overeenkomstig artikel 21, onder a), naar het slachthuis van bestemming worden verzonden;

b)

indien zij bestemd zijn om overeenkomstig artikel 21, onder b), naar het slachthuis van bestemming te worden verzonden.

AFDELING 7

Specifieke veterinairrechtelijke voorschriften en certificeringsvoorschriften voor het binnenbrengen in de Unie van zendingen paardachtigen

Artikel 16

Door de bevoegde autoriteiten te treffen maatregelen om de traceerbaarheid van een tijdelijk toegelaten geregistreerd paard te garanderen

1.   Wanneer is vastgesteld dat aan de toelatingsvoorwaarden is voldaan, doet de bevoegde autoriteit in de grensinspectiepost van binnenkomst het volgende:

a)

zij houdt een kopie van het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat bij;

b)

via Traces stelt zij, naargelang het geval, de betrokken bevoegde autoriteit of grensinspectiepost van vertrek als volgt in kennis van het binnenbrengen van een tijdelijk toegelaten geregistreerd paard:

i)

de bevoegde autoriteit van de in vak I.6 van het in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 282/2004 vastgestelde Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst (GVDB) vermelde plaats van bestemming;

ii)

de grensinspectiepost van vertrek die door de eigenaar of de vertegenwoordiger van de eigenaar van het geregistreerd paard is opgegeven in de verklaring die bij het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat is gevoegd door vak I.24 van het GVDB in te vullen;

iii)

de bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de plaatsen van tijdelijk verblijf die door de eigenaar of de vertegenwoordiger van de eigenaar van het geregistreerd paard zijn vermeld in de verklaring die bij het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat is gevoegd;

c)

zij bezorgt de verantwoordelijke die in vak I.7 van het in lid 1, onder b), bedoelde GVDB als „verantwoordelijke voor de zending” wordt aangeduid, ten minste één afdruk van het GVDB.

2.   Indien een geregistreerd paard tijdens de tijdelijke toelating vanuit een lidstaat naar een andere moet worden verplaatst, doet de bevoegde autoriteit van de plaats van verzending het volgende:

a)

als aan de veterinairrechtelijke voorwaarden van de artikelen 4 en 5 van Richtlijn 2009/156/EG is voldaan, geeft zij overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 2009/156/EG een gezondheidscertificaat af voor een individueel geregistreerd paard of voor een zending geregistreerde paarden met dezelfde oorsprong en dezelfde bestemming en verwijst zij in vak I.6 van dat certificaat naar het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat van elk tijdelijk toegelaten paard dat deel uitmaakt van de zending alsook naar het in lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB;

b)

zij stelt de bevoegde autoriteit in de plaats van bestemming via Traces in kennis van de verplaatsing van een geregistreerd paard naar die lidstaat en zij vraagt om verificatie van de aankomst ervan door een extra deel III van het in lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB in te vullen;

c)

zij bezorgt de verantwoordelijke, die in vak I.7 van het in lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB wordt vermeld, een nieuwe afdruk van het GVDB met het overeenkomstig punt b) van dit lid toegevoegde deel III;

d)

zij zorgt voor de ongeldigmaking of intrekking van elke afdruk van het overeenkomstig lid 1, onder c), of, indien er een eerdere verplaatsing naar een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, overeenkomstig punt c) van dit lid, aan de verantwoordelijke afgegeven GVDB.

3.   De in lid 1, onder b), i), en lid 2, onder b), bedoelde bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming erkent via Traces de aankomst van het geregistreerd paard en registreert de uitgevoerde controles door deel III van het GVDB in te vullen.

4.   Aan het einde van de tijdelijke toelating doet de in lid 1, onder b), i) of iii), bedoelde bevoegde autoriteit die het tijdelijk toegelaten geregistreerd paard ten aanzien van het derde land van oorsprong of een ander derde land certificeert, het volgende:

a)

zij stelt de grensinspectiepost van vertrek via Traces in kennis van het vertrek uit de Unie van het tijdelijk toegelaten geregistreerd paard door een extra deel III van het in lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB in te vullen;

b)

zij bezorgt de verantwoordelijke, die in vak I.7 van het in lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB wordt vermeld, een nieuwe afdruk van het GVDB met het overeenkomstig punt a) van dit lid toegevoegde deel III;

c)

indien de grensinspectiepost van vertrek zich in een andere lidstaat bevindt:

i)

geeft zij, overeenkomstig Beschikking 93/444/EEG, een certificaat overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 2009/156/EG af voor een individueel geregistreerd paard of voor een zending geregistreerde paarden met dezelfde oorsprong en dezelfde bestemming;

ii)

verwijst zij in vak I.6 van het onder i) bedoelde certificaat naar het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat van elk tijdelijk toegelaten paard dat deel uitmaakt van de zending alsook naar het in lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB.

5.   De in lid 4, onder a), bedoelde grensinspectiepost van vertrek registreert de beëindiging van de tijdelijke toelating van het geregistreerd paard door deel III van het GVDB dienovereenkomstig in te vullen.

6.   Wanneer de tijdelijke toelating van een geregistreerd paard niet binnen een periode van minder dan 90 dagen na de datum van afgifte van het in lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB overeenkomstig lid 5 is beëindigd, wordt via Traces automatisch een waarschuwing verstuurd naar de grensinspectiepost van binnenkomst en de in dit artikel bedoelde bevoegde autoriteiten tot die bevoegde autoriteiten de status van het geregistreerd paard hebben bepaald.

Artikel 17

Verantwoordelijkheden van de verantwoordelijke voor tijdelijk toegelaten geregistreerde paarden

1.   De verantwoordelijke voor een tijdelijk in de Unie toegelaten geregistreerd paard, die in vak I.7 van het in artikel 16, lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB wordt vermeld, zorgt ervoor dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

het geregistreerd paard gaat op elk moment tijdens zijn tijdelijke toelating vergezeld van het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde originele gezondheidscertificaat en van het door de grensinspectiepost van binnenkomst in de Unie afgegeven GVDB;

b)

het geregistreerd paard blijft in de desbetreffende lidstaat en in de ruimten die worden vermeld in de verklaring die bij het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat is gevoegd;

c)

wanneer een geregistreerd paard naar een andere lidstaat moet worden verplaatst, gaat het vergezeld van een gezondheidscertificaat overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 2009/156/EG en het gewijzigde GVDB dat overeenkomstig artikel 16, lid 2, door de bevoegde autoriteit is afgegeven;

d)

alle vorige afdrukken van het GVDB worden voor ongeldigmaking of intrekking aan de bevoegde autoriteit overgedragen;

e)

het geregistreerd paard verlaat de Unie uiterlijk 89 dagen na de in het overeenkomstige GVDB vermelde datum van binnenkomst in de Unie via een grensinspectiepost die in het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat wordt vermeld.

2.   De in lid 1 bedoelde verantwoordelijke blijft tijdens de tijdelijke toelating in de Unie verantwoordelijk voor de verplaatsing van het geregistreerd paard en moet meer bepaald de volgende instanties informeren:

a)

de in artikel 16, lid 1, onder b), i) en iii), bedoelde bevoegde autoriteit over elke wijziging die moet worden aangebracht aan de verplaatsingen in de verklaring die bij het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat is gevoegd;

b)

de grensinspectiepost van vertrek over de datum waarop het tijdelijk toegelaten geregistreerd paard de Unie zal verlaten;

c)

de in artikel 16, lid 1, onder b), i) en iii), bedoelde bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het bedrijf over de dood of het verlies van het geregistreerd paard of over noodgevallen, zoals gezondheidsproblemen, die ook na de 89 dagen van de tijdelijke toelating de zorg van een dierenarts vereisen.

Artikel 18

Opnieuw binnenbrengen na tijdelijke uitvoer van tijdelijk in de Unie toegelaten geregistreerde paarden

1.   Tijdelijk in de Unie toegelaten geregistreerde paarden mogen toestemming krijgen om opnieuw te worden binnengebracht na tijdelijke uitvoer naar een voor het opnieuw binnenbrengen van geregistreerde paarden goedgekeurd derde land of deel van het grondgebied van een derde land voor deelname aan specifieke wedrennen, wedstrijden of culturele manifestaties waarvoor overeenkomstig artikel 20, lid 3, modelgezondheidscertificaten voor het opnieuw binnenbrengen in de Unie zijn vastgesteld, op voorwaarde dat het opnieuw binnenbrengen in de Unie minder dan 90 dagen na de datum van afgifte van het in artikel 16, lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB plaatsvindt.

2.   Om het in lid 1 bedoelde opnieuw binnenbrengen van een geregistreerd paard toe te staan, moet de in artikel 16, lid 1, onder b), i) en iii), bedoelde bevoegde autoriteit die het certificaat voor tijdelijke uitvoer afgeeft:

a)

de maatregelen van de punten a), b) en, in voorkomend geval, c) van artikel 16, lid 4, toepassen;

b)

de grensinspectiepost waarlangs het dier opnieuw zal worden binnengebracht via Traces in kennis stellen door deel III van het GVDB in te vullen;

c)

de verantwoordelijke, die in vak I.7 van het in artikel 16, lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB wordt vermeld, een nieuwe afdruk van het GVDB met het overeenkomstig punt b) van dit lid toegevoegde deel III bezorgen;

d)

elke afdruk van het overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder c), of, indien er een eerdere verplaatsing naar een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, overeenkomstig artikel 16, lid 2, onder c), afgegeven GVDB ongeldig maken of intrekken.

3.   De grensinspectiepost waarlangs het dier opnieuw wordt binnengebracht moet:

a)

het originele exemplaar van het in artikel 3, lid 1, onder c), bedoelde gezondheidscertificaat bijhouden;

b)

via Traces de volgende instanties in kennis stellen van het opnieuw binnenbrengen van het geregistreerd paard:

i)

de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming, zoals vermeld in de verklaring die bij het in artikel 16, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat is gevoegd of zoals gewijzigd overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder a);

ii)

de grensinspectiepost van vertrek, zoals vermeld in de verklaring die bij het in artikel 16, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat is gevoegd of zoals gewijzigd overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder a), door vak I.24 van het onder d) bedoelde GVDB in te vullen;

c)

de bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming verzoeken de aankomst van het geregistreerd paard te verifiëren en, in voorkomend geval, te bevestigen door vak I.6 van het onder d) bedoelde GVDB in te vullen;

d)

de verantwoordelijke een afdruk bezorgen van een nieuw GVDB waarin in vak II.1 wordt verwezen naar het nummer van het eerder overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder c), of, indien er een eerdere verplaatsing naar een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, overeenkomstig artikel 16, lid 2, onder c), afgegeven GVDB en waarin vak II.14 is ingevuld binnen de termijn voor het verlaten van de Unie die in het in artikel 16, lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB wordt vermeld;

e)

elke afdruk van het overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder c), of, indien er een eerdere verplaatsing naar een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, overeenkomstig artikel 16, lid 2, onder c), aan de verantwoordelijke afgegeven GVDB ongeldig maken of intrekken.

4.   Na het opnieuw binnenbrengen na tijdelijke uitvoer van een tijdelijk toegelaten geregistreerd paard overeenkomstig lid 1, gelden de regels van artikel 16 gedurende de rest van de periode van minder dan 90 dagen na de datum van afgifte van het in artikel 16, lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB.

Artikel 19

Omzetting van tijdelijke toelating in definitieve toelating en dood of verlies van een geregistreerd paard

1.   Wanneer de verantwoordelijke, die in vak I.7 van het in artikel 16, lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB wordt vermeld, bij de in artikel 16, lid 1, onder b), i) of iii), of artikel 16, lid 2, onder b), bedoelde bevoegde autoriteit een aanvraag indient om de tijdelijke toelating van een geregistreerd paard in een definitieve toelating om te zetten, mag een lidstaat die omzetting goedkeuren op voorwaarde dat aan de volgende voorschriften is voldaan:

a)

overeenkomstig bijlage I is de invoer van geregistreerde paarden uit het betrokken derde land of deel van het grondgebied van het derde land toegelaten;

b)

de bevoegde autoriteit die voor de plaats van tijdelijk verblijf verantwoordelijk is, heeft aan de volgende voorwaarden voldaan:

i)

die bevoegde autoriteit heeft met bevredigend resultaat de noodzakelijke controles uitgevoerd om de naleving te verifiëren van de in bijlage II, deel 3, vastgestelde test- en vaccinatievoorschriften voor de invoer van geregistreerde paarden uit het betrokken derde land of deel van het grondgebied van het derde land;

ii)

die bevoegde autoriteit heeft ervoor gezorgd dat het geregistreerd paard in die lidstaat gedurende drie maanden na de datum van binnenkomst in de Unie die in het in artikel 16, lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB wordt vermeld, onder officieel veterinair toezicht heeft gestaan.

2.   De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit of een voor die taak door de lidstaat aangewezen grensinspectiepost:

a)

beëindigt de tijdelijke toelating in Traces door „Omzetting in definitieve toelating” te kiezen in deel III van het GVDB dat aan de verantwoordelijke is bezorgd overeenkomstig hetzij artikel 16, lid 1, onder c), hetzij, indien er een eerdere verplaatsing naar een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, artikel 16, lid 2, onder c), hetzij, indien het dier eerder opnieuw is binnengebracht na tijdelijke uitvoer, artikel 18, lid 3, onder c);

b)

bezorgt de verantwoordelijke, die in vak I.7 van het in artikel 16, lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB wordt vermeld, een nieuwe afdruk van het onder a) bedoelde GVDB of een nieuw GVDB waarin in vak I.21 „Voor de interne markt” is aangevinkt;

c)

zorgt voor de ongeldigmaking of intrekking van elke afdruk van het GVDB die aan de verantwoordelijke is bezorgd overeenkomstig hetzij artikel 16, lid 1, onder c), hetzij, indien er een eerdere verplaatsing naar een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, artikel 16, lid 2, onder c), hetzij, indien het dier eerder opnieuw is binnengebracht na tijdelijke uitvoer, artikel 18, lid 3, onder c);

d)

zorgt voor de ongeldigmaking of intrekking van het originele exemplaar van het in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde gezondheidscertificaat.

3.   Tijdens de omzettingsperiode neemt de verantwoordelijke voor het geregistreerd paard, die in vak I.7 van het overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder b), i), of artikel 18, lid 3, onder b), afgegeven GVDB wordt vermeld, de volgende maatregelen:

a)

hij zorgt ervoor dat er regelmatige dierenartsbezoeken plaatsvinden om het geregistreerd paard op klinische symptomen van mogelijke besmettelijke ziekten te controleren en dat die bezoeken door de dierenarts worden geregistreerd;

b)

hij houdt een register bij van de verplaatsingen van het geregistreerd paard en van paardachtigen van en naar het bedrijf waar het geregistreerd paard wordt gehouden;

c)

hij voltooit de in artikel 15 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 bedoelde douaneregelingen;

d)

hij doet overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 een aanvraag voor de afgifte van een identificatiedocument of de aanpassing van een bestaand identificatiedocument.

4.   In het geval van dood of verlies van een tijdelijk in de Unie toegelaten geregistreerd paard moet de bevoegde autoriteit van de plaats van dood of verlies, indien door de betrokken lidstaat verplicht in nauwe samenwerking met een grensinspectiepost, het volgende doen:

a)

de tijdelijke toelating in Traces beëindigen door „Dood/Verlies” te kiezen in deel III van het in artikel 16, lid 1, onder b), i), of artikel 18, lid 3, onder b), bedoelde GVDB;

b)

zorgen voor de ongeldigmaking of intrekking van elke afdruk van het GVDB die aan de verantwoordelijke is bezorgd overeenkomstig hetzij artikel 16, lid 1, onder c), hetzij, indien er een eerdere verplaatsing naar een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, artikel 16, lid 2, onder c), hetzij, indien het dier eerder opnieuw is binnengebracht na tijdelijke uitvoer, artikel 18, lid 3, onder c).

Artikel 20

Specifieke veterinairrechtelijke voorschriften voor het opnieuw binnenbrengen van geregistreerde paarden na tijdelijke uitvoer voor deelname aan wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties

1.   De lidstaten staan het opnieuw binnenbrengen van geregistreerde paarden toe onder de volgende voorwaarden:

a)

het geregistreerd paard heeft niet langer dan 30 dagen buiten de Unie verbleven, behalve in het specifieke geval waarin lid 3 voorziet;

b)

het geregistreerd paard heeft niet verbleven in en is niet over land vervoerd door een derde land of deel van het grondgebied van een derde land dat niet tot dezelfde gezondheidscategorie behoort als het derde land of deel van het grondgebied van een derde land waar het gezondheidscertificaat overeenkomstig bijlage II, deel 2, afdeling A, door de officiële dierenarts is ondertekend;

c)

het door de officiële dierenarts in de lidstaat van oorsprong ondertekende gezondheidscertificaat voor tijdelijke uitvoer, of een goedgekeurde kopie daarvan, wordt overgelegd op verzoek van de grensinspectiepost waarlangs het dier opnieuw in de Unie wordt binnengebracht.

2.   De bevoegde autoriteit die een geregistreerd paard voor tijdelijke uitvoer naar een derde land certificeert, zorgt ervoor dat het geregistreerd paard in toepassing van artikel 2, lid 1, van Beschikking 93/444/EEG tot het punt van uitgang in een andere lidstaat vergezelt gaat van een gezondheidscertificaat overeenkomstig bijlage III bij Richtlijn 2009/156/EG.

3.   Voor het opnieuw binnenbrengen na tijdelijke uitvoer gedurende meer dan 30 dagen van geregistreerde paarden die deelnemen aan specifieke wedrennen, wedstrijden of culturele manifestaties, gelden de specifieke veterinairrechtelijke voorschriften van het overeenkomstige modelgezondheidscertificaat in bijlage II, deel 2, afdeling B, in verband met het desbetreffende evenement.

4.   De verantwoordelijke voor de zending, die in vak I.7 van het GVDB wordt vermeld, zorgt ervoor dat het geregistreerd paard tijdens de tijdelijke uitvoer niet heeft verbleven in en niet over land is vervoerd door een derde land of deel van het grondgebied van een derde land dat niet tot dezelfde gezondheidscategorie behoort als het derde land of deel van het grondgebied van een derde land waar het gezondheidscertificaat overeenkomstig bijlage II, deel 2, afdeling A, door de officiële dierenarts is ondertekend.

Artikel 21

Specifieke veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer van als slachtdieren gehouden paardachtigen

De verantwoordelijke voor een zending als slachtdieren gehouden paardachtigen, die in vak I.7 van het in artikel 16, lid 1, onder b), i), bedoelde GVDB wordt vermeld, zorgt ervoor dat de dieren na de aan de grensinspectiepost van binnenkomst in de Unie uitgevoerde controles:

a)

rechtstreeks, onverwijld en zonder met paardachtigen met een andere gezondheidsstatus in contact te komen, worden overgebracht naar het slachthuis van bestemming, waar zij binnen 72 uur na aankomst in het slachthuis worden geslacht, of

b)

naar één in artikel 7, lid 1, van Richtlijn 2009/156/EG bedoeld(e) erkende markt of erkend verzamelcentrum zoals vermeld in het in artikel 3, lid 1, onder e), van deze verordening bedoelde gezondheidscertificaat worden gebracht, van waar zij na de markt onder toepassing van de nationale regels inzake traceerbaarheid rechtstreeks naar een slachthuis worden gebracht om zo snel mogelijk maar uiterlijk vijf werkdagen na aankomst in de Unie te worden geslacht zonder met paardachtigen met een andere gezondheidsstatus in contact te komen.

AFDELING 8

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 22

Overgangsbepalingen

Gedurende een overgangsperiode die tot en met 31 december 2018 loopt, staan de lidstaten het binnenbrengen in de Unie toe van zendingen paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen die vergezeld gaan van gezondheidscertificaten die zijn opgesteld overeenkomstig de modelgezondheidscertificaten die vóór de in artikel 24, tweede alinea, gespecificeerde datum van toepassing van deze verordening van toepassing zijn.

Artikel 23

Intrekkingen

De Beschikkingen 92/260/EEG, 93/195/EEG, 93/196/EEG, 93/197/EEG, 94/699/EG, 95/329/EG, 2003/13/EG, 2004/177/EG en 2004/211/EG en de Besluiten 2010/57/EU en 2010/471/EU worden ingetrokken.

Verwijzingen naar die beschikkingen en besluiten gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 24

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf 1 oktober 2018.

Artikel 16, lid 1, onder b), iii), artikel 16, lid 2, onder b), c) en d), artikel 16, lid 3, artikel 16, lid 4, onder a) en b), artikel 16, lid 5, en artikel 17, lid 1, onder d), zijn van toepassing vanaf 14 december 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 12 april 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56.

(2)  PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.

(3)  PB L 192 van 23.7.2010, blz. 1.

(4)  Beschikking 2004/211/EG van de Commissie van 6 januari 2004 tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paarden en tot wijziging van de Beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG (PB L 73 van 11.3.2004, blz. 1).

(5)  Richtlijn 2008/73/EG van de Raad van 15 juli 2008 tot vereenvoudiging van de procedures voor het opstellen en publiceren van lijsten met informatie op veterinair en zoötechnisch gebied en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG, 77/504/EEG, 88/407/EEG, 88/661/EEG, 89/361/EEG, 89/556/EEG, 90/426/EEG, 90/427/EEG, 90/428/EEG, 90/429/EEG, 90/539/EEG, 91/68/EEG, 91/496/EEG, 92/35/EEG, 92/65/EEG, 92/66/EEG, 92/119/EEG, 94/28/EG en 2000/75/EG, Beschikking 2000/258/EG en de Richtlijnen 2001/89/EG, 2002/60/EG en 2005/94/EG (PB L 219 van 14.8.2008, blz. 40).

(6)  http://ec.europa.eu/food/animals/semen/equine_en

(7)  Verordening (EU) nr. 176/2010 van de Commissie van 2 maart 2010 tot wijziging van bijlage D bij Richtlijn 92/65/EEG van de Raad wat betreft spermacentra en spermaopslagcentra, embryoteams en embryoproductieteams, alsmede de voorschriften voor als donor fungerende paardachtigen, schapen en geiten en voor het hanteren van sperma, eicellen en embryo's van die diersoorten (PB L 52 van 3.3.2010, blz. 14).

(8)  Besluit 2010/470/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 tot vaststelling van modellen van gezondheidscertificaten voor de handel binnen de Unie in sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen, schapen en geiten en in eicellen en embryo's van varkens (PB L 228 van 31.8.2010, blz. 15).

(9)  Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake Wetenschappelijke en Technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1).

(10)  PB L 71 van 18.3.1999, blz. 3.

(11)  Besluit 1999/201/EG van de Raad van 14 december 1998 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada inzake sanitaire maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid en de diergezondheid bij de handel in levende dieren en dierlijke producten (PB L 71 van 18.3.1999, blz. 1).

(12)  PB L 57 van 26.2.1997, blz. 5.

(13)  Besluit 97/132/EG van de Raad van 17 december 1996 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Nieuw-Zeeland inzake sanitaire maatregelen voor de handel in levende dieren en dierlijke producten (PB L 57 van 26.2.1997, blz. 4).

(14)  Verordening (EG) nr. 180/2008 van de Commissie van 28 februari 2008 betreffende het communautaire referentielaboratorium voor andere paardenziekten dan paardenpest en tot wijziging van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 56 van 29.2.2008, blz. 4).

(15)  Beschikking 97/794/EG van de Commissie van 12 november 1997 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 91/496/EEG van de Raad met betrekking tot de veterinaire controles van uit derde landen in te voeren levende dieren (PB L 323 van 26.11.1997, blz. 31).

(16)  Beschikking 95/329/EG van de Commissie van 25 juli 1995 tot vaststelling van de categorieën mannelijke paardachtigen waarvoor de in artikel 15, onder b), ii), van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad vastgestelde eis ten aanzien van virale arteritis van toepassing is (PB L 191 van 12.8.1995, blz. 36).

(17)  Report of the Scientific Veterinary Committee on Equine Viral Arteritis, 12 december 1994, VI/4994/94 — Rev. 4.

(18)  http://www.oie.int/index.php?id=169&L=0&htmfile=chapitre_eav.htm

(19)  Beschikking 2003/24/EG van de Commissie van 30 december 2002 met betrekking tot de invoering van een geïntegreerd veterinair computersysteem (PB L 8 van 14.1.2003, blz. 44).

(20)  Beschikking 2004/292/EG van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de toepassing van het Traces-systeem en tot wijziging van Beschikking 92/486/EEG (PB L 94 van 31.3.2004, blz. 63).

(21)  Beschikking 2009/821/EG van de Commissie van 28 september 2009 tot opstelling van een lijst van erkende grensinspectieposten, tot vaststelling van bepaalde voorschriften voor door veterinaire deskundigen van de Commissie uitgevoerde inspecties en tot vaststelling van de veterinaire eenheden in Traces (PB L 296 van 12.11.2009, blz. 1).

(22)  Beschikking 2007/240/EG van de Commissie van 16 april 2007 tot vaststelling van nieuwe veterinaire certificaten voor levende dieren, sperma, embryo's, eicellen en producten van dierlijke oorsprong die in de Gemeenschap worden binnengebracht uit hoofde van de Beschikkingen 79/542/EEG, 92/260/EEG, 93/195/EEG, 93/196/EEG, 93/197/EEG, 95/328/EG, 96/333/EG, 96/539/EG, 96/540/EG, 2000/572/EG, 2000/585/EG, 2000/666/EG, 2002/613/EG, 2003/56/EG, 2003/779/EG, 2003/804/EG, 2003/858/EG, 2003/863/EG, 2003/881/EG, 2004/407/EG, 2004/438/EG, 2004/595/EG, 2004/639/EG en 2006/168/EG (PB L 104 van 21.4.2007, blz. 37).

(23)  Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie van 18 februari 2004 betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PB L 49 van 19.2.2004, blz. 11).

(24)  Beschikking 93/444/EEG van de Commissie van 2 juli 1993 houdende toepassingsbepalingen inzake het intracommunautaire handelsverkeer van bepaalde levende dieren en producten die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen (PB L 208 van 19.8.1993, blz. 34).

(25)  Beschikking 92/260/EEG van de Commissie van 10 april 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor tijdelijke toelating van geregistreerde paarden (PB L 130 van 15.5.1992, blz. 67).

(26)  Beschikking 93/195/EEG van de Commissie van 2 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor het opnieuw binnenbrengen, na tijdelijke uitvoer, van geregistreerde paarden voor wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 1).

(27)  Beschikking 93/196/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 7).

(28)  Beschikking 93/197/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 16).

(29)  Beschikking 94/699/EG van de Commissie van 19 oktober 1994 tot vaststelling van een lagere frequentie van de overeenstemmingscontroles en de fysieke controles bij de tijdelijke toelating van bepaalde geregistreerde paardachtigen uit Zweden, Noorwegen en Finland en tot intrekking van Beschikking 93/321/EEG (PB L 280 van 29.10.1994, blz. 88).

(30)  Beschikking 2003/13/EG van de Commissie van 10 januari 2003 betreffende de tijdelijke toelating van paarden die deelnemen aan het preolympische concours in Griekenland in 2003 (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 86).

(31)  Beschikking 2004/177/EG van de Commissie van 20 februari 2004 betreffende de tijdelijke toelating van geregistreerde paarden die deelnemen aan de Olympische Spelen of de Paralympische Spelen in Griekenland in 2004 (PB L 55 van 24.2.2004, blz. 64).

(32)  Besluit 2010/57/EU van de Commissie van 3 februari 2010 tot vaststelling van gezondheidsgaranties voor de doorvoer van paardachtigen die worden vervoerd door de in bijlage I bij Richtlijn 97/78/EG van de Raad opgenomen gebieden (PB L 32 van 4.2.2010, blz. 9).

(33)  Besluit 2010/471/EU van de Commissie van 26 augustus 2010 inzake de invoer van sperma, eicellen en embryo's van paardachtigen in de Unie, wat betreft lijsten van spermacentra, spermaopslagcentra, embryoteams en embryoproductieteams, alsmede certificeringsvoorschriften (PB L 228 van 31.8.2010, blz. 52).

(34)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/262 van de Commissie van 17 februari 2015 tot vaststelling van voorschriften overeenkomstig de Richtlijnen 90/427/EEG en 2009/156/EG van de Raad met betrekking tot de methoden voor de identificatie van paardachtigen (verordening paardenpaspoort) (PB L 59 van 3.3.2015, blz. 1).

(35)  Richtlijn 90/427/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 55).

(36)  Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9).

(37)  https://ec.europa.eu/food/sites/food/files/animals/docs/ad_control-measures_bt_guidance_vpe_7068_2012.pdf

(38)  Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

(39)  Richtlijn 92/35/EEG van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van controlevoorschriften en van maatregelen ter bestrijding van paardenpest (PB L 157 van 10.6.1992, blz. 19).


BIJLAGE I

LIJST VAN DERDE LANDEN  (1) EN DELEN VAN HET GRONDGEBIED VAN DERDE LANDEN  (2) VOOR HET BINNENBRENGEN IN DE UNIE VAN ZENDINGEN PAARDACHTIGEN EN SPERMA, EICELLEN EN EMBRYO'S VAN PAARDACHTIGEN

ISO-code

Derde land

Code van het deel van het grondgebied van het derde land

Beschrijving van het deel van het grondgebied van het derde land

GC

TT

Opnieuw binnenbrengen

Invoer

Invoer

Doorvoer

Specifieke voorwaarden

GP

GP

GP

SP

GPA + FGP

SPERMA

E/E

Paardachtigen

 

GP

GPA

FGP

 

 

 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

AE

Verenigde Arabische Emiraten

AE-0

Het hele land

E

X

X

X

X

X

X

 

AR

Argentinië

AR-0

Het hele land

D

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

AU

Australië

AU-0

Het hele land

A

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

BB

Barbados

BB-0

Het hele land

D

X

X

X

X

X

 

BH

Bahrein

BH-0

Het hele land

E

X

X

X

X

 

BM

Bermuda

BM-0

Het hele land

D

X

X

X

X

X

 

BO

Bolivia

BO-0

Het hele land

D

X

X

X

X

X

 

BR

Brazilië

BR-0

Het hele land

 

 

BR-1

De staten

Rio Grande do Sul, Santa Catarina, Mato Grosso do Sul, Distrito Federal en Rio de Janeiro

D

X

X

X

X

X

 

BY

Belarus

BY-0

Het hele land

B

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

CA

Canada

CA-0

Het hele land

C

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

CH

Zwitserland (1)

CH-0

Het hele land

A

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

CL

Chili

CL-0

Het hele land

D

X

X

X

X

X

X

 

CN

China

CN-0

Het hele land

 

 

CN-1

De paardenziektevrije zone in Conghua, gemeente Guangzhou, provincie Guangdong, met inbegrip van de bioveilige verbindingswegen („Biosecurity Highway Passage”) van en naar de luchthaven in Guangzhou en Hongkong (zie kader 1 voor nadere bijzonderheden)

G

X

X

X

X

 

CN-2

De ontmoetingsplaats voor de Global Champions Tour op parkeerplaats nr. 15 van Expo 2010 en de doorgang naar de internationale luchthaven Shanghai Pudong in het noordelijke deel van het district Pudong en het oostelijke deel van het district Minhang van de agglomeratie van Shanghai (zie kader 1 voor nadere bijzonderheden)

G

X

 

Enkel indien gecertificeerd overeenkomstig bijlage II, deel 2, afdeling B, hoofdstuk 1

CR

Costa Rica

CR-0

Het hele land

 

 

CR-1

Hoofdstedelijk gebied San José

D

X

 

 

CU

Cuba

CU-0

Het hele land

D

X

X

X

 

X

 

DZ

Algerije

DZ-0

Het hele land

E

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

EG

Egypte

EG-0

Het hele land

 

 

 

EG-1

De paardenziektevrije zone die is ingesteld rond de veterinaire kliniek van de Egyptische strijdkrachten aan de El-Nasr Road, tegenover de Al Ahly Club in Caïro, en de verbinding via de snelweg met de internationale luchthaven van Caïro (zie kader 2 voor nadere bijzonderheden)

E

X

X

X

 

FK

Falklandeilanden

FK-0

Het hele land

A

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

GL

Groenland

GL-0

Het hele land

A

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

HK

Hongkong

HK-0

Het hele land

G

X

X

X

 

X

 

IL

Israël (3)

IL-0

Het hele land

E

X

X

X

X

X

X

X

 

 

X

 

IS

IJsland (5)

IS-0

Het hele land

A

X

X

X

X

X

X

X

X

 

X

 

JM

Jamaica

JM-0

Het hele land

D

X

X

X

 

X

 

JO

Jordanië

JO-0

Het hele land

E

X

X

X

 

X

 

JP

Japan

JP-0

Het hele land

G

X

X

X

 

X

 

KG

Kirgizië

KG-0

Het hele land

 

 

KG-1

Gebied Issyk-Kul

B

X

 

X

 

KR

Republiek Korea

KR-0

Het hele land

G

X

X

X

 

X

 

KW

Koeweit

KW-0

Het hele land

E

X

X

X

X

 

LB

Libanon

LB-0

Het hele land

E

X

X

X

X

 

MA

Marokko

MA-0

Het hele land

E

X

X

X

X

X

X

X

X

 

X

 

ME

Montenegro

ME-0

Het hele land

B

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

MK

Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (4)

MK-0

Het hele land

B

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

MO

Macau

MO-0

Het hele land

G

X

X

X

 

X

 

MY

Maleisië

MY-0

Het hele land

 

 

MY-1

Schiereiland

G

X

X

X

 

X

 

MU

Mauritius

MU-0

Het hele land

E

X

X

 

MX

Mexico

MX-0

Het hele land

C

 

 

 

 

MX-1

Hoofdstedelijk gebied Mexico-Stad

C

 

X

 

 

 

 

 

 

 

 

Enkel indien gecertificeerd overeenkomstig bijlage II, deel 2, afdeling B, hoofdstuk 1

NO

Noorwegen (5)

NO-1

Het hele land

A

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

NZ

Nieuw-Zeeland

NZ-0

Het hele land

A

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

OM

Oman

OM-0

Het hele land

E

X

X

X

 

X

 

PE

Peru

PE-0

Het hele land

 

 

PE-1

Regio Lima

D

X

X

X

 

X

 

PM

Saint-Pierre en Miquelon

PM-0

Het hele land

A

X

X

 

 

 

 

X

 

PY

Paraguay

PY-0

Het hele land

D

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

QA

Qatar

QA-0

Het hele land

E

X

X

X

 

X

 

RS

Servië (6)

RS-0

Het hele land

B

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

RU

Rusland

RU-0

Het hele land

 

 

RU-1

Provincies Kaliningrad, Archangelsk, Vologda, Moermansk, Leningrad, Novgorod, Pskov, Brjansk, Vladimir, Ivanovo, Tver, Kaloega, Kostroma, Moskou, Orjol, Rjazan, Smolensk, Toela, Jaroslavl, Nizjni Novgorod, Kirov, Belgorod, Voronjezj, Koersk, Lipezk, Tambov, Astrachan, Volgograd, Penza, Saratov, Oeljanovsk, Rostov, Orenburg, Perm en Koergan

B

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

RU-2

Regio's Stavropol en Krasnodar

B

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

RU-3

Republieken Karelië, Marij-El, Mordovië, Tsjoewasjië, Kalmukkië, Tatarstan, Dagestan, Kabardino-Balkarië, Severnaja Osetië, Ingoesjetië en Karatsjai-Tsjerkessië

B

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

SA.

Saudi-Arabië

SA-0

Het hele land

 

 

SA-1

Het hele land, behalve SA-2

E

X

X

X

X

X

 

SA-2

De beschermingszones en zones van toezicht in de provincies Jizan, Asir en Najran zoals beschreven in kader 3

 

 

 

 

 

 

 

SG

Singapore

SG-0

Het hele land

G

X

X

X

 

X

 

TH

Thailand

TH-0

Het hele land

G

X

X

X

 

X

 

TN

Tunesië

TN-0

Het hele land

E

X

X

X

X

X

 

 

 

 

X

 

TR

Turkije

TR-0

Het hele land

 

 

TR-1

De provincies Ankara, Edirne, Istanboel, Izmir, Kirklareli en Tekirdag

E

 

 

UA

Oekraïne

UA-0

Het hele land

B

X

X

X

X

X

X

X

X

 

X

 

US

Verenigde Staten van Amerika

US-0

Het hele land

C

X

X

X

X

X

X

X

X

X

X

 

UY

Uruguay

UY-0

Het hele land

D

X

X

X

X

X

X

X

X

 

X

 

ZA

Zuid-Afrika

ZA-0

Het hele land

 

 

ZA-1

Grootstedelijk gebied van Kaapstad (zie kader 4 voor nadere bijzonderheden)

F

 

Beschikking 2008/698/EG van de Commissie

LEGENDA BIJ BIJLAGE I:

Dier/product

Categorieën/voorwaarden

GP

Geregistreerde paarden zoals gedefinieerd in artikel 2, onder c), van deze verordening

SP

Als slachtdieren gehouden paardachtigen zoals gedefinieerd in artikel 2, onder d), van Richtlijn 2009/156/EG

GPA

Geregistreerde paardachtigen zoals gedefinieerd in artikel 2, onder c), van Richtlijn 2009/156/EG

FGP

Als fok- en gebruiksdieren gehouden paardachtigen zoals gedefinieerd in artikel 2, onder e), van Richtlijn 2009/156/EG

SPERMA

Sperma van paardachtigen, gewonnen overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder b), ii), van Richtlijn 92/65/EEG

E/E

Eicellen en embryo's van paardachtigen, gewonnen of geproduceerd overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder b), ii), van Richtlijn 92/65/EEG


Kolommen

Gegevens/beschrijving van het product

Vereist gezondheidscertificaat

1-4

Betrokken gebieden

n.v.t.

5

Gezondheidscategorie

n.v.t.

6

Tijdelijke toelating van geregistreerde paarden

Bijlage II, deel 1, afdeling A

7

Opnieuw binnenbrengen van geregistreerde paarden na tijdelijke uitvoer voor deelname aan wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties

Bijlage II, deel 2, afdeling A

Bijlage II, deel 2, afdeling B, hoofdstuk 1

Bijlage II, deel 2, afdeling B, hoofdstuk 2

8

Invoer van geregistreerde paarden

Bijlage II, deel 3, afdeling A

9

Invoer van als slachtdieren gehouden paardachtigen

Bijlage II, deel 3, afdeling B

10

Invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdieren gehouden paardachtigen

Bijlage II, deel 3, afdeling A

11

Invoer van sperma gewonnen van geregistreerde paarden

Bijlage III, deel 1, afdeling A

Bijlage III, deel 1, afdeling B

Bijlage III, deel 1, afdeling C

Bijlage III, deel 1, afdeling D

12

Invoer van sperma gewonnen van geregistreerde paardachtigen

Bijlage III, deel 1, afdeling A

Bijlage III, deel 1, afdeling B

Bijlage III, deel 1, afdeling C

Bijlage III, deel 1, afdeling D

13

Invoer van sperma gewonnen van als fok- en gebruiksdieren gehouden paardachtigen

Bijlage III, deel 1, afdeling A

Bijlage III, deel 1, afdeling B

Bijlage III, deel 1, afdeling C

Bijlage III, deel 1, afdeling D

14

Invoer van eicellen en embryo's van paardachtigen

Bijlage III, deel 2, afdeling A

Bijlage III, deel 2, afdeling B

15

Paardachtigen die worden doorgevoerd

Bijlage II, deel 1, afdeling B

16

Verwijzing naar specifieke voorwaarden/aanvullende garanties

n.v.t.

Vakjes

X

Binnenbrengen toegestaan

Binnenbrengen niet toegestaan

Gezondheidscategorie

Gezondheidscategorie

Voor het binnenbrengen in de Unie van paardachtigen vereiste specifieke veterinairrechtelijke garanties

A

infectieuze anemie bij paarden, virale arteritis bij paarden

B

infectieuze anemie bij paarden, virale arteritis bij paarden, kwade droes, dourine

C

infectieuze anemie bij paarden, virale arteritis bij paarden, oosterse en westerse paardenencefalomyelitis, vesiculaire stomatitis

D

infectieuze anemie bij paarden, virale arteritis bij paarden, kwade droes, dourine, oosterse en westerse paardenencefalomyelitis, Venezolaanse paardenencefalomyelitis, vesiculaire stomatitis

E

infectieuze anemie bij paarden, virale arteritis bij paarden, kwade droes, dourine, paardenpest

F

infectieuze anemie bij paarden, dourine, paardenpest

G

infectieuze anemie bij paarden, virale arteritis bij paarden, kwade droes, dourine, Japanse encefalitis

KADER 1

CN

China

CN-1

De specifieke paardenziektevrije zone in de provincie Guangdong met de volgende begrenzing:

kernzone

:

paardensportcentrum in Reshui Village, Lingkou Town, Conghua City, met het omringende gebied binnen een straal van 5 km, dat door de wegcontrolepost aan State Highway 105 wordt gecontroleerd;

zone van toezicht

:

alle bestuurlijke onderverdelingen in Conghua City rond de kernzone, met een oppervlakte van 2 009 km2;

beschermingszone

:

buitengrenzen van de volgende aangrenzende bestuurlijke onderverdelingen rond de zone van toezicht:

Baiyun District, Luogang District van Conghua City;

Huadu District van Guangzhou City;

Zengcheng City;

bestuurlijke onderverdelingen in Qingcheng District van Qingyuan City;

Fogang County;

Xinfeng County;

Longmen County;

bioveilige verbindingswegen

:

van het paardensportcentrum in de kernzone naar Guangzhou Baiyun International Airport via State Highway 105, Jiebei Highway, luchthavensnelweg, met inbegrip van het voor paarden verboden gebied van één km rond Baiyun International Airport in Guangzhou City;

van het paardensportcentrum in de kernzone naar Shenzhen Huanggang Port aan de grens van China met Hongkong via State Highway 105, Jiebei Highway, noordringsnelweg nr. 2 en Guang-Shen Highway met het voor paarden verboden gebied met een breedte van minstens één km aan beide kanten van die weg;

quarantaine vóór het binnenbrengen

:

de door de bevoegde autoriteit aangewezen quarantaine-inrichting in de beschermingszone voor de voorbereiding van paardachtigen uit andere delen van China met het oog op het binnenbrengen ervan in de paardenziektevrije zone.

CN

China

CN-2

Afbakening van de zone in de agglomeratie van Shanghai:

westelijke grens

:

vanaf de riviermond van de Huangpu-rivier in het noorden tot de vertakking van de Dazhi-rivier;

zuidelijke grens

:

van de vertakking van de Huangpu-rivier tot de riviermond van de Dazhi-rivier in het oosten;

noordelijke en oostelijke grenzen

:

kustlijn.


KADER 2

EG

Egypte

EG-1

De paardenziektevrije zone (EDFZ) van ongeveer 0,1 km2 groot die is ingesteld rond de veterinaire kliniek van de Egyptische strijdkrachten aan de El-Nasr Road, tegenover de Al Ahly Club in de oostelijke periferie van Caïro (locatie: 30°04′19,6″N 31°21′16,5″E), en de verbinding van 10 km via de El-Nasr Road en de Airport Road met de internationale luchthaven van Caïro.

a)

Afbakening van de grenzen van de EDFZ:

Vanaf het kruispunt van de El-Nasr Road en de El-Shaheed Ibrahim El-Shaikh Road (locatie: 30°04′13,6″N 31°21′04,3″E) de El-Shaheed Ibrahim El-Shaikh Road ongeveer 500 m in noordelijke richting volgen tot het eerste kruispunt met de Passage Inside Armed Forces, rechts afslaan en de Passage ongeveer 100 m in oostelijke richting volgen, opnieuw rechts afslaan en de Passage 150 m in zuidelijke richting volgen, links afslaan en de Passage 300 m in oostelijke richting volgen, rechts afslaan en de Passage 100 m in zuidelijke richting volgen tot de El-Nasr Road, rechts afslaan en de El-Nasr Road 300 m in zuidwestelijke richting volgen tot tegenover het kruispunt met de Hassan Ma'moon Road, rechts afslaan en de Passage 100 m in noordelijke richting volgen, links afslaan en de Passage 120 m in westelijke richting volgen, links afslaan en de Passage 200 m in zuidelijke richting volgen, rechts afslaan en de El-Nasr Road 100 m in westelijke richting volgen tot het kruispunt met de El-Shaheed Ibrahim El-Shaikh Road.

b)

Afbakening van de grenzen van het gebied voor quarantaine vóór de uitvoer binnen de EDFZ:

Van het punt tegenover het kruispunt van de El-Nasr Road met de Hassan Ma'moon Road de Passage 100 m in noordelijke richting volgen, rechts afslaan en de Passage 250 m in oostelijke richting volgen, rechts afslaan en de Passage 50 m in zuidelijke richting volgen tot de El-Nasr Road, rechts afslaan en de El-Nasr Road 300 m in zuidwestelijke richting volgen tot tegenover het kruispunt van de El-Nasr Road met de Hassan Ma'moon Road.


KADER 3

SA.

Saudi-Arabië

SA-1

Erkende quarantainestations:

1.

Riyadh Airport

2.

King Abdulaziz Race Track (Janadrijah)

 

 

SA-2

Begrenzing van de overeenkomstig artikel 5, lid 2, tweede alinea, onder a) en b), van Richtlijn 2009/156/EG ingestelde beschermingszones en zones van toezicht:

1.

provincie Jizan

beschermingszone: de hele provincie behalve het deel ten noorden van de wegcontrolepost te Ash Shuqaiq aan weg nr. 5 en ten noorden van weg nr. 10;

zone van toezicht: het deel van de provincie ten noorden van de wegcontrolepost te Ash Shuqaiq aan weg nr. 5, gecontroleerd door de wegcontrolepost te Al Qahmah en ten noorden van weg nr. 10;

2.

provincie Asir

beschermingszone: het door weg nr. 10 begrensde deel van de provincie, tussen Ad Darb, Abha en Khamis-Mushayt in het noorden, met uitzondering van de maneges op de luchtmachtbases en militaire bases, en het aan de noordzijde door weg nr. 15 van Khamis-Mushayt via Jarash, Al Utfah en Dhahran Al Janoub tot de grens met de provincie Najran begrensde deel van de provincie en het aan de noordzijde door de weg van Al Utfah via Al Fayd naar Badr Al Janoub (provincie Najran) begrensde gedeelte van de provincie;

zone van toezicht: de maneges op de luchtmachtbases en militaire bases, het gedeelte van de provincie tussen de grens van de beschermingszone en weg nr. 209 van Ash Shuqaiq tot de wegcontrolepost Muhayil aan weg nr. 211, het gedeelte van de provincie tussen de controlepost aan weg nr. 10 ten zuiden van Abha, de stad Abha en de wegcontrolepost Ballasmer op 65 km van Abha aan weg nr. 15 naar het noorden, het gedeelte van de provincie tussen Khamis-Mushayt en de wegcontrolepost op 90 km van Abha aan weg nr. 255 naar Samakh en de wegcontrolepost te Yarah, 90 km van Abha, aan weg nr. 10 naar Riyadh en het gedeelte van de provincie ten zuiden van een denkbeeldige lijn tussen de wegcontrolepost te Yarah aan weg nr. 10 en Khashm Ghurab aan weg nr. 177 tot aan de grens met de provincie Najran;

3.

provincie Najran

beschermingszone: het aan de noordzijde door de weg van Al Utfah (provincie Asir) naar Badr Al Janoub en naar As Sebt en van As Sebt langs Wadi Habunah tot de kruising met weg nr. 177 tussen Najran en Riyadh begrensde deel van de provincie, en van deze kruising langs weg nr. 177 in zuidelijke richting naar de kruising met weg nr. 15 van Najran naar Sharourah, en het gedeelte van de provincie ten zuiden van weg nr. 15 tussen Najran en Sharourah en de grens met Jemen;

zone van toezicht: het deel van de provincie ten zuiden van een lijn tussen de wegcontrolepost te Yarah aan weg nr. 10 en Khashm Ghurab aan weg nr. 177, van de grens van de provincie Najran tot de wegcontrolepost te Khashm Ghurab op 80 km van Narjan, en ten westen van weg nr. 175 naar Sharourah.


KADER 4

ZA

Zuid-Afrika

ZA-1

Erkende quarantainestations:

1.

Kenilworth Quarantine Station

begrenzing van het grootstedelijk gebied van Kaapstad (ZA-1):

noordelijke grens

:

Blaauwberg Road (M14);

oostelijke grens

:

Koeberg Road (M14), Plattekloof Road (M14), Highway N7, Highway N1 en Highway M5;

zuidelijke grens

:

Otterey Road, Prince George's Drive, Wetton Road, Riverstone Road, Tennant Road, Newlands Drive, Paradise Road, Union Drive, Rhodes Drive tot Newslands Forestry Station en door Echo Gorge op Table Mountain naar Camps Bay;

westelijke grens

:

de kustlijn van Camps Bay tot Blaauwberg Road.


(1)  Onverminderd de specifieke certificeringsvoorschriften van Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en van de Commissie.

(2)  Indien overeenkomstig artikel 13, lid 2, onder a), van Richtlijn 2009/156/EG officiële regionalisering wordt toegepast.

(3)  De staat Israël met uitzondering van de gebieden onder Israëlisch bestuur sinds juni 1967, namelijk de Golanhoogvlakte, de Gazastrook, Oost-Jeruzalem en de rest van de Westelijke Jordaanoever.

(4)  De voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië; de definitieve naam van dit land zal worden vastgelegd in aansluiting op de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties.

(5)  Onverminderd de specifieke certificeringsvoorschriften van artikel 17 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

(6)  Met uitzondering van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.


BIJLAGE II

MODELGEZONDHEIDSCERTIFICATEN EN MODELVERKLARINGEN VOOR HET BINNENBRENGEN IN DE UNIE VAN LEVENDE PAARDACHTIGEN

DEEL 1

Tijdelijke toelating en doorvoer

Afdeling A

Modelgezondheidscertificaat en modelverklaring voor de tijdelijke toelating in de Unie van geregistreerde paarden voor een periode van minder dan 90 dagen

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

Afdeling B

Modelgezondheidscertificaat en modelverklaring voor de doorvoer van levende paardachtigen door de Unie van een derde land of deel van het grondgebied van een derde land naar een ander derde land of een ander deel van het grondgebied van hetzelfde derde land

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

DEEL 2

Opnieuw binnenbrengen na tijdelijke uitvoer

Afdeling A

Modelgezondheidscertificaat en modelverklaring voor het opnieuw binnenbrengen in de Unie van geregistreerde paarden voor deelname aan wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties na tijdelijke uitvoer gedurende een periode van minder dan 30 dagen

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

Afdeling B

Modelgezondheidscertificaten en modelverklaringen voor het opnieuw binnenbrengen in de Unie van geregistreerde paarden na tijdelijke uitvoer voor deelname aan specifieke wedstrijden of wedrennen

Hoofdstuk 1

Modelgezondheidscertificaat en modelverklaring voor het opnieuw binnenbrengen in de Unie van geregistreerde paarden voor wedstrijden na tijdelijke uitvoer gedurende minder dan 90 dagen voor deelname aan paardensportevenementen die worden georganiseerd onder toezicht van de Internationale Ruitersportfederatie (FEI)

(concours ter voorbereiding van de Olympische Spelen, Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Wereldruiterspelen, Asian Equestrian Games, American Equestrian Games, Endurance World Cup in de Verenigde Arabische Emiraten)

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

Hoofdstuk 2

Modelgezondheidscertificaat en modelverklaring voor het opnieuw binnenbrengen in de Unie van geregistreerde paarden voor wedrennen na tijdelijke uitvoer van minder dan 90 dagen voor deelname aan specifieke wedrennen in Australië, Canada, de Verenigde Staten van Amerika, Hongkong, Japan, Singapore, de Verenigde Arabische Emiraten of Qatar

(internationale Group-/Grade-wedstrijden, de Japan Cup, de Melbourne Cup, de Dubai Racing World Cup, de Hongkong International Races)

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

DEEL 3

Invoer

Afdeling A

Modelgezondheidscertificaten en modelverklaring voor invoer in de Unie van een individueel geregistreerd paard, een individuele geregistreerde paardachtige of een individuele als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtige

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

Afdeling B

Modelgezondheidscertificaat en modelverklaring voor invoer in de Unie van zendingen als slachtdieren gehouden paardachtigen

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

DEEL 4

Toelichting voor de certificering

Image Tekst van het beeld

BIJLAGE III

MODELGEZONDHEIDSCERTIFICATEN VOOR HET BINNENBRENGEN IN DE UNIE VAN SPERMA, EICELLEN EN EMBRYO'S VAN PAARDACHTIGEN

DEEL 1

Modelgezondheidscertificaat voor de invoer van sperma

Afdeling A

MODEL 1 — Modelgezondheidscertificaat voor de invoer van zendingen sperma van paardachtigen dat na 30 september 2014 overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG is gewonnen en wordt verzonden uit een erkend spermawinningscentrum, waar het sperma is gewonnen

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

Afdeling B

MODEL 2 — Modelgezondheidscertificaat voor de invoer van zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat na 31 augustus 2010 en vóór 1 oktober 2014 overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG is gewonnen, behandeld en opgeslagen, die na 31 augustus 2010 worden verzonden uit een erkend spermawinningscentrum, waar het sperma is gewonnen

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

Afdeling C

MODEL 3 — Modelgezondheidscertificaat voor de invoer van zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat vóór 1 september 2010 overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG is gewonnen, behandeld en opgeslagen, die na 31 augustus 2010 worden verzonden uit een erkend spermawinningscentrum, waar het sperma is gewonnen

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

Afdeling D

MODEL 4 — Modelgezondheidscertificaat voor de invoer van zendingen sperma van paardachtigen dat na 30 september 2014 overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG is gewonnen, behandeld en opgeslagen, en van zendingen van voorraden sperma van paardachtigen dat na 31 augustus 2010 en vóór 1 oktober 2014 of vóór 1 september 2010 overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG is gewonnen, behandeld en opgeslagen, die na 31 augustus 2010 worden verzonden uit een erkend spermaopslagcentrum

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

DEEL 2

Modelgezondheidscertificaat voor de invoer van eicellen en embryo's

Afdeling A

MODEL 1 — Modelgezondheidscertificaat voor de invoer van zendingen eicellen en embryo's van paardachtigen die na 30 september 2014 overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG zijn gewonnen of geproduceerd en die worden verzonden door een erkend embryowinnings- of -productieteam dat de eicellen/embryo's heeft gewonnen/geproduceerd

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

Afdeling B

MODEL 2 — Modelgezondheidscertificaat voor de invoer van zendingen van voorraden eicellen en embryo's van paardachtigen die na 31 augustus 2010 en vóór 1 oktober 2014 overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG zijn gewonnen, behandeld en opgeslagen, en na 31 augustus 2010 worden verzonden door een erkend embryowinnings- of -productieteam dat de eicellen/embryo's heeft gewonnen/geproduceerd

Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld Image Tekst van het beeld

DEEL 3

Toelichting voor de certificering

Image Tekst van het beeld

BIJLAGE IV

CATEGORIEËN MANNELIJKE PAARDACHTIGEN WAAROP DE VOORWAARDEN INZAKE VIRALE ARTERITIS BIJ PAARDEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 15, ONDER b), ii), VAN RICHTLIJN 2009/156/EG VAN TOEPASSING ZIJN

1.

De eis inzake virale arteritis bij paarden van artikel 15, onder b), ii), van Richtlijn 2009/156/EG is van toepassing op ongecastreerde mannelijke paardachtigen, met uitzondering van:

a)

paardachtigen die onder officieel toezicht met een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd vaccin tegen virale arteritis bij paarden zijn gevaccineerd overeenkomstig een van de volgende protocollen:

i)

de paardachtigen worden tijdens een isolatieperiode van ten minste 28 dagen gevaccineerd nadat zij zijn getest aan de hand van een serumneutralisatietest voor virale arteritis bij paarden die met negatief resultaat bij een serumverdunning van 1 op 4 is uitgevoerd op een bloedmonster dat niet eerder dan zeven dagen na het begin van de isolatieperiode is genomen of aan de hand van een virusisolatietest die met negatief resultaat is uitgevoerd op een deel van het volledige sperma dat niet eerder dan zeven dagen na het begin van de isolatieperiode is genomen en zij worden gedurende 21 dagen na de vaccinatie afgezonderd van andere paardachtigen;

ii)

de paardachtigen worden op de leeftijd van 180 à 270 dagen gevaccineerd nadat zij zijn onderworpen aan een virusneutralisatietest voor virale arteritis bij paarden die met negatief resultaat bij een serumverdunning van 1 op 4 is uitgevoerd of die op 2 met een tussenpoos van ten minste 14 dagen genomen bloedmonsters is uitgevoerd met stabiele of afnemende titers. De paardachtigen worden tot 21 dagen na de vaccinatie afgezonderd van andere paardachtigen;

b)

paardachtigen jonger dan 180 dagen;

c)

als slachtdieren gehouden paardachtigen die rechtstreeks naar een slachthuis worden verzonden.

2.

Het uitvoeren van de test en het certificeren van de test, het resultaat en de vaccinatie gebeuren onder officieel veterinair toezicht. De vaccinatie wordt overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant met regelmatige tussenpozen herhaald.

De partijnummers van het goedgekeurde vaccin, de gegevens van de vaccinatie en hervaccinatie en de resultaten van de serologische tests of de tests voor de opsporing van de ziekteverwekker worden geregistreerd, in het identificatiedocument (paspoort) indien dat beschikbaar is, en worden met het oog op certificering beschikbaar gesteld.

3.

Om de afwezigheid van het equienearteritisvirus in sperma aan te tonen, wordt proefdekken zoals omschreven in artikel 12.9.2, punt 4, onder a), van de Terrestrial Animal Health Code van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) als gelijkwaardig aan de in punt 1, onder a), i), bedoelde virusisolatietest beschouwd.


BIJLAGE V

MODELVERKLARINGEN

DEEL 1

Verklaring van de gezagvoerder van het vliegtuig

Image Tekst van het beeld

DEEL 2

Verklaring van de kapitein van het schip

Image Tekst van het beeld

DEEL 3

Modeloverladingsmanifest

Image Tekst van het beeld

Top