This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32018D1887
Commission Implementing Decision (EU, Euratom) 2018/1887 of 30 November 2018 amending Decision 90/176/Euratom, EEC authorising France not to take into account certain categories of transactions and to use certain approximate estimates for the calculation of the VAT own resources base (notified under document C(2018) 7866)
Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2018/1887 van de Commissie 30 november 2018 tot wijziging van Beschikking 90/176/Euratom, EEG waarbij Frankrijk wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 7866)
Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2018/1887 van de Commissie 30 november 2018 tot wijziging van Beschikking 90/176/Euratom, EEG waarbij Frankrijk wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 7866)
C/2018/7866
PB L 308 van 4.12.2018, p. 47–48
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
4.12.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 308/47 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU, Euratom) 2018/1887 VAN DE COMMISSIE
30 november 2018
tot wijziging van Beschikking 90/176/Euratom, EEG waarbij Frankrijk wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 7866)
(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
Gezien Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 6, lid 3, tweede streepje,
Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 371 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (2) mag Frankrijk, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op 1 januari 1978 bestonden, de in de lijst van bijlage X, deel B, van die richtlijn genoemde handelingen blijven vrijstellen. Overeenkomstig dat artikel moeten die handelingen in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw). |
(2) |
Krachtens Beschikking 90/176/Euratom, EEG van de Commissie (3) is Frankrijk gemachtigd onder meer gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw voor onder meer de thans in bijlage X, deel B, punt 8, van Richtlijn 2006/112/EG vermelde handelingen met betrekking tot de waterdistributie door publiekrechtelijke diensten. |
(3) |
Bij brief van 26 april 2018 heeft Frankrijk verzocht om een machtiging van de Commissie om een vast percentage van de intermediaire grondslag te gebruiken voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw voor de in bijlage X, deel B, punt 8, van Richtlijn 2006/112/EG vermelde handelingen met betrekking tot de waterdistributie door publiekrechtelijke diensten. Frankrijk heeft aangetoond dat het op de intermediaire grondslag toegepaste percentage stabiel is gebleven voor de jaren 2012-2016. De machtiging om vaste percentages te gebruiken, zou leiden tot een verdere verlichting van de administratieve lasten bij de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw voor dergelijke handelingen. Frankrijk moet derhalve worden gemachtigd de grondslag van de eigen middelen uit de btw te berekenen aan de hand van een vast percentage met betrekking tot de waterdistributie door publiekrechtelijke diensten. |
(4) |
Uit overwegingen van doorzichtigheid en rechtszekerheid is het raadzaam de geldigheidsduur van de machtiging in de tijd te beperken. |
(5) |
Beschikking 90/176/Euratom, EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In Beschikking 90/176/Euratom, EEG wordt het volgende artikel 2 quater ingevoegd:
„Artikel 2 quater
In afwijking van artikel 2, punt 3, van deze beschikking wordt Frankrijk gemachtigd voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020 0,02 % van de intermediaire grondslag te gebruiken met betrekking tot de in bijlage X, deel B, punt 8, van Richtlijn 2006/112/EG vermelde handelingen.”.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.
Gedaan te Brussel, 30 november 2018.
Voor de Commissie
Günther OETTINGER
Lid van de Commissie
(1) PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.
(2) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).
(3) Beschikking 90/176/Euratom, EEG van de Commissie van 23 maart 1990 waarbij Frankrijk wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 99 van 19.4.1990, blz. 22).