Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D0934

    Besluit (EU) 2018/934 van de Raad van 25 juni 2018 betreffende de inwerkingstelling van de resterende bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en in Roemenië

    ST/15820/2017/REV/1

    PB L 165 van 2.7.2018, p. 37–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2018/934/oj

    2.7.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 165/37


    BESLUIT (EU) 2018/934 VAN DE RAAD

    van 25 juni 2018

    betreffende de inwerkingstelling van de resterende bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en in Roemenië

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien de Toetredingsakte van de Republiek Bulgarije en Roemenië, en met name artikel 4, lid 2,

    Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 4, lid 2, eerste alinea, van de Toetredingsakte van de Republiek Bulgarije en Roemenië („de Toetredingsakte van 2005”) zijn de andere bepalingen van het Schengenacquis dan die welke zijn genoemd in bijlage II bij die akte, waartoe de Republiek Bulgarije („Bulgarije”) en Roemenië bij hun toetreding toetreden, in Bulgarije en in Roemenië slechts toepasselijk op grond van een daartoe strekkend besluit van de Raad, nadat is geconstateerd dat aan de nodige voorwaarden voor de toepassing van alle onderdelen van het Schengenacquis is voldaan.

    (2)

    Op 29 juni 2010 heeft de Raad Besluit 2010/365/EU (2) vastgesteld. Naar aanleiding van dat besluit zijn de bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem („SIS”), vanaf 15 oktober 2010 van kracht geworden in Bulgarije en in Roemenië, met uitzondering van de verplichting de toegang tot of het verblijf op zijn grondgebied te weigeren aan onderdanen van derde landen voor wie een andere lidstaat een signalering heeft uitgevaardigd met het oog op weigering van toegang of verblijf overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad (3), en met de verplichting zich te onthouden van het invoeren van signaleringen en bijkomende informatie in het SIS en het uitwisselen van aanvullende informatie over onderdanen van derde landen met het oog op de weigering van toegang of verblijf overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1987/2006 (de „resterende beperkingen”).

    (3)

    Op 9 juni 2011 heeft de Raad, overeenkomstig de toepasselijke Schengenevaluatieprocedures, vastgesteld dat aan de voorwaarden op alle gebieden van het Schengenacquis inzake lucht- en landgrenzen, politiële samenwerking, gegevensbescherming, het SIS, zeegrenzen en visa is voldaan door Bulgarije en Roemenië.

    (4)

    Op 12 oktober 2017 heeft de Raad Besluit (EU) 2017/1908 (4) vastgesteld waardoor bepaalde bepalingen van het Schengenacquis inzake het Visuminformatiesysteem („VIS”) in werking werden gesteld in Bulgarije en in Roemenië, zonder afbreuk te doen aan het met eenparigheid van stemmen overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005 vast te stellen aparte besluit van de Raad met betrekking tot de opheffing van de controles aan de binnengrenzen van de betrokken lidstaten. De bedoeling van de inwerkingstelling van de bepalingen waardoor Bulgarije en Roemenië voor raadplegingsdoeleinden toegang krijgen tot de VIS-gegevens en mede overeenkomstig de procedures en voorwaarden die zijn bepaald in dat besluit, is het vergemakkelijken van de controles door Bulgarije en Roemenië aan de grensposten aan hun buitengrenzen, die Schengenbuitengrenzen zijn, en op hun grondgebied, zodat het veiligheidsniveau in het Schengengebied verhoogt en de bestrijding van ernstige criminaliteit en terrorisme wordt gefaciliteerd.

    (5)

    Opdat het veiligheidsniveau in het Schengengebied hoger en de bestrijding van ernstige criminaliteit en terrorisme doeltreffender zou zijn, moeten de controles van Bulgarije en Roemenië aan hun buitengrenzen en op hun grondgebied doeltreffender worden, door SIS-signaleringen met het oog op weigering van toegang of verblijf, en door dergelijke signaleringen die door andere lidstaten zijn ingevoerd te implementeren, in het bijzonder indien die signaleringen gebaseerd zijn op een gevaar voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de nationale veiligheid. Opdat Bulgarije en Roemenië verplicht zouden zijn toegang tot of verblijf op hun respectieve grondgebied te weigeren aan onderdanen van derde landen tegen wie door een andere lidstaat een inreisverbod is uitgevaardigd, en tevens verplicht zouden zijn tot dergelijke SIS-signaleringen, dienen de resterende beperkingen ten aanzien van het gebruik van het SIS te worden opgeheven. Het opheffen van die beperkingen in Bulgarije en in Roemenië zal bijdragen tot een verhoging van het veiligheidsniveau in het Schengengebied en een doeltreffendere bestrijding van ernstige criminaliteit en terrorisme.

    (6)

    Er moet worden bepaald vanaf welke datum de resterende beperkingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het SIS, moeten worden opgeheven. Artikel 25 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord van 14 juni 1985 tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek, betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (5) („de Schengenuitvoeringsovereenkomst”) voor raadplegingen van verblijfstitels en signalering ter fine van weigering, moet van toepassing zijn vanaf dezelfde datum.

    (7)

    Dit besluit laat de opheffing van controles aan de binnengrenzen van de betrokken lidstaten onverlet, wat het voorwerp moet zijn van een apart besluit van de Raad dat met eenparigheid van stemmen overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005 moet worden vastgesteld.

    (8)

    Aangezien de controle overeenkomstig de toepasselijke Schengenevaluatieprocedures voor Bulgarije en Roemenië reeds is voltooid overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, zal de controle zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad (6) niet worden uitgevoerd ten aanzien van die lidstaten. Na de vaststelling van dit besluit moet de opheffing van de resterende beperkingen op het gebruik van het SIS echter van kracht worden op 1 augustus 2018.

    (9)

    Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop de laatstgenoemde staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (8).

    (10)

    Wat Zwitserland betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG juncto artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (10).

    (11)

    Wat Liechtenstein betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (11), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG juncto artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (12),

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De resterende beperkingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het SIS, zoals bedoeld in artikel 1, lid 4, onder a) en b), van Besluit 2010/365/EU, zijn niet van toepassing op Bulgarije en Roemenië in hun onderlinge betrekkingen en in hun betrekkingen met het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, alsmede de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat.

    2.   Artikel 25 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst is van toepassing op Bulgarije en Roemenië, onderling en in hun betrekkingen met de in lid 1 van dit artikel bedoelde staten.

    3.   De toepassing van de leden 1 en 2 van dit artikel doet geen afbreuk aan de vaststelling van een besluit van de Raad waarin de datum wordt bepaald voor de opheffing van de controles aan de binnengrenzen met Bulgarije en Roemenië.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Het is van kracht met ingang van 1 augustus 2018.

    Artikel 3

    Dit besluit is van toepassing overeenkomstig de Verdragen.

    Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2018.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    N. DIMOV


    (1)  Advies van 13 juni 2018 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (2)  Besluit 2010/365/EU van de Raad van 29 juni 2010 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en Roemenië (PB L 166 van 1.7.2010, blz. 17).

    (3)  Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

    (4)  Besluit van de Raad (EU) 2017/1908 van 12 oktober 2017 betreffende de inwerkingstelling van bepaalde bepalingen van het Schengenacquis inzake het Visuminformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en in Roemenië (PB L 269 van 19.10.2017, blz. 39).

    (5)  PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19.

    (6)  Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

    (7)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

    (8)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    (9)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

    (10)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    (11)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

    (12)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).


    Top