EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D1908

Besluit (EU) 2017/1908 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende de inwerkingstelling van bepaalde bepalingen van het Schengenacquis inzake het Visuminformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en in Roemenië

PB L 269 van 19.10.2017, p. 39–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/1908/oj

19.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 269/39


BESLUIT (EU) 2017/1908 VAN DE RAAD

van 12 oktober 2017

betreffende de inwerkingstelling van bepaalde bepalingen van het Schengenacquis inzake het Visuminformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en in Roemenië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien de Toetredingsakte van de Republiek Bulgarije en Roemenië, en met name artikel 4, lid 2,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, eerste alinea, van de Toetredingsakte van 2005 zijn de andere bepalingen van het Schengenacquis dan die welke zijn genoemd in bijlage II bij die Akte, waartoe Bulgarije en Roemenië bij hun toetreding toetreden, in Bulgarije en Roemenië slechts toepasselijk op grond van een daartoe strekkend besluit van de Raad, nadat is geconstateerd dat aan de nodige voorwaarden voor de toepassing van alle onderdelen van het Schengenacquis is voldaan.

(2)

Op 9 juni 2011 heeft de Raad, overeenkomstig de toepasselijke Schengenevaluatieprocedures, vastgesteld dat aan de voorwaarden op alle gebieden van het Schengenacquis inzake lucht- en landgrenzen, politiële samenwerking, gegevensbescherming, het Schengeninformatiesysteem, zeegrenzen en visa is voldaan door Bulgarije en Roemenië.

(3)

Een vereenvoudigde regeling voor de controle van personen aan de buitengrenzen is ingesteld overeenkomstig Besluit nr. 565/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (2). Die regeling is gebaseerd op de eenzijdige erkenning door Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië van bepaalde documenten, met name Schengenvisa, als gelijkwaardig met hun nationale visa voor de doorreis over hun grondgebied of een voorgenomen verblijf op hun grondgebied van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen.

(4)

Bulgarije en Roemenië moet, met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit, toestemming worden verleend om in een read-onlymodus het Visuminformatiesysteem (VIS) te raadplegen zonder het recht in het VIS gegevens in te voeren, te wijzigen of te verwijderen. Dit is ter vergemakkelijking van hun nationale visumaanvraagprocedure ter voorkoming van fraude en misbruik van Schengenvisa door de geldigheid en echtheid ervan te verifiëren in vergelijking met de gegevens die in het VIS zijn opgeslagen, ter vergemakkelijking — met betrekking tot onderdanen van een derde land die in het bezit zijn van een Schengenvisum — van controles aan de doorlaatposten aan de buitengrenzen en op het grondgebied van de lidstaten, ter vergemakkelijking van de vaststelling welke lidstaat verantwoordelijk is voor de verzoeken om internationale bescherming, ter vergemakkelijking van de behandeling van die aanvragen en ter versterking van de interne veiligheid op het grondgebied van de lidstaten door de bestrijding van ernstige criminaliteit en terrorisme te faciliteren. De toegang voor de raadpleging en het gebruik van de VIS-gegevens moet ook helpen bij de identificatie van personen die wellicht niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst in of verblijf op het grondgebied van de betrokken lidstaten.

(5)

Het is daarom wenselijk een besluit vast te stellen tot inwerkingstelling van de overeenkomstige bepalingen van het VIS als bedoeld in de bijlage, alsook van alle latere ontwikkelingen van deze bepalingen. De inwerkingstelling van deze bepalingen zou beperkt moeten worden voor zover ze verband houden met de toegang voor de raadpleging van het VIS gegevens in read-onlyformaat. Bulgarije en Roemenië moeten derhalve voor raadpleging toegang krijgen tot het VIS en in overeenstemming met de procedures en voorwaarden die staan in de bepalingen die in werking worden gesteld. In de bijlage moet het desbetreffende acquis staan met betrekking tot de toegang voor raadpleging van VIS-gegevens. Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3), Beschikking 2004/512/EG van de Raad (4) en Beschikking 2006/648/EG van de Commissie (5) zijn echter reeds van toepassing op Bulgarije en Roemenië. Bijgevolg staan deze niet in de bijlage.

(6)

Tevens is het wenselijk dat een datum wordt vastgesteld met ingang waarvan deze bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het VIS, van toepassing moeten worden zoals bepaald overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (6) met betrekking tot Bulgarije en Roemenië. Dit moet gebeuren zodra Bulgarije en Roemenië kennis hebben gegeven aan de Commissie dat alle daarmee verband houdende volledige tests, die door eu-LISA zijn uit te voeren, met succes zijn voltooid.

(7)

De opheffing van de controles aan de binnengrenzen van de betrokken lidstaten en hun volledige deelname aan het Schengenacquis met betrekking tot het gemeenschappelijk visumbeleid, moeten het voorwerp zijn van een afzonderlijk besluit van de Raad dat met eenparigheid van stemmen wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005. Tot de vaststelling van dat besluit waarmee de andere bepalingen op het gebied van visa voor kort verblijf dan die in de bijlage bij dit besluit met betrekking tot Bulgarije en Roemenië, en met name de visumcode (7) en de bepalingen die zijn vastgesteld voor de omzetting ervan in werking worden gesteld, mogen Bulgarije en Roemenië geen Schengenvisa afgeven en blijven zij visa voor kort verblijf op grond van hun nationale wetgeving afgeven. Tot de datum die in dat besluit wordt vastgesteld, moeten de beperkingen op het gebruik van het VIS als gevolg van dit besluit, met name die met betrekking tot het recht om relevante gegevens in te voeren, worden gehandhaafd.

(8)

Het is echter wenselijk om de bevoegde visumautoriteiten van Bulgarije en Roemenië tijdens die overgangsperiode voor raadpleging toegang te verlenen tot VIS-gegevens in read-onlyformaat met het oog op de behandeling van aanvragen voor visa voor kort verblijf die door hen worden afgegeven uit hoofde van hun nationaal recht en met het oog op de beslissingen in verband met deze aanvragen. Dit omvat de beslissing tot nietigverklaring, intrekking, verlenging of verkorting van de geldigheidsduur van het visum dat is afgegeven overeenkomstig hun desbetreffende nationale bepalingen.

(9)

Aangezien de controle overeenkomstig de toepasselijke Schengenevaluatieprocedures voor Bulgarije en Roemenië reeds is voltooid overeenkomstig artikel 4, lid 2, van de toetredingsakte van 2005, zal de controle zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad (8) niet worden uitgevoerd ten aanzien van die lidstaten. Na de vaststelling van onderhavig besluit moeten de in de bijlage vermelde bepalingen echter pas van kracht worden nadat Bulgarije en/of Roemenië met succes uitvoerige tests hebben ondergaan die door eu-LISA worden uitgevoerd en naar behoren aan de Commissie zijn gemeld. Daarnaast is het wenselijk dat Bulgarije en Roemenië deskundigen van de lidstaten en de Commissie uitnodigen om de toepassing van die bepalingen te evalueren.

(10)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop de laatstgenoemde staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten B en G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (10).

(11)

Wat Zwitserland betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (11), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten B en G, van Besluit 1999/437/EG juncto artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (12).

(12)

Wat Liechtenstein betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (13), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten B en G, van Besluit 1999/437/EG juncto artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (14),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het VIS, zoals bedoeld in de bijlage, zijn van toepassing op de Republiek Bulgarije en Roemenië in hun onderlinge betrekkingen en in hun betrekkingen met het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden, alsmede de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat. Deze bepalingen zijn van toepassing na de succesvolle voltooiing van alle daarmee verband houdende, door eu-LISA, Bulgarije en Roemenië uit te voeren alomvattende tests in verband met de in de bijlage opgenomen bepalingen en de kennisgeving aan de Commissie dat deze tests met succes zijn afgesloten. Daarnaast kunnen Bulgarije en Roemenië deskundigen van de lidstaten en de Commissie verzoeken de toepassing van die bepalingen te evalueren.

2.   Tot op het tijdstip van vaststelling van het besluit van de Raad tot opheffing van de controles aan de binnengrenzen van de lidstaten kan de bevoegde visumautoriteiten van Bulgarije en Roemenië toegang tot het VIS worden verleend voor raadpleging in read-onlyformaat met het oog op:

a)

het onderzoeken van aanvragen voor een door Bulgarije en Roemenië volgens hun nationaal recht af te geven visum voor kort verblijf;

b)

het nemen van een beslissing over deze aanvragen, onder meer de beslissing om de geldigheid van een overeenkomstig hun toepasselijke nationale bepalingen afgegeven visum nietig te verklaren, in te trekken of de geldigheidsduur ervan te verlengen of te verkorten.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van de door de Commissie te bepalen datum waarop Bulgarije en Roemenië de Commissie ervan in kennis stellen dat de in artikel 1, lid 1, bedoelde alomvattende tests met succes zijn afgesloten.

Artikel 3

Dit besluit is van toepassing overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Luxemburg, 12 oktober 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

U. REINSALU


(1)  Advies van 4 oktober 2017 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Besluit nr. 565/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot instelling van een vereenvoudigde regeling voor de controle van personen aan de buitengrenzen, gebaseerd op de eenzijdige erkenning door Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië van bepaalde documenten als gelijkwaardig met hun nationale visa voor de doorreis over hun grondgebied of een voorgenomen verblijf op hun grondgebied van ten hoogste 90 dagen binnen een periode van 180 dagen en tot intrekking van Beschikkingen nr. 895/2006/EG en nr. 582/2008/EG (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 23).

(3)  Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

(4)  Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

(5)  Beschikking 2006/648/EG van de Commissie van 22 september 2006 tot vaststelling van de technische specificaties betreffende de normen voor biometrische kenmerken in verband met de ontwikkeling van het Visuminformatiesysteem (PB L 267 van 27.9.2006, blz. 41).

(6)  Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

(7)  Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).

(9)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(10)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

(11)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(12)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

(13)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(14)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).


BIJLAGE

Lijst van de bepalingen van het Schengenacquis in verband met het VIS die op Bulgarije en Roemenië toepasselijk moeten worden gemaakt

1.

De artikelen 1 en 126 tot en met 130 van de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen („de Schengenuitvoeringsovereenkomst”) (PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19) voor zover zij verband houden met andere in deze bijlage genoemde bepalingen.

2.

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

3.

De volgende bepalingen van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60):

hoofdstuk I, uitgezonderd artikel 6, lid 1;

artikel 15, dat van overeenkomstige toepassing is op de behandeling van aanvragen voor een door Bulgarije en Roemenië volgens hun nationale recht af te geven visum voor kort verblijf, met inbegrip van de beslissingen over die aanvragen;

hoofdstuk III;

hoofdstuk V, uitgezonderd artikel 31, leden 2 en 3;

de hoofdstukken VI en VII, uitgezonderd artikel 50, lid 6.

4.

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

5.

Artikel 21, lid 2, artikel 37, lid 1, en artikel 43, lid 5, van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

6.

Beschikking 2009/756/EG van de Commissie van 9 oktober 2009 tot vaststelling van specificaties voor de resolutie en het gebruik van vingerafdrukken voor biometrische identificatie en verificatie in het Visuminformatiesysteem (PB L 270 van 15.10.2009, blz. 14).

7.

Beschikking 2009/876/EG van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van technische uitvoeringsmaatregelen betreffende de invoer van gegevens en de koppeling van aanvragen, de toegang tot gegevens, de wijziging, verwijdering en vervroegde verwijdering van gegevens, alsmede de registratie van gegevensverwerkende handelingen en de toegang tot de aldus geregistreerde informatie in het Visuminformatiesysteem (PB L 315 van 2.12.2009, blz. 30), voor zover deze beschikking verband houdt met de behandeling van visumaanvragen.

8.

Titel II en de bijlagen bij Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1), voor zover deze betrekking hebben op het VIS.


Top