Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D2005

Besluit (GBVB) 2015/2005 van de Raad van 10 november 2015 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan

PB L 294 van 11.11.2015, p. 53–57 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2017: This act has been changed. Current consolidated version: 17/02/2017

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/2005/oj

11.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 294/53


BESLUIT (GBVB) 2015/2005 VAN DE RAAD

van 10 november 2015

houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 33 en artikel 31, lid 2,

Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 22 juli 2013 heeft de Raad Besluit 2013/393/GBVB (1) vastgesteld, waarbij de heer Franz-Michael SKJOLD MELLBIN werd benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Afghanistan. Het mandaat van de SVEU eindigt op 31 oktober 2015.

(2)

Het mandaat van de SVEU dient met 16 maanden te worden verlengd.

(3)

De SVEU zal het mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de verwezenlijking van de doelstellingen van het extern optreden van de Unie, als geformuleerd in artikel 21 van het Verdrag, kan hinderen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Franz-Michael SKJOLD MELLBIN als SVEU in Afghanistan wordt verlengd tot en met 28 februari 2017. De Raad kan besluiten om het mandaat van de SVEU eerder te beëindigen op basis van een beoordeling door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en een voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV).

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

De SVEU vertegenwoordigt de Unie en bevordert de beleidsdoelstellingen van de Unie in Afghanistan, in nauwe samenwerking met de vertegenwoordigers van de lidstaten in Afghanistan. Meer in het bijzonder dient de SVEU:

a)

bij te dragen aan de uitvoering van de Gezamenlijke Verklaring van de EU en Afghanistan, de EU-strategie in Afghanistan 2014-2016, en, in voorkomend geval, de samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Afghanistan inzake partnerschap en ontwikkeling;

b)

de politieke dialoog tussen de Unie en Afghanistan te ondersteunen;

c)

steun te verlenen aan de centrale rol die de Verenigde Naties (VN) spelen in Afghanistan, met bijzondere nadruk op het bijdragen tot een beter gecoördineerde internationale bijstand, waarbij de uitvoering van de conferentiecommuniqués van Bonn, Chicago, Tokio en Londen, alsmede de toepasselijke VN-resoluties bevorderd wordt.

Artikel 3

Mandaat

Ter uitvoering van het mandaat zal de SVEU, in nauwe samenwerking met de vertegenwoordigers van de lidstaten in Afghanistan:

a)

de standpunten van de Unie over het politiek proces en de ontwikkelingen in Afghanistan uitdragen;

b)

nauwe contacten onderhouden met en steun verlenen aan de ontwikkeling van de bevoegde Afghaanse instellingen, met name de regering, het parlement en de lokale overheden. Er moeten ook contacten onderhouden worden met andere Afghaanse politieke groeperingen en ander relevante actoren in Afghanistan, in het bijzonder actoren uit het maatschappelijk middenveld;

c)

nauwe contacten onderhouden met de internationale en regionale belanghebbenden in Afghanistan, in het bijzonder de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN, de hoge civiele vertegenwoordiger van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en andere belangrijke partners en organisaties;

d)

advies geven in verband met de vorderingen bij de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gezamenlijke Verklaring van de EU en Afghanistan, van de EU-strategie in Afghanistan 2014-2016, van de samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Afghanistan inzake partnerschap en ontwikkeling en van de conferentiecommuniqués van Bonn, Chicago, Tokio en Londen, met name op de volgende gebieden:

i)

civiele capaciteitsopbouw, met name op subnationaal niveau,

ii)

goed bestuur en de oprichting van instellingen die noodzakelijk zijn voor de rechtsstaat, in het bijzonder een onafhankelijke rechterlijke macht,

iii)

electorale en constitutionele hervormingen,

iv)

hervorming van de veiligheidssector, waaronder het versterken van het gerechtelijk apparaat en de rechtsstaat, het nationaal leger en de nationale politie, en met name de uitbouw van de civiele politie,

v)

groeibevordering, met name door middel van landbouw en plattelandsontwikkeling,

vi)

naleving van Afghanistans internationale verplichtingen inzake mensenrechten, waaronder de eerbiediging van de rechten van leden van minderheden, alsmede de rechten van vrouwen en kinderen,

vii)

eerbiediging van de democratische beginselen en de rechtsstaat,

viii)

aanmoediging van de deelname van vrouwen aan het openbaar bestuur, aan de civiele samenleving en, overeenkomstig Resolutie 1325(2000) van de VN-veiligheidsraad, aan het vredesproces,

ix)

eerbiediging van Afghanistans internationale verplichtingen, met inbegrip van samenwerking in de internationale inspanningen ter bestrijding van terrorisme, drugshandel, mensenhandel en de verspreiding van wapens en massavernietigingswapens en daarmee verband houdende materialen,

x)

bevordering van humanitaire hulp en de ordelijke terugkeer van vluchtelingen en ontheemden, en

xi)

verbetering van de doeltreffendheid van de aanwezigheid en de activiteiten van de Unie in Afghanistan, en bijdragen tot de opstelling van de regelmatige verslagen over de uitvoering van de EU-strategie in Afghanistan 2014-2016, waarom de Raad verzocht heeft;

e)

actief deelnemen aan de lokale coördinatieorganen zoals de Gemeenschappelijke coördinatie- en bewakingsraad en daarbij de niet-deelnemende lidstaten volledig op de hoogte houden van de besluiten die op deze niveaus genomen worden;

f)

advies verstrekken over de deelname en de standpunten van de Unie in internationale conferenties over Afghanistan en met name over de volgende internationale ministeriële conferentie over Afghanistan, die door de Unie wordt georganiseerd in Brussel, samen en in nauw overleg met de Afghaanse autoriteiten en met de belangrijkste internationale partners;

g)

op een actieve manier regionale samenwerking bevorderen via desbetreffende initiatieven, zoals het proces van Istanbul en de regionale economische conferentie over Afghanistan (Regional Economic Conference on Afghanistan — RECCA);

h)

bijdragen tot de uitvoering van het mensenrechtenbeleid van de Unie en de EU-richtsnoeren voor de mensenrechten, met name ten aanzien van vrouwen en kinderen in conflictgebieden, voornamelijk door de ontwikkelingen op dat gebied te volgen en te sturen;

i)

voor zover van toepassing, steun verlenen aan een inclusief door Afghanistan geleid vredesproces dat uitmondt in een politieke regeling die strookt met de criteria die tijdens de conferentie van Bonn zijn overeengekomen.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is, onder het gezag van de HV, verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.   Het PVC onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

3.   De SVEU werkt nauw samen met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de bevoegde afdelingen daarvan.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 november 2015 tot en met 28 februari 2017 bedraagt 7 625 000 EUR.

2.   De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6

Vorming en samenstelling van het team

1.   Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het vormen van een team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie onmiddellijk en regelmatig op de hoogte van de samenstelling van het team.

2.   De lidstaten, de instellingen van de Unie en de EDEO kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. Het salaris van gedetacheerd personeel komt ten laste van respectievelijk de betrokken lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO. Deskundigen die door de lidstaten bij de instellingen van de Unie of de EDEO zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal geworven personeel moet de nationaliteit van een lidstaat hebben.

3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat, van de detacherende instelling van de Unie of van de EDEO, en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

Artikel 7

Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en het personeel van de SVEU

De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van de leden van het personeel van de SVEU, worden met het ontvangende land, naargelang van het geval, overeengekomen. De lidstaten en de EDEO verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 8

Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie

De SVEU en de leden van zijn team leven de beginselen en minimumnormen inzake beveiliging na die zijn vastgelegd in Besluit 2013/488/EU van de Raad (2).

Artikel 9

Toegang tot informatie en logistieke steun

1.   De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

2.   De delegaties van de Unie en/of lidstaten verlenen, waar nodig, logistieke steun in de regio.

Artikel 10

Veiligheid

Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, met name door:

a)

het opstellen van een specifiek veiligheidsplan op basis van richtsnoeren van de EDEO, dat onder meer specifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen bevat, het beheren van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is en het beheren van veiligheidsincidenten, alsook het opstellen van een nood- en evacuatieplan voor de kantoren;

b)

ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een verzekering tegen grote risico's die is afgestemd op de omstandigheden in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is;

c)

ervoor te zorgen dat alle buiten de Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse geworven personeel, voor of bij aankomst binnen het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is een passende beveiligingsopleiding hebben genoten, gebaseerd op de risicoklasse waarin dat gebied door de EDEO is ingedeeld;

d)

ervoor te zorgen dat alle naar aanleiding van de geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en aan de HV, de Raad en de Commissie schriftelijk verslag uit te brengen over de uitvoering ervan en over andere veiligheidskwesties, in het kader van het voortgangsverslag en het verslag over de uitvoering van zijn mandaat.

Artikel 11

Verslagen

De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. De SVEU kan de Raad Buitenlandse Zaken verslagen voorleggen. Overeenkomstig artikel 36 van het Verdrag kan de SVEU worden ingeschakeld bij de informatieverstrekking aan het Europees Parlement.

Artikel 12

Coördinatie

1.   De SVEU draagt bij aan de eenheid, de consistentie en de doeltreffendheid van het optreden van de Unie en hij helpt ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie en alle acties van de lidstaten op coherente wijze worden ingezet teneinde de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden gecoördineerd met die van de Commissie, alsook met die van de delegatie van de Unie in Pakistan. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie.

2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met de delegatiehoofden van de Unie en de missiehoofden van de lidstaten. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft het hoofd van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN) plaatselijke politieke sturing. De SVEU en de civiele operationele commandant plegen, indien nodig, overleg. De SVEU onderhoudt tevens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

Artikel 13

Ondersteuning bij vorderingen

De SVEU en zijn personeel bieden ondersteuning bij het verschaffen van gegevens in reactie op alle vorderingen en verplichtingen die voortvloeien uit de mandaten van de vorige SVEU's in Afghanistan, en zij bieden administratieve ondersteuning alsmede toegang tot de dossiers die daartoe relevant zijn.

Artikel 14

Evaluatie

De toepassing van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de HV, de Raad en de Commissie vóór eind juni 2016 een voortgangsverslag, en uiterlijk eind november 2016 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor.

Artikel 15

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van 1 november 2015.

Gedaan te Brussel, 10 november 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

P. GRAMEGNA


(1)  Besluit 2013/393/GBVB van de Raad van 22 juli 2013 houdende wijziging van Besluit 2013/382/GBVB tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan (PB L 198 van 23.7.2013, blz. 47).

(2)  Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).


Top