This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32015D1009
Commission Implementing Decision (EU) 2015/1009 of 24 June 2015 amending Annex I to Decisions 92/260/EEC and 93/195/EEC as regards the entries for Israel, Libya and Syria, Annex II to Decision 93/196/EEC as regards the entry for Israel, Annex I to Decision 93/197/EEC as regards the entries for Israel and Syria and Annex I to Decision 2004/211/EC as regards the entries for Brazil, Israel, Libya and Syria (notified under document C(2015) 4183) (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1009 van de Commissie van 24 juni 2015 tot wijziging van bijlage I bij de Beschikkingen 92/260/EEG en 93/195/EEG wat betreft de vermeldingen voor Israël, Libië en Syrië, bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG wat betreft de vermelding voor Israël, bijlage I bij Beschikking 93/197/EEG wat betreft de vermeldingen voor Israël en Syrië en bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wat betreft de vermeldingen voor Brazilië, Israël, Libië en Syrië (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 4183) (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1009 van de Commissie van 24 juni 2015 tot wijziging van bijlage I bij de Beschikkingen 92/260/EEG en 93/195/EEG wat betreft de vermeldingen voor Israël, Libië en Syrië, bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG wat betreft de vermelding voor Israël, bijlage I bij Beschikking 93/197/EEG wat betreft de vermeldingen voor Israël en Syrië en bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wat betreft de vermeldingen voor Brazilië, Israël, Libië en Syrië (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 4183) (Voor de EER relevante tekst)
PB L 161 van 26.6.2015, p. 22–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 30/09/2018; stilzwijgende opheffing door 32018R0659
26.6.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 161/22 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/1009 VAN DE COMMISSIE
van 24 juni 2015
tot wijziging van bijlage I bij de Beschikkingen 92/260/EEG en 93/195/EEG wat betreft de vermeldingen voor Israël, Libië en Syrië, bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG wat betreft de vermelding voor Israël, bijlage I bij Beschikking 93/197/EEG wat betreft de vermeldingen voor Israël en Syrië en bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wat betreft de vermeldingen voor Brazilië, Israël, Libië en Syrië
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 4183)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (1), en met name artikel 17, lid 3, onder a),
Gezien Richtlijn 2009/156/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (2), en met name artikel 12, leden 1 en 4, artikel 15, onder a), artikel 16 en artikel 19, inleidende zin en onder a) en b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Door de bijzondere situatie in Libië en in Syrië en het ontbreken van ziekterapportage aan de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) kunnen deze derde landen niet de nodige garanties bieden met betrekking tot de naleving van of de gelijkwaardigheid met de relevante veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in de Unie van paardachtigen als bedoeld in Richtlijn 2009/156/EG. Het is daarom noodzakelijk om de vermeldingen voor Libië en Syrië van de lijsten van derde landen in bijlage I bij de Beschikkingen 92/260/EEG (3) en 93/195/EEG (4) van de Commissie te schrappen en de vermelding voor Syrië van de lijst van derde landen die is opgenomen in bijlage I bij Beschikking 93/197/EEG van de Commissie (5) te schrappen. |
(2) |
Israël is ook opgenomen in de lijsten van derde landen in bijlage I bij de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/195/EEG en 93/197/EEG en in de lijst van de landen die worden genoemd in voetnoot 3 van bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG van de Commissie (6). In het belang van de markttransparantie en overeenkomstig het internationaal recht moet in verband met Israël worden verduidelijkt dat de veterinaire certificaten uitsluitend het grondgebied van de staat Israël bestrijken en dus niet de gebieden die sinds juni 1967 onder Israëlisch bestuur staan (de Golanhoogvlakte, de Gazastrook, Oost-Jeruzalem en de rest van de Westelijke Jordaanoever). |
(3) |
Aangezien de wijziging van de vermelding voor Israël in de respectieve bijlagen I bij de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/195/EEG en 93/197/EEG en in bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG geen regionalisering betreft, moet de gewijzigde geografische benaming voor Israël worden toegelicht in een nieuwe voetnoot die aan de lijst van derde landen in de bijlagen bij die beschikkingen wordt toegevoegd. |
(4) |
De Beschikkingen 92/260/EEG, 93/195/EEG, 93/196/EEG en 93/197/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
Bij Richtlijn 2009/156/EG is bepaald dat de invoer van paardachtigen in de Unie alleen is toegestaan uit derde landen of delen van het grondgebied van derde landen waar regionaliseringsmaatregelen van toepassing zijn, als zich daar gedurende een periode van ten minste zes maanden geen kwade droes heeft voorgedaan. |
(6) |
In bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG van de Commissie (7) is een lijst opgenomen van de derde landen of delen daarvan waar regionaliseringsmaatregelen van toepassing zijn, waaruit de lidstaten de invoer van paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's daarvan toestaan. |
(7) |
Brazilië is momenteel in die lijst van derde landen opgenomen. Aangezien kwade droes in delen van het Braziliaanse grondgebied voorkomt, is de invoer van paardachtigen en van sperma, eicellen en embryo's daarvan alleen toegestaan uit gebied BR-1 van het grondgebied van dat derde land, zoals omschreven in kolom 4 van bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG. De staten Rio Grande do Sul, Santa Catarina, Mato Grosso do Sul, Goiás, Distrito Federal en Rio de Janeiro maken momenteel deel uit van gebied BR-1 van Brazilië. |
(8) |
Bij brief van 20 november 2014 heeft Brazilië kennis gegeven van een geval van kwade droes in de staat Goiás. Brazilië heeft dientengevolge geen diergezondheidscertificaten overeenkomstig Richtlijn 2009/156/EG meer afgegeven voor de hele groep deelstaten waaruit gebied BR-1 bestaat. |
(9) |
Op 21 april 2015 heeft Brazilië de Commissie in kennis gesteld van de maatregelen die het land heeft genomen ter voorkoming van de insleep van kwade droes in de gebieden van dat derde land die in aanmerking komen voor vermelding in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG en een lijst voorgelegd van de federale staten waar de ziekte nog niet aanwezig is. Brazilië heeft ook bevestigd dat de staat Rio de Janeiro vrij is gebleven van kwade droes sinds het laatste gerapporteerde geval op 16 juli 2012. |
(10) |
Aangezien de staat Goiás niet langer vrij is van kwade droes, en — afgaand op de door Brazilië ingediende lijst van staten die vrij van kwade droes zijn — ook de staat Santa Catarina niet langer vrij is van kwade droes, maar Brazilië garanties heeft gegeven wat betreft de controle op de afwezigheid van de ziekte in de andere federale staten, waarvan sommige momenteel in gebied BR-1 zijn opgenomen, moet de vermelding van dat gebied in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG worden gewijzigd, waarbij de staten Goiás en Santa Catarina uit de huidige lijst moeten worden geschrapt en de staat Paraná er opnieuw aan moet worden toegevoegd. |
(11) |
De ruiterevenementen van de Olympische Spelen van 5 tot en met 21 augustus 2016, de Paralympische Spelen van 7 tot en met 21 september 2016 en de preolympische testwedstrijd van 7 tot en met 9 augustus 2015 zullen plaatsvinden in de hippodroom van Deodoro te Rio de Janeiro, dat als een afzonderlijke paardenziektevrije zone in de staat Rio de Janeiro wordt beheerd. |
(12) |
Derhalve moet er aan de vermelding voor Brazilië in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG tijdelijk een aparte regio „BR-2” worden toegevoegd, die de hippodroom van Deodoro te Rio de Janeiro in de staat Rio de Janeiro en de toegangsweg tot de internationale luchthaven Galeão omvat. |
(13) |
Om de in de overwegingen 2 en 3 uiteengezette redenen moet de vermelding voor Israël in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG worden gewijzigd en in een nieuwe voetnoot worden toegelicht. |
(14) |
Bovendien bepaalt Beschikking 2004/211/EG dat de lidstaten alleen de invoer mogen toestaan van paardachtigen die voldoen aan de in het bij de Beschikkingen 92/260/EEG, 93/195/EEG, 93/196/EEG en 93/197/EEG bepaalde overeenkomstige modelcertificaat vastgelegde veterinairrechtelijke voorschriften met betrekking tot de desbetreffende categorie paardachtigen, het soort invoer en de in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG vermelde gezondheidscategorie, waarbij het derde land of een deel daarvan is ingedeeld. Derhalve moet bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG worden aangepast in overeenstemming met de wijzigingen met betrekking tot Libië en Syrië in die beschikkingen. |
(15) |
In tegenstelling tot andere gevallen waarbij de invoer van paardachtigen wordt geschorst vanwege een ziekte door de kruisjes in de kolommen 6 tot en met 14 van de tabel in bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG te schrappen, moeten in dit geval Libië en Syrië uit de lijst van derde landen of delen van het grondgebied van het derde land van uitvoer worden geschrapt, omdat deze wordt gebruikt als referentielijst voor de invoer in de Unie van andere producten zoals bepaalde dierlijke bijproducten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (8) en honden, katten en fretten in overeenstemming met Uitvoeringsbesluit 2013/519/EU van de Commissie (9). |
(16) |
De Beschikkingen 92/260/EEG, 93/195/EEG, 93/196/EEG, 93/197/EEG en 2004/211/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(17) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I bij Beschikking 92/260/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij dit besluit.
Artikel 2
Bijlage I bij Beschikking 93/195/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij dit besluit.
Artikel 3
Bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij dit besluit.
Artikel 4
Bijlage I bij Beschikking 93/197/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage IV bij dit besluit.
Artikel 5
Bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage V bij dit besluit.
Artikel 6
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 24 juni 2015.
Voor de Commissie
Vytenis ANDRIUKAITIS
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.
(2) PB L 192 van 23.7.2010, blz. 1.
(3) Beschikking 92/260/EEG van de Commissie van 10 april 1992 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor tijdelijke toelating van geregistreerde paarden (PB L 130 van 15.5.1992, blz. 67).
(4) Beschikking 93/195/EEG van de Commissie van 2 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor het opnieuw binnenbrengen, na tijdelijke uitvoer, van geregistreerde paarden voor wedrennen, wedstrijden en culturele manifestaties (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 1).
(5) Beschikking 93/197/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van geregistreerde paardachtigen en van als fok- en gebruiksdier gehouden paardachtigen (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 16).
(6) Beschikking 93/196/EEG van de Commissie van 5 februari 1993 inzake veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van voor de slacht bestemde paardachtigen (PB L 86 van 6.4.1993, blz. 7).
(7) Beschikking 2004/211/EG van de Commissie van 6 januari 2004 tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo's van paarden en tot wijziging van de Beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG (PB L 73 van 11.3.2004, blz. 1).
(8) Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1).
(9) Uitvoeringsbesluit 2013/519/EU van de Commissie van 21 oktober 2013 tot vaststelling van de lijst van gebieden en derde landen waaruit honden, katten en fretten mogen worden ingevoerd, en van het modelgezondheidscertificaat voor die invoer (PB L 281 van 23.10.2013, blz. 20).
BIJLAGE I
Bijlage I bij Beschikking 92/260/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De vermelding betreffende gezondheidscategorie E wordt vervangen door: „Gezondheidscategorie E (1) Verenigde Arabische Emiraten (AE), Bahrein (BH), Algerije (DZ), Israël (4) (IL), Jordanië (JO), Koeweit (KW), Libanon (LB), Marokko (MA), Oman, (OM), Qatar (QA), Saudi-Arabië (3) (SA), Tunesië (TN), Turkije (3) (TR)”. |
2) |
De volgende voetnoot wordt toegevoegd:
|
BIJLAGE II
Bijlage I bij Beschikking 93/195/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De vermelding betreffende gezondheidscategorie E wordt vervangen door: „Gezondheidscategorie E (1) Verenigde Arabische Emiraten (AE), Bahrein (BH), Algerije (DZ), Israël (4) (IL), Jordanië (JO), Koeweit (KW), Libanon (LB), Marokko (MA), Oman, (OM), Qatar (QA), Saudi-Arabië (3) (SA), Tunesië (TN), Turkije (3) (TR)”. |
2) |
De volgende voetnoot wordt toegevoegd:
|
BIJLAGE III
In bijlage II bij Beschikking 93/196/EEG worden de voetnoten als volgt gewijzigd:
1) |
In voetnoot (3) wordt de tekst met betrekking tot gezondheidscategorie E vervangen door:
|
2) |
De volgende voetnoot wordt toegevoegd:
|
BIJLAGE IV
Bijlage I bij Beschikking 93/197/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De vermelding betreffende gezondheidscategorie E wordt vervangen door: „Gezondheidscategorie E (1) Verenigde Arabische Emiraten (3) (AE), Bahrein (3) (BH), Algerije (DZ), Israël (4) (IL), Jordanië (3) (JO), Koeweit (3) (KW), Libanon (3) (LB), Marokko (MA), Mauritius (3) (MU), Oman (3) (OM), Qatar (3) (QA), Saudi-Arabië (2) (3) (SA), Tunesië (TN), Turkije (2) (3) (TR)”. |
2) |
De volgende voetnoot wordt toegevoegd:
|
BIJLAGE V
Bijlage I bij Beschikking 2004/211/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De vermelding voor Brazilië wordt vervangen door:
|
2) |
De vermelding voor Israël wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
De vermelding voor Libië wordt geschrapt. |
4) |
De vermelding voor Syrië wordt geschrapt. |