Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D0450

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/450 van de Commissie van 16 maart 2015 tot vaststelling van de testvoorschriften voor lidstaten die zich op het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) aansluiten of hun daar rechtstreeks voor bedoelde nationale systeem substantieel wijzigen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 1612)

    PB L 74 van 18.3.2015, p. 31–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2015/450/oj

    18.3.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 74/31


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/450 VAN DE COMMISSIE

    van 16 maart 2015

    tot vaststelling van de testvoorschriften voor lidstaten die zich op het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) aansluiten of hun daar rechtstreeks voor bedoelde nationale systeem substantieel wijzigen

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2015) 1612)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (1), en met name artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 1, artikel 20, lid 3, artikel 22, onder a), artikel 36, lid 4, en artikel 37, lid 7,

    Gezien Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (2), en met name artikel 8, lid 4, artikel 9, lid 1, artikel 20, lid 4, artikel 22, onder a), artikel 51, lid 4, en artikel 52, lid 7,

    Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het Schengeninformatiesysteem is ingesteld op grond van de bepalingen van titel IV van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord van 14 juni 1985 tussen de regeringen van de staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek, betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen (3). Het Schengeninformatiesysteem is een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis zoals dat is opgenomen in het kader van de Unie.

    (2)

    Het Schengeninformatiesysteem is op 9 april 2013, toen Verordening (EG) 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van toepassing werden, vervangen door het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II). Zoals het systeem waarvoor het in de plaats kwam, is SIS II een belangrijke begeleidende maatregel bij de afschaffing van de controles aan de binnengrenzen en een cruciale bijdrage tot het hoge veiligheidsniveau binnen de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht.

    (3)

    De technische architectuur van SIS II bestaat uit een centraal systeem (Centraal SIS II), nationale toepassingen en een communicatie-infrastructuur tussen het Centrale SIS II en de nationale toepassingen.

    (4)

    Het was en is nog steeds noodzakelijk tests uit te voeren om te beoordelen of SIS II functioneert in overeenstemming met de technische en functionele vereisten zoals die zijn vastgelegd in Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ.

    (5)

    De testvoorschriften voor de belangrijkste testfasen tijdens de technische ontwikkeling van SIS II zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad (4) en Besluit 2008/173/JBZ van de Raad (5), alsmede bij Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad (6) en Besluit 2008/839/JBZ van de Raad (7). Bij die instrumenten zijn de basiseisen en de wijze van organisatie vastgesteld voor het testen van het centrale systeem van SIS II, de nationale systemen van SIS II, de wisselwerking tussen deze systemen en de communicatie-infrastructuur. Aangezien deze rechtsinstrumenten betrekking hadden op de technische ontwikkeling van SIS II, hebben zij na de inbedrijfstelling van SIS II op 9 april 2013 geen rechtsgevolgen meer. Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ zijn op 8 mei 2013 verstreken en waren bovendien al ingetrokken bij respectievelijk Verordening (EU) nr. 1273/2012 van de Raad (8) en Verordening (EU) nr. 1272/2012 van de Raad (9). In 2014 is voorgesteld Verordening (EG) nr. 189/2008 en Besluit 2008/173/JBZ in te trekken (10).

    (6)

    Bij Verordening (EG) nr. 189/2008, Besluit 2008/173/JBZ, Verordening (EG) nr. 1104/2008 en Besluit 2008/839/JBZ zijn de tests van de communicatie-infrastructuur, de nationale conformiteitstests, de integrale tests en de test van de uitwisseling van aanvullende informatie verplicht gesteld voor de lidstaten die van SIS 1+ naar SIS II migreren. Om met de integrale test te beginnen, werd als voorwaarde gesteld dat de tests van het centrale SIS II, de nationale conformiteitstests en de tests van de communicatie-infrastructuur met succes waren verlopen. De Commissie diende te verklaren dat de integrale test met succes was verlopen, voordat Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van toepassing konden worden.

    (7)

    In verband met de uitbreiding van de Unie en in het bijzonder de uitbreiding van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dient te worden bepaald met welke tests kan worden aangetoond dat een lidstaat technisch gereed is om zich op SIS II aan te sluiten. Met het oog op de rechtszekerheid dienen de testvereisten te worden vastgesteld. Met de tests dient te worden aangetoond dat een lidstaat in staat is tot de uitwisseling van aanvullende informatie, dat zijn nationale systeem volledig conform is met het centrale SIS II, dat hij in staat is gegevens in te voeren, bij te werken, te schrappen en te doorzoeken, dat hij in staat is foto's en vingerafdrukken van de vereiste kwaliteit te uploaden en dat hij gegevens inzake misbruik van identiteit kan verwerken.

    (8)

    Lidstaten die substantiële wijzigingen willen aanbrengen in hun nationale SIS II-systeem (N.SIS II) of hun Sirene-toepassing als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ, dienen eveneens te worden onderworpen aan de door de beheersautoriteit vastgestelde tests om de volledige conformiteit met het centrale SIS II aan te tonen, dan wel te bewijzen dat zij in staat zijn aanvullende informatie uit te wisselen. Het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht is overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ, in samenhang met Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad, aangewezen als beheersautoriteit (11).

    (9)

    Rekening houdende met het beginsel dat voor alle lidstaten dezelfde technische vereisten dienen te gelden, is het dienstig lidstaten die zich op SIS II wensen aan te sluiten, aan dezelfde testfasen te onderwerpen als die welke de lidstaten moesten uitvoeren voor de migratie van SIS 1+ naar SIS II.

    (10)

    Het is tevens dienstig om gebruik te maken van de met de ontwikkeling van SIS II opgedane ervaring en de tests toe te voegen die niet in de rechtsinstrumenten zijn opgenomen maar zijn toegevoegd door de lidstaten, handelende binnen de voorbereidende instanties van de Raad, en met name de test inzake de uitwisseling van Sirene-formulieren.

    (11)

    De tests dienen te worden georganiseerd, gedefinieerd en uitgevoerd door de beheersautoriteit, met steun van de lidstaten.

    (12)

    Aangezien Verordening (EG) nr. 1987/2006 voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken overeenkomstig artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, bij brief van 15 juni 2007 kennis gegeven van de omzetting van dit acquis in zijn nationale wetgeving. Denemarken neemt deel aan Besluit 2007/533/JBZ. Denemarken is daarom verplicht dit besluit uit te voeren.

    (13)

    Voor zover dit besluit geen betrekking heeft op de uitwisseling van aanvullende informatie in verband met de artikelen 24 en 25 van Verordening (EG) nr. 1987/2006, neemt het Verenigd Koninkrijk aan dit besluit deel overeenkomstig artikel 5 van het Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en artikel 8, lid 2, van Besluit 2000/365/EG van de Raad (12).

    (14)

    Voor zover dit besluit geen betrekking heeft op de uitwisseling van aanvullende informatie in verband met de artikelen 24 en 25 van Verordening (EG) nr. 1987/2006, neemt Ierland aan dit besluit deel overeenkomstig artikel 5 van het Protocol betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, en artikel 6, lid 2, van Besluit 2002/192/EG van de Raad (13).

    (15)

    Wat Cyprus betreft, vormt dit besluit een op het Schengenacquis voortbouwend of anderszins daaraan gerelateerd rechtsbesluit in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003.

    (16)

    Wat Kroatië betreft, vormt dit besluit een op het Schengenacquis voortbouwend of anderszins daaraan gerelateerd rechtsbesluit in de zin van artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2012.

    (17)

    Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (14), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (15).

    (18)

    Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, zoals bedoeld in de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (16), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 4, lid 1, van Besluit 2004/860/EG van de Raad (17).

    (19)

    Wat Liechtenstein betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, zoals bedoeld in het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (18), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (19).

    (20)

    De maatregelen waarin dit besluit voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is opgericht bij artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1987/2006 van de Raad en artikel 67 van Besluit 2007/533/JBZ,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Lidstaten die zich wensen aan te sluiten op het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II), voeren alvorens zulks te doen de tests uit en passen de testprocedures toe die in de bijlage bij dit besluit zijn opgenomen.

    2.   Lidstaten die voornemens zijn een substantiële wijziging aan te brengen in hun N.SIS II- of Sirene-toepassing, verzoeken de beheersautoriteit vast te stellen welke van de in de bijlage bij dit besluit vermelde tests moeten worden verricht, en passen de in die bijlage vermelde testprocedure toe. De betrokken lidstaten voeren de wijzigingen niet uit alvorens de tests met succes zijn doorlopen.

    Artikel 2

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 16 maart 2015.

    Voor de Commissie

    Dimitiris AVRAMOPOULOS

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.

    (2)  PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63.

    (3)  PB L 239 van 22.9.2000, blz. 19.

    (4)  Verordening (EG) nr. 189/2008 van de Raad van 18 februari 2008 betreffende het testen van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 57 van 1.3.2008, blz. 1).

    (5)  Besluit 2008/173/JBZ van de Raad van 18 februari 2008 inzake de tests betreffende het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 57 van 1.3.2008, blz. 14).

    (6)  Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1).

    (7)  Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).

    (8)  Verordening (EU) nr. 1273/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 32).

    (9)  Verordening (EU) nr. 1272/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 21).

    (10)  COM(2014) 713 final en COM(2014) 714 final.

    (11)  Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

    (12)  Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).

    (13)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

    (14)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

    (15)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    (16)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

    (17)  Besluit 2004/860/EG van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 78).

    (18)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

    (19)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).


    BIJLAGE

    „SIS II-TESTS

    1.   DOELSTELLINGEN

    Met de hierna beschreven SIS II-tests moet worden aangetoond dat het nationale systeem (N.SIS II), de communicatie-infrastructuur en de wisselwerking tussen het centrale SIS II (C.SIS II) en N.SIS II functioneren in overeenstemming met de technische en functionele vereisten als bepaald in Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ.

    Met deze SIS II-tests wordt tevens aangetoond dat N.SIS II, de communicatie-infrastructuur en de wisselwerking tussen C.SIS II en N.SIS II kunnen functioneren in overeenstemming met niet-functionele vereisten zoals robuustheid, beschikbaarheid en prestatievermogen, zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ.

    2.   VERLOOP, REIKWIJDTE EN ORGANISATIE VAN DE SIS II-TESTS

    De volgorde, het doel, de reikwijdte (afhankelijk van de nationale implementatie) en de organisatie van de tests zijn als volgt:

    2.1.   De connectiviteitstests vormen de eerste testfase, waarin de connectiviteit en de veerkracht van de communicatie-infrastructuur van SIS II worden getest.

    2.2.   De nationale conformiteitstests vormen de tweede testfase, waarin wordt nagegaan of N.SIS II voldoet aan de specificaties die zijn vastgelegd in de referentieversie van het Interface Control Document (ICD).

    2.3.   De tests van de lokale nationale interface en de vervangende lokale nationale interface (LNI/BLNI-tests) vormen de derde testfase, waarin de connectiviteit en de veerkracht van de SIS II-communicatie-infrastructuur worden beoordeeld om te testen of N.SIS II achter de LNI en de BLNI (in lidstaten die een BLNI hebben) correct functioneert en voldoende veerkrachtig is.

    2.4.   De algemene tests vormen de vierde testfase, waarin wordt beoordeeld of N.SIS II naar behoren functioneert volgens de geldende ICD-specificatie in een situatie waarbij andere landen op SIS II zijn aangesloten, zoals vereist is bij de normale werking van het systeem. Deze tests kennen twee onderscheiden fasen:

    2.4.1.   Lidstaattests

    In deze testfase dienen alle reeds op SIS II aangesloten lidstaten aan te tonen dat zij berichten van de toetredende lidstaat kunnen verwerken. Het berichtenverkeer van de toetredende lidstaat kan door middel van simulatie tot stand zijn gekomen.

    2.4.2.   Integrale tests

    In deze fase wordt het geteste systeem blootgesteld aan verkeer (nominaal, stress- en piekverkeer) zoals dat tijdens de normale werking kan worden verwacht. De lidstaten (met uitzondering van het geteste systeem) worden vervangen door simulatoren. Deze fase is bedoeld om er zeker van te zijn dat het geteste systeem alle inkomende berichten kan ontvangen en verwerken en alle normale handelingen kan uitvoeren, en omvat tevens tests van de veerkracht.

    2.5.   De ITSM-tests vormen de vijfde testfase, waarin wordt gekeken naar de organisatie van het IT-servicemanagement, waaronder de werkings- en communicatieprocedures via communicatiesystemen zoals SIS II SPoC mail, eOPM en SM7.

    2.6.   De Sirene-connectiviteitstests vormen de zesde testfase, waarin de connectiviteit en de veerkracht van de Sirene-mailinfrastructuur worden getest en de basiswerking van de mailboxen wordt gecontroleerd door een simulatie van het normale verkeer.

    2.7.   De functionele Sirene-tests vormen de zevende testfase, die gericht is op de werking van de nationale technische oplossing voor Sirene en de informatie-uitwisseling tussen de Sirene-bureaus door middel van formulieren die volgens de specificaties in het bij Uitvoeringsbesluit (EU) nr. 2015/219 van de Commissie (1) vastgestelde Sirene-handboek via de Sirene-mailinfrastructuur worden verzonden, op het opnemen, wijzigen, markeren en verwijderen van de dienovereenkomstige SIS II-signaleringen, en op het koppelen/ontkoppelen van relevante aanvullende informatie bij SIS II-signaleringen.

    In andere tests kan worden voorzien afhankelijk van het rechtskader dat van toepassing is op een gegeven lidstaat die zich bij SIS II wil aansluiten.

    2.8.   Coördinatie van de tests

    Het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) coördineert als beheersautoriteit alle tests. eu-LISA bepaalt de testspecificaties en het testplan en stelt de definitieve resultaten van de tests vast. Daarnaast zal het eventueel aan het licht gebrachte problemen signaleren, categoriseren en beschrijven en mogelijke oplossingen voorstellen.

    De lidstaten zullen eu-LISA bijstaan bij het verrichten van alle taken in verband met de uitvoering van de tests.

    2.9.   Testdocumentatie

    De uitvoerige testspecificaties zullen door eu-LISA worden vastgesteld. De betrokken lidstaat krijgt zowel de ontwerpversie als de definitieve versie van de testspecificaties.

    2.10.   Uitvoering van de tests

    De tests worden door eu-LISA samen met de betrokken lidstaat en andere belanghebbenden uitgevoerd op basis van de testspecificaties en volgens het met de deskundigen van de lidstaat overeengekomen tijdschema; doel is aan te tonen dat is voldaan aan de verwachte testresultaten zoals vastgelegd in de testspecificaties. eu-LISA zal voor het uitvoeren van de tests, waaronder de functionele Sirene-tests, de C.SIS II-testomgeving ter beschikking stellen. Daarin kunnen naast de functionele Sirene-tests ook de dienovereenkomstige wijzigingen van signaleringen worden verricht.

    2.11.   Aanvaarding van de tests

    Het testresultaat voor een lidstaat kan „geslaagd”, „geslaagd met opmerkingen”, „onbeslist”„niet geslaagd” of „niet getest”/„niet van toepassing” zijn.

    a)

    „Geslaagd”:

    i)

    de behaalde resultaten zijn zoals verwacht in de beschrijving van de „verwachte resultaten”;

    ii)

    aan alle testvoorwaarden en het testplan is voldaan;

    iii)

    geen van de onbeslistheidscriteria is van toepassing.

    b)

    „Geslaagd met opmerkingen”:

    aan de onder a) bedoelde voorwaarden is voldaan, maar door specifieke omstandigheden of door aangetoonde oorzaken heeft zich tijdens de test een onverwacht resultaat of een onverwachte gebeurtenis voorgedaan.

    c)

    „Onbeslist”: tijdens de test hebben zich onverwachte gebeurtenissen voorgedaan die niet aan het geteste systeem kunnen worden toegeschreven.

    d)

    „Niet geslaagd”: aan ten minste één van de slagingscriteria is niet voldaan.

    e)

    „Niet getest”/„Niet van toepassing”.

    Over de resultaten van de SIS II-tests brengt eu-LISA verslag uit. Daarnaast zal het eventueel aan het licht gebrachte problemen signaleren, categoriseren en beschrijven en mogelijke oplossingen voorstellen. De deskundigen van de lidstaten verstrekken alle informatie die de Testcoördinatiegroep (TCG) nodig heeft voor de uitvoering van haar taak.

    Wanneer de tests in de documentatie in afzonderlijke fasen zijn verdeeld, stelt eu-LISA de lidstaat in kennis van de resultaten van elke afgelopen fase voordat de volgende fase begint.

    De aanvaarding van de tests zal worden gebaseerd op verslagen met een uitvoerige analyse van de testresultaten en conclusies inzake de validering van het nationale systeem (N.SIS II of Sirene-toepassing) van de lidstaat. Indien de geteste lidstaat of eu-LISA van mening is dat de tests niet met succes konden worden afgerond, wordt daarvan in het verslag een aantekening gemaakt. eu-LISA brengt advies uit over de geslaagde voltooiing van de SIS II-tests, met inachtneming van het standpunt van de deskundigen van de lidstaat. Het legt het testresultaat en zijn advies ter definitieve goedkeuring voor aan het SISVIS-comité in de relevante formatie.

    3.   INTERFACE CONTROL DOCUMENT (ICD) EN DETAILED TECHNICAL SPECIFICATION (DTS) VOOR HET UITVOEREN VAN DE TESTS

    Het N.SIS II van elk van de landen die op SIS II worden aangesloten, wordt getest op basis van de laatste specificaties.

    De door eu-LISA opgestelde Detailed Technical Specifications (DTS) bevatten de functionele en de niet-functionele specificaties van C.SIS II.

    Het door eu-LISA opgestelde ICD beschrijft de interface tussen C.SIS II en N.SIS II. Het bevat de technische specificaties van de interacties tussen de systemen in termen van doorgegeven gegevensbestanddelen en berichten, gebruikte protocollen alsook het tijdstip en de volgorde van gebeurtenissen.

    De specificaties in het ICD en de DTS gelden voor een bepaalde periode en de tijdstippen van de updates van beide systemen worden vastgelegd in een releaseplan, waarin de referentieversie voor een gegeven testfase wordt vastgelegd. Problemen die tijdens de testcampagnes aan het licht zijn gekomen, worden gemeld, geanalyseerd en opgelost volgens de overeengekomen operationele procedures. Daarbij wordt rekening gehouden met het standpunt van de deskundigen van de geteste lidstaat.

    4.   TUSSENTIJDS EN EINDVERSLAG OVER DE RESULTATEN VAN DE TESTFASEN

    eu-LISA stelt regelmatig verslagen op over de stand van de tests. In die verslagen wordt aangegeven om welke testfase het gaat en of de lidstaat die fase heeft voltooid, aangevangen of nog niet heeft aangevangen. Eventuele waarneembare gevolgen voor het tijdschema van het project en de oorzaken daarvan worden aangetekend.

    Bij de afsluiting van elke testfase stelt eu-LISA een verslag op over de resultaten, door eu-LISA gesignaleerde problemen en mogelijke oplossingen daarvoor. Wanneer de geteste lidstaat of eu-LISA oordeelt dat een test niet succesvol kon worden afgerond, wordt dat vermeld, met opgave van de redenen ervan, in een afzonderlijke aantekening.”


    (1)  Uitvoeringsbesluit (EU) nr. 2015/219 van de Commissie van 29 januari 2015 tot vervanging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/115/EU tot vaststelling van het Sirene-handboek en andere uitvoeringsmaatregelen voor het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 44 van 18.2.2015, blz. 75).


    Top