EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0425

2014/425/EU: Besluit van de Commissie van 1 juli 2014 waarbij de Slowaakse Republiek en het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd om af te wijken van bepaalde gemeenschappelijke regels voor de veiligheid van de luchtvaart op grond van artikel 14, lid 6, van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 4344) Voor de EER relevante tekst

PB L 196 van 3.7.2014, p. 30–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/425/oj

3.7.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 196/30


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 1 juli 2014

waarbij de Slowaakse Republiek en het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd om af te wijken van bepaalde gemeenschappelijke regels voor de veiligheid van de luchtvaart op grond van artikel 14, lid 6, van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 4344)

(Voor de EER relevante tekst)

(2014/425/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 14, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Slowaakse Republiek en het Verenigd Koninkrijk hebben gevraagd om op bepaalde punten af te wijken van de bij Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie vastgestelde gemeenschappelijke voorschriften voor de veiligheid van de luchtvaart (2). Overeenkomstig artikel 14, lid 7, van Verordening (EG) nr. 216/2008 heeft de Commissie onderzocht of de gevraagde afwijkingen noodzakelijk zijn en welk beschermingsniveau ze bieden, op basis van aanbevelingen van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart („het Agentschap”).

(2)

De eerste aanvraag voor een afwijking, die op 29 april 2013 door de Slowaakse Republiek is ingediend, heeft betrekking op de eisen voor de hernieuwde afgifte van bevoegdverklaringen voor instrumentvliegen en op het feit dat de aanvrager opnieuw moet slagen voor het theorie-examen en de vaardigheidstest met betrekking tot bevoegdverklaringen voor instrumentvliegen, als bedoeld in de punten c) en d) van FCL.625 van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011. De Slowaakse Republiek voerde aan dat deze eisen niet passend zijn als een piloot houder is van een gelijkwaardige bevoegdverklaring voor instrumentvliegen op een bevoegdheidsbewijs dat is afgegeven door een derde land dat voldoet aan bijlage 1 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart dat op 7 december 1944 te Chicago is ondertekend („ICAO bijlage 1”). De Slowaakse Republiek gaf ook argumenten waaruit blijkt dat een gelijkwaardig beschermingsniveau zal worden bereikt als de voorgestelde afwijking wordt verleend. Op basis van de aanbeveling van het Agentschap van 4 juni 2013 is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de afwijking een beschermingsniveau biedt dat gelijkwaardig is aan dat wat wordt bereikt door de toepassing van de gemeenschappelijke regels inzake luchtvaartveiligheid, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

(3)

De tweede aanvraag voor een afwijking, die op 29 april 2013 door de Slowaakse Republiek is ingediend, heeft betrekking op de eis betreffende de hernieuwde afgifte van klasse- en typebevoegdverklaringen, zoals uiteengezet in punt b) van FCL.740 van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011. De Slowaakse Republiek voerde aan dat deze eis niet passend is als een piloot houder is van een gelijkwaardige klasse- of typebevoegdverklaring op een bevoegheidsbewijs van een derde land dat voldoet aan ICAO bijlage 1. De Slowaakse Republiek gaf ook argumenten waaruit blijkt dat een gelijkwaardig beschermingsniveau zal worden bereikt als de voorgestelde afwijking wordt verleend. Op basis van de aanbeveling van het Agentschap van 4 juni 2013 is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de afwijking een beschermingsniveau biedt dat gelijkwaardig is aan dat wat wordt bereikt door de toepassing van de gemeenschappelijke regels inzake luchtvaartveiligheid, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

(4)

De derde aanvraag voor een afwijking, die op 21 juni 2013 door het Verenigd Koninkrijk is ingediend en op 4 juli is gewijzigd, heeft betrekking op de voorwaarden voor de verlenging van klassebevoegdverklaringen voor éénmotorige zuigervliegtuigen en zelfstartende gemotoriseerde zweefvliegtuigen, zoals uiteengezet in punt b), onder 1), punt ii), van FCL.740.A van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011. Het Verenigd Koninkrijk voerde aan dat de eis niet passend is voor piloten die houder zijn van instrumentbevoegdverklaringen en/of instructeurbevoegdverklaringen maar niet van andere klasse- of typebevoegdverklaringen. Het Verenigd Koninkrijk gaf ook argumenten waaruit blijkt dat een gelijkwaardig beschermingsniveau zal worden bereikt als de voorgestelde afwijking wordt verleend. Op basis van de aanbeveling van het Agentschap van dinsdag 27 augustus 2013 is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de afwijking een beschermingsniveau biedt dat gelijkwaardig is aan dat wat wordt bereikt door de toepassing van de gemeenschappelijke regels inzake luchtvaartveiligheid, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

(5)

De vierde aanvraag voor een afwijking, die op 10 juli 2013 door het Verenigd Koninkrijk is ingediend, heeft betrekking op de voorwaarden die moeten worden nageleefd door kandidaten voor een SFE-certificaat voor vleugelvliegtuigen, zoals uiteengezet in punt a) van FCL.1010.SFE van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011. Het Verenigd Koninkrijk voerde aan dat die voorwaarden onvolledig zijn, aangezien ze alleen betrekking hebben op meerpiloot-gecertificeerde vleugelvliegtuigen en niet op éénpiloot-gecertificeerde complexe vleugelvliegtuigen met groot prestatievermogen. Het Verenigd Koninkrijk gaf ook argumenten waaruit blijkt dat een gelijkwaardig beschermingsniveau zal worden bereikt als de voorgestelde afwijking wordt verleend. Op basis van de aanbeveling van het Agentschap van dinsdag 27 augustus 2013 is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de afwijking een beschermingsniveau biedt dat gelijkwaardig is aan dat wat wordt bereikt door de toepassing van de gemeenschappelijke regels inzake luchtvaartveiligheid, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

(6)

Overeenkomstig artikel 14, lid 7, van Verordening (EG) nr. 216/2008 wordt een afwijking die is toegestaan aan één lidstaat ter kennis gebracht van alle lidstaten, die ook het recht hebben om die afwijking toe te passen. Dit besluit moet dan ook tot alle lidstaten worden gericht. De afwijking en de daaraan verbonden voorwaarden moeten zodanig worden opgesteld dat die maatregel kan worden toegepast door andere lidstaten wanneer die zich in dezelfde situatie bevinden, zonder dat de Commissie daartoe aanvullende goedkeuring moet verlenen. Dit neemt echter niet weg dat de lidstaten, overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008, informatie moeten uitwisselen over de toepassing van de afwijkingen, aangezien de afwijkingen wellicht gevolgen hebben buiten de lidstaten waaraan ze zijn toegestaan.

(7)

De maatregelen die in dit besluit zijn vervat, zijn in overeenstemming met het advies van het comité van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Slowaakse Republiek mag afwijkingen verlenen van de volgende uitvoeringsbepalingen van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011:

1)

de punten c) en d) van FCL.625 „IR — Geldigheid, verlenging en hernieuwde afgifte” van die bijlage, ten gunste van de voorschriften in deel 1 van bijlage I bij dit besluit, mits de voorwaarden van deel 2 van bijlage I bij dit besluit worden nageleefd;

2)

punt b) van FCL.740 „Geldigheid en hernieuwde afgifte van klasse- en typebevoegdverklaringen” van die bijlage, ten gunste van de voorschriften in deel 1 van bijlage II bij dit besluit, mits de voorwaarden van deel 2 van bijlage II bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 2

Het Verenigd Koninkrijk mag afwijkingen verlenen van de volgende uitvoeringsbepalingen van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011:

1)

punt ii) van FCL.740.A, onder b), punt 1) „Verlenging van klasse- en typebevoegdverklaringen — Vleugelvliegtuigen” van die bijlage, ten gunste van de voorschriften in deel 1 van bijlage III bij dit besluit, mits de voorwaarden van deel 2 van bijlage III bij dit besluit worden nageleefd;

2)

punt a) van FCL.1010.SFE „SFE — Toelatingseisen” van die bijlage, ten gunste van de voorschriften in deel 1 van bijlage IV bij dit besluit, mits de voorwaarden van deel 2 van bijlage IV bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Elke lidstaat heeft het recht om de in de artikelen 1 en 2 bedoelde maatregelen toe te passen, zoals omschreven in de bijlagen bij dit besluit. De lidstaten stellen de Commissie, het Agentschap en de nationale luchtvaartautoriteiten daarvan in kennis.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 1 juli 2014.

Voor de Commissie

Siim KALLAS

Vicevoorzitter


(1)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 311 van 25.11.2011, blz. 1).


BIJLAGE I

Afwijking door de Slowaakse Republiek van Verordening (EU) nr. 1178/2011 wat betreft de geldigheid en hernieuwde afgifte van instrumentbevoegverklaringen.

1.   BESCHRIJVING VAN DE AFWIJKING

De Slowaakse Republiek mag, in afwijking van het bepaalde onder de punten c) en d) van FCL.625 „IR — Geldigheid, verlenging en hernieuwde afgifte” van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011, toestaan dat houders van deel-FCL-bevoegdheidsbewijzen die recent hebben gevlogen met een geldige instrumentbevoegdverklaring op een bevoegdheidsbewijs van een derde land dat is afgegeven overeenkomstig ICAO bijlage I, voldoen aan de criteria voor hernieuwde afgifte van instrumentbevoegdverklaringen van deel-FCL, zoals uiteengezet in punt c) van FCL.625, door te voldoen aan de criteria voor verlenging die zijn uiteengezet in punt b) van FCL.625. Bovendien mag de Slowaakse Republiek toestaan dat deze houders van deel-FCL-bevoegdheidsbewijzen die houder zijn van een instrumentbevoegdverklaring van een derde land die niet meer geldig is maar gedurende de voorgaande 7 jaar werd verlengd of hernieuwd afgegeven, alleen hoeven te voldoen aan de criteria voor hernieuwde afgifte voor de deel-FCL-instrumentbevoegdverklaring, zoals uiteengezet in punt c) van FCL.625, zonder dat zij opnieuw hoeven te slagen voor het in punt d) van FCL.625 vermelde theorie-examen.

2.   VOORWAARDEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE AFWIJKING

Deze afwijking geldt voor houders van deel-FCL-bevoegdheidsbewijzen met een instrumentbevoegdverklaring die hernieuwd moet worden afgegeven. Als de houder van een bevoegdheidsbewijs ook houder is van een bevoegdheidsbewijs van een derde land met een geldige instrumentbevoegdverklaring, moet de houder van de deel-FCL-bevoegdverklaring alleen een bekwaamheidsproef afleggen voor de hernieuwde afgifte van de instrumentbevoegdverklaring, maar hoeft hij geen herhalingstraining te volgen bij een erkende opleidingsorganisatie. Bovendien hoeft de houder van het bevoegdheidsbewijs het theorie-examen niet opnieuw af te leggen als de instrumentbevoegdverklaring op het bevoegdheidsbewijs van het derde land in de voorafgaande zeven jaar is verlengd of hernieuwd is afgegeven.


BIJLAGE II

Afwijking door de Slowaakse Republiek van Verordening (EU) nr. 1178/2011 wat betreft de geldigheid en hernieuwde afgifte van klasse- en typebevoegdverklaringen.

1.   BESCHRIJVING VAN DE AFWIJKING

De Slowaakse Republiek mag, in afwijking van punt b) van FCL.740 „Geldigheid en hernieuwde afgifte van klasse- en typebevoegdverklaringen” van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011, toestaan dat houders van deel-FCL-bevoegdheidsbewijzen die recent hebben gevlogen met een geldige gelijkwaardige klasse- of typebevoegdverklaring op een bevoegdheidsbewijs van een derde land dat is afgegeven overeenkomstig ICAO bijlage 1, voldoen aan de criteria voor hernieuwde afgifte door te slagen voor de bekwaamheidsproef, zonder dat zij een aanvullende herhalingstraining hoeven te volgen.

2.   VOORWAARDEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE AFWIJKING

Deze afwijking geldt voor houders van deel-FCL-bevoegdheidsbewijzen met een klasse- of typebevoegdverklaring die hernieuwd moet worden afgegeven. Als de houder van een bevoegdheidsbewijs ook houder is van een bevoegdheidsbewijs van een derde land met een geldige bevoegdverklaring voor dezelfde klasse luchtvaartuigen of hetzelfde type luchtvaartuig, moet de houder van het deel-FCL-bevoegdheidsbewijs alleen slagen in een bekwaamheidsproef voor de hernieuwde afgifte van de klasse- of typebevoegdverklaring, maar hoeft hij geen herhalingstraining te volgen bij een erkende opleidingsorganisatie.


BIJLAGE III

Afwijking door het Verenigd Koninkrijk van Verordening (EU) nr. 1178/2011 wat betreft de verlenging van klassebevoegdverklaringen voor eenmotorige zuigervliegtuigen of zelfstartende gemotoriseerde zweefvliegtuigen.

1.   BESCHRIJVING VAN DE AFWIJKING

Het Verenigd Koninkrijk mag, in afwijking van punt ii) van punt FCL.740.A, onder b), punt 1) „Verlenging van klasse- en typebevoegdverklaringen — Vleugelvliegtuigen” van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011, toestaan dat houders van bevoegdheidsbewijzen als piloot een klassebevoegdverklaring voor eenmotorige zuigervliegtuigen of zelfstartende gemotoriseerde zweefvliegtuigen verlengen zonder de opleidingsvlucht met een vlieginstructeur of een instructeur voor klassebevoegdverklaring te hebben afgelegd, voor zover de houder van het bevoegdheidsbewijs in de twaalf maanden voorafgaande aan het verstrijken van de bevoegdverklaring:

a)

geslaagd is voor een vaardigheidstest of bekwaamheidsproef voor om het even welke klasse-, type- of instrumentbevoegdverklaring of bevoegdverklaring voor het vliegen in bergachtige gebieden die is vermeld op het bevoegdheidsbewijs als piloot; of

b)

geslaagd is voor een vakbekwaamheidsbeoordeling voor om het even welk certificaat als vlieginstructeur, instructeur voor klassebevoegdverklaring of instructeur voor instrumentbevoegdverklaring dat op het bevoegdheidsbewijs als piloot is vermeld.

2.   VOORWAARDEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE AFWIJKING

Deze afwijking geldt voor de houders van deel-FCL-bevoegdheidsbewijzen met een bevoegdverklaring voor eenmotorige zuigervliegtuigen of zelfstartende gemotoriseerde zweefvliegtuigen. De opleidingsvlucht met een instructeur mag alleen worden vervangen als de houder een vaardigheidstest, bekwaamheidsproef of vakbekwaamheidsbeoordeling voor een bevoegdverklaring of bevoegdheidsbewijs voor een vliegtuig heeft voltooid.


BIJLAGE IV

Afwijking door het Verenigd Koninkrijk van Verordening (EU) nr. 1178/2011 wat betreft examinatoren vluchtsimulators (Synthetic Flight Examiners, SFE).

1.   BESCHRIJVING VAN DE AFWIJKING

Het Verenigd Koninkrijk mag, in afwijking van punt a) van FCL.1010.SFE „SFE — Toelatingseisen” van bijlage I (deel-FCL) bij Verordening (EU) nr. 1178/2011, toestaan dat SFI's een aanvraag indienen voor een SFE-certificaat voor éénpiloot-gecertificeerde complexe vleugelvliegtuigen met groot prestatievermogen en mag specifieke voorwaarden vaststellen voor deze vliegtuigcategorie.

2.   VOORWAARDEN VOOR DE TOEPASSING VAN DE AFWIJKING

Er hoeft niet aan aanvullende voorwaarden te worden voldaan.


Top