EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013H0105

2013/105/EG: Aanbeveling van de Commissie van 9 oktober 2009 inzake de inzet van informatie- en communicatietechnologieën voor het vergemakkelijken van de overgang naar een energie-efficiënte, koolstofarme economie

PB L 51 van 23.2.2013, p. 18–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2013/105/oj

23.2.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 51/18


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 9 oktober 2009

inzake de inzet van informatie- en communicatietechnologieën voor het vergemakkelijken van de overgang naar een energie-efficiënte, koolstofarme economie

(2013/105/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 211,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In april 2006 hebben het Europees Parlement en de Raad een richtlijn goedgekeurd betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten (1) waarin het kader wordt vastgelegd voor maatregelen gericht op het energiebesparende potentieel bij eindgebruikers die niet onder de regeling voor de handel in broeikasemissierechten (ETS) vallen.

(2)

De nationale actieplannen inzake energie-efficiëntie (NEEAP), voorgeschreven bij Richtlijn 2006/32/EG, spelen een centrale rol in de planning en rapportage over de uitvoering van nationale maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie, met uitzondering van de ETS. In hun eerste NEEAP's hebben een aantal EU-lidstaten plannen opgenomen om het energiebesparende potentieel van ICT aan te spreken (2).

(3)

In oktober 2006 heeft de Commissie de mededeling Actieplan voor energie-efficiëntie: het potentieel realiseren  (3) goedgekeurd, waarin de noodzaak wordt benadrukt van een paradigmaverandering om de gedragspatronen van onze samenlevingen te veranderen zodat we minder energie gaan verbruiken met behoud van onze levenskwaliteit.

(4)

Vervolgens heeft de Europese Raad in maart 2007 de doelstelling bevestigd om in de EU te komen tot een besparing van 20% ten opzichte van de prognoses voor 2020 en zijn goedkeuring gehecht aan een beoogde reductie van de broeikasgassen met 20% tegen 2020. De Europese Raad heeft ook opgeroepen tot de ontwikkeling van een duurzaam Europees klimaat- en energiebeleid als erkenning van de relatie tussen energieverbruik en koolstofuitstoot. Het potentieel benutten om het Europese energieverbruik met 20% te verminderen, kan leiden tot aanzienlijke kostenbesparingen en milieuvoordelen.

(5)

In januari 2008 heeft de Commissie de mededeling Naar 20/20 in 2020: Kansen van klimaatverandering voor Europa goedgekeurd met een pakket verregaande en concrete voorstellen waarin wordt aangetoond dat de overeengekomen doelstellingen inzake klimaatverandering technologisch en economisch haalbaar zijn en een unieke kans vormen voor duizenden Europese bedrijven (4). De voorstellen werden in december 2008 goedgekeurd door de Europese Raad (5) en het Europees Parlement.

(6)

In mei 2008 heeft de Commissie de mededeling De uitdaging van energie-efficiëntie aangaan via informatie- en communicatietechnologieën  (6) goedgekeurd waarin het potentieel erkend wordt van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) als kostenefficiënt middel om de energie-efficiëntie in de hele sector en de ruimere samenleving te verbeteren.

(7)

In juli 2008 heeft de Commissie de mededeling goedgekeurd over het Actieplan inzake duurzame consumptie en productie en een duurzaam industriebeleid  (7), (SCP/SIP), met voorstellen om de milieuprestaties van producten tijdens de hele levenscyclus te verbeteren en om de vraag naar meer duurzame goederen te verhogen en tegelijk de Europese industrie aan te sporen om innovatiekansen te benutten.

(8)

Ter ondersteuning van het Actieplan SCP/SIP en op basis van een gerelateerd mandaat in de mededeling Geïntegreerd productbeleid: voortbouwen op een milieugericht levenscyclusconcept  (8) werkt de Commissie, via haar Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, aan een handboek (9) om het milieueffect van de levenscyclus van producten en processen te kwantificeren en analyseren, ook met betrekking tot koolstofemissies en energie-efficiëntie.

(9)

In november 2008 heeft de Commissie een Europees economisch herstelplan (10) goedgekeurd voor een snellere terugkeer naar economische groei, waarin de dringende behoefte aan investeringen in energie-efficiëntie en schone technologieën wordt benadrukt. Om dit plan ten uitvoer te leggen, heeft de Commissie in de mededeling Vandaag investeren voor het Europa van morgen  (11) een pakket maatregelen voorgesteld om financiële steun te verlenen aan energie- en supersnelle breedbandnetwerken.

(10)

In het kader van het Europees economisch herstelplan heeft de Commissie publiek-private partnerschappen opgestart die bedoeld zijn om groene technologieën en slimme energie-infrastructuren te stimuleren in de sectoren vastgoed, productie en vervoer: energie-efficiënte gebouwen, fabrieken van de toekomst en groene auto’s.

(11)

In december 2008 heeft de Commissie, in het kader van het initiatief voor groen vervoer, een actieplan goedgekeurd voor de invoering van intelligente vervoerssystemen in Europa, alsmede een begeleidend voorstel voor een richtlijn die het kader vastlegt voor het toepassen van intelligente vervoerssystemen (ITS) op het vlak van wegvervoer en interfaces met andere vervoerswijzen (12). De Commissie heeft specifieke maatregelen voorgesteld om de toepassing van ITS te bespoedigen om zo de energie-efficiëntie van vervoerssystemen te verbeteren.

(12)

Het energieverbruik van ICT-apparatuur en diensten is verantwoordelijk voor ongeveer 8% van het elektriciteitsverbruik in de EU en voor ongeveer 2% van de koolstofemissies (13). Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2005 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp van energieverbruikende producten (14) legt Europese regels vast voor het in de handel brengen van energieverbruikende producten, ook ICT-producten, met betrekking tot de energie-efficiëntie en milieuprestaties ervan tijdens de volledige levenscyclus. De richtlijn geeft de industrie ook de kans om vrijwillig initiatieven voor te stellen.

(13)

In de mededeling inzake de inzet van informatie- en communicatietechnologieën voor het vergemakkelijken van de overgang naar een energie-efficiënte, koolstofarme economie  (15) heeft de Commissie benadrukt dat de ICT-sector nog niet alle kansen heeft benut om te werken aan stelselmatige verbeteringen van zijn eigen processen, waaronder de activiteiten, de productie, de dienstverlening en de toeleveringsketen.

(14)

De resultaten van een in september 2009 gepubliceerde openbare raadpleging (16) hebben bevestigd dat bedrijven uiteenlopende strategieën hanteren om hun energie- en milieuprestaties te verbeteren. Een gecoördineerde aanpak zou leiden tot beter zichtbare kansen, gerichtere investeringen en economische voordelen voor de hele sector en ook bijdragen tot de doelstellingen inzake energie-efficiëntie.

(15)

Het is van essentieel belang voor de ICT-sector dat ambitieuze doelstellingen worden vastgesteld om de energie- en milieuprestaties van zijn processen te verbeteren. De vooruitgang ten opzichte van die doelstellingen moet meetbaar en verifieerbaar zijn. De doelstellingen moeten bijgesteld worden naarmate er meer betrouwbare basisgegevens beschikbaar komen. De ICT-sector heeft interesse laten blijken in de oprichting van een Forum ‧ICT voor energie-efficiëntie‧ (ICT4EE) dat zou werken aan de voorstelling en toepassing van een kader om de energie- en CO2-voetafdruk van de sector te meten, doelstellingen vast te leggen en de vooruitgang te ijken.

(16)

In deze aanbeveling wordt onder ‧de ICT-sector‧ verstaan: ICT-productiebedrijven, ICT-handelsbedrijven en ICT-dienstenbedrijven zoals gedefinieerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (17).

(17)

Door ICT mogelijk gemaakte verbeteringen in andere sectoren kunnen de totale koolstofemissies tegen 2020 naar schatting met 15% doen dalen (18). ICT kunnen op korte termijn leiden tot aanzienlijke verbeteringen van de energie-efficiëntie in de sectoren vastgoed en bouw, vervoerlogistiek en eindgebruik van energie.

(18)

De ICT-sector kan instrumenten aanreiken voor simulatie, modellering, analyse, monitoring en visualisatie die van essentieel belang zijn om een algemene methode te kunnen toepassen bij het ontwerpen en exploiteren van gebouwen, waarbij rekening wordt gehouden met de vele factoren die de energievraag beïnvloeden. Investeringen worden echter gehinderd door het ontbreken van betrouwbare en transparante hulpmiddelen voor de hele sector om energie- en kostenbesparingen in de tijd te kwantificeren en op te volgen, die idealiter de basis zouden vormen van ontwerpstrategieën en –instrumenten.

(19)

De vervoer- en de logistieke sector zijn voor het functioneren en optimaliseren van hun algemene activiteiten sterk aangewezen op het gebruik van ICT, vooral voor vervoer- en opslagvereisten. Deze sectoren zijn dan ook goed geplaatst om een leidersrol te spelen bij het optimaliseren van de energie- en CO2-voetafdruk van hun diensten en om relevante informatie te geven aan klanten.

(20)

In de sectoren vastgoed en bouw en vervoer en logistiek is al duidelijk een behoefte gebleken aan vergelijkbare methodes om energieprestaties en koolstofemissies te meten en hier wordt al aan gewerkt. Gemeenschappelijke methodes moeten betrouwbare gegevens opleveren en de basis vormen voor de ontwikkeling van ICT-instrumenten.

(21)

Partnerschappen tussen sectoren kunnen de ontwikkeling en wijdverbreide toepassing van ICT-gebaseerde oplossingen voor het monitoren, beheren en meten van energieverbruik en koolstofemissies bij energieverbruikende activiteiten bespoedigen en zo een betrouwbare basis vormen voor beslissingen over energiebesparingen en emissiebeperkingen.

(22)

Slimme meters kunnen zorgen voor informatiestromen in realtime en nieuwe controlekringen tot stand brengen om zo de energie beter te kunnen beheren en in de hand houden en het eindverbruik van de consumenten te beïnvloeden, vooral als de meters vergezeld gaan van informatieve facturen. Diverse lidstaten hebben het gebruik van slimme meters wettelijk verplicht gemaakt of overwegen dit te doen. Samenwerking tussen lidstaten om minimale functionele specificaties vast te leggen voor slimme meters zou technische hindernissen helpen te omzeilen, garant staan voor interoperabiliteit en de weg vrijmaken voor de invoering van innovatieve ICT-gebaseerde toepassingen om het eindgebruik van energie te beheren.

(23)

Slimme meters en slimme netwerken zijn belangrijke middelen om zoveel mogelijk energie te besparen in gebouwen, voor de algemene invoering van elektrische voertuigen, voor een efficiënte energielevering en -distributie en voor de integratie van hernieuwbare energiebronnen. Toepassingen en diensten die resulteren uit dergelijke ontwikkelingen zullen waarschijnlijk nieuwe sectoren van economische activiteit doen ontstaan, waarbij actoren uit de energie- en ICT-sector betrokken zijn. De voorwaarden die leiden tot het ontstaan van nieuwe markten moeten worden bekeken, naast proefprojecten en andere verkennende initiatieven.

(24)

In het kader van deze aanbeveling moet dematerialisatie van ICT opgevat worden als de beperking van de behoefte aan fysieke apparatuur als gevolg van elektronische dienstverlening. Dematerialisatie is vooral belangrijk bij overheidsopdrachten voor ICT. Dit kan bereikt worden door het gebruik van bestaande fysieke middelen te optimaliseren, door de configuratie van ICT-systemen te optimaliseren en door te garanderen dat uitbreidingen of upgrades van bestaande systemen niet contractueel of technisch aan banden worden gelegd.

(25)

Alle overheidsniveaus tonen zich bereid activiteiten op te starten om de energie-efficiëntie te verbeteren en de koolstofemissies te beperken, zoals blijkt uit de openbare raadpleging waarnaar verwezen wordt in overweging 14. Over de rol van ICT in het bereiken van deze doelstellingen hebben overheden in heel Europa nu ook initiatieven gelanceerd. Effectieve samenwerking tussen nationale, regionale en lokale overheidsniveaus in de lidstaten is nodig om de coherentie tussen maatregelen te verzekeren, om de positieve synergie ertussen te benutten en om een collectief kennisnetwerk uit te bouwen dat gebaseerd is op uitgewisselde ervaringen.

(26)

Het ruimere gebruik van toepassingen zoals online-overheidsdiensten en -toepassingen en geavanceerde samenwerkingstechnologieën, kan het wereldwijde energieverbruik tegen 2020 naar schatting met minstens 1 à 2% doen dalen (19). Als de EU op grote schaal wil besparen, is een breedbandinfrastructuur in heel Europa essentieel.

(27)

Geen organisatie of belangengroep kan alleen iets bereiken. Gecoördineerde actie door diverse organisaties uit de publieke en private sector, waaronder partnerschappen op stedelijk en regionaal niveau, kan leiden tot een stelselmatige verandering in de hele samenleving. Ook wil de Commissie de uitwisseling stimuleren van beste praktijken in het gebruik van ICT-oplossingen om de energie-efficiëntie te verbeteren.

(28)

Om echt vooruitgang te kunnen boeken, is engagement nodig op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Het is dan ook aan de nationale, regionale en lokale beleidsvormers van de lidstaten om zich volledig in te zetten voor het bevorderen van de tijdige invoering van de in deze aanbeveling uiteengezette maatregelen,

BEVEELT AAN dat de sector informatie- en communicatietechnologieën

teneinde zijn toenemende aandeel in de mondiale koolstofemissies in te perken en het potentieel te versterken van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) om een centrale en cruciale rol te spelen in de overgang naar een energie-efficiënte, koolstofarme economie,

(1)

zich verbindt tot het geleidelijk koolstofvrij maken van zijn activiteiten om te komen tot een meetbare en verifieerbare vermindering van de energie-intensiteit en de koolstofemissies van alle processen met betrekking tot de productie, het vervoer en de verkoop van ICT-apparatuur en onderdelen;

(2)

via bedrijfstakverenigingen deelneemt aan een initiatief van de Europese Commissie dat erop gericht is:

(a)

een kader uit te werken om zijn energie- en milieuprestaties te meten, waarvoor de sector tegen 2010 basisgegevens zal verschaffen;

(b)

gemeenschappelijke methodes ter zake goed te keuren en toe te passen tegen 2011;

(c)

tegen 2011 doelstellingen inzake energie-efficiëntie vast te leggen, bedoeld om de Europese 2020-doelstellingen tegen 2015 te overtreffen;

(d)

binnen drie maanden na de goedkeuring van deze aanbeveling en daarna jaarlijks een stappenplan op te stellen;

(3)

samenwerkt met de Europese Commissie en andere betrokken openbare instanties en internationale organisaties om een audit- en controlekader uit te werken dat moet nagaan of en hoe de doelstellingen inzake de beperking van energie-intensiteit en koolstofemissies door afzonderlijke bedrijven bereikt zullen worden;

(4)

in nauwe samenwerking met de vastgoed- en bouwsector op zoek gaat naar ICT-oplossingen om de milieu- en energieprestaties van nieuwe en bestaande gebouwen en bouw- en renovatiepraktijken te verbeteren, hetgeen moet leiden tot een gemeenschappelijk stappenplan voor de grootschalige invoering van dergelijke oplossingen;

(5)

in nauwe samenwerking met de vastgoed- en bouwsector hindernissen uit de weg ruimt voor het algemenere gebruik van ICT-modellerings- en simulatie-instrumenten en andere relevante toepassingen die de naleving van toepasselijke regelgeving inzake de prestaties van gebouwen bevorderen en ondersteunen;

(6)

in nauwe samenwerking met de vervoer- en logistieke sector op zoek gaat naar ICT-oplossingen om de milieu- en energieprestaties van hun diensten te verbeteren, resulterend in een gemeenschappelijk stappenplan voor de grootschalige invoering van dergelijke oplossingen, in coördinatie met de werkzaamheden die uitgevoerd worden in het kader van het ITS actieplan;

(7)

in nauwe samenwerking met de vervoer- en de logistieke sector een systematisch kader uittekent om uitgebreide, vergelijkbare en betrouwbare gegevens te verschaffen over het energieverbruik en de koolstofemissies van vracht- en vervoeractiviteiten en -diensten aan alle potentiële gebruikers.

BEVEELT DE LIDSTATEN AAN:

teneinde ervoor te zorgen dat ICT-beleidslijnen volledig coherent zijn met nationale, lokale en regionale methodes om de overgang te maken naar een energie-efficiënte, koolstofarme economie,

(8)

via hun bevoegde nationale overheden:

(a)

ten laatste tegen eind 2010 een gemeenschappelijke minimale functionele specificatie af te spreken voor slimme meters die klanten betere informatie geven over hun energieverbruik en betere mogelijkheden bieden om dit te beheren;

(b)

uiterlijk eind 2012 een coherent tijdschema uit te werken voor de toepassing van slimme meters;

(9)

praktijken voor overheidsopdrachten vast te stellen en toe te passen waarbij gebruik wordt gemaakt van de grote vraag in de openbare sector om de dematerialisatie van ICT-goederen en -diensten te bevorderen;

(10)

het gebruik van relevante ICT-instrumenten op alle overheidsniveaus te bevorderen om een beter beeld te krijgen van de gevolgen van diverse beleidslijnen en negatieve overloopeffecten van hun interactie te voorkomen;

(11)

het gebruik van energiesimulatie en –modellering te stimuleren bij de opleiding en scholing van professionals in cruciale sectoren, met name:

(a)

architecten, aannemers en installateurs;

(b)

energieauditoren;

(c)

logistiek en goederen- of personenvervoer;

(d)

overheidsdiensten, planologen en beleidsmensen;

(12)

via hun nationale, regionale en lokale overheden strategieën na te streven en, waar nodig, te verbeteren voor de invoering van een betrouwbare, supersnelle breedbandinfrastructuur om verbruik, distributie en productie van energie en van hernieuwbare energiebronnen beter te kunnen monitoren en beheren, en in de hele samenleving systemen in te voeren, zoals slimme meters, slimme netwerken en slimme steden;

(13)

naast hun verplichting overeenkomstig artikel 3, lid 11, en bijlage I, lid 2, van Richtlijn 2009/72/EG voor de interne markt voor elektriciteit (20), alle belanghebbenden te betrekken bij grootschalige proefprojecten en demonstraties van slimme meters en slimme netwerken, om tot een consensus te komen over de vereisten voor het bevorderen van toekomstige ICT-gebaseerde innovaties;

(14)

via hun nationale, regionale en lokale overheden gebruik te maken van open digitale platformen om een geïntegreerde benadering van stadsplanning en openbare dienstverlening te vergemakkelijken en de uitwisseling van kennis, catalogi van beste praktijken en het onderhoud van gemakkelijk toegankelijke informatiecentra te ondersteunen;

(15)

via hun nationale, regionale en lokale overheden kansen te creëren voor creatieve vormen van samenwerking en probleemoplossing op het niveau van de samenleving door het verzamelen van ideeën en het uitschrijven van wedstrijden en door waar mogelijk open toegang te bieden tot een ruime waaier van openbare digitale bronnen en publieke gegevens;

(16)

via hun nationale, regionale en lokale overheden de voordelen van de vervanging van offline administratieve processen door online-toepassingen en -diensten, die leiden tot een betere energie-efficiëntie, uit te breiden naar alle segmenten van de samenleving,

VERZOEKT de lidstaten:

de Commissie binnen 12 maanden na de publicatie en daarna jaarlijks te informeren over de ondernomen actie als antwoord op deze aanbeveling.

Gedaan te Brussel, 9 oktober 2009.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 114 van 27.4.2006, blz. 64.

(2)  Zoals vermeld in de samenvatting van de volledige evaluatie van alle 27 nationale actieplannen inzake energie-efficiëntie, “Moving forward together on saving energy”, SEC(2009)889 definitief, voorgeschreven bij Richtlijn 2006/32/EG.

(3)  COM(2006) 545.

(4)  COM(2008) 30.

(5)  Conclusies van de Europese Raad, 11 en 12 december 2008 – Conclusies van het Voorzitterschap, 17271/1/08 herz. 1, 13 februari 2009.

(6)  COM(2008) 241.

(7)  COM(2008) 397.

(8)  COM(2003) 302.

(9)  Het International Reference Life Cycle Reference System (ILCD) Handbook en ondersteunend Data Network. http://lct.jrc.ec.europa.eu/eplca/deliverables/international-reference-life-cycle-data-system-ilcd-handbook.

(10)  COM(2008) 800, Een Europees economisch herstelplan.

(11)  COM(2009) 36.

(12)  COM(2008) 886, Actieplan voor de invoering van intelligente vervoerssystemen in Europa en COM(2008) 887, Voorstel voor een Richtlijn: kader voor het toepassen van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen.

(13)  Bio Intelligence "Impacts of Information and Communication Technologies on Energy Efficiency".

(14)  PB L 191, 22.7.2005, blz. 29.

(15)  COM(2009) 111 definitief.

(16)  Openbare raadpleging over Informatie- en communicatietechnologieën voor een koolstofarme samenleving, 30 maart – 14 juni 2009.

(17)  OECD Guide to Measuring the Information Society, Rev. juli 2009. www.oecd.org/sti/measuring-infoeconomy/guide.

(18)  SMART 2020: Enabling the low carbon economy in the information age, een verslag van The Climate Group op vraag van het Global eSustainability Initiative (GeSI).

(19)  SMART 2020: Enabling the low carbon economy in the information age, een verslag van The Climate Group op vraag van het Global eSustainability Initiative (GeSI).

(20)  PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55.


Top