Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0191

    2012/191/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 10 april 2012 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen amisulbrom, chlorantraniliprole, meptyldinocap, pinoxaden, zilverthiosulfaat en tembotrion te verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 2259) Voor de EER relevante tekst

    PB L 102 van 12.4.2012, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/05/2012

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2012/191/oj

    12.4.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 102/15


    UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 10 april 2012

    waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen amisulbrom, chlorantraniliprole, meptyldinocap, pinoxaden, zilverthiosulfaat en tembotrion te verlengen

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 2259)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2012/191/EU)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 1, vierde alinea,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (2), en met name artikel 80, lid 1, onder a),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 blijft Richtlijn 91/414/EEG van toepassing op werkzame stoffen waarvoor overeenkomstig artikel 6, lid 3, van die richtlijn vóór 14 juni 2011 een besluit is genomen.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in maart 2006 van Nissan Chemical Europe SARL een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof amisulbrom in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2007/669/EG van de Commissie (3) werd bevestigd dat het dossier volledig was en kon worden geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Ierland in februari 2007 van DuPont International Operations SARL een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof chlorantraniliprole in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2007/560/EG van de Commissie (4) werd bevestigd dat het dossier volledig was en kon worden geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

    (4)

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in augustus 2005 van Dow Agrosciences een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof meptyldinocap in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2006/589/EG van de Commissie (5) werd bevestigd dat het dossier volledig was en kon worden geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

    (5)

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft het Verenigd Koninkrijk in maart 2004 van Syngenta Ltd een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof pinoxaden in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2005/459/EG van de Commissie (6) werd bevestigd dat het dossier volledig was en kon worden geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

    (6)

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Nederland in januari 2003 van Enhold bv een aanvraag ontvangen voor de opneming van de werkzame stof zilverthiosulfaat in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2003/850/EG van de Commissie (7) werd bevestigd dat het dossier volledig was en kon worden geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

    (7)

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Oostenrijk in november 2005 van Bayer CropScience AG een aanvraag ontvangen voor de opneming van de werkzame stof tembotrion in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2006/586/EG van de Commissie (8) werd bevestigd dat het dossier volledig was en kon worden geacht in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie die zijn opgenomen in de bijlagen II en III bij die richtlijn.

    (8)

    De bevestiging dat de dossiers volledig zijn, was nodig om deze grondig te kunnen onderzoeken en de lidstaten de mogelijkheid te geven gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, voorlopig toe te laten voor een periode van ten hoogste drie jaar, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG en met name de voorwaarde dat de werkzame stoffen en de gewasbeschermingsmiddelen grondig worden beoordeeld in het licht van de voorschriften van die richtlijn.

    (9)

    Voor deze werkzame stoffen zijn de effecten op de menselijke gezondheid en het milieu overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG voor de door de aanvragers voorgestelde toepassingen beoordeeld. De rapporterende lidstaten hebben de respectieve ontwerpbeoordelingsverslagen op 15 juli 2008 (amisulbrom), 11 februari 2009 (chlorantraniliprole), 25 oktober 2006 (meptyldinocap), 30 november 2005 (pinoxaden), 9 november 2005 (zilverthiosulfaat) en 2 februari 2007 (tembotrion) bij de Commissie ingediend.

    (10)

    Nadat de rapporterende lidstaten de ontwerpbeoordelingsverslagen hadden ingediend, bleek het nodig de aanvragers om aanvullende informatie te vragen en moesten de rapporterende lidstaten deze informatie bestuderen en beoordelen. Daardoor is het onderzoek van het dossiers nog aan de gang en kan de beoordeling niet worden afgerond binnen de bij Richtlijn 91/414/EEG, te lezen in samenhang met Besluit 2010/353/EU van de Commissie (9) (amisulbrom, chlorantraniliprole, meptyldinocap en pinoxaden) en Besluit 2010/149/EU van de Commissie (10) (zilverthiosulfaat en tembotrion), vastgestelde termijn.

    (11)

    Aangezien de evaluatie tot nu toe geen aanleiding tot onmiddellijke bezorgdheid heeft gegeven, moet de lidstaten toestemming worden verleend om de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 91/414/EEG voor een periode van 24 maanden te verlengen, zodat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet. Verwacht wordt dat het evaluatie- en besluitvormingsproces voor een besluit betreffende een mogelijke goedkeuring overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voor amisulbrom, chlorantraniliprole, meptyldinocap, pinoxaden, zilverthiosulfaat en tembotrion binnen 24 maanden zal zijn voltooid.

    (12)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die amisulbrom, chlorantraniliprole, meptyldinocap, pinoxaden, zilverthiosulfaat of tembotrion bevatten, verlengen tot uiterlijk 31 mei 2014.

    Artikel 2

    Dit besluit vervalt op 31 mei 2014.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 10 april 2012.

    Voor de Commissie

    John DALLI

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

    (3)  PB L 274 van 18.10.2007, blz. 15.

    (4)  PB L 213 van 15.8.2007, blz. 29.

    (5)  PB L 240 van 2.9.2006, blz. 9.

    (6)  PB L 160 van 23.6.2005, blz. 32.

    (7)  PB L 322 van 9.12.2003, blz. 28.

    (8)  PB L 236 van 31.8.2006, blz. 31.

    (9)  PB L 160 van 26.6.2010, blz. 26.

    (10)  PB L 60 van 10.3.2010, blz. 24.


    Top