Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R1283

Verordening (EU) nr. 1283/2009 van de Raad van 22 december 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea

PB L 346 van 23.12.2009, p. 1–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2017; stilzwijgende opheffing door 32017R1509

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/1283/oj

23.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 346/1


VERORDENING (EU) Nr. 1283/2009 VAN DE RAAD

van 22 december 2009

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 329/2007 van de Raad betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van de Democratische Volksrepubliek Korea

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 215, leden 1 en 2,

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2009/573/GBVB van de Raad van 27 juli 2009 (1) en Besluit 2009/1002/GBVB van 22 december 2009 (2) tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/795/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea,

Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 20 november 2006 Gemeenschappelijk Standpunt 2006/795/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea (hierna „Noord-Korea” genoemd) aangenomen (3). Dit gemeenschappelijk standpunt diende ter uitvoering van Resolutie 1718 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

(2)

Overeenkomstig Resolutie 1874 (2009) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn bij Gemeenschappelijk Standpunt 2009/573/GBVB aanvullende beperkende maatregelen tegen Noord-Korea ingevoerd, met name onder meer een verbod op de levering, verkoop en overdracht van artikelen, materialen, uitrusting, goederen en technologieën die zouden kunnen bijdragen aan programma’s van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten. In Besluit 2009/1002/GBVB wordt gepreciseerd dat dit verbod alle in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (Herschikking) (4) opgenomen goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik moet omvatten.

(3)

Gemeenschappelijk Standpunt 2009/573/GBVB voorziet voorts in de inspectie van bepaalde vrachtzendingen uit en naar Noord-Korea, alsmede, voor vaartuigen en luchtvaartuigen, in een aanvullende informatieplicht bij de aankomst of het vertrek van goederen in of uit de Unie. Deze informatie moet worden verstrekt overeenkomstig de bepalingen inzake summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang, vervat in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5) en Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (6).

(4)

Gemeenschappelijk Standpunt 2009/573/GBVB voorziet tevens in een verbod op de levering van bunkerdiensten en andere diensten aan schepen van Noord-Korea, teneinde het vervoer te verhinderen van artikelen waarvan de export op grond van Verordening (EG) nr. 329/2007 (7) verboden is.

(5)

Gemeenschappelijk Standpunt 2009/573/GBVB breidt voorts de bevriezing van tegoeden uit tot andere categorieën personen en verplicht financiële instellingen ertoe maatregelen betreffende de waakzaamheid ten aanzien van financiële verrichtingen te nemen met betrekking tot activiteiten die zouden kunnen bijdragen aan programma’s van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten.

(6)

Deze maatregelen vallen binnen het toepassingsgebied van het Verdrag en om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, moeten zij derhalve, wat de Unie betreft, met Uniewetgeving worden geïmplementeerd.

(7)

Verordening (EG) nr. 329/2007 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Elke verwerking van persoonsgegevens van natuurlijke personen uit hoofde van deze verordening dient de bepalingen te respecteren van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (8), alsook van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (9).

(9)

Ter wille van de effectiviteit van de maatregelen waarin zij voorziet, dient de verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 329/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1)

artikel 1, lid 8, wordt vervangen door:

„8.   „grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.”;

2)

artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

1.   Het is verboden:

a)

de in de bijlagen I en I bis genoemde goederen en technologieën, met inbegrip van computerprogrammatuur, ongeacht of die goederen van oorsprong zijn uit de Unie, rechtstreeks of onrechtstreeks te verkopen, te leveren, over te dragen aan of te exporteren naar natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea;

b)

bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a) bedoelde verbodsbepaling wordt ontdoken.

2.   Bijlage I omvat alle artikelen, materialen, uitrusting, goederen en technologieën, met inbegrip van computerprogrammatuur, die goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik zijn als bedoeld in Verordening (EG) nr. 428/2009 (10).

Bijlage I bis omvat bepaalde andere artikelen, materialen, uitrusting, goederen en technologieën die zouden kunnen bijdragen aan de programma’s van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten.

3.   Het is verboden de in bijlagen I en I bis bedoelde goederen en technologieën uit Noord-Korea aan te schaffen, in te voeren of te vervoeren, ongeacht of het betrokken artikel van oorsprong is uit Noord-Korea.

3)

artikel 3, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Het is verboden:

a)

technische bijstand in verband met goederen en technologieën genoemd in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in de bijlagen I en I bis, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen genoemd in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in de bijlagen I en I bis, rechtstreeks of onrechtstreeks te verlenen aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea;

b)

het rechtstreeks of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologieën als genoemd in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in de bijlagen I en I bis, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, ten behoeve van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea;

c)

technische bijstand in verband met goederen en technologieën genoemd in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in de bijlagen I en I bis, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen genoemd in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in de bijlagen I en I bis, rechtstreeks of onrechtstreeks te ontvangen van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea;

d)

financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologieën genoemd in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de EU of in de bijlagen I en I bis, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekeringen, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, te ontvangen van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Noord-Korea;

e)

bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a), b), c) en d) bedoelde verbodsbepalingen worden ontdoken.”;

4)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 3 bis

1.   Teneinde de overdracht van de in bijlage I en I bis genoemde goederen en technologieën die zouden kunnen bijdragen aan de programma’s van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten en van de in bijlage III genoemde luxegoederen te voorkomen, moeten vrachtvliegtuigen en koopvaardijschepen die Noord-Korea als bestemming of als vertrekpunt hebben, alsook Noord-Koreaanse schepen, voor de aankomst dan wel voor het vertrek bij de bevoegde douaneautoriteiten van de betrokken lidstaat informatie verstrekken over alle goederen die de Unie binnenkomen of verlaten.

De voorschriften die van toepassing zijn op de verplichting om voor de aankomst dan wel voor het vertrek informatie te verstrekken, en met name de in acht te nemen termijnen en te vereisen gegevens, zijn vastgesteld in de bepalingen betreffende summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang en douane-aangifte van Verordening (EG) nr. 648/2005 van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (11) en Verordening (EG) nr. 1875/2006 van de Commissie van 18 december 2006 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (12).

Vrachtvliegtuigen en koopvaardijschepen die Noord-Korea als bestemming of als vertrekpunt hebben, of hun vertegenwoordigers, geven aan of de goederen binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen; indien voor de uitvoer van die goederen een uitvoervergunning vereist is, vermelden zij op welke voorwaarden hun de vergunning is verleend.

Tot en met 31 december 2010 worden de summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang, alsmede de vereiste aanvullende gegevens als bedoeld in dit artikel, schriftelijk ingediend door middel van handels-, haven- of vervoersgegevens, mits deze de benodigde informatie bevatten.

Vanaf 1 januari 2011 worden de vereiste aanvullende gegevens als bedoeld in dit artikel schriftelijk verstrekt, in voorkomend geval door middel van de summiere aangifte bij binnenkomst en bij uitgang.

2.   De verlening van bunker- of leveringsdiensten of van andere diensten aan Noord-Koreaanse vaartuigen door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten is verboden indien de dienstverleners beschikken over informatie, onder meer van de bevoegde douaneautoriteiten op basis van de in lid 1 bedoelde, voor de aankomst dan wel voor het vertrek verstrekte informatie, op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat deze schepen voorwerpen vervoeren waarvan de levering, verkoop, overbrenging of uitvoer krachtens deze verordening verboden is, tenzij de levering van dergelijke diensten nodig is voor humanitaire doeleinden.

5)

artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van de personen, entiteiten en lichamen die in bijlage IV zijn vermeld, worden bevroren. Bijlage IV omvat de personen, entiteiten en lichamen die door het Sanctiecomité of de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn aangewezen overeenkomstig punt 8, onder d), van Resolutie 1718 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

2.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn of onder controle staan van de personen, entiteiten en lichamen die in bijlage V zijn vermeld, worden bevroren. Bijlage V omvat personen, entiteiten en lichamen die niet in bijlage IV zijn vermeld en die uit hoofde van artikel 4, lid 1, onder b) en c), van Gemeenschappelijk Standpunt 2006/795/GBVB door de Raad zijn aangemerkt als:

a)

verantwoordelijk voor de programma’s van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten, alsmede als personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, en als entiteiten die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan; of

b)

personen die financiële diensten verlenen of naar, via of vanaf het grondgebied van de Unie, of via onderdanen van de lidstaten of entiteiten onder de jurisdictie daarvan, of via personen of financiële instellingen op het grondgebied van de Unie, tegoeden, andere activa of financiële middelen overdragen die zouden kunnen bijdragen tot de programma’s van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten, alsmede als personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, en als entiteiten die hun eigendom zijn of onder hun zeggenschap staan.

Bijlage V wordt met regelmatige tussenpozen, doch ten minste iedere twaalf maanden opnieuw bezien.

3.   De bijlagen IV en V omvatten, indien voorhanden, gegevens over natuurlijke personen op de lijst met het oog op de afdoende verificatie van de identiteit van de betrokkenen.

Deze informatie kan het volgende omvatten:

a)

achternaam en voornaam, inclusief schuilnamen en titels, voor zover voorhanden;

b)

geboortedatum en -plaats;

c)

nationaliteit;

d)

paspoort- en identiteitskaartnummers;

e)

fiscale en socialezekerheidsnummers;

f)

geslacht;

g)

adres of andere gegevens over de verblijfplaats;

h)

functie of beroep;

i)

datum van aanwijzing.

De bijlagen IV en V bevatten ook de motivering voor plaatsing op de lijst, zoals functie.

In de bijlagen IV en V kunnen tevens identificatiegegevens, als bedoeld in dit lid, worden opgenomen van familieleden van de personen op de lijst, mits deze gegevens in een specifiek geval noodzakelijk zijn uitsluitend met het oog op de verificatie van de identiteit van de betrokken natuurlijke persoon op de lijst.

4.   Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in bijlage IV of V genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

5.   Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen rechtstreeks of onrechtstreeks worden ontdoken.”;

6)

Artikel 7 wordt vervangen door:

„Artikel 7

1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 6 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage II vermelde websites worden genoemd, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen:

i)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlagen IV of V genoemde personen en de leden van hun gezin die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en lasten voor openbare voorzieningen;

ii)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten; of

iii)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; en

b)

indien de toestemming een persoon, entiteit of lichaam betreft genoemd in bijlage IV: de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van deze vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit.

2.   In afwijking van het bepaalde in artikel 6 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage II vermelde websites worden genoemd, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone kosten, op voorwaarde dat:

a)

indien de toestemming een in bijlage IV genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft, deze vaststelling door de betrokken lidstaat is aangemeld bij het Sanctiecomité en de vaststelling door het Sanctiecomité is goedgekeurd, en

b)

indien de toestemming een in bijlage V genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft, de lidstaat in kwestie de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voor hij de toestemming verleent heeft gemeld op welke gronden hij van mening is dat de specifieke toestemming moet worden verleend.

3.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van de leden 1 en 2 verleende toestemming.”;

7)

artikel 8 wordt vervangen door:

„Artikel 8

In afwijking van artikel 6 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, waarvan de websites in bijlage II worden vermeld, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een gerechtelijk, administratief of arbitraal retentierecht of vonnis dat is vastgesteld vóór de datum waarop de persoon, de entiteit of het lichaam, bedoeld in artikel 6, werd aangewezen;

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)

het retentierecht of het vonnis komt niet ten goede aan een persoon, entiteit of lichaam genoemd in bijlage IV of V;

d)

de erkenning van het retentierecht of het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat; en

e)

het retentierecht of het vonnis ten aanzien van de in bijlage IV opgenomen personen, entiteiten en lichamen is door de betrokken lidstaat gemeld aan het Sanctiecomité.”;

8)

artikel 9 komt als volgt te luiden:

„Artikel 9

1.   Artikel 6, lid 4, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

2.   Artikel 6, lid 4, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op die rekeningen; of

b)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de persoon, de entiteit of het lichaam, bedoeld in artikel 6, werd aangewezen,

op voorwaarde dat deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 6, leden 1 en 2, worden bevroren.”;

9)

artikel 11 wordt vervangen door:

„Artikel 11

1.   De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming met deze verordening is, mag geen aanleiding geven tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon of de entiteit die, dan wel het lichaam dat die maatregel uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

2.   De verbodsbepalingen in artikel 3, lid 1, onder b), en in artikel 6, lid 4, geven geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien deze niet wisten en redelijkerwijs niet konden vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op deze verbodsbepalingen.”;

10)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 11 bis

1.   Teneinde te voorkomen dat hun verrichtingen met kredietinstellingen en financiële instellingen die onder het toepassingsgebied van lid 2 vallen bijdragen tot de programma’s van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten, nemen de onder artikel 16 vallende kredietinstellingen en financiële instellingen het volgende in acht:

a)

zij betrachten voortdurende waakzaamheid op boekhoudkundig gebied, onder meer door middel van hun programma's voor klantenonderzoek en in het kader van hun verplichtingen op het gebied van het voorkomen van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme;

b)

zij eisen dat bij betaalopdrachten alle informatievelden zijn ingevuld die betrekking hebben op de opdrachtgever en de begunstigde van de betrokken transactie; indien deze informatie niet is verstrekt, moet de transactie worden geweigerd;

c)

zij bewaren alle transactiedocumenten gedurende vijf jaar en leggen deze op verzoek aan de nationale autoriteiten over; en

d)

zij melden elk vermoeden, of elke redelijke grond voor het vermoeden dat geld voor de financiering van proliferatie wordt gebruikt, terstond bij de financiëleinlichtingeneenheid (FIE) of een andere door de betrokken lidstaat aangewezen bevoegde instantie, zoals aangeduid op de in bijlage II genoemde internetsites, onverminderd artikel 3, lid 1, of artikel 6. De FIE of een andere bevoegde autoriteit fungeert als nationaal centrum voor de inontvangstneming en analyse van meldingen van verdachte transacties met betrekking tot de mogelijke financiering van proliferatie. De FIE of een andere bevoegde autoriteit moet snel direct of indirect toegang kunnen krijgen tot de financiële, administratieve en rechtshandhavingsinformatie die zij nodig heeft om deze taak, met inbegrip van de analyse van gemelde verdachte transacties, naar behoren te vervullen.

2.   De in lid 1 bedoelde maatregelen zijn van toepassing op financiële instellingen die transacties uitvoeren met:

a)

kredietinstellingen en financiële instellingen die gevestigd zijn in Noord-Korea;

b)

de onder artikel 16 vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van de in bijlage VI genoemde, in Noord-Korea gevestigde kredietinstellingen en financiële instellingen;

c)

niet onder artikel 16 vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van de in bijlage VI genoemde, in Noord-Korea gevestigde kredietinstellingen en financiële instellingen; en

d)

niet onder artikel 16 vallende en niet in Noord-Korea gevestigde kredietinstellingen en financiële instellingen die onder zeggenschap staan van in Noord-Korea gevestigde personen en entiteiten die genoemd worden in bijlage VI.”;

11)

artikel 13 wordt vervangen door:

„Artikel 13

1.   De Commissie wordt gemachtigd:

a)

bijlage I bis te wijzigen op basis van de vaststellingen van het Sanctiecomité of de Veiligheidsraad van de VN, en waar nodig daaraan de codes van de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 opgenomen gecombineerde nomenclatuur toe te voegen;

b)

bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie;

c)

bijlage III te wijzigen met het oog op verfijning of aanpassing van de lijst van daarin opgenomen goederen, aan de hand van definities of richtsnoeren die door het Sanctiecomité eventueel worden uitgevaardigd of daaraan de codes van de in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 opgenomen gecombineerde nomenclatuur toe te voegen indien zulks nodig of passend is;

d)

bijlage IV te wijzigen op basis van de vaststellingen van het Sanctiecomité of de Veiligheidsraad van de VN; en

e)

de bijlagen V en VI te wijzigen op basis van besluiten ten aanzien van de bijlagen II, III, IV en V bij Gemeenschappelijk standpunt 2006/795/GBVB.

2.   De Commissie verwerkt persoonsgegevens voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze verordening, en overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (13).

12)

Artikel 16 wordt vervangen door:

„Artikel 16

Deze verordening is van toepassing:

a)

op het grondgebied van de Unie;

b)

aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

c)

op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

d)

op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

e)

op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.”;

13)

Bijlage I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening;

14)

Bijlage IV wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening;

15)

De tekst in bijlage III bij deze verordening wordt als bijlage V ingevoegd;

16)

De tekst in bijlage IV bij deze verordening wordt als bijlage VI ingevoegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 december 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

A. CARLGREN


(1)  PB L 197 van 29.7.2009, blz. 111.

(2)  PB L 344 van 23.12.2009, blz. 47.

(3)  PB L 322 van 22.11.2006, blz. 32.

(4)  PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.

(5)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(6)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(7)  PB L 88 van 29.3.2007, blz. 1.

(8)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(9)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(10)  PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.”;

(11)  PB L 117 van 4.5.2005, blz. 13.

(12)  PB L 360 van 19.12.2006, blz. 64.”;

(13)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.”;


BIJLAGE I

BIJLAGE I

GOEDEREN EN TECHNOLOGIEËN BEDOELD IN DE ARTIKELEN 2 EN 3

Alle goederen en technologieën in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.

BIJLAGE I bis

GOEDEREN EN TECHNOLOGIEËN BEDOELD IN DE ARTIKELEN 2 EN 3

Andere artikelen, materialen, uitrusting, goederen en technologie die zouden kunnen bijdragen tot programma’s van Noord-Korea in verband met kernwapens, andere massavernietigingswapens of ballistische raketten.

1.

Tenzij anders is aangegeven, verwijzen de referentienummers in de kolom „Beschrijving” naar de beschrijvingen van producten en technologie voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.

2.

Een referentienummer in de kolom „Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009” houdt in dat de kenmerken van het in de kolom „Beschrijving” beschreven artikel buiten de parameters bedoeld in de beschrijving van de desbetreffende post vallen.

3.

De definitie van termen tussen „enkele aanhalingstekens” wordt gegeven in een technische noot bij de betrokken post.

4.

De definitie van termen tussen „dubbele aanhalingstekens” kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad.

ALGEMENE NOTEN

1.

De doelstelling van het verbod op de in deze bijlage vermelde goederen mag niet worden omzeild door de uitvoer van toegestane goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer verboden onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.

N.B.: Of de verboden onderdelen als voornaamste element moeten worden aangemerkt, dient te worden beoordeeld aan de hand van factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan de verboden onderdelen als voornaamste element van de geleverde goederen kunnen worden aangemerkt.

2.

Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld.

ALGEMENE TECHNOLOGIENOOT (ATN)

(Te lezen als onderdeel van Deel C.)

1.

De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van „technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in deel A (Goederen) wordt verboden, is op grond van de bepalingen van deel B verboden.

2.

„Technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van verboden goederen is ook verboden als deze technologie wordt toegepast op toegestane goederen.

3.

Verboden gelden niet voor de minimaal noodzakelijke „technologie” voor installatie, bediening, onderhoud en reparatie van niet onder het verbod vallende goederen.

4.

Het verbod op de overdracht van „technologie” is niet van toepassing op informatie die „voor iedereen beschikbaar” is, op „fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.

A.   GOEDEREN

NUCLEAIRE GOEDEREN, INSTALLATIES EN UITRUSTING

I.A0.   Goederen

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A0.001

Hollekathodelampen, als volgt:

a.

Hollekathodelampen met joodkathode en een venster van zuiver silicium of kwarts

b.

Hollekathodelampen met uraankathode.

 

I.A0.002

Faraday-isolatoren voor de golflengte 500 nm - 650 nm

 

I.A0.003

Optische tralies voor de golflengte 500 nm - 650 nm

 

I.A0.004

Optische vezels voor de golflengte 500 nm - 650 nm, bekleed met een antireflecterende laag voor de golflengte

500 nm -650 nm en met een kerndiameter van meer dan 0,4 mm doch niet meer dan 2 mm.

 

I.A0.005

Onderdelen van een reactordrukvat en testapparatuur, anders dan in de zin van 0A001, als volgt:

a.

Afdichtingen

b.

Interne onderdelen

c.

Afdichtings-, test- en meetapparatuur.

0A001

I.A0.006

Nucleaire detectieapparatuur, anders dan bedoeld in 0A001.j. of 1A004.c.

voor de detectie, identificatie of kwantificatie van radioactieve stoffen en straling van nucleaire oorsprong, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

N.B.: Zie voor persoonlijke uitrusting I.A1.004.

0A001.j.

1A004.c.

I.A0.007

Balgafsluiters, anders dan bedoeld in 0B001.c.6., 2A226 of 2B350, van aluminiumlegering of roestvrij staal, type 304, 304L of 316 L.

0B001.c.6.2A226

2B350

I.A0.008

Laserspiegels, anders dan bedoeld in 6A005.e, bevattende een substraat met een warmte-uitzettingscoëfficiënt van 10-6K-1 of minder bij 20 °C (bijvoorbeeld gesmolten siliciumdioxide of saffier).

Noot: Dit artikel is niet van toepassing op optische systemen die speciaal voor astronomische toepassingen zijn ontworpen, tenzij de spiegels gesmolten siliciumdioxide bevatten.

0B001.g.5.

6A005.e.

I.A0.009

Laserlenzen, anders dan bedoeld in 6A005.e.2, bevattende een substraat met een warmte-uitzettingscoëfficiënt van 10-6K-1 of minder bij 20 °C (bijvoorbeeld gesmolten siliciumdioxide).

0B001.g.

6A005.e.2.

I.A0.010

Pijpen, pijpleidingen, flenzen en hulpstukken, vervaardigd van of gevoerd met nikkel of een nikkellegering die 40 gewichtspercenten of meer nikkel bevat, anders dan in de zin van 2B350.h.1.

2B350

I.A0.011

Vacuümpompen, anders dan in de zin van 0B002.f.2. of 2B231, als volgt:

a.

turbomoleculaire pompen met een pompsnelheid van 400 l/s of meer;

b.

Voorvacuümpompen van het Rootstype met een afzuigcapaciteit van meer dan 200 m3/h;

c.

Droge scrollcompressoren en vacuümpompen met balgafdichting.

0B002.f.2.

2B231

I.A0.012

Afgeschermde ruimten voor het manipuleren, opslaan en behandelen van radioactieve stoffen (hete cellen).

0B006

I.A0.013

„Natuurlijk uraan” of „verarmd uraan” of thorium in de vorm van metaal, legering, chemische verbinding of concentraat en elk materiaal dat een of meer van de voorgaande stoffen bevat, anders dan in de zin van 0C001.

0C001

I.A0.014

Ontstekingskamers met een explosieabsorptievermogen van meer dan 2,5 kg TNT-equivalent.

 

SPECIALE MATERIALEN EN AANVERWANTE APPARATUUR

IA.A.   Goederen

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A1.001

Bis(2-ethylhexyl)fosforzuur (HDEHP of D2HPA) Chemical Abstract-nummer (CAS): [CAS 298-07-7] (oplosmiddel) in elke hoeveelheid, met een zuiverheid van meer dan 90 %.

 

I.A1.002

Fluorgas CAS: [7782-41-4], met een zuiverheid van ten minste 95 %.

 

I.A1.003

Ringvormige afdichtingen en pakkingen met een binnendiameter van 400 mm of minder, vervaardigd van een of meer van de volgende materialen:

a.

copolymeren van vinylideenfluoride met 75 % of meer bèta-kristallijnstructuur zonder strekken;

b.

gefluoreerde polyimiden die 10 of meer gewichtspercenten gebonden fluor bevatten;

c.

gefluoreerde fosfazeen elastomeren die 30 of meer gewichtspercenten gebonden fluor bevatten;

d.

polychloortrifluorethyleen (PCTFE, bijvoorbeeld Kel-F®);

e.

fluorelastomeren (bijvoorbeeld Viton®, Tecnoflon®);

f.

polytetrafluorethyleen (PTFE).

1A001

I.A1.004

Persoonlijke uitrusting voor het detecteren van straling van nucleaire oorsprong, anders dan in de zin van 1A004.c., met inbegrip van persoonlijke dosismeters.

1A004.c.

I.A1.005

Elektrolytische cellen voor de productie van fluor, anders dan in de zin van 1B225, met een capaciteit van meer dan 100 g fluor per uur.

1B225

I.A1.006

Katalysatoren, anders dan in de zin van 1A225 of 1B231, bevattende platina, palladium of rhodium, bruikbaar voor het bevorderen van de waterstofisotoopuitwisseling tussen waterstof en water voor het terugwinnen van tritium uit zwaar water of voor de productie van zwaar water.

1A225

1B231

I.A1.007

Aluminium en aluminiumlegeringen, anders dan in de zin van 1C002.b.4 of 1C202.a, in ruwe vorm of als halffabrikaat, met een van de volgende kenmerken:

a.

„geschikt voor” een breukspanning van 460 MPa of meer bij 293 K (20 °C); of

b.

met een treksterkte van 415 MPa of meer bij 298 K (25 °C).

Technische noot:

De zinsnede legeringen „geschikt voor” omvat legeringen zowel voor als na warmtebehandeling.

1C002.b.4.

1C202.a.

I.A1.008

Magnetische metalen van alle soorten, ongeacht de vorm, anders dan in de zin van 1C003.a, met een „relatieve beginpermeabiliteit” van 120 000 of meer en een dikte van 0,05 tot 0,1 mm.

Technische noot:

De „relatieve beginpermeabiliteit” wordt gemeten aan het gespecificeerde materiaal dat volledig ontlaten is.

1C003.a.

I.A1.009

„Stapel- en continuvezelmateriaal” of „prepregs”, anders dan bedoeld in 1C010.a., 1C010.b., 1C210.a. of 1C210.b, als hieronder:

a.

„stapel- en continuvezelmateriaal” van aramide met een van de volgende kenmerken:

1.

een „specifieke modulus” groter dan 10 × 106 m; of

2.

een „specifieke treksterkte” groter dan 17 × 104 m;

b.

„stapel- en continuvezelmateriaal” van glas met een van de volgende kenmerken:

1.

een „specifieke modulus” groter dan 3,18 × 106 m; of

2.

een „specifieke treksterkte” groter dan 76,2 × 103 m;

c.

thermogeharde met hars geïmpregneerde continu-„garens”, -„rovings”, -„linten” of -„banden” met een breedte van 15 mm of minder (prepregs), vervaardigd uit „stapel- en continuvezelmateriaal” van glas, anders dan in de zin van I.A1.010.a

d.

„stapel- of continuvezelmateriaal” van koolstof;

e.

thermogeharde met hars geïmpregneerde continu-„garens”, -„rovings”, -„linten” of -„banden”, vervaardigd uit „stapel- en continuvezelmateriaal” van koolstof;

f.

continu-„garens”, -„rovings”, -„linten” of -„banden” van polyacrylonitryl.

g.

„Stapel- of continuvezelmateriaal” van para-aramide (Kevlar® en met Kevlar® vergelijkbare vezels).

1C010.a.

1C010.b.

1C210.a.

1C210.b.

I.A1.010

Met hars of asfaltbitumen geïmpregneerde vezels (prepregs), met metaal of koolstof beklede vezels (preforms) of „halffabricaten voor koolstofvezels”, als volgt:

a.

gemaakt van „stapel- of continuvezelmateriaal” in de zin van I.A1.009;

b.

met epoxyhars geïmpregneerd koolstof-„stapel- of continuvezelmateriaal” (prepregs), bedoeld in 1C010.a, 1C010.b of 1C010.c, voor de reparatie van vliegtuigcasco’s of laminaten als de afzonderlijke prepreg-vellen niet groter zijn dan 50 cm × 90 cm;

c.

prepregs bedoeld in 1C010.a., 1C010.b. of 1C010.c., geïmpregneerd met fenol- of epoxyharsen met een glastemperatuur (Tg) van minder dan 433 K (160 °C) en een hardingstemperatuur die lager ligt dan de glastemperatuur.

1C010

1C210

I.A1.011

Composieten van met siliciumcarbide versterkte keramiek, geschikt voor neuskegels, terugkeervoertuigen, straalpijpen, bruikbaar voor „raketten”, anders dan in de zin van 1C107.

1C107

I.A1.012

Niet gebruikt

 

I.A1.013

Tantaal, tantaalcarbide, wolfraam, wolfraamcarbide en legeringen, anders dan in de zin van 1C226, met beide volgende kenmerken:

a.

in vormen met holle cilindersymmetrie of sferische symmetrie (daaronder mede begrepen cilindersegmenten) met een binnendiameter tussen 50 mm en 300 mm; en

b.

met een massa groter dan 5 kg.

1C226

I.A1.014

„Elementaire poeders” van kobalt, neodymium of samarium of legeringen of mengsels daarvan bevattende ten minste 20 gewichtspercenten kobalt, neodymium of samarium, met een deeltjesgrootte van minder dan 200 μm.

Technische noot:

„Elementaire poeders” is een zeer zuiver poeder van één element.

 

I.A1.015

Zuiver tributylfosfaat (TBP) [CAS 126-73-8] en mengsels bevattende 5 of meer gewichtspercenten TBP.

 

I.A1.016

Maragingstaal, anders dan bedoeld in 1C116 of 1C216.

1.

De zinsnede „maragingstaal geschikt voor” omvat maragingstaal zowel voor als na warmtebehandeling.

2.

Maragingstaal is een ijzerlegering die gewoonlijk door een hoog nikkelgehalte, een zeer laag koolstofgehalte en het gebruik van vervangende elementen of precipitaten voor het versterken en tijdharden van de legering wordt gekenmerkt.

1C116

1C216

I.A1.017

Metalen, metaalpoeders en materialen, als hieronder:

a.

wolfraam en wolfraamlegeringen, anders dan die in 1C117, in de vorm van uniform bolvormige of verstoven deeltjes met een diameter van 500 μm (micrometer) of minder, bevattende 97 of meer gewichtspercenten wolfraam;

b.

molybdeen en molybdeenlegeringen, anders dan die in 1C117, in de vorm van uniform bolvormige of verstoven deeltjes met een diameter van 500 μm of minder, bevattende 97 of meer gewichtspercenten molybdeen;

c.

wolfraamhoudende materialen in vaste vorm, anders dan die in 1C226, met de volgende samenstelling:

1.

wolfraam en wolfraamlegeringen bevattende 97 of meer gewichtspercenten wolfraam;

2.

met koper geïnfiltreerd wolfraam bevattende 80 of meer gewichtspercenten wolfraam; of

3.

met zilver geïnfiltreerd wolfraam bevattende 80 of meer gewichtspercenten wolfraam.

1C117

1C226

I.A1.018

Zachte magnetische legeringen, anders dan in 1C003, met een chemische samenstelling als hieronder;

a.

een ijzergehalte tussen 30 % en 60 %: en

b.

een kobaltgehalte tussen 40 % en 60 %.

1C003

I.A1.019

Niet gebruikt

 

I.A1.020

Grafiet, anders dan in 0C004 of 1C107.a, ontworpen of bedoeld voor gebruik in vonkmachines (EDM).

0C004

1C107a

MATERIAALBEWERKING

I.A2.   Goederen

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A2.001

Systemen en apparatuur voor het beproeven door middel van trillingen, en desbetreffende onderdelen, anders dan in de zin van 2B116:

a.

systemen voor het beproeven door middel van trillingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van terugkoppel- of gesloten-kringtechnieken en welke een digitale besturing bevatten, die geschikt zijn om een systeem te laten trillen met een versnelling gelijk aan of groter dan 0,1 g RMS tussen 0,1 Hz and 2 kHz en die krachten gelijk aan of groter dan 50 kNr, met „onbelaste tafel” gemeten, kunnen overbrengen;

b.

digitale besturingseenheden, in combinatie met speciaal ontworpen „programmatuur” voor het testen door middel van trillingen, met een „real-time-regelbandbreedte” van meer dan 5 kHz en ontworpen voor gebruik met de systemen bedoeld onder a.;

Technische noot:

Onder „real-time-regelbandbreedte” wordt verstaan de maximumsnelheid waarmee een besturingseenheid een volledige cyclus van bemonstering, gegevensverwerking en verzending van controlesignalen kan uitvoeren.

c.

trillingsopwekkers, met of zonder bijbehorende versterkers, geschikt om een kracht gelijk aan of groter dan 50 kN uit te oefenen, met „onbelaste tafel” gemeten, en geschikt voor de systemen, bedoeld in a;

d.

beproevingsopstellingen en elektronische eenheden ontworpen om verscheidene trillingsopwekkers in een geheel trillingssysteem te combineren, geschikt om een totale effectieve kracht gelijk aan of groter dan 50 kN uit te oefenen, met „onbelaste tafel” gemeten, en geschikt voor de onder a. bedoelde systemen.

Technische noot:

„Onbelaste tafel” betekent een vlakke tafel of een vlak oppervlak, zonder klemmen of hulpstukken.

2B116

I.A2.002

Werktuigmachines, anders dan in 2B001.c. of 2B201.b., voor slijpen met een instelnauwkeurigheid, „inclusief alle compensaties”, die gelijk is aan of kleiner (d.w.z. nauwkeuriger) is dan 15 μm overeenkomstig ISO-norm 230/2 (1988) (1) of nationale equivalenten langs elke lineaire as.

2B001.c.

2B201.b.

I.A2.002a

Onderdelen en numerieke besturingen, speciaal ontworpen voor de werktuigmachines in de zin van 2B001, 2B201, of I.A2.002.

 

I.A2.003

Balanceermachines en aanverwante uitrusting, als volgt:

a.

balanceermachines die ontworpen of aangepast zijn voor tandheelkundige of andere medische uitrusting, met alle hiernavolgende kenmerken:

1.

niet geschikt voor het uitbalanceren van rotors/ samenstellingen met een massa van meer dan 3 kg;

2.

geschikt voor het uitbalanceren van rotors/samenstellingen bij een omwentelingssnelheid hoger dan 12 500 t.p.m.;

3.

geschikt voor het corrigeren van onbalans in twee of meer vlakken; en

4.

geschikt voor het uitbalanceren tot op een resterende specifieke onbalans van 0,2 g × mm per kg rotorgewicht;

b.

„indicatorkoppen” die zijn ontworpen of aangepast voor gebruik met de bij a. aangegeven machines.

Technische noot:

„Indicatorkoppen” worden soms ook balanceerinstrumenten genoemd.

2B119

I.A2.004

Op afstand bediende manipulatoren die kunnen worden aangewend voor het doen verrichten van handelingen op afstand bij radiochemische scheidingswerkingen of in hete cellen, anders dan in de zin van 2B225, met een van de volgende kenmerken:

a.

geschikt om te werken bij een hetecelwand met een dikte van 0,3 m of meer (opereren door de wand heen); of

b.

geschikt om de afstand over de bovenkant van een hetecelwand met een dikte van 0,3 m of meer te overbruggen (opereren over de wand heen).

Technische noot:

Op afstand bediende manipulatoren zorgen voor het mechanisch overbrengen van handelingen van een bediener naar een bedieningsarm en eindklem. Deze kunnen van het meester/slaaf-type zijn of worden bediend via een joystick of een toetsenbord.

2B225

I A2.005

Warmtebehandelingsovens, werkend met beheerste atmosfeer, of oxidatieovens geschikt voor werktemperaturen boven 400 °C

Noot: Dit artikel is niet van toepassing op tunnelovens met rol- of wagentransport, tunnelovens met transportband, doorschuifovens of pendelovens, speciaal ontworpen voor de vervaardiging van glas, tafelgerei van keramiek of constructieve keramiek.

2B226

2B227

I.A2.006

Niet gebruikt

 

I.A2.007

„Drukomzetters”, anders dan in de zin van 2B230, geschikt voor het meten van de absolute druk op elk punt in het traject van 0 tot 200 kPa, met beide hiernavolgende kenmerken:

a.

drukopneemelementen vervaardigd van of beschermd door „materiaal dat bestand is tegen corrosie door (UF6)”; en

b.

met een van de volgende kenmerken:

1.

een volledig bereik van minder dan 200 kPa en een „nauwkeurigheid” beter dan ±1 % van het volledige bereik; of

2.

Een volledig bereik van 200 kPa of groter en een „nauwkeurigheid” beter dan 2 kPa.

Technische noot:

Voor de toepassing van 2B30 houdt „nauwkeurigheid” in non-lineariteit, hysteresis en herhaalbaarheid bij omgevingstemperatuur.

2B230

I.A2.008

Apparatuur voor vloeistof-vloeistofuitwisseling (mengersbezinkers, pulskolommen en centrifugale contactors); en vloeistofverdelers, stoomverdelers of systemen voor de opvang van vloeistoffen, ontworpen voor die apparatuur, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen:

a.

legeringen met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom;

b.

fluorpolymeren;

c.

glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding (lining);

d.

grafiet of „koolstofgrafiet”;

e.

nikkel of legeringen die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten;

f.

tantaal of tantaallegeringen;

g.

titaan of titaanlegeringen;

h.

zirkonium of zirkoniumlegeringen; of

i.

roestvrij staal.

Technische noot:

„Koolstofgrafiet” is een composiet bestaande uit amorf koolstof en grafiet, met 8 of meer gewichtspercenten grafiet.

2B350.e.

I.A2.009

Industriële apparatuur en onderdelen, anders dan in de zin van 2B350.d, als volgt:

Warmtewisselaars of condensors met een warmte-uitwisseloppervlak van meer dan 0,05 m2 en minder dan 30 m2, en voor gebruik in dergelijke warmtewisselaars of condensors ontworpen buizen, platen, spoelen of blokken (kernen), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen:

a.

legeringen met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom;

b.

fluorpolymeren;

c.

glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding (lining);

d.

grafiet of „koolstofgrafiet”;

e.

nikkel of legeringen die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten;

f.

tantaal of tantaallegeringen;

g.

titaan of titaanlegeringen;

h.

zirkonium of zirkoniumlegeringen;

i.

siliciumcarbide;

j.

titaancarbide; of

k.

roestvrij staal.

Noot: Dit artikel is niet van toepassing op voertuigradiatoren.

Technische noot:

De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de warmtewisselaar een vergunningsplicht geldt.

2B350.d.

I.A2.010

Pompen met meervoudige afdichting en pompen zonder afdichting, anders dan in de zin van 2B350.i, geschikt voor corrosieve vloeistoffen, met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 0,6 m3 per uur, of vacuümpompen met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 5 m3 per uur [gemeten bij een standaardtemperatuur (273 K (0 °C)) en -druk (101,3 kPa)]; en voor gebruik in dergelijke pompen ontworpen omhulsels (pomphuizen), voorgevormde binnenbekledingen, schoepen, vleugelraderen of straalpompverdeelstukken, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een van de volgende materialen:

a.

legeringen met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom;

b.

keramiek;

c.

ferrosilicium;

d.

fluorpolymeren;

e.

Glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding (lining);

f.

grafiet of „koolstofgrafiet”;

g.

nikkel of legeringen die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten;

h.

tantaal of tantaallegeringen;

i.

titaan of titaanlegeringen;

j.

zirkonium of zirkoniumlegeringen;

k.

niobium (columbium) of niobiumlegeringen;

l.

roestvrij staal; of

m.

aluminiumlegeringen.

Technische noot:

De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de pomp een vergunningsplicht geldt.

2B350.i.

I.A2.011

„Centrifuges”, anders dan in 2B352.c.,geschikt voor het continu scheiden zonder aërosolvorming, en gemaakt van:

a.

legeringen met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom;

b.

fluorpolymeren;

c.

glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding (lining);

d.

nikkel of legeringen die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten;

e.

tantaal of tantaallegeringen;

f.

titaan of titaanlegeringen; of

g.

zirkonium of zirkoniumlegeringen.

Technische noot:

Met „centrifuges” worden ook bedoeld decanteerflessen.

2B352.c.

I.A2.012

Filters van gesinterd metaal, anders dan in 2B352.d., gemaakt van nikkel of een nikkellegering die 40 gewichtspercenten of meer nikkel bevat.

2B352.d.

I.A2.013

Forceer-(„spin-forming”) of vloei-(„flow-forming”) draaibanken, anders dan in 2B009, 2B109 of 2B209, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor.

Technische noot:

Voor de toepassing van dit punt worden machines die de functies van forceren en vloeidraaien combineren, beschouwd als vloeidraaibanken.

2B009

2B109

2B209

ELEKTRONICA

I.A3.   Goederen

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A3.001

Hoogspanningsgelijkstroombronnen, anders dan vermeld in 0B001.j.5. of 3A227, met beide volgende kenmerken:

a.

Over een periode van acht uur ononderbroken 10 kV of meer kunnen produceren bij een uitgangsvermogen van 5 kW of meer, al dan niet met sweeping; en

b.

met een stroom- of spanningsstabiliteit beter dan 0,1 % over een periode van vier uur.

0B001.j.5.

3A227

I.A3.002

Massaspectrometers, anders dan bedoeld in 0B002.g of 3A233, die ionen met een massa van 200 atomaire massa eenheden (a.m.e.) of meer kunnen meten en die een oplossend vermogen hebben dat beter is dan 2 a.m.e. op 200 a.m.e., en ionenbronnen hiervoor, als volgt:

a.

inductief gekoppelde plasmamassaspectrometers (ICP/MS);

b.

massaspectrometers werkend door middel van een gloeiontlading (GDMS);

c.

massaspectrometers werkend door middel van thermische ionisatie (TIMS);

d.

massaspectrometers werkend door middel van elektronenbeschieting, met een bronkamer vervaardigd van of bedekt met „materiaal dat bestand is tegen corrosie door uraanhexafluoride UF6”;

e.

massaspectrometers werkend met een molecuulbundel, met een van de volgende kenmerken:

1.

Een bronkamer vervaardigd van of bedekt met roestvrij staal of molybdeen en uitgerust met een koelval die tot 193 K (–80 °C) of lager kan worden afgekoeld; of

2.

een bronkamer vervaardigd van of bedekt met materiaal dat bestand is tegen UF6;

f.

massaspectrometers werkend met een microfluoreer-ionenbron ontworpen voor actiniden of actinidefluoriden.

0B002.g

3A233

I.A3.003

Frequentieomzetters of frequentiegeneratoren, andere dan die in 0B001.b.13 of 3A225, met alle volgende kenmerken, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen en software:

a.

een meerfasige uitgang geschikt voor het leveren van een vermogen van 40 W of groter;

b.

geschikt om te werken in het frequentiegebied van 600 tot 2 000 Hz; en

c.

frequentieafwijking kleiner dan 0,1 %.

1.

Frequentieomzetters zijn ook bekend als „converters” of „inverters”, generatoren, elektronische testapparatuur, wisselstroomvoedingen, aandrijfeenheden met variabele snelheid of aandrijfeenheden met variabele frequentie.

2.

Aan de in dit punt genoemde functionaliteit kan worden voldaan door bepaalde apparatuur die op de markt wordt gebracht als elektronische testapparatuur, wisselstroomvoedingen, aandrijfeenheden met variabele snelheid of aandrijfeenheden met variabele frequentie.

0B001.b.13.

3A225

I.A3.004

Spectrometers en diffractometers die ontworpen zijn voor indicatieve tests of kwantitatieve analyse van de elementaire samenstelling van metalen of legeringen zonder dat chemische ontleding van het materiaal plaatsvindt.

 

SENSOREN EN LASERS

I.A6.   Goederen

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A6.001

Yttrium-aluminium-granaat (YAG)-staven

 

I.A6.002

Optische apparatuur en onderdelen daarvoor, anders dan bedoeld in 6A002 of 6A004.b, als hieronder:

Optische apparaten werkend in het infrarode spectrum, voor de golflengte 9 μm 17 μm, en onderdelen daarvoor, met inbegrip van onderdelen van cadmiumtelluride (CdTe).

6A002

6A004.b.

I.A6.003

Golffrontcorrectoren, anders dan de spiegels in 6A004.a, 6A005.e of 6A005.f, voor gebruik met een laserbundel met een diameter van meer dan 4 mm, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met inbegrip van stuursystemen, golffrontsensoren en „vervormbare spiegels”, waaronder bimorfe spiegels.

6A004.a.

6A005.e.

6A005.f.

I.A6.004

Argon-ion-„lasers”, anders dan in 0B001.g.5, 6A005 en/of 6A205.a., met een gemiddeld uitgangsvermogen van 5 W of meer.

0B001.g.5.

6A005.a.6.

6A205.a.

I.A6.005

Halfgeleider-„Lasers”,anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 0B001.h.6. of 6A005.b., en onderdelen ervan, als hieronder:

a.

afzonderlijke halfgeleider-„lasers” met een uitgangsvermogen van meer dan 200 mW elk, in hoeveelheden groter dan 100;

b.

arrays van halfgeleider-„lasers” met een uitgangsvermogen van meer dan 20 W.

1.

Halfgeleider-„lasers” worden gewoonlijk „laser”-dioden genoemd.

2.

Dit artikel is niet van toepassing op „laser”-dioden met een golflengte van 1,2 μm -2,0 μm.

0B001.g.5.

0B001.h.6.

6A005.b.

I.A6.006

Afstembare halfgeleider-„lasers” en afstembare halfgeleider-„lasers” in series („arrays”), anders dan in 0B001.h.6. of 6A005.b., met een golflengte van 9 μm–17 μm, alsmede stacks van arrays van halfgeleider-„lasers” die ten minste één array van afstembare halfgeleider-„lasers” met een dergelijke golflengte bevatten.

Noot:

Halfgeleider-„lasers” worden gewoonlijk „laser”-dioden genoemd.

0B001.h.6.

6A005.b.

I.A6.007

„Afstembare” vastestof-„lasers”,anders dan bedoeld in 0B001.g.5., 0B001.h.6. of 6A005.c.1., en speciaal ontworpen onderdelen ervan, als hieronder:

a.

titaan-saffier-„lasers”,

b.

alexandriet-„lasers”.

0B001.g.5.

0B001.h.6.

6A005.c.1.

I.A6.008

Neodymium-gedoopte (anders dan glas) „lasers”, anders dan in 6A005.c.2.b., met een golflengte aan de uitgang langer dan 1,0 μm doch niet langer dan 1,1 μm, en een uitgangsenergie van meer dan 10 J per impuls.

6A005.c.2.b.

I.A6.009

Onderdelen van akoestisch-optische apparatuur, als volgt:

a.

beeld(framing)-buizen en halfgeleiderelementen voor beeldvorming, met een herhalingsfrequentie van 1 kHz of meer;

b.

materiaal voor deze herhalingsfrequentie;

c.

Pockels-cellen.

6A203.b.4.

I.A6.010

Stralingsbestendige camera’s of lenzen daarvoor, anders dan in de zin van 6A203.c, speciaal ontworpen of gekwalificeerd als bestand zijnde tegen een stralingsniveau hoger dan 50 × 103 Gy (silicium) (5 × 106 rad (silicium)) zonder verslechtering van de werking.

Technische noot:

De term Gy (silicium) verwijst naar de energie in Joule per kilogram die wordt geabsorbeerd door een onbeschermde hoeveelheid silicium bij blootstelling aan ioniserende straling.

6A203.c.

I.A6.011

Afstembare gepulseerde kleurstof-„laser”-versterkers en oscillatoren, anders dan in 0B001.g.5, 6A005 en/of 6A205.c.,met alle volgende kenmerken

a.

een golflengte van 300 nm tot 800 nm;

b.

een gemiddeld uitgangsvermogen groter dan 10 W, doch niet groter dan 30 W;

c.

een herhalingssnelheid groter dan 1 kHz; en

d.

een pulsduur korter dan 100 ns.

Noot:

Dit artikel is niet van toepassing op monomodus oscillatoren.

0B001.g.5.

6A005

6A205.c.

I.A6.012

Gepulseerde koolstofdioxide-„lasers”, anders dan in 0B001.h.6., 6A005.d. of 6A205.d., met alle volgende kenmerken:

a.

een golflengte van 9 μm tot 11 μm;

b.

een herhalingssnelheid groter dan 250 Hz;

c.

een gemiddeld uitgangsvermogen groter dan 100 W, doch niet groter dan 500 W; en

d.

een pulsduur korter dan 200 ns.

0B001.h.6.

6A005.d.

6A205.d.

NAVIGATIE EN VLIEGTUIGELEKTRONICA

I.A7.   Goederen

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A7.001

Traagheidsnavigatiesystemen en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als volgt:

a.

traagheidsnavigatiesystemen die gecertificeerd zijn voor gebruik in „civiele vliegtuigen” door de civiele autoriteiten van een staat die deelneemt aan het Wassenaar Arrangement, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als volgt:

1.

traagheidsnavigatiesystemen (INS) (zowel met cardanische ophanging als vast) en traagheidsapparatuur ontworpen voor „vliegtuigen”, voor voertuigen voor gebruik aan land, voor vaartuigen (zowel oppervlakteschepen als onderzeeboten) of voor „ruimtevaartuigen”, voor standregeling, geleiding of besturing met een of meer van de volgende kenmerken, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:

a.

(Vrije traagheids) navigatiefout van 0,8 zeemijl per uur (nm/hr) „Circular Error Probable” (CEP) of minder (beter) na normale uitrichting; of

b.

gespecificeerd om te werken bij liniaire versnellingsniveaus van meer dan 10 g;

2.

hybride traagheidsnavigatiesystemen met ingebouwd wereldwijd satellietnavigatiesysteem (GNSS) of „navigatiesysteem met als referentie een gegevensbestand” („DBRN”) voor standregeling, geleiding of besturing, na normale uitrichting, met na uitval van GNSS of DBRN gedurende een periode tot 4 minuten een INS-precisie van minder (beter) dan tien meter „Circular Error Probable” (CEP) (50 %-trefkanscirkel);

3.

traagheidsapparatuur voor azimutpeilingen, koersbepaling en bepalen van het noorden met een of meerdere van de volgende kenmerken, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:

a.

ontworpen voor een azimutpeiling, koersbepaling of bepaling van het noorden met een nauwkeurigheid die gelijk is aan of minder (beter) dan 6 boogminuten RMS op een geografische breedte van 45 graden; of

b.

ontworpen om niet-operationeel bestand te zijn tegen schokken van 900 g of meer met een duur van 1 ms of meer.

b.

Met traagheidsnavigatie werkende theodolietsystemen die speciaal ontworpen zijn voor civiele opmetingen en ontworpen voor een azimutpeiling, koersbepaling of bepaling van het noorden met een nauwkeurigheid die gelijk is aan of minder (beter) dan 6 boogminuten RMS op een geografische breedte van 45 graden, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.

c.

Apparatuur voor traagheidsnavigatie of andere apparatuur die gebruik maakt van versnellingsmeters in de zin van 7A001 of 7A101, indien die versnellingsmeters speciaal ontworpen en ontwikkeld zijn voor gebruik in boorputten als sensoren voor gebruik tijdens het boren (Measurement While Drilling of MWD sensoren).

Noot: De parameters van a.1. en a.2. zijn van toepassing onder alle hierna vermelde omgevingsomstandigheden:

1.

invoer van willekeurige trillingen met een totale magnitude van 7,7 g rms tijdens het eerste half uur en een totale testduur van anderhalf uur per as voor elk van de drie loodrechte assen, wanneer de willekeurige trillingen aan de volgende voorwaarden voldoen:

a.

een constante spectrale vermogensdichtheid (PSD) van 0,04 g2/Hz bij een frequentie-interval van 15 tot 1 000 Hz; en

b.

de PSD verkleint naar gelang van de frequentie van 0,04 g2/Hz tot 0,01 g2/Hz bij een frequentie-interval van 1 000 tot 2 000 Hz;

2.

een slinger- en giersnelheid van +2,62 radialen/s (150 graden/s) of meer; of

3.

overeenkomstig nationale normen die gelijkwaardig zijn aan de bovenstaande punten 1 en 2.

1.

a.2. betreft systemen waarin INS of andere onafhankelijke navigatiehulpmiddelen in een afzonderlijke entiteit zijn ingebouwd met het oog op betere prestaties.

2.

„Circular Error Probability” (CEP - 50 % trefkanscirkel): bij normale cirkelvormige spreiding de straal van de cirkel die 50 procent bestrijkt van de afzonderlijke metingen die worden verricht, of de straal van de cirkel waarbinnen er 50 procent kans is om te worden gelokaliseerd.

7A001

7A003

7A101

7A103

RUIMTEVAART EN VOORTSTUWING

I.A9.   Goederen

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.A9.001

Explosieve bouten

 

B.   SOFTWARE

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.B.001

Software die noodzakelijk is voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van goederen welke onder Deel A. (Goederen) vallen.

 

C.   TECHNOLOGIE

Nr.

Beschrijving

Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009

I.C.001

Technologie die noodzakelijk is voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van goederen welke onder Deel A. (Goederen) vallen.

 


(1)  Fabrikanten die instelnauwkeurigheden berekenen overeenkomstig ISO 230/2 (1997) dienen overleg te plegen met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin ze gevestigd zijn.


BIJLAGE II

„BIJLAGE IV

Personen, entiteiten en lichamen bedoeld in artikel 6, lid 1

A.

Natuurlijke personen:

(1)

Han Yu-ro. Functie: directeur van Korea Ryongaksan General Trading Corporation. Overige informatie: betrokken bij het programma voor ballistische raketten van Noord-Korea. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.

(2)

Hwang Sok-hwa. Functie: directeur van het General Bureau of Atomic Energy (GBAE). Overige informatie: betrokken bij het nucleaire programma van Noord-Korea in de hoedanigheid van hoofd van het wetenschappelijke stuurbureau binnen het GBAE; voormalig lid van het wetenschappelijke comité binnen het Joint Institute for Nuclear Research. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.

(3)

Ri Hong-sop. Geboortejaar: 1940. Functie: voormalig directeur van het Yongbyon Nuclear Research Center. Overige informatie: leidde de drie belangrijkste installaties voor de productie van plutonium voor kernwapens: de splijtstofproductie-installatie, de kernreactor en de opwerkingsfabriek. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.

(4)

Ri Je-son (ook bekend als Ri Che-son). Geboortejaar: 1938. Functie: directeur van het General Bureau of Atomic Energy (GBAE), de belangrijkste instelling die het nucleaire programma in de Noord-Korea beheert. Overige informatie: draagt bij aan diverse nucleaire initiatieven, zoals het beheer door het General Bureau of Atomic Energy van het Yongbyon Nuclear Research Center en Namchongang Trading Corporation. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.

(5)

Yun Ho-jin (ook bekend als Yun Ho-chin). Geboortedatum: 13.10.1944. Functie: directeur van Namchongang Trading Corporation. Overige informatie: leidt de invoer van materiaal dat nodig is voor het uraniumverrijkingsprogramma. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.

B.

Rechtspersonen, entiteiten en lichamen

(1)

Korea Mining Development Trading Corporation [ook bekend als: a) CHANGGWANG SINYONG GENERAL CORPORATION; b) EXTERNAL TECHNOLOGY GENERAL CORPORATION; (c) DPRKN MINING DEVELOPMENT TRADING COOPERATION; (d) „KOMID”). Adres: Central District, Pyongyang, Democratische Volksrepubliek Korea. Overige informatie: voornaamste wapenhandelaar en belangrijkste exporteur van goederen en apparatuur in verband met ballistische raketten en conventionele wapens. Datum van aanwijzing: 24.4.2009.

(2)

Korea Ryonbong General Corporation (ook bekend als: a) KOREA YONBONG GENERAL CORPORATION; (b) LYONGAKSAN GENERAL TRADING CORPORATION). Adres: Pothonggang District, Pyongyang, Democratische Volksrepubliek Korea; Rakwon-dong, Pothonggang District, Pyongyang, Democratische Volksrepubliek Korea. Overige informatie: defensieconglomeraat gespecialiseerd in aankopen voor de defensie-industrieën en in ondersteuning van verkoopactiviteiten op militair gebied van Noord-Korea. Datum van aanwijzing: 24.4.2009.

(3)

Tanchon Commercial Bank (ook bekend als a) CHANGGWANG CREDIT BANK; (b) KOREA CHANGGWANG CREDIT BANK). Adres: Saemul 1-Dong, Pyongchon District, Pyongyang, Democratische Volksrepubliek Korea. Overige informatie: voornaamste financiële entiteit van Noord-Korea voor de verkoop van conventionele wapens, ballistische raketten en goederen in verband met de assemblage en vervaardiging van dergelijke wapens. Datum van aanwijzing: 24.4.2009.

(4)

General Bureau of Atomic Energy (GBAE: Algemeen Bureau voor Atoomenergie) (ook bekend als General Department of Atomic Energy (GDAE)). Adres: Haeudong, Pyongchon District, Pyongyang, Democratische Volksrepubliek Korea. Overige informatie: het GBAE is verantwoordelijk voor het nucleaire programma van Noord-Korea, waaronder Yongbyon Nuclear Research Center met de onderzoekreactor voor plutoniumproductie van 5 MWe (25 MWt) valt, alsook de installaties voor splijtstofproductie en opwerking. Het GBAE heeft over de nucleaire activiteiten vergaderingen gehouden en besprekingen gevoerd met de Internationale Organisatie voor Atoomenergie. Het GBAE is de voornaamste overheidsinstelling van Noord-Korea die de nucleaire programma’s beheert, met inbegrip van het Yongbyon Nuclear Research Center. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.

(5)

Hong Kong Electronics (ook bekend als Hong Kong Electronics Kish Co.). Adres: Sanaee St., Kish Island, Iran. Overige informatie: a) in het bezit van, onder zeggenschap van, of handelend (of voorgevend te handelen) namens of voor Tanchon Commercial Bank en Korea Mining Development Trading Corporation (KOMID); b) heeft sinds 2007 voor miljoenen dollars proliferatiegerelateerde fondsen overgemaakt namens Tanchon Commercial Bank en KOMID (beide door het VN-Sanctiecomité in april 2009 aangewezen). Hong Kong Electronics heeft kapitaalverkeer van Iran naar Noord-Korea namens KOMID gefaciliteerd. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.

(6)

Korea Hyoksin Trading Corporation (ook bekend als Korea Hyoksin Export and Import Corporation). Adres: Rakwon-dong, Pothonggang District, Pyongyang, Democratische Volksrepubliek Korea. Overige informatie: a) gevestigd in Pyongyang, Noord-Korea; b) ressorteert onder Korea Ryonbong General Corporation (aangewezen door het VN-Sanctiecomité in april 2009) en is betrokken bij de ontwikkeling van massavernietigingswapens. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.

(7)

Korean Tangun Trading Corporation. Overige informatie: a) gevestigd in Pyongyang, Noord-Korea; b) Korea Tangun Trading Corporation ressorteert onder de Second Academy of Natural Sciences van Noord-Korea; voornamelijk verantwoordelijk voor de aanschaf van grondstoffen en technologieën ter ondersteuning van de onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s van Noord-Korea op defensiegebied, waaronder programma’s en aanschaffen voor (onder meer) massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor; dit betreft onder meer goederen waarvoor overeenkomstig de multilaterale controleregelingen een vergunningsplicht of een verbod geldt. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.

(8)

Namchongang Trading Corporation (ook bekend als (a) NCG, (b) Namchongang Trading, (c) Nam Chon Gang Corporation, (d) Nomchongang Trading Co., (e) Nam Chong Gan Trading Corporation). Overige informatie: a) gevestigd in Pyongyang, Noord-Korea; b) Namchongang is een handelsonderneming uit Noord-Korea die onder het General Bureau of Atomic Energy ressorteert. Namchongang was betrokken bij de aanschaf van vacuümpompen van Japanse makelij die in een nucleaire installatie in Noord-Korea zijn aangetroffen, alsook bij de aanschaf van nucleair materiaal in samenwerking met een Duitse onderdaan. Het bedrijf was ook vanaf eind jaren '90 betrokken bij de aankoop van aluminiumbuizen en andere materialen die speciaal geschikt zijn voor een uraniumverrijkingsprogramma. Het bedrijf wordt vertegenwoordigd door een voormalig diplomaat die Noord-Korea vertegenwoordigde toen de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA) in 2007 de nucleaire installatie van Yongbyon inspecteerde. De proliferatieactiviteiten van Namchongang geven aanleiding tot ernstige bezorgdheid, gezien de proliferatieactiviteiten van Noord-Korea in het verleden. Datum van aanwijzing: 16.7.2009.”


BIJLAGE III

„BIJLAGE V

LIJST VAN PERSONEN, ENTITEITEN EN LICHAMEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6, LID 2

A.   Personen

#

Naam (en mogelijke aliassen)

Identificatiegegevens

Motivering

1.

CHANG Song-taek (alias JANG Song-Taek)

Geboortedatum: 02.02.1946 or 06.02.1946 or 23.02.1946 (provincie Noord Hamgyong)

Nummer paspoort (vanaf 2006): PS 736420617

Lid van de Nationale defensiecommissie. Directeur van de afdeling administratie van de Koreaanse Arbeiderspartij.

2.

CHON Chi Bu

 

Lid van het Algemeen bureau voor kernenergie, voormalig technisch directeur van Yongbyon.

3.

CHU Kyu-Chang (alias JU Kyu-Chang)

Geboortedatum: tussen 1928 en 1933

Eerste vice-directeur van de afdeling defensie-industrie (ballistisch programma), Koreaanse Arbeiderspartij, lid van de Nationale defensiecommissie.

4.

HYON Chol-hae

Geboortedatum: 1934 (Mantsjoerije, China)

Vice-directeur van de afdeling algemeneen beleid van de Volksstrijdkrachten (militair adviseur van Kim Jong Il).

5.

JON Pyong-ho

Geboortedatum: 1926

Secretaris van het Centraal Comité van de Koreaanse Arbeiderspartij, hoofd van de afdeling leveranties voor de militaire industrie van het Centraal Comité, dat toeziet op de Tweede economische commissie van het Centraal Comité, lid van de Nationale defensiecommissie.

6.

KIM Tong-un

Geboortedatum: 1936

Nummer paspoort: 554410660

Directeur van „Bureau 39” van het Centraal Comité van de Arbeiderspartij, betrokken bij de financiering van proliferatie.

7.

KIM-Yong-chun (alias Young-chun)

Geboortedatum: 04.03.1935

Vice-voorzitter van de Nationale defensiecommissie, minister van Volksstrijdkrachten, speciaal adviseur van Kim Jong Il voor nucleaire strategie.

8.

O Kuk-Ryol

Geboortedatum: 1931 (provincie Jilin, China)

Vice-voorzitter van de Nationale defensiecommissie, ziet toe op de aankoop in het buitenland van geavanceerde technologie voor het ballistische en het nucleaire programma.

9.

PAEK Se-bong

Geboortedatum: 1946

Voorzitter van de Tweede economische commissie van het Centraal Comité (verantwoordelijk voor het ballistisch programma) van het Centraal Comité van de Koreaanse Arbeiderspartij, lid van de Nationale defensiecommissie.

10.

PAK Jae-gyong (alias Chae-Kyong)

Geboortedatum: 1933

Nummer paspoort: 554410661

Vice-directeur van de afdeling algemeen beleid van de Volksstrijdkrachten en vice-directeur van het bureau logistiek van de Volksstrijdkrachten (militair adviseur van Kim Jong Il).

11.

PYON Yong Rip (alias Yong-Nip)

Geboortedatum: 20.09.1929

Nummer paspoort: 645310121 (afgegeven op 13.09.2005)

Voorzitter van de Academie van Wetenschappen, betrokken bij biologisch onderzoek in verband met MVW's.

12.

RYOM Yong

 

Directeur van het Algemeen bureau voor kernenergie (door de Verenigde Naties aangewezen entiteit), belast met internationale betrekkingen.

13.

SO Sang-kuk

Geboortedatum: tussen 1932 en 1938

Hoofd van de afdeling kernfysica, Kim Il Sung-universiteit.


B.   Entiteiten en lichamen

#

Naam (en mogelijke aliassen)

Identificatiegegevens

Motivering

1.

Onderzoekscentrum voor kernenergie van Yongbyon

 

Onderzoekscentrum dat heeft deel¬genomen aan de productie van plutonium van militaire kwaliteit. Centrum is afhankelijk van het Algemeen bureau voor kernenergie (door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 16.7.2009).

2.

Korea Pugang mining and machinery corporation ltd

 

Filiaal van Korea Ryongbong General Corporation (door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 24.4.2009), zorgt voor het beheer van fabrieken waar aluminiumpoeder wordt gemaakt, dat voor rakketten kan worden gebruikt.

3.

Korean Ryengwang trading corporation

 

Filiaal van Korea Ryongbong General Corporation (door de Verenigde Naties aangewezen entiteit, 24.4.2009).

4.

Sobaeku United Corp (alias Sobaeksu United Corp)

 

Overheidsbedrijf, betrokken bij onderzoek naar of verwerving van gevoelige producten en uitrusting. Heeft verscheidene voorraden natuurlijk grafiet dat als grondstof dient voor twee verwerkingsfabrieken die met name grafietblokken maken die voor ballistische doeleinden kunnen worden gebruikt.”


BIJLAGE IV

„BIJLAGE VI

KREDIET- EN FINANCIËLE INSTELLINGEN EN HUN DOCHTERONDERNEMINGENEN FILIALEN BEDOELD IN ARTIKEL 11 BIS


Top