EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009E0137

Gemeenschappelijk Optreden 2009/137/GBVB van de Raad van 16 februari 2009 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo

PB L 46 van 17.2.2009, p. 69–72 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/02/2010: This act has been changed. Current consolidated version: 16/02/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2009/137/oj

17.2.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 46/69


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2009/137/GBVB VAN DE RAAD

van 16 februari 2009

houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 10 juni 1999 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1244 aangenomen.

(2)

Op 15 september 2006 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2006/623/GBVB (1) vastgesteld, betreffende de instelling van een EU-team dat zal bijdragen tot de vestiging van een eventueel internationaal civiel bureau in Kosovo, waaronder begrepen de diensten van een speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (Voorbereidingsteam ICB/SVEU).

(3)

De Europese Raad van 13 en 14 december 2007 heeft erop gewezen dat de Europese Unie bereid is een leidinggevende rol te spelen bij de versterking van de stabiliteit in de regio en de uitvoering van een regeling die de toekomstige status van Kosovo bepaalt. De Europese Raad verklaarde dat de Europese Unie bereid is Kosovo bij te staan op de weg naar duurzame stabiliteit, onder meer door een missie in het kader van het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) en een bijdrage aan een internationaal civiel bureau als onderdeel van de internationale aanwezigheid.

(4)

Op 4 februari 2008 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Kosovo, EULEX KOSOVO (2), vastgesteld, alsmede Gemeenschappelijk Optreden 2008/123/GBVB (3) houdende benoeming van de heer Pieter FEITH tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Kosovo tot en met 28 februari 2009.

(5)

Uit een evaluatie van Gemeenschappelijk Optreden 2008/123/GBVB blijkt dat het mandaat van de SVEU met twaalf maanden moet worden verlengd.

(6)

Het stabilisatie- en associatieproces is het strategische kader voor het beleid van de Europese Unie ten aanzien van de westelijke Balkan, en de instrumenten ervan, waaronder een Europees partnerschap, een politieke en technische dialoog in het kader van het voortgangsbewakingsmechanisme van het SAP, en de bijbehorende bijstandsprogramma’s van de Gemeenschap, zijn van toepassing op Kosovo.

(7)

Het mandaat van de SVEU moet worden vervuld in coördinatie met de Commissie teneinde te zorgen voor samenhang met andere relevante activiteiten die onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

(8)

De Raad voorziet dat de bevoegdheden en het gezag van de SVEU en de bevoegdheden en het gezag van een internationale civiele vertegenwoordiger bij een en dezelfde persoon berusten.

(9)

De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Pieter FEITH als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Kosovo wordt verlengd tot en met 28 februari 2010.

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie in Kosovo. Deze omvatten een leidinggevende rol bij de versterking van de stabiliteit in de regio en bij de uitvoering van een regeling die de toekomstige status van Kosovo bepaalt, teneinde te komen tot een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam, democratisch en multi-etnisch Kosovo dat op basis van goede nabuurschapsbetrekkingen tot samenwerking en stabiliteit in de regio bijdraagt en zich voor de rechtsstaat en voor de bescherming van minderheden en van het culturele en religieuze erfgoed inzet.

Artikel 3

Mandaat

Met het oog op de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie in Kosovo omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

a)

advisering en ondersteuning door de Europese Unie in het politieke proces aanbieden;

b)

de algehele politieke coördinatie van de Europese Unie in Kosovo behartigen;

c)

plaatselijke politieke aansturing aan het hoofd van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo (EULEX KOSOVO) bieden, ook betreffende de politieke aspecten van aangelegenheden in verband met uitvoeringsbevoegdheden;

d)

consistentie en samenhang van het optreden van de Europese Unie ten overstaan van het publiek waarborgen. De woordvoerder van de SVEU vormt voor de media in Kosovo het voornaamste contactpunt van de Europese Unie betreffende vraagstukken op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid/Europees veiligheids- en defensiebeleid (GBVB/EVDB). Alle activiteiten in verband met voorlichting aan pers en publiek geschieden doorlopend in nauwe coördinatie met de woordvoerder van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV)/de persdienst van de Raad;

e)

overeenkomstig het EU-mensenrechtenbeleid en de EU-richtsnoeren inzake mensenrechten bijdragen tot de ontwikkeling en bestendiging van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in Kosovo, mede ten aanzien van vrouwen en kinderen.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de SG/HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.   Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt met de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financiële referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode vanaf 1 maart 2009 tot en met 28 februari 2010 beloopt 645 000 EUR.

2.   Uitgaven die uit het in lid 1 genoemde bedrag worden gefinancierd, komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 maart 2009. De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen. Onderdanen van de landen van de westelijke Balkan mogen inschrijven bij aanbestedingen.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt voor alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6

Vorming en samenstelling van het team

1.   Er wordt een speciaal voor de Europese Unie bestemde staf benoemd die de SVEU moet bijstaan bij de uitvoering van zijn mandaat en zal bijdragen aan de samenhang, de zichtbaarheid en de doeltreffendheid van het algehele optreden van de Europese Unie in Kosovo. Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor het samenstellen van zijn team, in overleg met het voorzitterschap, bijgestaan door de SG/HV en in volledige samenspraak met de Commissie. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU deelt de SG/HV, het voorzitterschap en de Commissie de samenstelling van zijn team mee.

2.   De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Europese Unie bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van de betrokken lidstaat of instelling van de Europese Unie. Door de lidstaten bij het secretariaat-generaal van de Raad gedetacheerde deskundigen kunnen ook ter beschikking van de SVEU worden gesteld. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een EU-lidstaat hebben.

3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat of EU-instelling en voert zijn taken uit en handelt in het belang van de missie van de SVEU.

Artikel 7

Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn medewerkers

De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn medewerkers, worden naargelang het geval overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 8

Beveiliging van gerubriceerde gegevens

1.   De SVEU en de leden van zijn team leven de beginselen en minimumnormen inzake beveiliging na die zijn vastgelegd in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (4), met name wanneer zij gerubriceerde EU-gegevens behandelen.

2.   De SG/HV is gemachtigd om gerubriceerde gegevens en documenten van de Europese Unie tot op het niveau „CONFIDENTIEL UE” die ten behoeve van het optreden zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan de NAVO/KFOR EU.

3.   De SG/HV is gemachtigd om, naargelang van de operationele behoeften van de SVEU, gerubriceerde gegevens en documenten van de Europese Unie tot op het niveau „RESTREINT UE”, die ten behoeve van het optreden zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan de Verenigde Naties (VN) en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Te dien einde worden plaatselijke regelingen opgesteld.

4.   De SG/HV is gemachtigd om niet-gerubriceerde documenten van de Europese Unie betreffende de beraadslagingen van de Raad over de missie die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad (5) vallen, vrij te geven aan derden die bij dit gemeenschappelijk optreden betrokken zijn.

Artikel 9

Toegang tot informatie en logistieke steun

1.   De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

2.   Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

Artikel 10

Veiligheid

Overeenkomstig het beleid van de Europese Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt ingezet in operaties buiten de Europese Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is:

a)

hij stelt op basis van richtsnoeren van het secretariaat-generaal van de Raad een missiespecifiek veiligheidsplan op dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, alsmede het beheer van veiligheidsincidenten met inbegrip van een nood- en evacuatieplan voor de missie behelst;

b)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering tegen grote risico’s;

c)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie in te zetten leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het secretariaat-generaal van de Raad het missiegebied heeft ingedeeld;

d)

hij zorgt ervoor dat alle naar aanleiding van geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en hij brengt aan de SG/HV, de Raad en de Commissie schriftelijk verslag uit over de uitvoering ervan en over andere veiligheidskwesties in het kader van zijn tussentijdse verslag en zijn verslag over de uitvoering van het mandaat.

Artikel 11

Rapportage

De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de SG/HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig ook verslag uit aan de groepen. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de SG/HV of het PVC kan de SVEU ook verslag uitbrengen aan de Raad Algemene zaken en externe betrekkingen.

Artikel 12

Coördinatie

1.   De SVEU bevordert de algehele politieke coördinatie van de Europese Unie. Hij helpt ervoor te zorgen dat alle EU-instrumenten ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie te verwezenlijken. Daartoe worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van het voorzitterschap en de Commissie, en in voorkomend geval met die van de andere SVEU’s die actief zijn in de regio. De SVEU verstrekt regelmatig informatie aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Commissie.

2.   Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de hoofden van de missies van de lidstaten, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU biedt plaatselijke politieke aansturing aan het hoofd van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo (EULEX KOSOVO), ook betreffende de politieke aspecten van aangelegenheden in verband met uitvoeringsbevoegdheden. De SVEU en de civiele operationele commandant plegen indien nodig overleg.

3.   De SVEU onderhoudt eveneens contacten met relevante plaatselijke instanties en andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

4.   De SVEU draagt samen met de andere EU-actoren die op het terrein aanwezig zijn, zorg voor de verspreiding en uitwisseling van informatie onder de EU-actoren ter plaatse, zodat een in hoge mate gemeenschappelijk situatiebewustzijn en een in hoge mate gemeenschappelijke situatiebeoordeling worden bewerkstelligd.

Artikel 13

Evaluatie

De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Europese Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de SG/HV, de Raad en de Commissie vóór eind juni 2009 een voortgangsverslag, en uiterlijk medio november 2009 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor. Deze verslagen vormen de basis voor de beoordeling van dit gemeenschappelijk optreden in de bevoegde groepen en door het PVC. In het kader van de algemene prioriteiten inzake inzet doet de SG/HV aanbevelingen aan het PVC inzake het besluit van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 15

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 februari 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

O. LIŠKA


(1)  PB L 253 van 16.9.2006, blz. 29.

(2)  PB L 42 van 16.2.2008, blz. 92.

(3)  PB L 42 van 16.2.2008, blz. 88.

(4)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1.

(5)  Besluit 2006/683/EG, Euratom van de Raad van 15 september 2006 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 285 van 16.10.2006, blz. 47).


Top