EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009E0132

Gemeenschappelijk Optreden 2009/132/GBVB van de Raad van 16 februari 2009 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Republiek Moldavië

PB L 46 van 17.2.2009, p. 50–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2009/132/oj

17.2.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 46/50


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2009/132/GBVB VAN DE RAAD

van 16 februari 2009

houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Republiek Moldavië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 15 februari 2007 Gemeenschappelijk Optreden 2007/107/GBVB (1) houdende benoeming van de heer Kálmán MIZSEI tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in de Republiek Moldavië vastgesteld.

(2)

Op 12 februari 2008 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2008/106/GBVB (2) aangenomen houdende verlenging van het mandaat van de SVEU tot en met 28 februari 2009.

(3)

Uit een evaluatie van Gemeenschappelijk Optreden 2008/106/GBVB blijkt dat het mandaat van de SVEU met twaalf maanden moet worden verlengd.

(4)

De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Kálmán MIZSEI als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in de Republiek Moldavië wordt verlengd tot en met 28 februari 2010.

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

1.   Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie (EU) in de Republiek Moldavië. Deze doelstellingen zijn onder meer:

a)

bij te dragen tot een vreedzame regeling van het conflict over Transnistrië en tot de uitvoering ervan op basis van een levensvatbare oplossing, waarbij de soevereiniteit en de territoriale integriteit van de Republiek Moldavië binnen haar internationaal erkende grenzen worden geëerbiedigd;

b)

bij te dragen tot de versterking van de democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden voor alle burgers van de Republiek Moldavië;

c)

goede en nauwe betrekkingen tussen de Republiek Moldavië en de Europese Unie te bevorderen, op basis van gemeenschappelijke waarden en belangen, en overeenkomstig het actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB);

d)

assistentie te verlenen bij de bestrijding van mensensmokkel en smokkel van wapens en andere goederen uit en via de Republiek Moldavië;

e)

bij te dragen tot een versterking van de stabiliteit en de samenwerking in de regio;

f)

de doeltreffendheid en de zichtbaarheid van het optreden van de Europese Unie in de Republiek Moldavië en in de regio te vergroten;

g)

de doeltreffendheid van de grens- en douanecontrole en de grensbewaking aan de gemeenschappelijke grens van de Republiek Moldavië en Oekraïne te vergroten, met bijzondere nadruk op het Transnistrische gedeelte, met name via een grensmissie van de EU.

2.   De SVEU steunt de werkzaamheden van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV) in de Republiek Moldavië en in de regio.

Artikel 3

Mandaat

1.   Ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie krijgt de SVEU het mandaat om:

a)

de Europese Unie een grotere rol te laten spelen bij de oplossing van het conflict over Transnistrië volgens de overeengekomen beleidsdoelstellingen van de Europese Unie en in nauwe samenwerking met de OVSE, door de Europese Unie via de juiste kanalen en in onderling overeengekomen fora te vertegenwoordigen en door nauwe contacten met alle betrokken actoren te ontwikkelen en in stand te houden;

b)

waar nodig, mee te werken aan de voorbereiding van bijdragen van de Europese Unie aan de uitvoering van de uiteindelijke regeling voor het conflict;

c)

de politieke ontwikkelingen in de Republiek Moldavië, de regio Transnistrië inbegrepen, op de voet te volgen, door nauwe contacten met de regering van de Republiek Moldavië en met andere binnenlandse actoren te ontwikkelen en in stand te houden, en in voorkomende gevallen het advies en de steun van de Europese Unie aan te bieden;

d)

de verdere ontwikkeling van het beleid van de Europese Unie ten aanzien van de Republiek Moldavië en de regio, met name op het gebied van preventie en oplossing van conflicten, te begeleiden;

e)

via een ondersteuningsteam, geleid door een hoge politiek adviseur van de SVEU:

i)

uit politiek oogpunt zicht te houden op de ontwikkelingen en activiteiten aan de Moldavisch-Oekraïense grens;

ii)

de politieke wil van de Republiek Moldavië en Oekraïne om hun grensbeheer te verbeteren, te analyseren;

iii)

de samenwerking tussen de Republiek Moldavië en Oekraïne in grensoverschrijdende aangelegenheden te bevorderen, mede met het oog op het scheppen van de voorwaarden voor een regeling van het Transnistrische conflict;

f)

bij te dragen tot de uitvoering van het EU-mensenrechtenbeleid en de richtsnoeren voor de mensenrechten van de Europese Unie, met name ten aanzien van vrouwen en kinderen in door conflicten getroffen gebieden, voornamelijk door de ontwikkelingen op dit gebied te volgen en te sturen.

2.   Ten behoeve van zijn mandaat houdt de SVEU een overzicht over alle werkzaamheden van de Europese Unie, in het bijzonder wat de ter zake dienende aspecten van het ENB-actieplan betreft.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de SG/HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.   Het Politiek- en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt met de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 maart 2009 tot en met 28 februari 2010 bedraagt 1 280 000 EUR.

2.   Uitgaven die uit het in lid 1 genoemde bedrag worden gefinancierd, komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 maart 2009. De uitgaven worden beheerd met inachtneming van de procedures en voorschriften van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6

Vorming en samenstelling van het team

1.   Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn team, in overleg met het voorzitterschap, bijgestaan door de SG/HV, en in volledige samenspraak met de Commissie. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de SG/HV, het voorzitterschap en de Commissie op de hoogte van de samenstelling van zijn team.

2.   De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Europese Unie bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van de betrokken lidstaat of instelling van de Europese Unie. Deskundigen die door de lidstaten bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd, kunnen eveneens aan de SVEU worden toegewezen. Internationaal aangeworven personeel dient de nationaliteit van een EU-lidstaat te hebben.

3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat of EU-instelling en voert zijn taken uit en handelt in het belang van het mandaat van de SVEU.

Artikel 7

Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn medewerkers

De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en zijn medewerkers, worden met de ontvangende partij(en) naargelang het geval overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 8

Beveiliging van gerubriceerde EU-gegevens

De SVEU en de leden van zijn team leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (3), met name wanneer zij gerubriceerde EU-gegevens behandelen.

Artikel 9

Toegang tot informatie en logistieke steun

1.   De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

2.   Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten, naargelang het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

Artikel 10

Veiligheid

Overeenkomstig het beleid van de Europese Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het VEU wordt ingezet in operaties buiten de Europese Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is:

a)

hij stelt op basis van de richtsnoeren van het secretariaat-generaal van de Raad een missiespecifiek veiligheidsplan op dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, alsmede het beheer van veiligheidsincidenten met inbegrip van een nood- en evacuatieplan voor de missie behelst;

b)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering tegen grote risico’s;

c)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het secretariaat-generaal van de Raad het missiegebied heeft ingedeeld;

d)

hij zorgt ervoor dat alle naar aanleiding van geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en hij brengt aan de SG/HV, de Raad en de Commissie schriftelijk verslag uit over de uitvoering ervan en over andere veiligheidskwesties, in het kader van zijn tussentijdse verslag en zijn verslag over de uitvoering van het mandaat.

Artikel 11

Rapportage

De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de SG/HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig ook verslag uit aan de groepen. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de SG/HV of het PVC kan de SVEU ook verslag uitbrengen aan de Raad Algemene zaken en externe betrekkingen.

Artikel 12

Coördinatie

De SVEU bevordert algehele politieke coördinatie door de Europese Unie. Hij helpt ervoor te zorgen dat alle EU-instrumenten ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie te verwezenlijken. De activiteiten van de SVEU worden gecoördineerd met die van het voorzitterschap en de Commissie, en in voorkomend geval met die van de andere SVEU’s die actief zijn in de regio. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Commissie.

Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de missiehoofden van de lidstaten, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt tevens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

Artikel 13

Toetsing

De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Europese Unie in de regio worden op gezette tijden getoetst. De SVEU legt de SG/HV, de Raad en de Commissie vóór eind juni 2009 een voortgangsverslag, en uiterlijk medio november 2009 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor. Deze verslagen vormen de basis voor de beoordeling van dit gemeenschappelijk optreden in de bevoegde groepen en door het PVC. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de SG/HV aanbevelingen aan het PVC voor een beslissing van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

Artikel 14

Inwerkingtreding

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 15

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 februari 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

O. LIŠKA


(1)  PB L 46 van 16.2.2007, blz. 59.

(2)  PB L 38 van 13.2.2008, blz. 15.

(3)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1.


Top