EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32009D0381
2009/381/EC: Commission Decision of 13 May 2009 amending Decision 2006/771/EC on harmonisation of the radio spectrum for use by short-range devices (notified under document number C(2009) 3710) (Text with EEA relevance )
2009/381/EG: Beschikking van de Commissie van 13 mei 2009 tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 3710) (Voor de EER relevante tekst )
2009/381/EG: Beschikking van de Commissie van 13 mei 2009 tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 3710) (Voor de EER relevante tekst )
PB L 119 van 14.5.2009, p. 32–39
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
14.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 119/32 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 13 mei 2009
tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 3710)
(Voor de EER relevante tekst)
(2009/381/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking) (1), en met name op artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Beschikking 2006/771/EG van de Commissie (2) harmoniseert de technische voorwaarden voor het gebruik van spectrum voor verschillende soorten korteafstandsapparatuur, met inbegrip van toepassingen als alarmsystemen, lokale communicatieapparatuur, deuropeners of medische implantaten. Bij korteafstandsapparatuur gaat het meestal om een massamarkt en/of draagbare producten die gemakkelijk kunnen worden meegenomen en grensoverschrijdend kunnen worden gebruikt; verschillen in voorwaarden voor spectrumtoegang verhinderen derhalve het vrije verkeer van deze producten, verhogen hun productiekosten en leiden tot risico’s op schadelijke interferentie met andere radiotoepassingen en -diensten. |
(2) |
Beschikking 2008/432/EG (3) van de Commissie hield een wijziging in van de geharmoniseerde technische voorwaarden voor korteafstandsapparatuur van Beschikking 2006/771/EG door de bijlage te vervangen. |
(3) |
Vanwege de snelle veranderingen in de technologie en de maatschappelijke behoeften zullen er echter nieuwe toepassingen voor korteafstandsapparatuur ontstaan, hetgeen wellicht periodieke aanpassingen vergt van de voorwaarden voor spectrumharmonisering. |
(4) |
Op 5 juli 2006 heeft de Commissie de Europese Conferentie van de Administraties van Posterijen en van Telecommunicatie (CEPT), overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Beschikking 676/2002/EG, een permanent mandaat (4) gegeven om de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG aan te passen naar aanleiding van technologische en marktontwikkelingen op het gebied van korteafstandsapparatuur. |
(5) |
In haar naar aanleiding van het mandaat ingediende verslag van november 2008 (5) adviseerde de CEPT de Commissie een aantal technische aspecten in de bijlage bij Beschikking 2006/771/EG te wijzigen. |
(6) |
Beschikking 2006/771/EG dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd. |
(7) |
Apparatuur die voldoet aan de in deze beschikking uiteengezette voorwaarden moet tevens Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit (6) naleven om het spectrum doelmatig te gebruiken teneinde schadelijke interferentie te voorkomen, hetgeen wordt aangetoond hetzij door naleving van de geharmoniseerde norm hetzij door te voldoen aan alternatieve procedures voor conformiteitsbeoordeling. |
(8) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het radiospectrumcomité, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De bijlage bij Beschikking 2006/771/EG wordt vervangen door de bijlage bij deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 13 mei 2009.
Voor de Commissie
Viviane REDING
Lid van de Commissie
(1) PB L 108 van 24.4.2002, blz. 1.
(2) PB L 312 van 11.11.2006, blz. 66.
(3) PB L 151 van 11.6.2008, blz. 49.
(4) Permanent mandaat aan de CEPT met betrekking tot de jaarlijkse aanpassing van de technische bijlage bij de beschikking van de Commissie inzake de technische harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur (5 juli 2006).
(5) CEPT-verslag nr. 26, RSCOM 08-88.
(6) PB L 91 van 7.4.1999, blz. 10.
BIJLAGE
„BIJLAGE
Geharmoniseerde frequentiebanden en technische parameters voor korteafstandsapparatuur
Type korteafstandsapparatuur |
Frequentieband |
Maximaal vermogen/maximale veldsterkte/maximale vermogensdichtheid (1) |
Aanvullende parameters/spectrumtoegang en onderdrukkingsvoorschriften (2) |
Overige gebruiksbeperkingen (3) |
Toepassingstermijn |
Niet-specifieke korteafstandsapparatuur (4) |
6 765–6 795 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 oktober 2008 |
13,553–13,567 MHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
1 oktober 2008 |
|
26,957–27,283 MHz |
10 mW effectief uitgestraald vermogen (e.r.p.), hetgeen overeenkomt met 42 dΒμΑ/m op 10 m afstand |
|
Videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 juni 2007 |
|
40,660–40,700 MHz |
10 mW e.r.p. |
|
Videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 juni 2007 |
|
433,050–434,040 (5) MHz |
1 mW e.r.p. en – 13dBm/10 kHz vermogensdichtheid voor bandbreedte met een modulatie van meer dan 250 kHz |
|
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
|
10 mW e.r.p. |
Activiteitscyclus (6): 10 % |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 juni 2007 |
||
434,040–434,790 (5) MHz |
1 mW e.r.p. en – 13dBm/10 kHz vermogensdichtheid voor bandbreedte met een modulatie van meer dan 250 kHz |
|
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
|
10 mW e.r.p. |
Activiteitscyclus (6): 10 % |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 juni 2007 |
||
Activiteitscyclus (6): 100 % afhankelijk van kanaalraster van maximaal 25 kHz |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
|||
863,000–868,000 MHz |
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
|
868,000–868,600 (5) MHz |
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 1 % worden gebruikt |
Videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
|
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
||
868,700–869,200 (5) MHz |
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
|
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
||
869,400–869,650 (5) MHz |
500 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 10 % worden gebruikt Kanaalraster moet 25 kHz zijn, maar de hele band mag ook als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie |
Videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
|
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
||
869,700–870,000 (5) MHz |
5 mW e.r.p. |
Bij geavanceerde onderdrukkingstechnieken zijn spraaktoepassingen toegestaan |
Audiosignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
1 juni 2007 |
|
25 mW e.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht. Eventueel kan ook een activiteitscyclus (6) van 0,1 % worden gebruikt |
Audio- en spraaksignalen en videotoepassingen worden uitgesloten |
van 1 oktober 2008 |
||
2 400–2 483,5 MHz |
10 mW equivalent isotroop uitgestraald vermogen (e.i.r.p.) |
|
|
van 1 juni 2007 |
|
5 725–5 875 MHz |
25 mW e.i.r.p. |
|
|
van 1 juni 2007 |
|
24,150–24,250 GHz |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
61,0–61,5 GHz |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
Breedband datatransmissiesystemen |
2 400–2 483,5 MHz |
100 mW e.i.r.p. en 100 mW/100 kHz e.i.r.p. dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van frequencyhoppingmodulatie, 10 mW/MHz e.i.r.p. dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van andere soorten modulatie |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht |
|
van 1 november 2009 |
57,0–66,0 (5) GHz |
40 dBm e.i.r.p. en 13 dBm/MHz e.i.r.p. dichtheid |
|
Toepassingen buitenshuis worden uitgesloten |
van 1 november 2009 |
|
25 mW e.i.r.p. en – 2 dBm/MHz e.i.r.p. dichtheid |
|
Vaste installaties buitenshuis worden uitgesloten |
van 1 november 2009 |
||
Alarmsystemen |
868,600–868,700 MHz |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz De hele band mag ook als één kanaal worden gebruikt voor zeer snelle datatransmissie Activiteitscyclus (6): 1,0 % |
|
van 1 oktober 2008 |
869,250–869,300 MHz |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Activiteitscyclus (6): 0,1 % |
|
van 1 juni 2007 |
|
869,300–869,400 MHz |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Activiteitscyclus (6): 1,0 % |
|
van 1 oktober 2008 |
|
869,650–869,700 MHz |
25 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Activiteitscyclus (6): 10 % |
|
van 1 juni 2007 |
|
Sociale alarmsystemen (7) |
869,200–869,250 MHz |
10 mW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Activiteitscyclus (6): 0,1 % |
|
van 1 juni 2007 |
Inductieve toepassingen (8) |
20,050–59,750 kHz |
72 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 juni 2007 |
59,750–60,250 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 juni 2007 |
|
60,250–70,000 kHz |
69 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 juni 2007 |
|
70–119 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 juni 2007 |
|
119–127 kHz |
66 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 juni 2007 |
|
127–140 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
140–148,5 kHz |
37,7 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
148,5–5 000 kHz In de hieronder vermelde specifieke banden zijn hogere maximale veldsterktes en aanvullende gebruiksbeperkingen van toepassing: |
– 15 dBμA/m op 10 m afstand in alle bandbreedtes van 10 kHz De totale veldsterkte is voorts – 5 dΒμΑ/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
400–600 kHz |
– 8 dBμA/m op 10 m afstand |
|
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op RFID (9) |
van 1 oktober 2008 |
|
3 155–3 400 kHz |
13,5 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
5 000–30 000 kHz In de hieronder vermelde specifieke banden zijn hogere maximale veldsterktes en aanvullende gebruiksbeperkingen van toepassing: |
– 20 dBμA/m op 10 m afstand in alle bandbreedtes van 10 kHz De totale veldsterkte is voorts – 5 dΒμΑ/m op 10 m afstand voor systemen met een bandbreedte van meer dan 10 kHz |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
6 765–6 795 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 juni 2007 |
|
7 400–8 800 kHz |
9 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
10 200–11 000 kHz |
9 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
13 553–13 567 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 juni 2007 |
|
60 dBμA/m op 10 m afstand |
|
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op RFID (9) en EAS (10) |
van 1 oktober 2008 |
||
26 957–27 283 kHz |
42 dBμA/m op 10 m afstand |
|
|
van 1 oktober 2008 |
|
Actieve medische implantaten (11) |
9–315 kHz |
30 dBμA/m op 10m afstand |
Activiteitscyclus (6): 10 % |
|
van 1 oktober 2008 |
402–405 MHz |
25 μW e.r.p. |
Kanaalraster: 25 kHz Individuele zenders kunnen aangrenzende kanalen combineren voor meer bandbreedte tot ten hoogste 300 kHz Andere technieken om toegang te krijgen tot spectrum of om interferentie te onderdrukken, met inbegrip van bandbreedtes van meer dan 300 kHz, kunnen worden gebruikt mits zij een vermogen hebben dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zodat deze verenigbaar zijn met andere gebruikers en met name met meteorologische radiosondes |
|
van 1 november 2009 |
|
Draadloze audio toepassingen (12) |
87,5–108,0 MHz |
50 nW e.r.p. |
Maximaal kanaalraster: 200 kHz |
|
van 1 oktober 2008 |
863–865 MHz |
10 mW e.r.p. |
|
|
1 juni 2007 |
|
Radiodeterminatie toepassingen (13) |
2 400–2 483,5 MHz |
25 mW e.i.r.p. |
|
|
van 1 november 2009 |
17,1–17,3 GHz |
26 dBm e.i.r.p. |
Technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van Richtlijn 1999/5/EG zijn verplicht |
Deze gebruiksvoorwaarden zijn alleen van toepassing op systemen op de grond |
van 1 november 2009 |
|
Tankniveau-sondering radar (14) |
4,5–7,0 GHz |
24 dBm e.i.r.p. (15) |
|
|
van 1 november 2009 |
8,5–10,6 GHz |
30 dBm e.i.r.p. (15) |
|
|
van 1 november 2009 |
|
24,05–27,0 GHz |
43 dBm e.i.r.p. (15) |
|
|
van 1 november 2009 |
|
57,0–64,0 GHz |
43 dBm e.i.r.p. (15) |
|
|
van 1 november 2009 |
|
75,0–85,0 GHz |
43 dBm e.i.r.p. (15) |
|
|
van 1 november 2009 |
|
Modelcontrole (16) |
26 990–27 000 kHz |
100 mW e.r.p. |
|
|
van 1 november 2009 |
27 040–27 050 kHz |
100 mW e.r.p. |
|
|
van 1 november 2009 |
|
27 090–27 100 kHz |
100 mW e.r.p. |
|
|
van 1 november 2009 |
|
27 140–27 150 kHz |
100 mW e.r.p. |
|
|
van 1 november 2009 |
|
27 190–27 200 kHz |
100 mW e.r.p. |
|
|
van 1 november 2009 |
|
Radiofrequentie-identificatie (RFID) |
2 446–2 454 MHz |
100 mW e.i.r.p. |
|
|
van 1 november 2009 |
(1) Lidstaten moeten het gebruik van spectrum toestaan tot het in deze tabel vermelde maximale vermogen, de maximale veldsterkte en de maximale vermogensdichtheid. Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG kunnen zij minder restrictieve voorwaarden opleggen, d.w.z. het gebruik van spectrum met een hoger vermogen, een hogere veldsterkte of vermogensdichtheid toestaan.
(2) Lidstaten mogen alleen deze „aanvullende parameters, spectrumtoegang en onderdrukkingsvoorschriften” opleggen en geen andere parameters of voorschriften in verband met spectrumtoegang, en onderdrukking toevoegen. Minder restrictieve voorwaarden in de zin van artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG houden in dat de lidstaten de parameters en voorschriften in verband met spectrumtoegang en onderdrukking in een bepaald vakje volledig mogen weglaten of hogere waarden mogen toestaan.
(3) Lidstaten mogen alleen deze „overige gebruiksbeperkingen” opleggen en geen aanvullende gebruiksbeperkingen toevoegen. Omdat minder restrictieve voorwaarden kunnen worden ingevoerd in de zin van artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG, mogen de lidstaten een of alle beperkingen weglaten.
(4) Deze categorie is beschikbaar voor alle soorten toepassingen die aan de technische voorwaarden voldoen (karakteristieke voorbeelden zijn telemetrie, afstandsbediening, alarmsystemen, data in het algemeen en andere soortgelijke toepassingen).
(5) Voor deze frequentieband moeten de lidstaten alle alternatieve sets gebruiksvoorwaarden mogelijk maken.
(6) Activiteitscyclus: ratio van de tijd gedurende eender welke periode van een uur, tijdens dewelke het toestel actief uitzendt. Minder restrictieve voorwaarden in de zin van artikel 3, lid 3, van Beschikking 2006/771/EG betekenen dat de lidstaten een hogere waarde mogen toestaan voor de activiteitscyclus.
(7) Sociale alarmsystemen worden gebruikt om ouderen en gehandicapten te helpen wanneer zij in nood verkeren.
(8) Onder deze categorie valt bijvoorbeeld apparatuur voor wegrijblokkering bij auto’s, identificatie van dieren, alarmsystemen, kabeldetectie, afvalbeheer, persoonsidentificatie, draadloze voice link, toegangscontrole, benaderingssensoren, antidiefstalsystemen met inbegrip van RF-inductieantidiefstalsystemen, gegevensoverdracht naar handapparatuur, automatische artikelidentificatie, draadloze controlesystemen en automatische tolheffing op wegen.
(9) Onder deze categorie vallen inductieve toepassingen die gebruikt worden voor radiofrequentie-identificatie (RFID).
(10) Onder deze categorie vallen inductieve toepassingen die gebruikt worden voor elektronische artikel bewaking (EAS).
(11) Onder deze categorie valt het radiodeel van actieve implanteerbare medische apparatuur, zoals gedefinieerd in Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen en randapparatuur daarvan (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).
(12) Toepassingen voor draadloze audiosystemen zoals snoerloze luidsprekers; snoerloze koptelefoons; snoerloze koptelefoons voor draagbaar gebruik, bijvoorbeeld draagbare cd-, cassette- of radioapparatuur die een persoon bij zich draagt; snoerloze koptelefoons die in een auto worden gebruikt, bijvoorbeeld in combinatie met een radio of een mobiele telefoon enz.; in-ear-monitoring, gebruikt bij concerten of andere toneelproducties.
(13) Onder deze categorie vallen toepassingen die worden gebruikt om de positie, snelheid en/of andere kenmerken van een object vast te stellen of om informatie te verkrijgen over deze parameters.
(14) Tankniveau-sondering radar (TLPR) is een specifieke toepassing van radiodeterminatie die wordt gebruikt om het tankniveau te meten. TLRP is geïnstalleerd in metalen of versterkte betonnen tanks of soortgelijke structuren die gemaakt zijn van materiaal met een vergelijkbare dempende werking. De tank heeft tot doel een stof te bevatten.
(15) Het maximale vermogen geldt in een afgesloten tank en komt overeen met een spectrale dichtheid van - 41,3 dBm/MHz e.i.r.p. buiten een testtank met een inhoud van 500 l.
(16) Onder deze categorie vallen toepassingen die worden gebruikt om de beweging van modellen te controleren (hoofdzakelijk miniatuurweergaven van voertuigen) in de lucht, aan land of boven of onder het wateroppervlak.”