Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R0431

    Verordening (EG) nr. 431/2008 van de Commissie van 19 mei 2008 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 02062991

    PB L 130 van 20.5.2008, p. 3–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; opgeheven door 32020R0760

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/431/oj

    20.5.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 130/3


    VERORDENING (EG) Nr. 431/2008 VAN DE COMMISSIE

    van 19 mei 2008

    betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor de invoer van bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), en met name op artikel 32, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op grond van de CXL-lijst van de Wereldhandelsorganisatie moet de Gemeenschap jaarlijks een tariefcontingent openen voor de invoer van 53 000 ton bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 (volgnummer 09.4003). De uitvoeringsbepalingen voor de opening en de wijze van beheer van dit invoercontingent moeten jaarlijks worden vastgesteld voor de periode van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 moet de invoer in de Gemeenschap worden beheerd door middel van invoercertificaten. Het is evenwel dienstig dit contingent te beheren door in eerste instantie invoerrechten toe te kennen en in tweede instantie invoercertificaten af te geven, zoals is vastgesteld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoercontingenten voor landbouwproducten (2). Op die manier kunnen marktdeelnemers met invoerrechten in de loop van de contingentperiode beslissen wanneer zij, rekening houdend met de door hen verhandelde hoeveelheden, het best invoercertificaten aanvragen. Bij die verordening is de geldigheid van certificaten beperkt tot en met de laatste dag van de invoertariefcontingentperiode.

    (3)

    De op grond van deze verordening afgegeven invoercertificaten moeten, behoudens afwijkingen, voldoen aan Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (3) en aan Verordening (EG) nr. 382/2008 van de Commissie van 21 april 2008 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees (4).

    (4)

    Het contingent voor 2007/2008 werd beheerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 529/2007 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de opening en de wijze van beheer van een tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 (1 juli 2007 tot en met 30 juni 2008) (5). De bij die verordening vastgestelde wijze van beheer is gebaseerd op een criterium inzake de invoerprestatie dat ervoor zorgt dat het contingent wordt toegewezen aan professionele marktdeelnemers die in staat zijn om rundvlees in te voeren zonder ongepaste speculatie te bedrijven.

    (5)

    Blijkens de met die wijze van beheer opgedane ervaring zijn de resultaten positief en daarom is het dienstig er ook mee te werken voor de contingentperiode die begint op 1 juli 2008. Voor de in aanmerking komende invoer moet daarom een referentieperiode worden vastgesteld die lang genoeg is om de representatieve prestatie te kunnen meten en recent genoeg om een beeld te kunnen krijgen van de laatste ontwikkelingen in de handel.

    (6)

    In Verordening (EG) nr. 1301/2006 zijn met name uitvoeringsbepalingen inzake het aanvragen van invoerrechten, de status van de aanvragers en de afgifte van invoercertificaten vastgesteld. Verordening (EG) nr. 1301/2006 moet van toepassing zijn op de op grond van de onderhavige verordening afgegeven invoercertificaten, onverminderd de bij de onderhavige verordening vastgestelde aanvullende voorschriften.

    (7)

    Ter voorkoming van speculatie dient een zekerheid betreffende de invoerrechten te worden vastgesteld die door elke aanvrager in het kader van het contingent moet worden gesteld.

    (8)

    Om de marktdeelnemers ertoe te verplichten invoercertificaten aan te vragen voor alle toegewezen rechten tot invoer, moet worden bepaald dat deze verplichting een primaire eis is in de zin van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (6).

    (9)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Voor de periode van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar (hierna „de invoertariefcontingentperiode” genoemd) wordt voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en producten van GN-code 0206 29 91 een tariefcontingent geopend van 53 000 ton, uitgedrukt in vlees zonder been.

    Het volgnummer van het tariefcontingent is 09.4003.

    2.   Voor het in lid 1 vastgestelde contingent bedraagt het toe te passen recht van het gemeenschappelijk douanetarief 20 % ad valorem.

    Artikel 2

    1.   Het in artikel 1, lid 1, vastgestelde invoertariefcontingent wordt beheerd door in eerste instantie invoerrechten toe te kennen en in tweede instantie invoercertificaten af te geven.

    2.   De Verordeningen (EG) nr. 1291/2000, (EG) nr. 1301/2006 en (EG) nr. 382/2008 zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

    Artikel 3

    Voor de toepassing van deze verordening:

    a)

    stemt 100 kg vlees met been overeen met 77 kg vlees zonder been;

    b)

    wordt onder „bevroren vlees” verstaan: vlees in bevroren toestand dat een kerntemperatuur van ten hoogste – 12 °C heeft wanneer het in het douanegebied van de Gemeenschap wordt binnengebracht.

    Artikel 4

    1.   Voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 tonen aanvragers van invoerrechten aan dat in de periode van 1 mei tot en met 30 april die voorafgaat aan de jaarlijkse invoertariefcontingentperiode hoeveelheden rundvlees van GN-code 0201, 0202, 0206 10 95 of 0206 29 91 overeenkomstig de betrokken douanebepalingen door henzelf of voor hun rekening zijn ingevoerd (hierna „referentiehoeveelheden”) genoemd).

    2.   Een bedrijf dat is ontstaan uit een fusie tussen bedrijven die elk referentiehoeveelheden hebben ingevoerd, mag deze referentiehoeveelheden gebruiken als basis voor zijn aanvraag.

    Artikel 5

    1.   Aanvragen voor invoerrechten moeten uiterlijk om 13.00 uur, Belgische tijd, op 1 juni vóór de jaarlijkse invoertariefcontingentperiode worden ingediend.

    De totale hoeveelheid waarvoor in de invoertariefcontingentperiode aanvragen voor invoerrechten worden ingediend, mag de referentiehoeveelheden van de aanvrager niet overschrijden. Aanvragen die niet aan deze bepaling voldoen, worden door de bevoegde autoriteiten afgewezen.

    2.   Bij het indienen van de invoerrechtenaanvraag wordt een zekerheid van 6 EUR per 100 kg vlees, uitgedrukt in vlees zonder been, gesteld.

    3.   Uiterlijk om 13.00 uur, Belgische tijd, op de derde vrijdag na de in lid 1 bedoelde termijn voor het indienen van de aanvragen delen de lidstaten de totale aangevraagde hoeveelheden aan de Commissie mee.

    Artikel 6

    1.   De invoerrechten worden van de zevende tot en met de zestiende werkdag na de in artikel 5, lid 3, bedoelde meldingstermijn toegekend.

    2.   Indien de toepassing van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde toewijzingscoëfficiënt ertoe leidt dat minder invoerrechten kunnen worden toegewezen dan werden aangevraagd, wordt de krachtens artikel 5, lid 2, van de onderhavige verordening gestelde zekerheid onverwijld overeenkomstig vrijgegeven.

    Artikel 7

    1.   De hoeveelheden die in het kader van het in artikel 1, lid 1, vastgestelde contingent worden gegund, mogen pas na het overleggen van een invoercertificaat in het vrije verkeer worden gebracht.

    2.   Invoercertificaataanvragen moeten betrekking hebben op de totale toegewezen hoeveelheid. Deze verplichting geldt als een primaire eis in de zin van artikel 20, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2220/85.

    Artikel 8

    1.   Certificaataanvragen mogen slechts worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager invoerrechten in het kader van het in artikel 1, lid 1, vastgestelde contingent heeft aangevraagd en gekregen.

    Telkens wanneer een invoercertificaat wordt afgegeven, worden de gekregen invoerrechten overeenkomstig verlaagd en de krachtens artikel 5, lid 2, gestelde zekerheid onverwijld overeenkomstig vrijgegeven.

    2.   Een invoercertificaat wordt afgegeven op aanvraag en op naam van de marktdeelnemer die de invoerrechten heeft gekregen.

    3.   De certificaataanvragen en de invoercertificaten bevatten de volgende gegevens:

    a)

    in vak 16, één van de volgende groepen van GN-codes:

    0202 10 00, 0202 20

    0202 30, 0206 29 91;

    b)

    in vak 20, het volgnummer van het contingent (09.4003) en één van de in bijlage opgenomen vermeldingen.

    Artikel 9

    1.   In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 delen de lidstaten de Commissie de volgende gegevens mee:

    a)

    uiterlijk op de tiende dag van elke maand, de hoeveelheden producten, ook als deze nul bedragen, waarvoor tijdens de vorige maand invoercertificaten werden afgegeven;

    b)

    uiterlijk op 31 oktober na het einde van elke invoertariefcontingentperiode, de hoeveelheden producten, ook als deze nul bedragen, waarvoor invoercertificaten of gedeelten daarvan niet zijn gebruikt en die overeenstemmen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoercertificaten afgeschreven hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die invoercertificaten waren afgegeven.

    2.   Uiterlijk op 31 oktober na het einde van elke invoertariefcontingentperiode delen de lidstaten de Commissie de hoeveelheden producten mee die tijdens de voorgaande invoertariefcontingentperiode in het vrije verkeer werden gebracht.

    3.   Voor de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde mededelingen worden de in kilogram productgewicht uitgedrukte hoeveelheden vermeld per productcategorie zoals aangegeven in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 382/2008.

    Artikel 10

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 19 mei 2008.

    Voor de Commissie

    Mariann FISCHER BOEL

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 98/2008 van de Commissie (PB L 29 van 2.2.2008, blz. 5).

    (2)  PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 289/2007 (PB L 78 van 17.3.2007, blz. 17).

    (3)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1423/2007 (PB L 317 van 5.12.2007, blz. 36).

    (4)  PB L 115 van 29.4.2008, blz. 10.

    (5)  PB L 123 van 12.5.2007, blz. 26.

    (6)  PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2006 (PB L 365 van 21.12.2006, blz. 52).


    BIJLAGE

    In artikel 8, lid 3, onder b), bedoelde vermeldingen

    :

    in het Bulgaars

    :

    Замразено говеждо или телешко месо (Регламент (ЕО) № 431/2008)

    :

    in het Spaans

    :

    Carne de vacuno congelada [Reglamento (CE) no 431/2008]

    :

    in het Tsjechisch

    :

    Zmrazené maso hovězího skotu (nařízení (ES) č. 431/2008)

    :

    in het Deens

    :

    Frosset oksekød (forordning (EF) nr. 431/2008)

    :

    in het Duits

    :

    Gefrorenes Rindfleisch (Verordnung (EG) Nr. 431/2008)

    :

    in het Ests

    :

    Külmutatud veiseliha (määrus (EÜ) nr 431/2008)

    :

    in het Grieks

    :

    Κατεψυγμένο βόειο κρέας [κανονισμός (EK) αριθ. 431/2008]

    :

    in het Engels

    :

    Frozen meat of bovine animals (Regulation (EC) No 431/2008)

    :

    in het Frans

    :

    Viande bovine congelée [Règlement (CE) no 431/2008]

    :

    in het Italiaans

    :

    Carni bovine congelate [Regolamento (CE) n. 431/2008]

    :

    in het Lets

    :

    Saldēta liellopu gaļa (Regula (EK) Nr. 431/2008)

    :

    in het Litouws

    :

    Sušaldyta galvijų mėsa (Reglamentas (EB) Nr. 431/2008)

    :

    in het Hongaars

    :

    Szarvasmarhafélék húsa fagyasztva (431/2008/EK rendelet)

    :

    in het Maltees

    :

    Laħam iffriżat ta’ annimali bovini (Regolament (KE) Nru 431/2008)

    :

    in het Nederlands

    :

    Bevroren rundvlees (Verordening (EG) nr. 431/2008)

    :

    in het Pools

    :

    Mięso wołowe mrożone (Rozporządzenie (WE) nr 431/2008)

    :

    in het Portugees

    :

    Carne de bovino congelada [Regulamento (CE) n.o 431/2008]

    :

    in het Roemeens

    :

    Carne de vită congelată [Regulamentul (CE) nr. 431/2008]

    :

    in het Slowaaks

    :

    Mrazené mäso z hovädzieho dobytka [Nariadenie (ES) č. 431/2008]

    :

    in het Sloveens

    :

    Zamrznjeno goveje meso (Uredba (ES) št. 431/2008)

    :

    in het Fins

    :

    Jäädytettyä naudanlihaa (asetus (EY) N:o 431/2008)

    :

    in het Zweeds

    :

    Fryst kött av nötkreatur (förordning (EG) nr 431/2008)


    Top