Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007E0106

Gemeenschappelijk Optreden 2007/106/GBVB van de Raad van 15 februari 2007 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Afghanistan

PB L 46 van 16.2.2007, p. 55–58 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB L 4M van 8.1.2008, p. 77–80 (MT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/02/2008

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2007/106/oj

16.2.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 46/55


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2007/106/GBVB VAN DE RAAD

van 15 februari 2007

houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Afghanistan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 18, lid 5, en artikel 23, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 20 februari 2006 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2006/124/GBVB (1) vastgesteld houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Afghanistan tot en met 28 februari 2007.

(2)

Op 7 juni 2006 heeft de Raad het beleid van de Europese Unie goedgekeurd, inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt ingezet in operaties buiten de Europese Unie.

(3)

Uit een evaluatie van Gemeenschappelijk Optreden 2006/124/GBVB blijkt dat het mandaat van de Speciale Vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) met twaalf maanden moet worden verlengd.

(4)

De SVEU zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag, kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Francesc VENDRELL als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor Afghanistan wordt verlengd tot en met 29 februari 2008.

Artikel 2

Beleidsdoelstellingen

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Europese Unie in Afghanistan. De SVEU dient met name:

1)

bij te dragen tot de uitvoering van de Gezamenlijke Verklaring van de Europese Unie en Afghanistan en de „Afghanistan Compact”, alsook van de betrokken resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) en andere relevante VN-resoluties;

2)

constructieve bijdragen van regionale actoren in Afghanistan en van buurlanden aan het vredesproces in Afghanistan te stimuleren, om aldus de consolidatie van de Afghaanse staat te bevorderen;

3)

de sleutelrol van de VN, met name van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal, te ondersteunen; en

4)

de werkzaamheden van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV) in de regio te ondersteunen.

Artikel 3

Mandaat

Ter verwezenlijking van deze beleidsdoelstellingen krijgt de SVEU het mandaat om:

a)

uitdrukking te geven aan de standpunten van de Europese Unie over het politiek proces, voortbouwend op de kernbeginselen waarover tussen Afghanistan en de internationale gemeenschap overeenstemming is bereikt, met name de Gezamenlijke Verklaring van de Europese Unie en Afghanistan en de „Afghanistan Compact”;

b)

nauwe contacten te leggen en te onderhouden met en steun te verlenen aan de vertegenwoordigende instellingen van Afghanistan, met name de regering en het parlement. Er dient tevens contact te worden onderhouden met andere politieke figuren en andere betrokken actoren van Afghanistan, zowel in het land als daarbuiten;

c)

nauwe contacten te onderhouden met bevoegde internationale en regionale organisaties, met name met de plaatselijke vertegenwoordigers van de VN;

d)

in nauw contact te blijven met buurlanden en andere belanghebbende landen in de regio, zodat hun opvattingen over de situatie in Afghanistan, alsook de ontwikkeling van de samenwerking tussen deze landen en Afghanistan, in het beleid van de Europese Unie in aanmerking worden genomen;

e)

advies te geven over de gemaakte vorderingen in de richting van de doelstellingen van de Gezamenlijke Verklaring van de Europese Unie en Afghanistan en de „Afghanistan Compact”, met name op de volgende gebieden:

goed bestuur en de oprichting van instellingen van de rechtsstaat,

hervormingen in de veiligheidssector, waaronder de organisatie van een gerechtelijk apparaat, een nationaal leger en een nationale politie,

eerbiediging van de mensenrechten van alle Afghanen, ongeacht geslacht, bevolkingsgroep of godsdienst,

eerbiediging van de democratische beginselen, de rechtsstaat, de rechten van minderheden, de rechten van vrouwen en kinderen en de beginselen van het volkenrecht,

aanmoediging van de deelname van vrouwen aan het openbaar bestuur en de civiele samenleving,

eerbiediging van Afghanistans internationale verplichtingen, met inbegrip van samenwerking in de internationale inspanningen ter bestrijding van terrorisme, illegale drugshandel en mensenhandel,

bevordering van humanitaire hulp en de ordelijke terugkeer van vluchtelingen en binnenlands ontheemden;

f)

in overleg met vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie mee te helpen ervoor te zorgen dat de politieke benadering van de Europese Unie tot uiting komt in haar actie voor de ontwikkeling van Afghanistan;

g)

samen met de Commissie actief deel te nemen aan de in het kader van de „Afghanistan Compact” ingestelde Gemeenschappelijke coördinatie- en bewakingsraad;

h)

advies te verstrekken over de deelneming en de standpunten van de Europese Unie in internationale conferenties over Afghanistan.

Artikel 4

Uitvoering van het mandaat

1.   De SVEU is onder het gezag en de operationele leiding van de SG/HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat. De SVEU legt van alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

2.   Het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt met de Raad. Het PVC zorgt binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke inbreng ten behoeve van de SVEU.

Artikel 5

Financiering

1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU van 1 maart 2007 tot en met 29 februari 2008 bedraagt 2 450 000 EUR.

2.   De uit het in lid 1 genoemde bedrag gefinancierde uitgaven worden beheerd met inachtneming van de procedures en voorschriften van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie, met dien verstande dat voorfinanciering niet het eigendom van de Gemeenschap blijft.

3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 maart 2007.

4.   Het voorzitterschap, de Commissie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

Artikel 6

Samenstelling van het team

1.   Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de samenstelling van zijn team, in overleg met het voorzitterschap, bijgestaan door de SG/HV, en in volledige samenspraak met de Commissie. De SVEU deelt het voorzitterschap en de Commissie de definitieve samenstelling van zijn team mee.

2.   De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Europese Unie bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van de betrokken lidstaat of instelling van de Europese Unie.

3.   Alle niet door detachering vervulde A-ambten worden door het secretariaat-generaal van de Raad op passende wijze bekendgemaakt en tevens ter kennis gebracht van de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie, teneinde de best gekwalificeerde kandidaten te kunnen aanwerven.

4.   De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en zijn medewerkers worden met de partijen overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

Artikel 7

Beveiliging

1.   De SVEU en de leden van zijn team leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (2), met name wanneer zij gerubriceerde EU-gegevens behandelen.

2.   Overeenkomstig het beleid van de Europese Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt ingezet in operaties buiten de Europese Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is:

a)

hij stelt op basis van de richtsnoeren van het secretariaat-generaal van de Raad een missiespecifiek beveiligingsplan op, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van veilige personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan voor de missie behelst;

b)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering tegen grote risico's;

c)

hij zorgt ervoor dat alle buiten de Europese Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het secretariaat-generaal van de Raad het missiegebied heeft ingedeeld;

d)

hij zorgt ervoor dat alle naar aanleiding van geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd en hij brengt schriftelijk verslag uit over de uitvoering ervan en over andere veiligheidskwesties, in het kader van zijn tussentijds verslag en zijn verslag over de uitvoering van het mandaat aan de SG/HV, de Raad en de Commissie;

e)

hij zorgt ervoor dat, zo nodig en binnen zijn taken als onderdeel van de bevelsstructuur, in alle EU-componenten van een crisisbeheersingsoperatie of een operatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is, een samenhangende benadering voor de beveiliging van het personeel wordt gevolgd.

Artikel 8

Rapportage

De SVEU brengt in de regel persoonlijk verslag uit aan de SG/HV en het PVC, alsook eventueel aan de bevoegde groep. Hij zendt regelmatig schriftelijke verslagen aan de SG/HV, de Raad en de Commissie. De SVEU kan op aanbeveling van de SG/HV en het PVC verslag uitbrengen aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen.

Artikel 9

Coördinatie

Met het oog op de samenhang van het externe optreden van de Europese Unie worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de SG/HV, het voorzitterschap en de Commissie. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en aan de delegaties van de Commissie. Ter plaatse worden nauwe contacten onderhouden met het voorzitterschap, de Commissie en de missiehoofden, die alles doen wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU onderhoudt tevens contacten met de SVEU voor Centraal-Azië en met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

Artikel 10

Evaluatie

De uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Europese Unie in de regio worden op gezette tijden getoetst. De SVEU legt de SG/HV, de Raad en de Commissie vóór eind juni 2007 een voortgangsverslag, en uiterlijk medio november 2007 een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor. Deze verslagen vormen de basis voor de beoordeling van dit gemeenschappelijk optreden in de bevoegde groepen en door het PVC. In het kader van de algemene inzetprioriteiten doet de SG/HV aanbevelingen aan het PVC voor een beslissing van de Raad tot verlenging, wijziging of beëindiging van het mandaat.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Artikel 12

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 15 februari 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

W. SCHÄUBLE


(1)  PB L 49 van 21.2.2006, blz. 21.

(2)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/952/EG (PB L 346 van 29.12.2005, blz. 18).


Top