This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007D0259
2007/259/EC: Council Decision of 16 April 2007 providing Community macro-financial assistance to Moldova
2007/259/EG: Besluit van de Raad van 16 april 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Moldavië
2007/259/EG: Besluit van de Raad van 16 april 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Moldavië
PB L 111 van 28.4.2007, p. 69–71
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
PB L 4M van 8.1.2008, p. 468–470
(MT)
In force
28.4.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 111/69 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 16 april 2007
tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Moldavië
(2007/259/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 308,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De autoriteiten van Moldavië zetten zich in voor economische stabilisering en structurele hervormingen die door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) worden ondersteund door middel van een in het kader van de armoedebestrijdings- en groeifaciliteit gesloten driejarige overeenkomst, die op 5 mei 2006 is goedgekeurd. Op 12 mei 2006 hebben de crediteuren van de Club van Parijs ingestemd met een herschikking van de bilaterale overheidsschuld van Moldavië onder de Houston-voorwaarden. |
(2) |
In mei 2004 hebben de autoriteiten van Moldavië hun goedkeuring gehecht aan een strategiedocument ter bevordering van de economische groei en ter bestrijding van de armoede, waarin de prioriteiten worden vastgelegd die op middellange termijn met het overheidsoptreden moeten worden nagestreefd. |
(3) |
Moldavië enerzijds en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten anderzijds hebben een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst (2) ondertekend, die op 1 juli 1998 in werking is getreden. |
(4) |
De betrekkingen tussen Moldavië en de Europese Unie ontwikkelen zich binnen het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid, dat naar verwachting zal leiden tot een verdergaande economische integratie. De EU en Moldavië hebben overeenstemming bereikt over een actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid, waarin de prioriteiten op korte en middellange termijn voor de betrekkingen tussen de EU en Moldavië en voor de daarmee samenhangende beleidsterreinen worden aangegeven. |
(5) |
Moldavië wordt met een grote financieringsbehoefte geconfronteerd als gevolg van een aanzienlijke verslechtering van zijn positie. |
(6) |
De autoriteiten van Moldavië hebben de internationale financiële instellingen, de Gemeenschappen en andere bilaterale donoren om financiële bijstand tegen gunstige voorwaarden verzocht. In weerwil van de financiële middelen die door het IMF en de Wereldbank worden verstrekt, moet de komende maanden nog een omvangrijk resterend financieel tekort worden gedekt ter versterking van de betalingsbalans en de reservepositie van het land en ter ondersteuning van de beleidsdoelstellingen die de autoriteiten met hun hervormingen nastreven. |
(7) |
Moldavië komt in aanmerking voor leningen en giften van de Wereldbank en het IMF tegen zeer gunstige voorwaarden. |
(8) |
Onder deze omstandigheden dient de macrofinanciële bijstand van de Gemeenschap aan Moldavië ter beschikking te worden gesteld in de vorm van een gift. Dit is een geschikte maatregel om Moldovië in dit kritieke stadium te helpen. |
(9) |
Met het oog op een efficiënte bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap in het kader van deze macrofinanciële bijstand moet Moldavië passende maatregelen nemen voor de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden met betrekking tot de bijstand. Er moet eveneens worden gezorgd voor controles door de Commissie en audits door de Rekenkamer. |
(10) |
De uitkering van deze gift laat de bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet. |
(11) |
De macrofinanciële bijstand dient te worden beheerd door de Commissie, in overleg met het Economisch en Financieel Comité, |
BESLUIT:
Artikel 1
1. De Gemeenschap stelt Moldavië macrofinanciële bijstand beschikbaar in de vorm van een gift ten belope van een maximumbedrag van 45 000 000 EUR ter ondersteuning van de betalingsbalans van Moldavië en verlicht aldus de financiële druk die de tenuitvoerlegging van het economische programma van de regering met zich brengt.
2. Deze macrofinanciële bijstand van de Gemeenschap wordt in overleg met het Economisch en Financieel Comité door de Commissie beheerd op een wijze die in overeenstemming is met de overeenkomsten of afspraken tussen het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Moldavië.
3. De macrofinanciële bijstand van de Gemeenschap wordt voor twee jaar beschikbaar gesteld, met ingang van de eerste dag na de inwerkingtreding van dit besluit. Indien de omstandigheden hiertoe nopen, kan de Commissie evenwel, na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité, besluiten de beschikbaarheidsperiode met maximaal één jaar te verlengen.
Artikel 2
1. De Commissie wordt hierbij gemachtigd om, na overleg met het Economisch en Financieel Comité, met de autoriteiten van Moldavië overeenstemming te bereiken over de aan de macrofinanciële bijstand te verbinden financiële en economische beleidsvoorwaarden, die in een Memorandum van overeenstemming en een subsidieovereenkomst moeten worden vastgelegd. Deze voorwaarden stroken met de in artikel 1, lid 2, bedoelde overeenkomsten of afspraken.
2. Tijdens de tenuitvoerlegging van de macrofinanciële communautaire bijstand controleert de Commissie de deugdelijkheid van de voor de bijstand van de Gemeenschap relevante financiële en administratieve procedures en interne en externe controlemechanismen van Moldavië.
3. De Commissie onderzoekt periodiek, in samenwerking met het Economisch en Financieel Comité en in coördinatie met het IMF, of het economische beleid van Moldavië verenigbaar is met de doelstellingen van deze bijstand en of op bevredigende wijze aan de daaraan verbonden financiële en economische beleidsvoorwaarden is voldaan.
Artikel 3
1. De macrofinanciële communautaire bijstand wordt in drie tranches door de Commissie aan Moldavië beschikbaar gesteld.
2. De eerste tranche wordt bij een bevredigende uitvoering van, enerzijds, het door de armoedebestrijdings- en groeifaciliteit van het IMF ondersteunde economische programma en, anderzijds, het tussen de EU en Moldavië overeengekomen actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid.
3. De tweede en eventuele volgende tranches worden wederom niet eerder dan drie maanden na de uitkering van de voorgaande tranche uitbetaald bij een bevredigende uitvoering van, enerzijds, het door de armoedebestrijdings- en groeifaciliteit van het IMF ondersteunde economische programma en, anderzijds, het tussen de EU en Moldavië overeengekomen actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid en van andere maatregelen die op de in artikel 2, lid 1, beschreven wijze met de Commissie zijn overeengekomen.
4. De middelen worden uitgekeerd aan de Nationale Bank van Moldavië. De uiteindelijke ontvanger van de middelen is het ministerie van Financiën van Moldavië.
Artikel 4
De macrofinanciële communautaire bijstand wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3) en de uitvoeringsvoorschriften daarvan. In het bijzonder wordt in het Memorandum van overeenstemming en de subsidieovereenkomst met de autoriteiten van Moldavië bepaald dat Moldavië passende maatregelen vaststelt met het oog op de preventie en bestrijding van fraude, corruptie en andere onregelmatigheden in verband met deze bijstand. Tevens wordt bepaald dat de Commissie, met inbegrip van het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), het recht heeft controles ter plaatse te verrichten en dat de Rekenkamer het recht heeft, eventueel ter plaatse, audits uit voeren.
Artikel 5
Uiterlijk op 31 augustus van elk jaar doet de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een verslag toekomen, waarin een evaluatie van de uitvoering van dit besluit in het voorgaande jaar is opgenomen. In dit verslag wordt het verband gespecificeerd tussen de in artikel 2, lid 1, gestelde doelen, de lopende economische en fiscale prestaties van Moldavië en het besluit van de Commissie om schijven van deze bijstand uit te betalen.
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 16 april 2007.
Voor de Raad
De voorzitter
H. SEEHOFER
(1) Advies uitgebracht op 14 februari 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) PB L 181 van 24.6.1998, blz. 3.
(3) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 (PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1).