This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32006D0863
2006/863/EC: Council Decision of 13 November 2006 amending Decision 2004/793/EC concluding the consultation procedure with the Togolese Republic under Article 96 of the Cotonou Agreement
2006/863/EG: Besluit van de Raad van 13 november 2006 tot wijziging van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou
2006/863/EG: Besluit van de Raad van 13 november 2006 tot wijziging van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou
PB L 335 van 1.12.2006, p. 42–44
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO)
PB L 200M van 1.8.2007, p. 246–248
(MT)
No longer in force, Date of end of validity: 15/11/2007
1.12.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 335/42 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 13 november 2006
tot wijziging van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou
(2006/863/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend in Cotonou op 23 juni 2000 (1) en herzien in Luxemburg op 25 juni 2005 (2), en met name op artikel 96,
Gelet op het intern akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, inzake maatregelen en procedures voor de tenuitvoerlegging van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst (3), en met name op artikel 3,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit 2004/793/EG van de Raad van 15 november 2004 (4) houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou, voorziet in een geldigheidsperiode van 24 maanden, te rekenen vanaf de dag van goedkeuring voor de controle op de passende maatregelen. |
(2) |
De politieke crisis van 2005, die volgde op de dood van president Eyadema, was een onvoorziene gebeurtenis waardoor het oorspronkelijke tijdschema voor de nakoming van de verbintenissen door de Togolese regering in het gedrang kwam en de beoogde doelstellingen, met name de organisatie van vervroegde verkiezingen, niet binnen de vereiste termijn werden gehaald. |
(3) |
Aan het eind van deze controleperiode is gebleken dat talloze verbintenissen zijn nagekomen en dat de belangrijkste resterende verbintenissen tot concrete initiatieven hebben geleid. Enkele belangrijke maatregelen met betrekking tot de essentiële elementen van de Overeenkomst van Cotonou moeten echter nog worden genomen, |
BESLUIT:
Artikel 1
De geldigheidstermijn van Besluit 2004/793/EG houdende afsluiting van het overleg met de Republiek Togo krachtens artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou wordt met 12 maanden verlengd tot 15 november 2007 en elk halfjaar getoetst.
Artikel 2
De maatregelen die bij Besluit 2004/793/EG zijn genomen uit hoofde van de passende maatregelen, zoals bedoeld in artikel 96, lid 2, onder c), van de Overeenkomst van Cotonou, worden gewijzigd zoals aangegeven in de ontwerpbrief die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd. Het wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 13 november 2006.
Voor de Raad
De voorzitter
E. TUOMIOJA
(1) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.
(2) PB L 287 van 28.10.2005, blz. 4.
(3) PB L 317 van 15.12.2000, blz. 376.
(4) PB L 349 van 25.11.2004, blz. 17.
BIJLAGE
Aan de minister-president, regeringsleider van de Republiek Togo
Excellentie,
De Europese Unie hecht groot belang aan de bepalingen van artikel 9 van de Overeenkomst van Cotonou. Eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, waarop het ACS-EU-partnerschap is gebaseerd, zijn essentiële elementen van deze overeenkomst en vormen derhalve de grondslag van onze betrekkingen.
De Europese Unie heeft in 2004 vastgesteld dat de politieke situatie in Togo van dien aard was dat deze essentiële elementen worden geschonden en in april 2004 overleg geopend uit hoofde van artikel 96 van de overeenkomst. In het kader van dat overleg is de regering 22 verbintenissen aangegaan. Het overleg heeft geleid tot conclusies die ter kennis zijn gebracht van de regeringsleider bij brief van 15 november 2004.
De passende maatregelen voorzien in een controleperiode van 24 maanden die op 14 november 2006 verstrijkt. Tijdens deze periode heeft een versterkte politieke dialoog plaatsgevonden, zoals onder andere blijkt uit de gezamenlijke controlemissies van de Raad en de Commissie in juli 2005 en oktober 2006.
Uit de controle op de verbintenissen is gebleken dat de situatie eind 2004 aanzienlijk was verbeterd, maar daarna in 2005 opnieuw is verslechterd tijdens de gebeurtenissen na de dood van president Eyadema. Sinds juni 2005 wordt een beleid van openheid gevoerd en momenteel is een aanzienlijke en geleidelijke verbetering zichtbaar, zoals blijkt uit het recente algemene politiek akkoord, waarmee de Europese Unie de autoriteiten en alle Togolese betrokkenen dan ook feliciteert.
Tot de voornaamste initiatieven die in het kader van de uitvoering van de 22 verbintenissen zijn genomen, behoren met name:
— |
de instelling van een daadwerkelijke intra-Togolese politieke dialoog, op basis waarvan alle partijen geschillen aan de orde konden stellen in het kader van een open agenda. Deze dialoog heeft geleid tot de ondertekening van een politiek akkoord door alle deelnemers op 20 augustus. De ondertekende tekst heeft tot doel de grondslagen te leggen voor een duurzame nationale verzoening en gaat verder dan de verbintenissen die ten overstaan van de Europese Unie zijn aangegaan. Behalve vraagstukken in verband met het nieuwe kader voor de verkiezingen en in verband met de straffeloosheid, komen daarin ook zaken aan bod als het voortzetten van de constitutionele hervormingen en de hervorming van het leger; |
— |
de vorming van een regering van nationale eenheid, waarin leden van de oppositie zitting hebben, in het kader van de uitvoering van het akkoord van 20 augustus; |
— |
de verbintenis tot voorbereiding van parlementaire verkiezingen, waarvan de organisatie door de Commission Electorale Nationale Indépendante (CENI) was aangekondigd voor juni 2007; |
— |
de tenuitvoerlegging van de nieuwe perswet, inspanningen op het niveau van de officiële media met het oog op een evenwichtigere verslaggeving over de actualiteit en een eerste verandering van de samenstelling van de hoge autoriteit op het gebied van audiovisuele media en communicatie; |
— |
de goedkeuring van een programma voor de hervorming van het justitiestelsel, de vrijlating van de politieke gevangenen die gearresteerd zijn tijdens de gebeurtenissen in 2005 en de verbetering van de omstandigheden in gevangenissen; |
— |
de ondertekening — op 10 juli 2006 — van een overeenkomst met de Hoge Commissaris voor de rechten van de mens van de Verenigde Naties inzake de opening van een kantoor in Lomé, voor de verlening van bijstand aan de regering en om toezicht uit te oefenen op de mensenrechten in Togo. |
Wij zijn tevens ingenomen met de initiatieven die strikt genomen niet onder de 22 verbintenissen vallen. Het betreft de hervorming van het leger, waarbij de defensietaken gescheiden worden van de binnenlandse veiligheid, alsmede het vluchtelingenvraagstuk, waarbij het in de eerste plaats van belang is het vertrouwen te herstellen.
Het lijdt geen twijfel dat alle maatregelen bijdragen tot het herstel van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten en tot de nakoming van de verbintenissen.
In verband met het herstel van vertrouwen tussen de Europese Unie en Togo, wensen wij een diepgaande dialoog over de volgende onderwerpen:
— |
de consolidering van de geboekte vorderingen, die bekrachtigd moeten worden bij de volgende verkiezingen; |
— |
de totstandbrenging van een nieuw kader voor de verkiezingen, dat door alle partijen aanvaard wordt en is vastgelegd in het algemeen politiek akkoord en op basis waarvan kan worden toegewerkt naar vrije en transparante verkiezingen; |
— |
de definitie van een juridisch kader voor de financiering van politieke partijen; |
— |
de voortzetting van het proces van decentralisatie; |
— |
de behandeling van de kwestie van de bestrijding van straffeloosheid, waaronder de oprichting van een onderzoekscommissie en een commissie ter bevordering van de nationale verzoening, zoals bedoeld in de punten 2.2 en 2.4 van het algemeen politiek akkoord, en de garanties voor de eerbiediging van de mensenrechten, zoals deze voortvloeien uit verbintenis 2.1; |
— |
de herziening van de statuten van de nationale mensenrechtencommissie en haar samenstelling, alsmede de oprichting van een Bureau van het Hoge Commissariaat voor de rechten van de mens van de Verenigde Naties te Lomé. |
Gezien de positieve dynamiek die zich in Togo heeft ontwikkeld en de weg die nog moet worden afgelegd, heeft de Europese Unie besloten de in het besluit van 15 november 2004 genoemde periode te verlengen tot 36 maanden, teneinde de Togolese autoriteiten in de gelegenheid te stellen al hun verbintenissen na te komen. Er zullen regelmatig, ten minste elke zes maanden, herzieningen plaatsvinden, waarbij het voorzitterschap van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen zullen samenwerken.
Teneinde het huidige proces van hervormingen te ondersteunen, wenst de Europese Unie de passende maatregelen te treffen.
Overeenkomstig de met de passende maatregelen beoogde doelstellingen, worden de resterende middelen van het zesde en het zevende EOF ter beschikking gesteld om de organisatie van parlementsverkiezingen te steunen, een faciliteit voor technische samenwerking te financieren die onder meer dient als steun bij de nakoming van de 22 verbintenissen, een programma voor de hervorming van het justitiestelsel en de bewustwording van de mensenrechten te steunen, en een sociaal programma voor arbeidsintensieve maatregelen te financieren.
Aangezien het electorale kader en de verkiezingsdatum vast staan, kan er vanaf heden worden overgegaan tot de kennisgeving van het negende EOF en de uitvoering van het negende EOF, alsmede de uitvoering van het Kader van Wederzijdse verplichtingen voor de Stabex-fondsen 1995-1999.
Met bijzondere hoogachting,
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
Voor de Commissie