Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R1854

    Verordening (EG) nr. 1854/2005 van de Commissie van 14 november 2005 tot aanvulling van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 in verband met de inschrijving van een naam in het „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen” (Miel de Provence (BGA))

    PB L 330M van 9.12.2008, p. 248–249 (MT)
    PB L 297 van 15.11.2005, p. 3–4 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/1854/oj

    15.11.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 297/3


    VERORDENING (EG) Nr. 1854/2005 VAN DE COMMISSIE

    van 14 november 2005

    tot aanvulling van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 in verband met de inschrijving van een naam in het „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen” (Miel de Provence (BGA))

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad van 14 juli 1992 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 7, lid 5, onder b), en artikel 6, leden 3 en 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 is de aanvraag van Frankrijk tot registratie van de naam „Miel de Provence” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (2).

    (2)

    Duitsland heeft overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 bezwaar tegen de registratie aangetekend. Het bezwaarschrift heeft betrekking op niet naleving van de bij artikel 2 van die verordening vastgestelde voorwaarden en op eventuele schade voor een bestaand product dat sinds ten minste vijf jaar vóór de datum van de in artikel 6, lid 2, van die verordening bedoelde bekendmaking legaal op de markt is.

    (3)

    Bij schrijven van 11 januari 2005 heeft de Commissie de betrokken lidstaten verzocht om te pogen volgens hun interne procedures onderling tot een akkoord te komen.

    (4)

    Omdat Frankrijk en Duitsland niet binnen drie maanden een akkoord hebben bereikt, moet de Commissie een besluit nemen volgens de in artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 2081/92 bedoelde procedure.

    (5)

    In het door Duitsland ingediende bezwaarschrift worden drie argumenten tegen registratie aangevoerd. In de eerste plaats stelt Duitsland dat inschrijving in strijd zou zijn met artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92. Volgens de bezwaarmaker kunnen de organoleptische of de aan de productiemethode te danken kenmerken van het product waarop de aanvraag betrekking heeft, of de kwaliteitscriteria voor dat product niet worden beschouwd als specifiek voor de regio Provence.

    (6)

    De Commissie is daarentegen van mening dat de registratieaanvraag net zo goed op de faam van Provençaalse honing is gebaseerd, als op een bepaalde hoedanigheid, namelijk de florale herkomst van de honing, die specifiek is voor het botanische milieu in de Provence.

    (7)

    Vervolgens spreekt Duitsland van eventuele schade voor een bestaande geheel of gedeeltelijk homonieme naam, voor een bestaand merk of voor bestaande producten die sinds ten minste vijf jaar vóór de datum van de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 bedoelde bekendmaking legaal op de markt zijn. Met name wijst Duitsland op de mogelijkheid dat producenten die nu honing verkopen onder de naam „Miel de Provence”, deze naam na de registratie niet langer zullen kunnen gebruiken als hun producten niet in overeenstemming zijn met het productdossier, hetzij wat de bloemen betreft waarvan de honing afkomstig is, hetzij wat het productiegebied betreft.

    (8)

    De Commissie is van mening dat dit argument is gebaseerd op veronderstellingen waarvan de juistheid niet is aangetoond. Volgens artikel 7, lid 4, tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 moet de bezwaarmaker de schade waarop hij zich beroept, „aantonen”. Duitsland heeft alleen gewezen op de mogelijkheid van schade zonder aan te tonen dat er daadwerkelijk producenten zijn die door de registratie zouden worden benadeeld.

    (9)

    Ten slotte betoogt Duitsland dat het gebruik van de naam „Miel de Provence” volgens Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake honing (3) is toegestaan voor honing uit de Franse regio Provence-Alpes-Côte-d’Azur. Deze regio zou verschillen van het geografische gebied waarop het in het kader van Verordening (EEG) nr. 2081/92 opgestelde productdossier betrekking heeft. Bovendien mag het volgens het bij de registratieaanvraag gevoegde productdossier niet gaan om honing van zonnebloemen, koolzaad en luzerne, welke gewassen bronnen van honing zijn die in het geografische gebied voorkomen. Om aan het productdossier te voldoen zullen degenen die dit product momenteel onder de naam „Miel de Provence” verkopen, derhalve honing die afkomstig is van volgens het productdossier niet in aanmerking komende soorten bloemen, moeten uitsluiten. Registratie van „Miel de Provence” in het kader van Verordening (EEG) nr. 2081/92 zou volgens Duitsland in strijd zijn met Richtlijn 2001/110/EG inzake honing.

    (10)

    Zoals in de achtste overweging is aangegeven, is het bestaan van schade niet aangetoond. Voor het overige behoort de beweerde inbreuk op Richtlijn 2001/110/EG inzake honing niet tot de motieven die in een bezwaarschrift zoals bedoeld in artikel 7, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2081/92 kunnen worden aangevoerd. Voorts staat Richtlijn 2001/110/EG het gebruik van bepaalde namen toe zonder deze verplicht te stellen. Verordening (EEG) nr. 2081/92 daarentegen heeft tot doel het gebruik van de geregistreerde namen te regelen, ook in het geval van namen waarvan het gebruik voorheen vrijer was. Dat het gebruik van een naam ooit niet aan beperkingen onderhevig was, is derhalve geen principiële reden om registratie van die naam af te wijzen.

    (11)

    In het licht van deze gegevens dient de naam daarom te worden ingeschreven in het „Register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen”.

    (12)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Regelgevend Comité voor beschermde geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2400/96 van de Commissie (4) wordt aangevuld met de in de bijlage bij de onderhavige verordening vermelde naam.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 14 november 2005.

    Voor de Commissie

    Mariann FISCHER BOEL

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 208 van 24.7.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

    (2)  PB C 261 van 30.10.2003, blz. 4.

    (3)  PB L 10 van 12.1.2002, blz. 47.

    (4)  PB L 327 van 18.12.1996, blz. 11.


    BIJLAGE

    In bijlage I bij het Verdrag genoemde producten voor menselijke consumptie

    Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten met uitzondering van boter enz.)

    FRANKRIJK

    Miel de Provence (BGA)


    Top