Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R0794

Verordening (EG) nr. 794/2005 van de Commissie van 26 mei 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1973/2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen

PB L 134 van 27.5.2005, p. 6–7 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 330M van 9.12.2008, p. 169–170 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/794/oj

27.5.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 134/6


VERORDENING (EG) Nr. 794/2005 VAN DE COMMISSIE

van 26 mei 2005

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1973/2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (1), en met name op artikel 145, onder c), en artikel 155,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie (2) bevat overgangsmaatregelen voor de vaststelling van de lijst van de geselecteerde rassen die in aanmerking komen voor de specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe voor het jaar 2005. Blijkens de ervaring is er in sommige lidstaten reden om ook voor 2006 de in lid 2 van dat artikel opgenomen overgangsmaatregelen toe te passen.

(2)

In artikel 15, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1973/2004 is bepaald dat de lidstaten in afwijking van de eerste alinea van dat lid de aanwezigheid in een boomgaard van andere bomen dan notenbomen kunnen toestaan binnen een grens die overeenkomt met 10 % van het in lid 3 van dat artikel vastgestelde minimumaantal notenbomen per hectare boomgaard. Deze bepaling is bij de toepassing ervan uiteenlopend geïnterpreteerd. De draagwijdte van deze bepaling moet derhalve met inachtneming van de specifieke aard van de notenboomgaarden in de lidstaten worden verduidelijkt door te preciseren dat de genoemde grens van 10 % is gerelateerd aan hetzij het minimumaantal notenbomen per hectare boomgaard, hetzij het aantal werkelijk in de betrokken boomgaard geplante notenbomen.

(3)

Verordening (EG) nr. 1973/2004 moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Aangezien Verordening (EG) nr. 1973/2004 van toepassing is sinds 1 januari 2005, moet ook de geldigheid van de betrokken wijziging op die datum ingaan.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1973/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 10 wordt het volgende lid toegevoegd:

„4.   De lidstaten kunnen besluiten om de lijst van de geselecteerde rassen die in aanmerking komen voor de specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe voor het jaar 2006 vast te stellen volgens de in lid 2 bedoelde procedure, zulks voor winterrassen uiterlijk op 1 oktober 2005 en voor zomerrassen uiterlijk op 31 december 2005.”.

2)

In artikel 15, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„In afwijking van de eerste alinea en onverminderd lid 4 kunnen de lidstaten de aanwezigheid in een boomgaard van andere bomen dan notenbomen toestaan binnen een grens die overeenkomt met 10 % van het in lid 3 vastgestelde minimumaantal bomen of van het aantal werkelijk geplante notenbomen per hectare boomgaard, naar keuze van de lidstaat. Bovendien kunnen de lidstaten de aanwezigheid van kastanjebomen toestaan indien de in aanmerking komende notenbomen voldoen aan het in lid 3 bepaalde inzake het aantal bomen”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 2), is van toepassing met ingang van 1 januari 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 mei 2005.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2005 van de Commissie (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 15).

(2)  PB L 345 van 20.11.2004, blz. 1.


Top