Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R0459

    Verordening (EG) nr. 459/2005 van de Commissie van 21 maart 2005 inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau

    PB L 75 van 22.3.2005, p. 9–14 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/459/oj

    22.3.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 75/9


    VERORDENING (EG) Nr. 459/2005 VAN DE COMMISSIE

    van 21 maart 2005

    inzake de opening van een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In Verordening (EEG) nr. 2131/93 van de Commissie (2), zijn de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus vastgesteld.

    (2)

    Bij de huidige marktsituatie is het dienstig een permanente inschrijving te openen voor de uitvoer van 80 663 ton zachte tarwe die in het bezit is van het Oostenrijkse interventiebureau.

    (3)

    Voor een regelmatig verloop van de transacties en de controles daarop moeten speciale bepalingen worden vastgesteld. Het is dienstig daartoe een zekerheidsregeling vast te stellen waarmee de beoogde doelstellingen worden bereikt zonder dat dit voor de betrokken handelaren overdreven hoge kosten meebrengt. Bijgevolg moet worden afgeweken van sommige voorschriften, en met name van Verordening (EEG) nr. 2131/93.

    (4)

    Wanneer door omstandigheden die aan het interventiebureau zijn toe te schrijven, het afhalen van zachte tarwe meer dan vijf dagen wordt vertraagd of het vrijgeven van een van de verlangde zekerheden wordt uitgesteld, zal de betrokken lidstaat een schadeloosstelling moeten betalen.

    (5)

    Om wederinvoer te voorkomen, mag uitvoer in het kader van deze inschrijving alleen geschieden naar bepaalde derde landen.

    (6)

    Artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 voorziet in de mogelijkheid om de exporteur aan wie is gegund, de kosten te vergoeden van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding. Deze bepaling voor Oostenrijk moet worden toegepast, gezien de geografische ligging van dit land.

    (7)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onverminderd andersluidende bepalingen in deze verordening houdt het Oostenrijkse interventiebureau onder de bij Verordening (EEG) nr. 2131/93 vastgestelde voorwaarden een permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe die in zijn bezit is.

    Artikel 2

    1.   De inschrijving heeft betrekking op een hoeveelheid van ten hoogste 80 663 ton zachte tarwe voor uitvoer naar alle derde landen, met uitzondering van Albanië, Bulgarije, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro (3), de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Liechtenstein, Roemenië en Zwitserland.

    2.   De gebieden waar de 80 663 ton zachte tarwe is opgeslagen, zijn vermeld in bijlage I.

    Artikel 3

    1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 16, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is de bij uitvoer te betalen prijs die welke in het bod is vermeld, zonder maandelijkse verhogingen.

    2.   Voor uitvoer in het kader van deze verordening worden noch uitvoerrestituties, noch uitvoerbelastingen, noch maandelijkse verhogingen toegepast.

    3.   Artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 is niet van toepassing.

    4.   Op grond van artikel 7, lid 2 bis, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 worden aan de exporteur aan wie is gegund, de kosten vergoed van het vervoer op de gunstigste voorwaarden tussen de plaats van opslag en de werkelijke plaats van grensoverschrijding.

    Artikel 4

    1.   De uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte in de zin van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 tot en met het einde van de vierde daaropvolgende maand.

    2.   De offertes die in het kader van deze openbare inschrijving worden ingediend, mogen niet vergezeld gaan van aanvragen voor uitvoercertificaten in het kader van artikel 49 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (4).

    Artikel 5

    1.   In afwijking van het bepaalde in artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 verstrijkt de termijn voor de indiening van de offertes voor de eerste deelinschrijving op 31 maart 2005 om 9.00 uur (Brusselse tijd).

    2.   De termijn voor de indiening van de offertes voor volgende deelinschrijvingen verstrijkt telkens op donderdag om 9.00 uur (Brusselse tijd), behalve op 5 mei 2005.

    3.   De laatste deelinschrijving verstrijkt op 23 juni 2005 om 9.00 uur (Brusselse tijd).

    4.   De offertes moeten worden ingediend bij het Oostenrijkse interventiebureau:

    AMA (Agrarmarkt Austria)

    Dresdnerstraße 70

    A-1200 Wien

    Fax (43-1) 331 51 46 24, (43-1) 331 51 44 69

    Artikel 6

    1.   Naar keuze van de koper vóór of bij de uitslag uit de opslagplaats gaan het interventiebureau, de opslaghouder en de koper, indien deze laatste dit wenst, in onderlinge overeenstemming over tot het nemen van contradictoire monsters met een frequentie van ten minste één monsterneming voor elke 500 ton en tot de analyse van deze monsters. Het interventiebureau kan zich laten vertegenwoordigen door een gemachtigde, die evenwel niet de opslaghouder mag zijn.

    In geval van betwisting worden de resultaten van de analyses aan de Commissie meegedeeld.

    De contradictoire monsters worden genomen en geanalyseerd binnen een termijn van zeven werkdagen te rekenen vanaf de datum van het verzoek van de koper of binnen een termijn van drie werkdagen indien de monsters bij de uitslag uit de opslagplaats worden genomen. Wanneer het eindresultaat van de analyses van de monsters op een kwaliteit duidt die:

    a)

    beter is dan de in het bericht van inschrijving vermelde kwaliteit, moet de koper de partij als zodanig aanvaarden;

    b)

    beter is dan de voor interventie geldende minimumkenmerken, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit niet groter is dan:

    1 kg/hl voor het soortelijk gewicht, dat evenwel niet lager mag zijn dan 75 kg/hl,

    1 procentpunt voor het vochtgehalte,

    0,5 procentpunt voor de in punt B.2, respectievelijk punt B.4, van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 van de Commissie (5) bedoelde onzuiverheden, en

    0,5 procentpunt voor de in punt B.5 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 824/2000 bedoelde onzuiverheden, waarbij evenwel de voor schadelijke korrels en voor moederkoren toegestane percentages ongewijzigd blijven,

    moet de koper de partij als zodanig aanvaarden;

    c)

    beter is dan de voor interventie geldende minimumkenmerken, maar minder dan de in het bericht van inschrijving beschreven kwaliteit, waarbij het verschil ten opzichte van deze laatste kwaliteit groter is dan het onder b) bedoelde verschil, kan de koper:

    hetzij de partij als zodanig aanvaarden;

    hetzij weigeren de betrokken partij over te nemen. Hij is eerst van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld overeenkomstig bijlage II op de hoogte heeft gebracht; indien hij echter het interventiebureau verzoekt hem zonder extra kosten een andere partij zachte tarwe uit de interventievoorraden van de in het vooruitzicht gestelde kwaliteit te leveren, wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen een termijn van ten hoogste drie dagen na het verzoek van de koper worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan overeenkomstig bijlage II onverwijld in kennis;

    d)

    minder is dan de voor interventie geldende minimumeisen, mag de koper de betrokken partij niet overnemen. Hij is eerst van al zijn verplichtingen voor de betrokken partij, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau onverwijld overeenkomstig bijlage II op de hoogte heeft gebracht; hij kan het interventiebureau echter verzoeken hem zonder extra kosten een andere partij zachte tarwe uit de interventievoorraden van de in het vooruitzicht gestelde kwaliteit te leveren. In dit geval wordt de zekerheid niet vrijgegeven. De partij moet binnen een termijn van ten hoogste drie dagen na het verzoek van de koper worden vervangen. De koper stelt de Commissie daarvan overeenkomstig bijlage II onverwijld in kennis.

    2.   Indien de zachte tarwe wordt uitgeslagen alvorens de resultaten van de analyses bekend zijn, zijn echter vanaf het tijdstip van de afhaling van de partij alle risico's voor rekening van de koper, onverminderd de rechtsmiddelen waarover de koper jegens de opslaghouder mocht beschikken.

    3.   Indien binnen een periode van ten hoogste één maand na de datum van het door de koper ingediende verzoek om vervanging de koper na achtereenvolgende vervangingen geen vervangende partij van de in het vooruitzicht gestelde kwaliteit heeft gekregen, is hij van al zijn verplichtingen, met inbegrip van die betreffende de zekerheden, ontslagen nadat hij de Commissie en het interventiebureau overeenkomstig bijlage II onverwijld op de hoogte heeft gebracht.

    4.   De kosten van monsternemingen en analyses zoals bedoeld in lid 1, met uitzondering van die waarbij het eindresultaat duidt op een mindere kwaliteit dan de voor interventie vereiste minimumkwaliteit, komen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voor maximaal één analyse per 500 ton, met uitzondering van de overslagkosten. Overslagkosten en eventuele aanvullende analyses op verzoek van de koper zijn voor diens rekening.

    Artikel 7

    In afwijking van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (6) moet in de documenten betreffende de verkoop van zachte tarwe overeenkomstig deze verordening, en met name in het uitvoercertificaat, het uitslagbewijs zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 3002/92, de aangifte ten uitvoer en, in voorkomend geval, het exemplaar T 5, een van de volgende vermeldingen worden opgenomen:

    Trigo blando de intervención sin aplicación de restitución ni gravamen, Reglamento (CE) no 459/2005

    Intervenční pšenice obecná nepodléhá vývozní náhradě ani clu, nařízení (ES) č. 459/2005

    Blød hvede fra intervention uden restitutionsydelse eller -afgift, forordning (EF) nr. 459/2005

    Weichweizen aus Interventionsbeständen ohne Anwendung von Ausfuhrerstattungen oder Ausfuhrabgaben, Verordnung (EG) Nr. 459/2005

    Pehme nisu sekkumisvarudest, mille puhul ei rakendata toetust või maksu, määrus (EÜ) nr 459/2005

    Μαλακός σίτος παρέμβασης χωρίς εφαρμογή επιστροφής ή φόρου, κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 459/2005

    Intervention common wheat without application of refund or tax, Regulation (EC) No 459/2005

    Blé tendre d'intervention ne donnant pas lieu à restitution ni taxe, règlement (CE) no 459/2005

    Frumento tenero d'intervento senza applicazione di restituzione né di tassa, regolamento (CE) n. 459/2005

    Intervences parastie kvieši bez kompensācijas vai nodokļa piemērošanas, Regula (EK) Nr. 459/2005

    Intervenciniai paprastieji kviečiai, kompensacija ar mokesčiai netaikytini, Reglamentas (EB) Nr. 459/2005

    Intervenciós búza, visszatérítés, illetve adó nem alkalmazandó, 459/2005/EK rendelet

    Zachte tarwe uit interventie, zonder toepassing van restitutie of belasting, Verordening (EG) nr. 459/2005

    Pszenica zwyczajna interwencyjna niedająca prawa do refundacji ani do opłaty, rozporządzenie (WE) nr 459/2005

    Trigo mole de intervenção sem aplicação de uma restituição ou imposição, Regulamento (CE) n.o 459/2005

    Intervenčná pšenica obyčajná nepodlieha vývozným náhradám ani clu, nariadenie (ES) č. 459/2005

    Intervencija navadne pšenice brez zahtevkov za nadomestila ali carine, Uredba (ES) št. 459/2005

    Interventiovehnä, johon ei sovelleta vientitukea eikä vientimaksua, asetus (EY) N:o 459/2005

    Interventionsvete, utan tillämpning av bidrag eller avgift, förordning (EG) nr 459/2005.

    Artikel 8

    1.   De overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2131/93 gestelde zekerheid moet worden vrijgegeven zodra de uitvoercertificaten zijn afgegeven aan degenen aan wie is toegewezen.

    2.   In afwijking van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2131/93 wordt de naleving van de verplichting tot uitvoer gegarandeerd door een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de op de toewijzingsdag geldende interventieprijs en de toewijzingsprijs en nooit kleiner mag zijn dan 25 EUR per ton. De helft van dit bedrag wordt bij de afgifte van het certificaat gesteld en het saldo vóór het afhalen van het graan.

    Artikel 9

    Het Oostenrijkse interventiebureau stelt de Commissie uiterlijk twee uur na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes in kennis van de ontvangen inschrijvingen. Zij moeten worden doorgezonden overeenkomstig het schema van bijlage III en via de in bijlage IV vermelde oproepnummers.

    Artikel 10

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 21 maart 2005.

    Voor de Commissie

    Mariann FISCHER BOEL

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78.

    (2)  PB L 191 van 31.7.1993, blz. 76. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2045/2004 (PB L 354 van 30.11.2004, blz. 17).

    (3)  Met inbegrip van Kosovo, zoals gedefinieerd in Resolutie 1244 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 10 juni 1999.

    (4)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

    (5)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 31.

    (6)  PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17.


    BIJLAGE I

    (in ton)

    Plaats van opslag

    Hoeveelheid

    Burgenland, Niederösterreich, Oberösterreich

    80 663


    BIJLAGE II

    Mededeling inzake weigering van partijen die zijn toegewezen in het kader van de permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe in het bezit van het Oostenrijkse interventiebureau

    (artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 459/2005)

    Naam van de indiener van de offerte aan wie is toegewezen:

    Datum van de openbare inschrijving:

    Datum van de weigering van de partij door de inschrijver aan wie is toegewezen:

    Nummer van de partij

    Hoeveelheid in ton

    Adres van de silo

    Reden voor de weigering

     

     

     

    Soortelijk gewicht (kg/hl)

     

     

     

    % gekiemde korrels

     

     

     

    % uitschot (Schwarzbesatz)

     

     

     

    % bestanddelen die geen onberispelijke basisgraankorrels zijn

     

     

     

    Andere


    BIJLAGE III

    Permanente openbare inschrijving voor de uitvoer van zachte tarwe in het bezit van het Oostenrijkse interventiebureau

    (Verordening (EG) nr. 459/2005)

    1

    2

    3

    4

    5

    6

    7

    Volgnummer van de inschrijvers

    Nummer van de partij

    Hoeveelheid (t)

    Prijs van de offertes

    (in EUR/t) (1)

    Toeslagen

    (+)

    Kortingen

    (–)

    (in EUR/t)

    (p.m.)

    Handelskosten

    (in EUR/t)

    Bestemming

    1

     

     

     

     

     

     

    2

     

     

     

     

     

     

    3

     

     

     

     

     

     

    enz.

     

     

     

     

     

     


    (1)  Deze prijs omvat de toeslagen of kortingen die gelden voor de partij waarop de inschrijving betrekking heeft.


    BIJLAGE IV

    Uitsluitend de volgende oproepnummers in Brussel mogen worden gebruikt (DG AGRI/D.2):

    fax (32-2) 292 10 34.


    Top