EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005H0698

Aanbeveling van de Commissie van 19 september 2005 inzake scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningssystemen onder het regelgevingskader voor elektronische communicatie (Voor de EER relevante tekst)

PB L 266 van 11.10.2005, p. 64–69 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2005/698/oj

11.10.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/64


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 19 september 2005

inzake scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningssystemen onder het regelgevingskader voor elektronische communicatie

(Voor de EER relevante tekst)

(2005/698/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Kaderrichtlijn) (1), en met name op artikel 19, lid 1,

Na raadpleging van het Comité voor communicatie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is noodzakelijk geschikte kostenberekeningsmechanismen in te voeren op grond van enkele essentiële bepalingen van het regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, te weten de artikelen 9, 11 en 13 en artikel 6, lid 1, in samenhang met bijlage I van Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (Toegangsrichtlijn) (2), artikel 17, artikel 18, lid 1, en bijlage VII, punt 2, van Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn) (3), alsmede artikel 13 van Richtlijn 2002/21/EG.

(2)

Exploitanten die blijkens een overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG gemaakte marktanalyse over aanmerkelijke marktmacht (hierna „AMM” genoemd) op een relevante markt beschikken (hierna „aangemelde exploitanten” genoemd), kunnen onder meer verplichtingen worden opgelegd inzake het voeren van gescheiden boekhoudingen en/of de invoering van een kostenberekeningssysteem. Het doel van zulke verplichtingen is transacties tussen exploitanten transparanter te maken en/of de werkelijke kosten van geleverde diensten te bepalen. Bovendien kan de verplichting tot scheiding van boekhoudingen en invoering van kostenberekeningssystemen door de nationale regelgevingsinstanties worden gebruikt als aanvulling op andere verplichtingen (bv. inzake transparantie, non-discriminatie en kostenoriëntatie) die uit hoofde van het regelgevingskader aan aangemelde exploitanten zijn opgelegd.

(3)

Deze aanbeveling is een herziening van Aanbeveling 98/322/EG van de Commissie van 8 april 1998 inzake interconnectie in een geliberaliseerde telecommunicatiemarkt (Deel 2 — Scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningen) (4) naar aanleiding van de toepassing van het regelgevingskader voor elektronische communicatie (per 25 juli 2003). Deze herziening is noodzakelijk omdat met het regelgevingskader van 2002 enkele belangrijke wijzigingen in het regelgevingspakket van 1998 zijn aangebracht, zoals een verruiming van het toepassingsgebied van het regelgevingskader, een andere aanpak bij het opleggen van ex-ante-verplichtingen, een afwijkend toepassingsgebied van de specifieke voorschriften inzake kostenberekening en scheiding van boekhoudingen, en de introductie van het beginsel van technologische neutraliteit.

(4)

De algemene doelstellingen van deze aanbeveling zijn het bevorderen van de toepassing van uniforme kostenberekeningsprincipes en methodes op EU-niveau, rekening houdende met de ervaring die de nationale regelgevingsinstanties met kostenberekening en scheiding van boekhoudingen hebben opgedaan, alsmede het transparanter maken van de boekhoudsystemen, de methodieken, de verzamelde gegevens en het audit- en verslagleggingsproces ten behoeve van alle betrokken partijen.

(5)

Een exploitant kan zowel actief zijn op markten waarop hij als exploitant met aanmerkelijke marktmacht wordt beschouwd, als op concurrerende markten waarvoor hij niet als zodanig wordt aangewezen. Om zich van haar regelgevingstaken te kunnen kwijten, heeft een nationale regelgevingsinstantie soms informatie nodig over markten waarop een exploitant niet over AMM beschikt. Wanneer een aangemelde exploitant met AMM op één of meer markten een verplichting tot scheiding van boekhoudingen wordt opgelegd, kan deze verplichting zich ook uitstrekken tot markten waarop deze exploitant geen AMM heeft, bijvoorbeeld om de samenhang van de gegevens te waarborgen.

(6)

Indien een bepaalde methodiek voor kostenberekening of scheiding van boekhoudingen wordt voorgeschreven als uitgangspunt voor besluiten over prijsmaatregelen, dient deze zo te worden gespecificeerd dat zij efficiënte investeringen aanmoedigt en mogelijke concurrentievervalsende gedragingen blootlegt, in het bijzonder prijsklemmen, terwijl zij bovendien in overeenstemming met de in artikel 8 van Richtlijn 2002/21/EG genoemde beleidsdoelstellingen van de nationale regelgevingsinstanties dient te zijn.

(7)

Als een nieuwe of herziene kostenberekeningsmethodiek wordt ingevoerd, betekent dit mogelijk dat de huidige niveaus van gereguleerde vergoedingen en/of prijsmechanismen op een of andere manier niet voldoen of niet op elkaar zijn afgestemd. Mocht een nationale regelgevingsinstantie van mening zijn dat corrigerend optreden noodzakelijk is, dient zij hierbij voldoende rekening te houden met het commerciële en economische klimaat teneinde het risico en de onzekerheid op de relevante markten zoveel mogelijk te beperken. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een geleidelijke prijsaanpassing over een redelijke termijn.

(8)

Bij de invoering van een boekhoudsysteem waarbij een prospectieve aanpak wordt gebruikt (zoals de gemiddelde incrementele kosten op lange termijn) die niet op historische kosten maar op de huidige kosten is gebaseerd, d.w.z. waarin de activa worden geherwaardeerd aan de hand van de kosten bij gebruik van een gelijkwaardige moderne infrastructuur die op de meest efficiënte beschikbare technologie is gebaseerd, kan het noodzakelijk zijn dat de nationale regelgevingsinstanties de parameters van de kostenberekeningsmethodiek aanpassen teneinde deze doelstellingen te bereiken. Waar toepasselijk, dient een gecoördineerd gebruik van top-down- en bottom-up-benaderingen te worden overwogen. Kostenberekeningssystemen moeten worden gebaseerd op het beginsel van kostenveroorzaking, zoals bij „activity-based costing”.

(9)

Wanneer op netwerkinfrastructuur, bijvoorbeeld op de abonneelijn, waarvoor op middellange termijn niet zo goed een alternatief is te vinden, kostenrekening op basis van huidige kosten (current cost accounting, hierna „CCA” genoemd) wordt toegepast, zijn voor een consequente toepassing van kostenberekeningsmethodieken parameters nodig (zoals de kapitaalskosten, afschrijvingsprofielen, winstmarges, tijdafhankelijke componenten) die door de nationale regelgevingsinstanties dienovereenkomstig moeten worden aangepast.

(10)

Wanneer de invoering van een kostenberekeningssysteem overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2002/19/EG verplicht is, dienen de regels voor de toewijzing van de kosten dermate gedetailleerd te zijn dat het verband tussen de kosten en de vergoedingen voor netwerkcomponenten en -diensten duidelijk wordt; bovendien dient te worden vermeld op welke basis de direct en de indirect toewijsbare kosten worden omgeslagen over de verschillende boekhoudingen.

(11)

Deze aanbeveling dient als leidraad voor de invoering van kostenberekening en scheiding van de boekhoudingen op basis van het nieuwe regelgevingskader van 2002. Aanbeveling 98/322/EG bevatte aanwijzingen over de toepassing van kostenberekening en scheiding van boekhoudingen op grond van het regelgevingskader van 1998. De aanbeveling van 1998 blijft van toepassing in situaties waarin de lidstaten de herziening van de bestaande verplichtingen betreffende kostenberekening en scheiding van boekhoudingen nog niet hebben voltooid overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG.

(12)

Wanneer de lidstaten een compensatieregeling met financiële overdrachten hebben ingevoerd, dienen deze overdrachten op grond van bijlage IV, deel B, van Richtlijn 2002/22/EG op objectieve, transparante, niet-discriminerende en evenredige wijze plaats te vinden. Teneinde hieraan te voldoen, dient in de systemen voor scheiding van boekhoudingen op passende wijze melding te worden gemaakt van eventuele compensaties in ruil voor de verplichte levering van universele diensten.

(13)

Wat de financiering van de universeledienstverplichtingen betreft, laat de aanbeveling in de Commissie Richtlijn 80/723/EEG van de Commissie van 25 juni 1980 betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven en de financiële doorzichtigheid binnen bepaalde ondernemingen (5) onverlet.

(14)

Door de beginselen van deze aanbeveling te volgen, worden de lidstaten en bedrijven niet ontslagen van de verplichting om volledig aan de mededingingsregels van de Gemeenschap te voldoen.

(15)

Aanbeveling 2002/590/EG van de Commissie van 16 mei 2002 — Onafhankelijkheid van de met de wettelijke controle belaste accountant in de EU: basisbeginselen (6) biedt een solide raamwerk waaraan de onafhankelijkheid van de accountant indien nodig kan worden getoetst.

(16)

De Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (7) heeft een advies uitgebracht over de herziening van de aanbeveling van de Commissie inzake scheiding van boekhoudingen en kostenberekeningssystemen van 1998, waarin een gedetailleerde bijlage over bepaalde aspecten van kostenberekening en scheiding van boekhoudingen is opgenomen,

DOET DE VOLGENDE AANBEVELING:

1)

Deze aanbeveling betreft de invoering van systemen voor kostenberekening en scheiding van boekhoudingen door exploitanten die door de nationale regelgevingsinstanties zijn aangemeld als exploitanten met aanmerkelijke marktmacht op basis van een marktanalyse die in overeenstemming met artikel 16 van Richtlijn 2002/21/EG is gemaakt. Exploitanten waaraan dergelijke verplichtingen zijn opgelegd, worden hierna „aangemelde exploitanten” genoemd.

De bedoeling van een verplichting tot invoering van een kostenberekeningssysteem is ervoor te zorgen dat aangemelde exploitanten eerlijke, objectieve en transparante criteria aanleggen bij de toewijzing van de kosten aan diensten in situaties waarin zij verplicht zijn prijsmaatregelen toe te passen of kostengeoriënteerde prijzen vast te stellen.

De bedoeling van een verplichting tot scheiding van boekhoudingen is te zorgen voor een hogere mate van detaillering van de informatie dan kan worden afgeleid uit de wettelijk voorgeschreven boekhouding van de aangemelde exploitant, teneinde de prestaties van bepaalde bedrijfsonderdelen van de aangemelde exploitant zo nauwkeurig mogelijk weer te geven, als hadden zij als zelfstandige ondernemingen geopereerd en, in het geval van verticaal geïntegreerde ondernemingen, om discriminatie ten gunste van hun eigen activiteiten en oneerlijke kruissubsidiëring te voorkomen.

2)

Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties van de aangemelde exploitanten verlangen dat zij hun exploitatiekosten, geïnvesteerde kapitaal en inkomsten zo ver uitsplitsen dat aan de beginselen van evenredigheid en transparantie en aan de wettelijke doelstellingen van het nationale en Gemeenschapsrecht wordt voldaan.

Aanbevolen wordt de toewijzing van kosten, geïnvesteerd kapitaal en inkomsten te laten plaatsvinden overeenkomstig het beginsel van kostenveroorzaking (bijvoorbeeld met „activity-based costing”).

Met de systemen voor kostenberekening en scheiding van boekhoudingen van de aangemelde exploitanten dient het mogelijk te zijn de financiële gegevens te rapporteren waaruit blijkt dat volledig aan de wettelijke verplichtingen wordt voldaan. Aanbevolen wordt deze mogelijkheid te toetsen aan de kwalitatieve criteria relevantie, betrouwbaarheid, vergelijkbaarheid en materialiteit.

Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties zich overtuigen van de deugdelijkheid en doeltreffendheid van de systemen voor kostenberekening en scheiding van boekhoudingen, en dat het publiek over dergelijke systemen kan worden geraadpleegd.

3)

Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties bij het beoordelen van de kenmerken en specificaties van de kostenberekeningssystemen nagaan of de kostenberekeningssystemen van de aangemelde exploitant in staat zijn om de kosteninformatie zodanig te analyseren en presenteren dat aan de doelstellingen van de regelgeving wordt voldaan. In het bijzonder dienen de kostenberekeningssystemen van de aangemelde exploitanten onderscheid te maken tussen directe (8) en indirecte kosten (9).

Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties na een besluit over een op huidige kosten gebaseerd kostenberekeningssysteem duidelijke termijnen en een referentiejaar vaststellen voor nieuwe, op huidige kosten gebaseerde kostenberekeningssystemen van hun aangemelde exploitanten.

De waardering van netwerkactiva op basis van de prospectieve of huidige waarde van een efficiënte exploitant, dat wil zeggen, het ramen van de kosten die door gelijkwaardige exploitanten zouden moeten worden gemaakt als er sterke concurrentie op de markt zou heersen, is een cruciaal element van de methodiek van kostenberekening op basis van huidige kosten (CCA). Dit betekent dat de in de exploitatiekosten opgenomen afschrijvingskosten op basis van de huidige waarde van moderne, equivalente activa moeten worden berekend. Derhalve dient ook de verslaglegging over het geinvesteerde kapitaal op basis van huidige kosten te geschieden. Andere kostenaanpassingen kunnen noodzakelijk zijn om uitdrukking te geven aan de huidige aanschafkosten van een goed en de grondslag voor de exploitatiekosten ervan. De waardering van de netwerkactiva op de prospectieve of huidige waarde kan waar nodig worden aangevuld door een kostenberekeningsmethodiek zoals LRIC (long run incremental costs = gemiddelde incrementele kosten op de lange termijn) toe te passen.

Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties voldoende rekening houden met prijs- en concurrentievraagstukken die aan de orde kunnen komen bij de toepassing van CCA, bijvoorbeeld bij de ontbundeling van het aansluitnet.

Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties voldoende rekening houden met verdere aanpassingen in de financiële gegevens over efficiencyfactoren, met name bij het gebruik van kostengegevens voor het motiveren van tariefbesluiten, aangezien ook het gebruik van kostenberekeningssystemen (zelfs CCA) niet altijd volledige duidelijkheid verschaft over de gemaakte of relevante kosten bij efficiënte exploitatie (10). Over efficiencyfactoren kan duidelijkheid worden verkregen door analyses te maken van andere netwerktopologieën of -architecturen, afschrijvingsmethoden en toegepaste of geplande netwerktechnologieën.

4)

Aanbevolen wordt dat de aangemelde exploitanten waaraan een verplichting tot scheiding van boekhoudingen is opgelegd, een winst-en-verliesrekening indienen en opgave doen van het geïnvesteerde kapitaal voor elke entiteit (op basis van de relevante marken en diensten) waarvoor zij verslag dienen te leggen. Van interne verrekeningen voor aankopen tussen markten en diensten moet duidelijk en voldoende gedetailleerd opgave worden gedaan zodat blijkt dat het non-discriminatiebeginsel wordt nageleefd. Op grond van deze verplichting om gescheiden boekhoudingen te presenteren, is het soms noodzakelijk tevens informatie op te stellen en te onthullen voor markten waarop een exploitant niet over AMM beschikt.

Omwille van de consistentie en de integriteit van de gegevens verdient het aanbeveling om de financiële verslagen van de door het regelgevingskader voorgeschreven rekeningen te consolideren tot een winst-en-verliesrekening en een verklaring omtrent het geïnvesteerde kapitaal voor de onderneming als geheel. Tevens dienen de door het regelgevingskader voorgeschreven gescheiden boekhoudingen in overeenstemming te worden gebracht met de wettelijk voorgeschreven boekhoudingen van de exploitant. Zij dienen aan een onafhankelijke accountantscontrole of een controle door een nationale regelgevingsinstantie te worden onderworpen (mits deze beschikt over daartoe gekwalificeerd personeel).

5)

Aanbevolen wordt dat de nationale regelgevingsinstanties relevante boekhoudkundige informatie van aangemelde exploitanten in voldoende detail ter beschikking stellen van belanghebbende partijen. De verstrekte informatie moet dermate gedetailleerd zijn dat kan worden vastgesteld of er geen ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt tussen intern en extern geleverde diensten en dat de gemiddelde kosten van de diensten kunnen worden bepaald, evenals de methodes waarmee deze zijn berekend. Bij het verstrekken van informatie met het oog hierop dienen de nationale regelgevingsinstanties op passende wijze rekening te houden met de vertrouwelijkheid van commerciële gegevens.

In dit verband zal de publicatie door de aangemelde exploitant van voldoende gedetailleerde kostenstaten waaruit bijvoorbeeld de gemiddelde kosten van netwerkcomponenten blijken, bijdragen tot de transparantie en tot het vertrouwen van de concurrenten dat er geen concurrentievervalsende kruissubsidiëring plaatsvindt. Dit wordt met name voor „wholesale”-diensten belangrijk geacht. Toepassingsrichtsnoeren voor de verslaglegging en de publicatie van informatie zijn in de bijlage opgenomen.

6)

Bepaalde ondernemingen kunnen overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2002/22/EG worden aangewezen als aanbieders van de universele dienst en overeenkomstig het bepaalde van artikel 17 van Richtlijn 2002/22/EG worden onderworpen aan regulering van eindgebruikerstarieven. Voor die lidstaten die een financieringsregeling voor de universeledienstverplichtingen hebben ingevoerd, verdient het aanbeveling eventuele bijdragen die een aangemelde onderneming in het kader van een compensatiemechanisme ontvangt, in de systemen voor scheiding van boekhoudingen te vermelden.

7)

Deze boekhoudkundige richtsnoeren hebben betrekking op de verslaglegging uit hoofde van het regelgevingskader en zijn niet bedoeld ter vervanging van een eventuele door de lidstaten verplicht gestelde financiële verslaglegging.

8)

Deze aanbeveling wordt uiterlijk drie jaar na de datum van toepassing herzien.

9)

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 19 september 2005.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33.

(2)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 7.

(3)  PB L 108 van 24.4.2002, blz. 51.

(4)  PB L 141 van 13.5.1998, blz. 6.

(5)  PB L 195 van 29.7.1980, blz. 35. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/52/EG (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 75).

(6)  PB L 191 van 19.7.2002, blz. 22.

(7)  De Europese Groep van regelgevende instanties voor elektronische communicatienetwerken en -diensten is opgericht bij Besluit 2002/627/EG van de Commissie (PB L 200 van 30.7.2002, blz. 38), gewijzigd bij Besluit 2004/641/EG (PB L 293 van 16.9.2004, blz. 30).

(8)  Directe kosten zijn kosten die volledig en ondubbelzinnig voor bepaalde activiteiten worden gemaakt.

(9)  Indirecte kosten zijn kosten die op basis van een eerlijke en objectieve verdeelsleutel moeten worden omgeslagen.

(10)  Soms zijn bepaalde activa overbodig of is de netwerkarchitectuur suboptimaal. De invoering van een economisch/technisch bottom-up-model helpt bij het verschaffen van informatie over de kosten ten gevolge van inefficiënte bedrijfsvoering of over nodeloze uitgaven die niet mogen worden meegerekend.


BIJLAGE

RICHTSNOEREN VOOR DE VERSLAGLEGGING EN DE PUBLICATIE VAN INFORMATIE

In deze bijlage wordt nader ingegaan op de verslaglegging, de publicatie van informatie en de verklaring van overeenstemming.

Overeenkomstig de principes van punt 2 van de aanbeveling dienen systemen voor kostenberekening en scheiding van boekhoudingen dermate gedetailleerde financiële informatie te verschaffen dat blijkt dat de beginselen van non-discriminatie en transparantie in acht worden genomen. Daarbij moeten de inkomsten, de kosten, het geïnvesteerde kapitaal en de volumes op adequate wijze worden vermeld en aan de diverse activiteiten van de exploitant worden toegewezen. De betrokken boekhoudkundige informatie dient onverwijld ter beschikking van de nationale regelgevingsinstantie te worden gesteld.

Door een goede presentatie van de rekeningen wordt ervoor gezorgd dat de belangrijkste boodschappen van de financiële overzichten duidelijk en doeltreffend naar voren worden gebracht op een zo eenvoudig en ongecompliceerd mogelijke wijze. De presentatie van gegevens in financiële overzichten vereist een zekere mate van abstractie en bundeling. Een correct verloop van dit proces draagt bij tot meer kennis, aangezien een dergelijke presentatie voldoet aan de verschillende doelstellingen van het regelgevingskader, zoals aantonen dat de tarieven op de kosten zijn gebaseerd of dat er geen onnodig onderscheid wordt gemaakt.

Financiële verslagen omvatten ook begeleidende notities en aanvullende schema's waarmee de financiële overzichten worden toegelicht. De financiële overzichten vormen samen met de begeleidende notities een geïntegreerd geheel.

De door het regelgevingskader voorgeschreven boekhoudkundige informatie is van nut voor de nationale regelgevingsinstanties en andere partijen waarvoor de op deze informatie gebaseerde reguleringsbesluiten gevolgen kunnen hebben, zoals concurrenten, investeerders en consumenten. In dit verband kan de publicatie van informatie bijdragen tot een open en concurrerende markt en eveneens tot de geloofwaardigheid van het voorgeschreven boekhoudsysteem.

Voor de publicatie kunnen evenwel beperkingen gelden op grond van voorschriften van de lidstaten en de Gemeenschap ten aanzien van de vertrouwelijkheid van bedrijfsgegevens. Daarom verdient het aanbeveling dat de nationale regelgevingsinstanties, na inwinning van het advies van de exploitanten, bepalen welke informatie als vertrouwelijk moet worden beschouwd en daarom niet toegankelijk mag worden gemaakt.

1.   Rapportage en publicatie van informatie

De volgende financiële gegevens moeten voor de relevante markt/dienst worden gerapporteerd en gepubliceerd (met inachtneming van de vertrouwelijkheidseisen en nationale wettelijke verplichtingen):

winst-en-verliesrekeningen;

een overzicht van het geïnvesteerde kapitaal (uitvoerige berekeningsmethode en waarde van de gebruikte parameters);

geconsolideerde gegevens en de relatie tot de wettelijk voorgeschreven rekeningen en andere bronnen van kosteninformatie;

een beschrijving van de kostenberekeningsmethodiek, waaronder de referenties naar kostenbasis en normen, toewijzings- en waarderingsmethodieken, identificatie en behandeling van indirecte kosten;

non-discriminatiegegevens (gedetailleerde gegevens van overdrachten);

een accountantsverklaring (voorzover vereist door de nationale regelgevingsinstanties);

een beschrijving van het boekhoudbeleid en de wettelijk voorgeschreven boekhoudkundige beginselen;

een verklaring van overeenstemming met de nationale en de Gemeenschapsvoorschriften;

waar nodig andere aanvullende regelingen.

De verslaggevingsformaten, die op de modellen voor de wettelijk voorgeschreven verslaggeving mogen worden gebaseerd, dienen vooraf door de nationale regelgevingsinstanties te worden vastgelegd in overleg met de exploitanten. De verklaring van overeenstemming met de nationale en de Gemeenschapswetgeving, de accountantsverklaring en de beschrijving van de toegepaste boekhoudkundige beginselen, beleidslijnen, methodieken en procedures, met name de kostenberekeningsmethodieken, kunnen niet als vertrouwelijk worden beschouwd. Behoudens uitzonderingen op grond van nationale en Gemeenschapswetgeving inzake de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie, dienen de resultaten van het accountantsonderzoek gepubliceerd te worden.

2.   Verklaring van overeenstemming

De jaarlijkse verklaring van overeenstemming dient ten minste het volgende te omvatten:

de conclusies van de accountant;

alle geconstateerde onregelmatigheden;

de aanbevelingen van de accountant (met een beschrijving van de gevolgen daarvan);

een volledige beschrijving van de gevolgde verificatiemethode;

enige gebundelde financiële en boekhoudkundige gegevens (zoals CCA-aanpassingen, belangrijkste veronderstellingen omtrent de toewijzingsmethodiek, het niveau van de toegewezen kosten en de mate van verfijning van het model).

De publicatie van de verklaring van overeenstemming en de resultaten van het accountantsonderzoek dienen te worden gepresenteerd op een voor de betrokken partijen gemakkelijk toegankelijke wijze, zoals op papier, in elektronisch formaat of op de website van de exploitant of de nationale regelgevingsinstantie.

3.   Verslagperiode

De publicatie van de door de regelgeving voorgeschreven rekeningen dient jaarlijks te geschieden zo kort mogelijk na afloop van het boekjaar. De publicatie van de verklaring dient uiterlijk twee maanden na afloop van de wettelijk voorgeschreven accountantscontrole plaats te vinden, dan wel niet later dan de gebruikelijke, wettelijk voorgeschreven termijn.


Top