Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005E0355

    Gemeenschappelijk Optreden 2005/355/GBVB van de Raad van 2 mei 2005 inzake de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (DRC)

    PB L 112 van 3.5.2005, p. 20–23 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 164M van 16.6.2006, p. 1–4 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2007: This act has been changed. Current consolidated version: 25/04/2006

    ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2005/355/oj

    3.5.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 112/20


    GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2005/355/GBVB VAN DE RAAD

    van 2 mei 2005

    inzake de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (DRC)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14, artikel 25, derde alinea, artikel 26 en artikel 28, lid 3, eerste alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 12 april 2005 heeft de Raad Gemeenschappelijk Standpunt 2005/304/GBVB over de preventie, beheersing en oplossing van conflicten in Afrika en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2004/85/GBVB (1) vastgesteld.

    (2)

    Op 22 november 2004 heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan het Actieplan voor EVDB-ondersteuning voor vrede en veiligheid in Afrika. Op 13 december 2004 heeft hij richtsnoeren voor de uitvoering van dit actieplan goedgekeurd.

    (3)

    Op 13 december 2004 heeft de Raad in zijn conclusies blijk gegeven van zijn wens om bij te dragen tot de hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo.

    (4)

    Op 28 juni 2004 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2004/530/GBVB (2) vastgesteld, houdende verlenging en wijziging van het mandaat van de heer Aldo Ajello als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het gebied van de Grote Meren in Afrika.

    (5)

    Op 9 december 2004 heeft de Raad Gemeenschappelijk Optreden 2004/847/GBVB inzake de politiemissie van de Europese Unie in Kinshasa (DRC) met betrekking tot de geïntegreerde politie-eenheid (EUPOL Kinshasa) vastgesteld (3).

    (6)

    De algemene en alomvattende overeenkomst die op 17 december 2002 in Pretoria door de Congolese partijen is ondertekend, gevolgd door de op 2 april 2003 in Sun City ondertekende Slotakte, heeft een overgangsperiode in de DRC ingeluid, inclusief de oprichting van een geherstructureerd en geïntegreerd nationaal leger.

    (7)

    Op 30 maart 2005 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1592 (2005) aangenomen over de situatie met betrekking tot de Democratische Republiek Congo (DRC), waarin hij onder meer zijn steun aan het overgangsproces in de Democratische Republiek Congo herhaalt, de overgangsregering van nationale eenheid verzoekt de hervorming van de veiligheidssector tot een goed einde te brengen en besluit het mandaat van de missie van de Organisatie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo (MONUC), zoals omschreven in resolutie 1565 (2004), te verlengen.

    (8)

    Op 26 april 2005 heeft de regering van de DRC een officiële uitnodiging gericht tot de secretaris-generaal/ hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid om steun van de Unie te verkrijgen middels de oprichting van een adviserend en bijstandverlenend team bij de Congolese autoriteiten op het gebied van hervorming van de veiligheidssector.

    (9)

    De huidige veiligheidssituatie in de DRC kan verslechteren, hetgeen ernstige gevolgen kan hebben voor het proces van versterking van de democratie, de rechtsstaat en de veiligheid op internationaal en regionaal vlak. Een bestendige toezegging van politieke steun en middelen van de Europese Unie zal ertoe bijdragen de stabiliteit in de regio te versterken.

    (10)

    Op 12 april 2005 heeft de Raad het algemeen concept inzake de instelling van een adviserende en bijstandverlenende missie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo goedgekeurd.

    (11)

    Over de status van de missie zal met de regering van de DRC overleg worden gepleegd met als doel de overeenkomst inzake de status van EUPOL Kinshasa toe te passen op de missie en de personeelsleden ervan,

    HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Missie

    1.   De Europese Unie stelt een adviserende en bijstandverlenende missie in op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (DRC), EUSEC RD Congo genaamd, met als doel bij te dragen tot een geslaagde integratie van het leger in de DRC. De missie moet de Congolese veiligheidsautoriteiten advies geven en bijstand bieden waarbij een beleid moet worden bevorderd dat strookt met de mensenrechten en het internationale humanitaire recht, de democratische normen en de beginselen van behoorlijk bestuur, transparantie en eerbiediging van de rechtsstaat.

    2.   De missie treedt op in overeenstemming met de doelstellingen en andere bepalingen vervat in de taakomschrijving in artikel 2.

    Artikel 2

    Taakomschrijving

    In nauwe samenwerking en coördinatie met de overige actoren van de internationale gemeenschap streeft de missie ernaar concrete steun te verlenen inzake integratie van het Congolese leger en goed bestuur op veiligheidsgebied, zoals omschreven in het algemeen concept, inclusief het aangeven van verschillende projecten en opties waaraan de Europese Unie en/of haar lidstaten kunnen besluiten steun te verlenen, en bijdragen tot de uitwerking daarvan.

    Artikel 3

    Structuur van de missie

    De structuur van de missie is als volgt:

    a)

    een kantoor in Kinshasa, bemand door het hoofd van de missie en het niet bij de Congolese autoriteiten aangestelde personeel,

    b)

    deskundigen die zijn aangesteld op met name onderstaande sleutelposten van de Congolese overheid:

    kabinet van de minister van Defensie,

    generale staf, inclusief de militaire integratiestructuur (MIS),

    generale staf van de landmacht,

    nationale commissie voor ontwapening, demobilisatie en reïntegratie (Conader), en

    gezamenlijk operationeel comité.

    Artikel 4

    Voorbereidingsfase

    1.   Het secretariaat-generaal van de Raad werkt, bijgestaan door het hoofd van de missie, een plan uit ter uitvoering van de missie.

    2.   Het uitvoeringsplan alsmede de start van de missie worden door de Raad goedgekeurd.

    Artikel 5

    Hoofd van de missie

    1.   De heer Pierre Michel JOANA wordt benoemd tot hoofd van de missie. Het hoofd van de missie draagt zorg voor het dagelijks beheer van de missie en is verantwoordelijk voor personeels- en tuchtzaken.

    2.   Het hoofd van de missie wordt aangeworven op contractbasis bij de Commissie.

    3.   Alle deskundigen van de missie blijven onder het gezag staan van de bevoegde EU-lidstaat of EU-instelling, vervullen hun taken en handelen in het belang van de missie. Zowel gedurende de missie als na afloop ervan nemen de deskundigen van de missie de grootste discretie in acht wat betreft alle feiten en informatie in verband met de missie.

    Artikel 6

    Personeel

    1.   De deskundigen van de missie worden door de EU-lidstaten en de EU-instellingen gedetacheerd. Elke lidstaat of instelling draagt de kosten in verband met de door hem gedetacheerde deskundigen, met uitzondering van het hoofd van de missie, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, kosten voor vervoer van en naar de DRC en de vergoedingen, met uitzondering van dagvergoedingen en huisvestingstoelagen.

    2.   Internationaal civiel personeel en lokaal personeel wordt naar gelang van de behoeften op contractbasis door de missie aangeworven.

    Artikel 7

    Hiërarchie

    De missie heeft een eengemaakte hiërarchie:

    het hoofd van de missie leidt het adviserende en bijstandverlenende team, zorgt voor het dagelijks beheer en rapporteert via de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV);

    de SVEU informeert het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en rapporteert via de SG/HV aan de Raad;

    de SG/HV verstrekt via de SVEU richtsnoeren aan het hoofd van de missie;

    het Politiek en Veiligheidscomité zorgt voor politieke controle en strategische aansturing.

    Artikel 8

    Politieke controle en strategische aansturing

    1.   Onder de verantwoordelijkheid van de Raad oefent het PVC de politieke controle op en de strategische leiding van de operatie uit. De Raad machtigt het PVC om de relevante besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om het uitvoeringsplan en de hiërarchie te wijzigen. De machtiging omvat ook de bevoegdheden voor het nemen van de latere besluiten inzake de benoeming van het hoofd van de missie. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de missie blijven berusten bij de Raad, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger.

    2.   De SVEU verstrekt het hoofd van de missie de voor zijn werk op lokaal niveau noodzakelijke politieke richtsnoeren.

    3.   Het PVC rapporteert op geregelde tijdstippen aan de Raad, rekening houdend met de SVEU-rapporten.

    4.   Het PVC ontvangt op geregelde tijdstippen verslagen van het hoofd van de missie over het verloop van de missie. Het PVC mag het hoofd van de missie in voorkomend geval op zijn vergaderingen uitnodigen.

    Artikel 9

    Financiële regelingen

    1.   Het referentiebedrag dat de uitgaven in verband met de missie moet dekken, bedraagt 1 600 000 EUR.

    2.   Ten aanzien van de met het in lid 1 bedoelde bedrag gefinancierde uitgaven is het volgende van toepassing:

    a)

    de uitgaven worden beheerd overeenkomstig de voorschriften en procedures van de Europese Gemeenschap die van toepassing zijn op de begroting, met als uitzondering dat prefinancieringen niet het eigendom van de Gemeenschap blijven. Onderdanen van derde landen mogen inschrijven bij aanbestedingen;

    b)

    het hoofd van de missie brengt volledig verslag uit aan de Commissie, onder wier toezicht hij staat, over de in het kader van zijn contract ondernomen activiteiten.

    3.   De financiële regelingen moeten voldoen aan de operationele vereisten van de missie, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting.

    Artikel 10

    Coördinatie en verbinding

    1.   Overeenkomstig zijn taakomschrijving staat de SVEU in voor de coördinatie met de andere EU-actoren en voor de betrekkingen met de autoriteiten van het gastland.

    2.   Onverminderd de hiërarchie werkt het hoofd van de missie samen met EUPOL Kinshasa teneinde ervoor te zorgen dat de twee missies passen in de algemene context van de EU-activiteiten in de DRC.

    3.   Onverminderd de hiërarchie werkt het hoofd van de missie tevens coördinerend samen met de delegatie van de Commissie.

    4.   Het hoofd van de missie werkt samen met de overige aanwezige internationale actoren, in het bijzonder MONUC en de bij de DRC betrokken derde staten.

    Artikel 11

    Optreden van de Gemeenschap

    De Raad neemt nota van het voornemen van de Commissie om haar optreden in voorkomend geval te richten op de verwezenlijking van de doelstellingen van dit gemeenschappelijk optreden.

    Artikel 12

    Vrijgave van gerubriceerde gegevens

    1.   De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger is gemachtigd om gerubriceerde gegevens en documenten van de Europese Unie die ten behoeve van de missie zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad, vrij te geven aan de Verenigde Naties, derde staten en het gastland.

    2.   De secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger is gemachtigd om door de Europese Unie niet-gerubriceerde documenten betreffende de beraadslagingen van de Raad over de missie die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad vallen, vrij te geven aan de Verenigde Naties, derde staten en het gastland.

    Artikel 13

    Status van de missie en het personeel ervan

    1.   Over de status van de missie en het personeel ervan wordt overeenstemming bereikt met de bevoegde autoriteiten van de DRC.

    2.   De EU-lidstaat of de EU-instelling die een personeelslid heeft gedetacheerd, is verantwoordelijk voor de afhandeling van met de detachering verband houdende schade-eisen van of betreffende het personeelslid. De betrokken lidstaat of instelling stelt in voorkomend geval vorderingen tegen het gedetacheerd personeelslid in.

    Artikel 14

    Evaluatie van de missie

    Het Politiek en Veiligheidscomité evalueert uiterlijk zes maanden na de start van de missie de eerste resultaten ervan en legt zijn conclusies voor aan de Raad, inclusief, in voorkomend geval, de aanbeveling aan de Raad om een besluit te nemen over de verlenging of wijziging van de taakomschrijving van de missie.

    Artikel 15

    Inwerkingtreding, duur en uitgaven

    1.   Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Dit gemeenschappelijk optreden is van toepassing tot en met 2 mei 2006.

    2.   De in artikel 9 bedoelde uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum waarop dit gemeenschappelijk optreden wordt vastgesteld.

    Artikel 16

    Bekendmaking

    Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 2 mei 2005.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. ASSELBORN


    (1)  PB L 97 van 15.4.2005, blz. 57.

    (2)  PB L 234 van 3.7.2004, blz. 13. Gemeenschappelijk optreden gewijzigd bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/96/GBVB (PB L 31 van 4.2.2005, blz. 70).

    (3)  PB L 367 van 14.12.2004, blz. 30.


    Top