EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0802

2005/802/EG: Besluit van de Commissie van 17 oktober 2005 tot aanvaarding van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende kaliumchloride uit Rusland

PB L 302 van 19.11.2005, p. 79–80 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 349M van 12.12.2006, p. 579–580 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/04/2006: This act has been changed. Current consolidated version: 10/08/2006

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/802/oj

19.11.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 302/79


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 oktober 2005

tot aanvaarding van verbintenissen die zijn aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende kaliumchloride uit Rusland

(2005/802/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op artikel 8,

Na overleg in het raadgevend comité,

Overwegende hetgeen volgt:

I.   PROCEDURE

(1)

De Raad heeft bij Verordening (EEG) nr. 3068/92 (2) definitieve antidumpingrechten ingesteld op kaliumchloride uit onder andere Rusland.

(2)

In maart 2004 heeft de Commissie, door middel van een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (3), op eigen initiatief een tussentijds onderzoek ingesteld naar de maatregelen ten aanzien van de invoer van kaliumchloride uit onder andere Rusland, om na te gaan of deze aangepast dienden te worden aan de uitbreiding van de Europese Unie tot 25 lidstaten op 1 mei 2004.

(3)

Bij dit tussentijdse onderzoek bleek dat het in het belang van de Europese Unie was om de maatregelen tijdelijk aan te passen om te voorkomen dat importeurs en verwerkende bedrijven in de tien nieuwe lidstaten („EU10”) direct na de uitbreiding van de Europese Unie plotseling buitengewoon nadelige gevolgen zouden ondervinden.

(4)

Te dien einde heeft de Commissie in mei 2004, bij Verordening (EG) nr. 1002/2004 (4), verbintenissen aanvaard van onder meer twee Russische producenten/exporteurs, namelijk JSC Silvinit en JSC Uralkali, wat hun uitvoer naar de EU10 betreft. Om vrijstelling van de bij Verordening (EEG) nr. 3068/92 ingestelde antidumpingrechten bij invoer in het kader van de verbintenissen mogelijk te maken, werd Verordening (EEG) nr. 3068/92 gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 992/2004 (5).

(5)

In juni 2005 heeft de Commissie bij Verordening (EG) nr. 858/2005 (6) nieuwe verbintenissen van deze Russische ondernemingen aanvaard voor de uitvoer naar de EU10 voor een verdere periode die op 13 april 2006 zal aflopen.

(6)

Ondertussen werden in januari 2004 afzonderlijke verzoeken ontvangen van JSC Silvinit en JSC Uralkali voor een tussentijdse herziening van de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

(7)

Nadat de Commissie in overleg met het raadgevend comité had vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal was om een tussentijdse herzieningsprocedure in te leiden, heeft zij een bericht van inleiding gepubliceerd en is zij met een onderzoek begonnen (7).

(8)

Overeenkomstig de bevindingen van deze twee tussentijdse herzieningsprocedures heeft de Raad, bij Verordening (EG) nr. 1891/2005, het voor deze indieners van het verzoek geldende antidumpingrecht gewijzigd.

II.   VERBINTENISSEN

(9)

Zoals hierboven vermeld had de Commissie verbintenissen aanvaard die de indieners van het verzoek in verband met hun uitvoer naar de EU10 hadden aangeboden. Deze verbintenissen, die bij Verordening (EG) nr. 992/2004 waren aanvaard, waren overgangsmaatregelen die waren vastgesteld in afwachting van de stijging van de prijzen van kaliumchloride in de EU10 tot het niveau waarop zij in de Europese Unie waren onmiddellijk voorafgaande aan de uitbreiding („EU15”). Deze EU10-verbintenissen waren niet geheel gelijkwaardig met een antidumpingrecht, daar de daarbij vastgestelde minimuminvoerprijzen bij wijze van uitzondering lager waren dan normaal (dat wil zeggen dat zij de schadelijke gevolgen van dumping niet geheel wegnamen).

(10)

In het kader van de tussentijdse herzieningsprocedures en naast bovengenoemde reeds geldende verbintenissen voor de uitvoer naar de EU10, hebben de indieners van het verzoek ook aangeboden het betrokken product aan afnemers in de EU15 te verkopen tegen prijzen die de schadelijke gevolgen van dumping compenseren, of zelfs hogere prijzen.

(11)

De verbintenissen die zijn aangeboden voor de verkoop naar de EU10 vervallen op 13 april 2006 en, tot dat tijdstip, zullen de verbintenissen voor verkoop naar de EU10 en de verbintenissen voor verkoop naar de EU15 naast elkaar bestaan.

(12)

Hieruit volgt dat, nadat de EU10-verbintenissen in april 2006 zullen vervallen, de hogere minimuminvoerprijzen die in het kader van de tussentijdse herzieningsprocedures zijn aangeboden voor verkoop in de EU15, ook zullen gelden in de EU10. Op deze wijze zullen dezelfde minimuminvoerprijzen — op een niveau waarbij geen schade meer wordt veroorzaakt — van toepassing zijn op het betrokken product, vervaardigd door de indieners van het verzoek, bij invoer in de gehele Europese Unie en zal het doel zijn bereikt van de buitengewone overgangsmaatregelen die van toepassing waren bij invoer in de EU10 in de periode onmiddellijk na de uitbreiding van de Europese Unie.

(13)

De bedrijven zullen de Commissie regelmatig uitvoerige informatie verstrekken over hun export naar de Europese Unie, zodat de Commissie de naleving van de verbintenissen goed kan controleren. De verkoopstructuur van de betrokken ondernemingen is zodanig dat het risico op ontduiking van de verbintenissen gering wordt geacht.

(14)

Om de Commissie in staat te stellen effectief toezicht uit te oefenen op de naleving van de verbintenissen door de ondernemingen, worden de goederen waarop de verbintenis betrekking heeft eerst vrijgesteld van het recht wanneer bij de aangifte voor het vrije verkeer bij de douane ook een factuur wordt overgelegd die ten minste de in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1891/2005 vermelde gegevens bevat. Aan de hand van deze gegevens kan de douane controleren of de aangeboden goederen met de handelsdocumenten overeenstemmen. Bij het ontbreken van een dergelijke factuur of indien de daarop vermelde gegevens niet overeenstemmen met de bij de douane aangeboden goederen moet het toepasselijke antidumpingrecht worden betaald.

(15)

De Commissie heeft de producenten/exporteurs meegedeeld dat, indien blijkt dat het, op de voorwaarden van de verbintenissen, moeilijk of onmogelijk wordt toezicht te houden op de naleving ervan, zij het recht heeft de verbintenis in te trekken en in plaats daarvan definitieve antidumpingrechten in te stellen.

(16)

Gezien al deze factoren zijn de verbintenissen die de indieners van het verzoek in het kader van de tussentijdse herzieningsprocedures hebben aangeboden, aanvaardbaar,

BESLUIT:

Artikel 1

De verbintenissen die in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van kaliumchloride uit Rusland zijn aangeboden door de hieronder vermelde ondernemingen worden aanvaard.

Land

Onderneming

Aanvullende Taric-code

Rusland

Geproduceerd door JSC Silvinit, Solikamsk, Rusland, en verkocht door JSC International Potash Company, Moskou, Rusland, aan de als importeur optredende eerste onafhankelijke afnemer in de Europese Unie

A695

Rusland

Geproduceerd en verkocht door JSC Uralkali, Berezniki, Rusland, of geproduceerd door JSC Uralkali, Berezniki, Rusland, en verkocht door Uralkali Trading SA, Genève, Zwitserland, aan de als importeur optredende eerste onafhankelijke importeur in de Europese Unie

A520

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 17 oktober 2005.

Voor de Commissie

Peter MANDELSON

Lid van de Commissie


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 308 van 24.10.1992, blz. 41. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1891/2005 (Zie bladzijde 14 van dit Publicatieblad).

(3)  PB C 70 van 20.3.2004, blz. 15.

(4)  PB L 183 van 20.5.2004, blz. 16. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 588/2005 (PB L 98 van 16.4.2005, blz. 11).

(5)  PB L 182 van 19.5.2004, blz. 23.

(6)  PB L 143 van 7.6.2005, blz. 11.

(7)  PB C 93 van 17.4.2004, blz. 2 en 3.


Top