EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004L0095

Richtlijn 2004/95/EG van de Commissie van 24 september 2004 tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat de daarin vastgestelde maximumgehalten aan residuen van bifenthrin en famoxadone betreft(Voor de EER relevante tekst)

PB L 301 van 28.9.2004, p. 42–50 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 183M van 5.7.2006, p. 210–218 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2008; stilzwijgende opheffing door 32005R0396

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2004/95/oj

28.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 301/42


RICHTLIJN 2004/95/EG VAN DE COMMISSIE

van 24 september 2004

tot wijziging van Richtlijn 90/642/EEG van de Raad wat de daarin vastgestelde maximumgehalten aan residuen van bifenthrin en famoxadone betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (2), en met name op artikel 4, lid 1, onder f),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens Richtlijn 91/414/EEG valt de toelating van gewasbeschermingsmiddelen voor gebruik op bepaalde gewassen onder de bevoegdheid van de lidstaten. Deze toelating moet stoelen op een beoordeling van de gevolgen voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu. Bij deze beoordeling moet onder meer worden gekeken naar de blootstelling van toedieners en omstanders, de milieueffecten in bodem, water en lucht, en de gevolgen bij mens en dier van de consumptie van residuen op behandelde gewassen.

(2)

De maximumresidugehalten (MRL's) worden vastgesteld op basis van een zodanige toepassing van de minimumhoeveelheden bestrijdingsmiddelen die voor een effectieve gewasbescherming nodig zijn dat de hoeveelheid residu zo klein mogelijk is en toxicologisch aanvaardbaar blijft, met name wat de geschatte opname via de voeding betreft.

(3)

De MRL's van bestrijdingsmiddelen moeten telkens opnieuw worden bezien. Ze kunnen worden aangepast naar aanleiding van nieuwe toepassingen of informatie.

(4)

De MRL's worden op de ondergrens van de analytische bepaling vastgesteld wanneer de toegelaten toepassingen van de gewasbeschermingsmiddelen niet tot waarneembare gehalten aan residuen van het bestrijdingsmiddel in of op het levensmiddel leiden, wanneer er geen toegelaten toepassingen zijn, wanneer door de lidstaten toegelaten toepassingen niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, en wanneer toepassingen in derde landen die leiden tot residuen in of op levensmiddelen die in de Gemeenschap verkrijgbaar kunnen zijn, niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd.

(5)

De Commissie is in kennis gesteld van nieuwe of gewijzigde toepassingen van bepaalde bestrijdingsmiddelen die onder Richtlijn 90/642/EEG vallen. Het gaat om bifenthrin, waarvoor bij Richtlijn 2002/79/EG van de Commissie (3) MRL’s zijn vastgesteld, en famoxadone, waarvoor bij Richtlijn 2003/60/EG van de Commissie (4) MRL’s zijn vastgesteld.

(6)

De levenslange blootstelling van de consument aan deze bestrijdingsmiddelen via levensmiddelen die residuen daarvan kunnen bevatten, is beoordeeld volgens in de Gemeenschap gangbare procedures en werkwijzen en door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren (5). Er is berekend dat met de MRL’s in kwestie de aanvaardbare dagelijkse inname niet wordt overschreden.

(7)

Voor famoxadone bestaat een acute referentiedosis (ARfD) en is de acute blootstelling van de consument via elk levensmiddel dat famoxadoneresiduen kan bevatten volgens momenteel in de Gemeenschap gangbare procedures en werkwijzen en door de Wereldgezondheidsorganisatie gepubliceerde richtsnoeren beoordeeld. Er is rekening gehouden met het advies en de aanbevelingen van het Wetenschappelijk Comité voor planten, met name over de bescherming van de consument van met bestrijdingsmiddelen behandelde levensmiddelen. Uit de beoordeling van de opname van famoxadone blijkt dat de ARfD met de betreffende MRL’s niet wordt overschreden. Uit de beschikbare informatie voor bifenthrin blijkt dat geen ARfD en dus ook geen beoordeling van de acute effecten nodig is.

(8)

Daarom moeten voor deze bestrijdingsmiddelen nieuwe MRL’s worden vastgesteld.

(9)

Richtlijn 90/642/EEG moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

Dat op communautair niveau voorlopige MRL’s worden vastgesteld of gewijzigd neemt niet weg dat de lidstaten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG en bijlage VI daarbij voorlopige MRL’s voor famoxadone kunnen vaststellen. Om andere toepassingen van de actieve stof in kwestie toe te staan volstaat een periode van vier jaar. De voorlopige MRL’s moeten daarna definitief worden.

(11)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De maximumgehalten aan residuen van de bestrijdingsmiddelen bifenthrin and famoxadone in bijlage II bij Richtlijn 90/642/EEG worden vervangen door die in de bijlage.

Artikel 2

1.   De lidstaten dragen zorg voor vaststelling en bekendmaking uiterlijk op 25 maart 2005 van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mede, alsmede een transponeringstabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 26 maart 2005.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 24 september 2004.

Voor de Commissie

David BYRNE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/61/EG van de Commissie (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 81).

(2)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2004/71/EG van de Commissie (PB L 127 van 29.4.2004, blz. 104).

(3)  PB L 291 van 28.10.2002, blz. 1.

(4)  PB L 155 van 24.6.2003, blz. 15.

(5)  Guidelines for predicting dietary intake of pesticide residues (herziene versie), opgesteld door het GEMS/voedselprogramma in samenwerking met het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen, gepubliceerd door de Wereldgezondheidsorganisatie, 1997 (WHO/FSF/FOS/97.7).


BIJLAGE

„Groepen en voorbeelden van afzonderlijke producten waarop de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen van toepassing zijn

Residuen van bestrijdingsmiddelen en maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Bifenthrin

Famoxadone

1.   

Fruit, vers, gedroogd of ongekookt, bevroren, zonder toegevoegde suiker; noten

i)

CITRUSVRUCHTEN

0,1

0,02 (1)  (2)

Grapefruit

 

 

Citroenen

 

 

Limoenen

 

 

Mandarijnen (inclusief clementines en soortgelijke kruisingen van citrusvruchten)

 

 

Sinaasappelen

 

 

Pomelo's

 

 

Overige

 

 

ii)

NOTEN (al dan niet in de dop, schil of schaal)

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Amandelen

 

 

Paranoten

 

 

Cashewnoten

 

 

Kastanjes

 

 

Kokosnoten

 

 

Hazelnoten

 

 

Macadamia

 

 

Pecannoten

 

 

Pijnboompitten

 

 

Pistaches (pimpernoten)

 

 

Walnoten (okkernoten)

 

 

Overige

 

 

iii)

PITVRUCHTEN

0,3

0,02 (1)  (2)

Appels

 

 

Peren

 

 

Kweeperen

 

 

Overige

 

 

iv)

STEENVRUCHTEN

0,2

0,02 (1)  (2)

Abrikozen

 

 

Kersen

 

 

Perziken (inclusief nectarines en soortgelijke kruisingen)

 

 

Pruimen

 

 

Overige

 

 

v)

BESVRUCHTEN EN KLEINFRUIT

 

 

a)

Tafel- en wijndruiven

0,2

2 (2)

Tafeldruiven

 

 

Wijndruiven

 

 

b)

Aardbeien (andere dan bosaardbeien)

0,5

0,02 (1)  (2)

c)

Rubussoorten (andere dan wilde vruchten)

 

0,02 (1)  (2)

Bramen

0,3

 

Dauwbramen

 

 

Loganbessen

 

 

Frambozen

0,3

 

Overige

0,05 (1)

 

d)

Ander kleinfruit en besvruchten (voorzover niet wild)

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Blauwe bosbessen

 

 

Veenbessen

 

 

Aalbessen (rood, zwart en wit)

 

 

Kruisbessen

 

 

Overige

 

 

e)

Wilde besvruchten en wilde vruchten

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

vi)

DIVERSE VRUCHTEN

 

0,02 (1)  (2)

Avocado's

 

 

Bananen

0,1

 

Dadels

 

 

Vijgen

 

 

Kiwi's

 

 

Kumquats

 

 

Lychees

 

 

Mango's

 

 

Olijven

 

 

Passievruchten

 

 

Ananassen

 

 

Granaatappels

 

 

Overige

0,05 (1)

 

2.   

Groenten, vers of ongekookt, bevroren of gedroogd

i)

WORTEL- EN KNOLGEWASSEN

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Rode bieten

 

 

Wortelen

 

 

Knolselderij

 

 

Mierikswortel (peperwortel)

 

 

Aardperen (topinamboers)

 

 

Pastinaken

 

 

Wortelpeterselie

 

 

Radijs

 

 

Schorseneren

 

 

Bataten (zoete aardappelen)

 

 

Koolraap

 

 

Rapen

 

 

Yam

 

 

Overige

 

 

ii)

BOLGEWASSEN

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Knoflook

 

 

Uien

 

 

Sjalotten

 

 

Bosuien

 

 

Overige

 

 

iii)

VRUCHTGROENTEN

 

 

a)

Solanaceae

0,2

 

Tomaten

 

1 (2)

Pepers (paprika's)

 

 

Aubergines

 

0,2 (2)

Overige

 

0,02 (1)  (2)

b)

Cucurbitaceae met eetbare schil

0,1

0,2 (2)

Komkommers

 

 

Augurken

 

 

Courgettes

 

 

Overige

 

 

c)

Cucurbitaceae met niet-eetbare schil

0,05 (1)

 

Meloenen

 

0,3 (2)

Pompoenen

 

 

Watermeloenen

 

 

Overige

 

0,02 (1)  (2)

d)

Suikermaïs

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

iv)

KOOLSOORTEN

 

0,02 (1)  (2)

a)

Bloemkoolachtigen

0,2

 

Broccoli

 

 

Bloemkool

 

 

Overige

 

 

b)

Sluitkoolachtigen

1

 

Spruitjes

 

 

Sluitkool

 

 

Overige

 

 

c)

Bladkoolachtigen

0,05 (1)

 

Chinese kool

 

 

Boerenkool

 

 

Overige

 

 

d)

Koolrabi

0,05 (1)

 

v)

BLADGROENTEN EN VERSE KRUIDEN

 

0,02 (1)  (2)

a)

Sla en dergelijke

2

 

Tuinkers

 

 

Veldsla

 

 

Sla

 

 

Andijvie

 

 

Overige

 

 

b)

Spinazie en dergelijke

0,05 (1)

 

Spinazie

 

 

Snijbiet

 

 

Overige

 

 

c)

Waterkers

0,05 (1)

 

d)

Witlof

0,05 (1)

 

e)

Kruiden

0,05 (1)

 

Kervel

 

 

Bieslook

 

 

Peterselie

 

 

Selderijbladeren

 

 

Overige

 

 

vi)

PEULGROENTEN (vers)

 

0,02 (1)  (2)

Bonen (met peul)

0,5

 

Bonen (zonder peul)

 

 

Erwten (met peul)

0,1

 

Erwten (zonder peul)

 

 

Overige

0,05 (1)

 

vii)

STENGELGROENTEN (vers)

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Asperges

 

 

Kardoen

 

 

Bleekselderij, groene selder

 

 

Knolvenkel

 

 

Artisjokken

 

 

Prei

 

 

Rabarber

 

 

Overige

 

 

viii)

FUNGI

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

a)

Gekweekte paddestoelen

 

 

b)

Wilde paddestoelen

 

 

3.

Peulvruchten

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Bonen

 

 

Linzen

 

 

Erwten

 

 

Overige

 

 

4.

Oliehoudende zaden

0,1 (1)

0,05 (1)  (2)

Olievlas

 

 

Pinda's

 

 

Papaverzaad

 

 

Sesamzaad

 

 

Zonnebloempitten

 

 

Kool- en raapzaad

 

 

Sojabonen

 

 

Mosterdzaad

 

 

Katoenzaad

 

 

Overige

 

 

5.

Aardappelen

0,05 (1)

0,02 (1)  (2)

Vroege aardappelen

 

 

Bewaaraardappelen

 

 

6.

Thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis)

5

0,05 (1)  (2)

7.

Hop (gedroogd), inclusief hoppellets en niet-geconcentreerd poeder

10

0,05 (1)  (2)


(1)  Geeft de ondergrens van de analytische bepaling aan.

(2)  Geeft aan dat het maximumresidugehalte voorlopig is vastgesteld overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 91/414/EEG.”


Top