Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R1804

    Verordening (EG) nr. 1804/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2037/2000 ten aanzien van de controle op de uitvoer van halonen voor kritische toepassingen, de uitvoer van producten en apparatuur die chloorfluorkoolstoffen bevatten en voorschriften voor broomchloormethaan

    PB L 265 van 16.10.2003, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009; stilzwijgende opheffing door 32009R1005

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1804/oj

    32003R1804

    Verordening (EG) nr. 1804/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2037/2000 ten aanzien van de controle op de uitvoer van halonen voor kritische toepassingen, de uitvoer van producten en apparatuur die chloorfluorkoolstoffen bevatten en voorschriften voor broomchloormethaan

    Publicatieblad Nr. L 265 van 16/10/2003 blz. 0001 - 0004


    Verordening (EG) nr. 1804/2003 van het Europees Parlement en de Raad

    van 22 september 2003

    houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2037/2000 ten aanzien van de controle op de uitvoer van halonen voor kritische toepassingen, de uitvoer van producten en apparatuur die chloorfluorkoolstoffen bevatten en voorschriften voor broomchloormethaan

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 175, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie(1),

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

    Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

    Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen(4) zijn bepaalde problemen gerezen waarvoor een wijziging van deze verordening noodzakelijk is. Zij houden verband met de doeltreffende en veilige uitvoering van de verordening, en werden in het comité van beheer van de verordening met de lidstaten besproken. Deze verordening betreft vier wijzigingen van Verordening (EG) nr. 2037/2000.

    (2) Krachtens artikel 4, lid 4, onder iv), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 toetst de Commissie ieder jaar de in bijlage VII van Verordening (EG) nr. 2037/2000 vermelde kritische toepassingen van halonen. De verordening voorziet in de context van deze toetsingen echter niet in de vaststelling van tijdschema's voor de geleidelijke eliminatie van deze kritische toepassingen in het licht van de signalisering en het gebruik van adequate alternatieven. De eerste wijziging op die verordening voorziet in de mogelijkheid om tijdschema's vast te stellen voor de vermindering van het gebruik van halonen voor kritische toepassingen, rekening houdend met de beschikbaarheid van technisch en economisch haalbare alternatieven of technologieën die vanuit milieu- en gezondheidsoogpunt aanvaardbaar zijn bij de herziening van bijlage VII van die verordening. Dit zal ervoor zorgen dat er vooruitgang wordt geboekt bij de vermindering van de hoeveelheid halonen voor kritische toepassingen, waardoor de ozonlaag zich sneller kan herstellen.

    (3) De tweede wijziging heeft betrekking op de uitvoer van halonen voor kritische toepassingen, vermeld in bijlage VII van Verordening (EG) nr. 2037/2000. Voor brandbestrijding in de Europese Gemeenschap mogen vanaf 1 januari 2004 krachtens die verordening enkel nog halonen worden ingezet die voor de in bijlage VII ervan genoemde toepassingen worden gebruikt. Deze toepassingen worden "kritisch" geacht, omdat daarvoor op dit moment geen technisch en economisch haalbare alternatieven voorhanden zijn. Halonen bevattende apparatuur die niet in bijlage VII wordt genoemd, wordt daarom als niet-kritisch beschouwd. Alle niet-kritische halonen bevattende installaties moeten vóór 31 december 2003 buiten gebruik zijn gesteld. De daarbij teruggewonnen halonen kunnen voor later gebruik in technische toepassingen worden opgeslagen, voor kritische toepassingen worden uitgevoerd of vernietigd worden.

    (4) Artikel 11, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 2037/2000 staat de uitvoer toe van "halonen bevattende producten en apparatuur om te voorzien in de behoeften voor de in bijlage VII genoemde kritische toepassingen". Die bepaling dient te worden gewijzigd om de uitvoer van halonen in bulk voor kritische toepassingen tot 31 december 2009 mogelijk te maken, voorzover zij afkomstig zijn van teruggewonnen, gerecycleerde en geregenereerde halonen uit door de bevoegde autoriteit erkende of geëxploiteerde opslaginstallaties. Er dient te worden gezorgd voor een evaluatie van de uitvoer van halonen in bulk met het oog op een uitvoerverbod op een eerdere datum dan 31 december 2009, indien zulks wenselijk is. De uitvoer van halonen voor kritische toepassingen dient te worden verboden na 31 december 2003, indien de halonen niet afkomstig zijn van door de bevoegde autoriteit erkende of geëxploiteerde installaties voor de opslag van halonen voor kritische toepassingen.

    (5) De verantwoordelijkheid voor het verlenen van een vergunning voor de uitvoer van halonen die aanwezig zijn in producten en apparatuur voor kritische toepassingen dient bij de Commissie te liggen. De Commissie kan alleen een vergunning voor deze uitvoer verlenen, wanneer de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de uitvoer geschiedt voor één of meer van de kritische toepassingen, vermeld in bijlage VII van Verordening (EG) nr. 2037/2000. De exporteur dient zijn werkelijke uitvoer aan het eind van het jaar te rapporteren.

    (6) De lidstaten dienen ieder jaar verslag uit te brengen over de gereguleerde stoffen, met inbegrip van halonen, die zijn teruggewonnen, gerecycleerd, geregenereerd of vernietigd. Op grond van Verordening (EG) nr. 2037/2000 brengen de lidstaten uiterlijk op 31 december 2001, en niet jaarlijks, verslag uit. Jaarlijkse rapportage is in de toekomst echter belangrijk om te kunnen nagaan hoeveel vooruitgang er is gemaakt, met name wat betreft de vernietiging van overtollige hoeveelheden halonen ten opzichte van de kritische toepassingen.

    (7) De derde wijziging heeft betrekking op de uitvoer van gereguleerde stoffen, onderscheidelijk gereguleerde stoffen bevattende producten. De uitvoer van gereguleerde stoffen, en van gereguleerde stoffen bevattende producten dient te worden verboden. Dit verbod vormt een aansporing voor de terugwinning en vernietiging van dergelijke gereguleerde stoffen overeenkomstig de voorschriften van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 2037/2000. Het hoofddoel is een eind te maken aan de toenemende uitvoer van gebruikte koel- en klimaatregelingsapparatuur, met name huishoudelijke koelkasten, diepvriezers en isolatieschuim voor de bouw die Cfk's bevatten, naar ontwikkelingslanden. Omdat vernietigingscapaciteit in de ontwikkelingslanden ontbreekt, zullen de Cfk's uiteindelijk naar de atmosfeer weglekken en schade toebrengen aan de ozonlaag. Daarnaast beginnen de ontwikkelingslanden nu geleidelijk Cfk's te elimineren, en veel van deze landen hebben erop gewezen dat zij geen tweedehands producten en apparatuur die Cfk's bevatten, wensen te ontvangen.

    (8) Verordening (EG) nr. 2037/2000 geldt niet alleen voor koel- en klimaatregelingsapparatuur, maar voor alle producten en apparatuur die isolatieschuim of structuurschuim bevatten dat met Cfk's is geproduceerd. Dit zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat tweedehands luchtvaartuigen en voertuigen die vast isolatieschuim of integraal schuim bevatten dat met Cfk's is geproduceerd, niet uit de Europese Gemeenschap mogen worden uitgevoerd. Aangezien het doel van die verordening erin bestond de uitvoer van Cfk's bevattende gebruikte koel- en klimaatregelingsapparatuur te verbieden, en niet die van andere producten en apparaten waarin met Cfk's geproduceerd schuim is verwerkt, is het nuttig die verordening te wijzigen teneinde Cfk's bevattende niet-gereguleerde producten uit te sluiten.

    (9) De vierde wijziging heeft betrekking op de voorschriften voor nieuwe stoffen van artikel 22 en bijlage II van Verordening (EG) nr. 2037/2000. Die verordening waarborgt niet hetzelfde niveau van toezicht op de nieuwe in bijlage II genoemde stof - broomchloormethaan - als geldt voor de andere gereguleerde stoffen; daardoor komt de Europese Gemeenschap haar verbintenissen uit hoofde van het Protocol van Montreal niet alle volledig na. Om deze situatie recht te trekken, moet ervoor worden gezorgd dat de voor gereguleerde stoffen geldende bepalingen ook van toepassing zijn op broomchloormethaan.

    (10) De wijzigingen van Verordening (EG) nr. 2037/2000 stroken geheel met de milieudoelstellingen van de verordening, zoals de ozonlaag waar mogelijk extra beschermen, de mondiale productie van ozon afbrekende stoffen verminderen, veilige methoden voor het vervoer van ozon afbrekende stoffen bevorderen, een verplicht toezicht op de uitvoer instellen en waar nodig zorgen voor juridische duidelijkheid,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 2037/2000 wordt als volgt gewijzigd:

    1. artikel 1, eerste alinea, wordt vervangen door"Deze verordening is van toepassing op de productie, de invoer, de uitvoer, het op de markt brengen, het gebruik, de terugwinning, de recycling en de regeneratie alsmede de vernietiging van chloorfluorkoolstoffen, andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen, halonen, tetrachloorkoolstof, 1,1,1-trichloorethaan, methylbromide, broomfluorkoolwaterstoffen, chloorfluorkoolwaterstoffen en broomchloormethaan, op de rapportage van gegevens over die stoffen en op de invoer, de uitvoer, het op de markt brengen en het gebruik van die stoffen bevattende producten en apparatuur.";

    2. artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    a) het vierde streepje wordt vervangen door:

    "- 'gereguleerde stoffen': chloorfluorkoolstoffen, andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen, halonen, tetrachloorkoolstof, 1,1,1-trichloorethaan, methylbromide, broomfluorkoolwaterstoffen, chloorfluorkoolwaterstoffen en broomchloormethaan afzonderlijk of in een mengsel, ongeacht of het nieuw geproduceerde, teruggewonnen, gerecycleerde of geregenereerde stoffen betreft. In deze definitie zijn niet begrepen gereguleerde stoffen in een ander industrieproduct dan een houder voor het vervoer of de opslag van de betrokken stof en te verwaarlozen hoeveelheden van een gereguleerde stof die afkomstig zijn van onbedoelde of toevallige productie tijdens een fabricageproces, van grondstoffen die niet hebben gereageerd, of van het gebruik als technische hulpstof die als spoorverontreiniging in chemische stoffen aanwezig is of tijdens de vervaardiging of bewerking van producten wordt uitgestoten;";

    b) na het elfde streepje wordt het volgende streepje toegevoegd:

    "- broomchloormethaan: de gereguleerde stof in bijlage I, groep IX";

    3. aan artikel 3, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

    "g) broomchloormethaan";

    4. artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    a) aan lid 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

    "g) broomchloormethaan";

    b) lid 4, punt iv), wordt vervangen door:

    "iv) Lid 1, onder c), is niet van toepassing op het op de markt brengen en het gebruik van teruggewonnen, gerecycleerde of geregenereerde halonen in bestaande brandbeveiligingssystemen tot en met 31 december 2002 en evenmin op het op de markt brengen en het gebruik van halonen voor kritische toepassingen zoals bepaald in bijlage VII. De bevoegde autoriteit van de lidstaat stelt de Commissie ieder jaar in kennis van de hoeveelheden halonen die gebruikt zijn voor kritische toepassingen, de getroffen maatregelen ter beperking van de emissies van halonen en de geschatte hoeveelheid emissies, en deelt haar mee welke activiteiten gaande zijn om geschikte alternatieven te vinden en te gebruiken. De Commissie toetst de kritische toepassingen, genoemd in bijlage VII, ieder jaar en stelt zo nodig volgens de procedure van artikel 18, lid 2, wijzigingen vast, en eventueel tijdschema's voor geleidelijke eliminatie, met inachtneming van de beschikbaarheid van technisch en economisch haalbare alternatieven of technologieën die met het oog op milieu en gezondheid aanvaardbaar zijn.";

    c) lid 6 wordt vervangen door:

    "6. De invoer en het op de markt brengen van producten en apparatuur die chloorfluorkoolstoffen, andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen, halonen, tetrachloorkoolstof, 1,1,1-trichloorethaan, broomfluorkoolwaterstoffen en broomchloormethaan bevatten is verboden, met uitzondering van producten en apparatuur waarvoor het gebruik van de respectieve gereguleerde stoffen overeenkomstig artikel 3, lid 1, tweede alinea, is toegestaan of in bijlage VII genoemd is. Dit verbod geldt niet voor producten en apparatuur waarvan is aangetoond dat zij vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn geproduceerd.";

    5. artikel 6, lid 1, wordt vervangen door:

    "1. Het in de Gemeenschap in het vrije verkeer brengen of de actieve veredeling van gereguleerde stoffen is onderworpen aan de voorlegging van een invoervergunning. Deze vergunningen worden door de Commissie afgegeven, nadat is nagegaan of aan de artikelen 6, 7, 8 en 13 is voldaan. De Commissie zendt van elke vergunning een afschrift aan de bevoegde instantie van de lidstaat waarin de betrokken stoffen zullen worden ingevoerd. Elke lidstaat wijst hiertoe een bevoegde instantie aan. De gereguleerde stoffen van de groepen I, II, III, IV, V en IX van bijlage I worden niet voor actieve veredeling ingevoerd.";

    6. artikel 11, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

    a) de inleiding wordt vervangen door:

    "1. Het is verboden chloorfluorkoolstoffen, andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen, halonen, tetrachloorkoolstof, 1,1,1-trichloorethaan, broomfluorkoolwaterstoffen en broomchloormetaan of producten en apparatuur, andere dan persoonlijke goederen, welke die stoffen bevatten of nodig zullen hebben om in werking te blijven, uit de Gemeenschap uit te voeren. Dit verbod geldt niet voor de uitvoer van:";

    b) punt d) wordt vervangen door:

    "d) teruggewonnen, gerecycleerde en geregenereerde halonen die voor kritische toepassingen zijn opgeslagen in installaties waarvoor de bevoegde instantie vergunning heeft verleend, of die de bevoegde instantie exploiteert, tot en met 31 december 2009, om te voorzien in de behoeften voor de in bijlage VII genoemde kritische toepassingen, en halonen bevattende producten en apparatuur om te voorzien in de behoeften voor de in bijlage VII genoemde kritische toepassingen. De Commissie verricht vóór 1 januari 2005 een evaluatie van de uitvoer van dergelijke teruggewonnen, gerecycleerde en geregenereerde halonen voor kritische toepassingen en neemt volgens de procedure van artikel 18, lid 2, een besluit tot een verbod op die uitvoer op een eerdere datum dan 31 december 2009, indien zulks wenselijk is.";

    c) het volgende punt wordt toegevoegd:

    "g) gebruikte producten en apparatuur, die hard isolatieschuim of integraalschuim bevatten dat met chloorfluorkoolstoffen is vervaardigd. Deze vrijstelling geldt niet voor:

    - koel- en klimaatregelingsapparatuur en -producten;

    - koel- en klimaatregelingsapparatuur en -producten die als koelmiddel gebruikte chloorfluorkoolstoffen bevatten, of die in andere apparatuur of producten als koelmiddel gebruikte chloorfluorkoolstoffen nodig hebben om in werking te blijven;

    - isolatieschuim en materialen voor de bouw.";

    7. aan artikel 11 wordt het volgende lid toegevoegd:

    "4. Vanaf 31 december 2003 is de uitvoer uit de Gemeenschap van halonen voor kritische toepassingen die niet afkomstig zijn van opslaginstallaties waarvoor de bevoegde instantie vergunning heeft verleend, of die de bevoegde instantie exploiteert om er halonen voor kritische toepassingen in op te slaan, verboden.";

    8. artikel 12 wordt vervangen door:

    "1. De uitvoer van gereguleerde stoffen uit de Gemeenschap is aan een vergunning gebonden. Een uitvoervergunning wordt voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2001 en voor elke periode van twaalf maanden nadien door de Commissie aan ondernemingen afgegeven, nadat is nagegaan of aan artikel 11 is voldaan. Nadere bepalingen betreffende een vergunning voor de uitvoer van halonen als gereguleerde stoffen staan in lid 4. De Commissie zendt een afschrift van elke uitvoervergunning aan de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat.";

    9. aan artikel 12 wordt het volgende lid toegevoegd:

    "4. De uitvoer uit de Gemeenschap van halonen en halonen bevattende producten en apparatuur om te voorzien in de behoeften voor de in bijlage VII genoemde kritische toepassingen is voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2004 en iedere volgende periode van twaalf maanden aan een vergunning gebonden. Deze uitvoervergunning wordt door de Commissie aan de exporteur afgegeven nadat de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat heeft nagegaan of aan artikel 11, lid 1, onder d), is voldaan. Een aanvraag om een uitvoervergunning bevat de volgende gegevens:

    - de naam en het adres van de exporteur;

    - de handelsbenaming van de uitvoer;

    - de totale hoeveelheid halonen;

    - het land/de landen van eindbestemming van de producten en apparatuur;

    - een verklaring dat de halonen zullen worden uitgevoerd voor een specifieke in bijlage VII genoemde kritische toepassing;

    - alle verdere door de bevoegde instantie noodzakelijk geachte informatie.";

    10. artikel 16, lid 6, wordt vervangen door:

    "6. De lidstaten brengen uiterlijk op 31 december 2001 en voor iedere volgende periode van twaalf maanden bij de Commissie verslag uit over de regelingen die voor de terugwinning van gebruikte gereguleerde stoffen zijn ingevoerd en de hoeveelheden gebruikte gereguleerde stoffen die zijn teruggewonnen, gerecycleerd, geregenereerd of vernietigd.";

    11. artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

    a) het volgende lid wordt toegevoegd:

    "4 bis. De exporteur verstrekt de Commissie en, door middel van een afschrift, de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat, jaarlijks vóór 31 maart de door iedere aanvrager overeenkomstig artikel 12, lid 4, meegedeelde gegevens over de periode van 1 januari tot en met 31 december van het voorafgaande jaar.";

    b) lid 6 wordt vervangen door:

    "6. Teneinde de in het kader van het protocol aangegane verbintenissen na te komen of de praktische toepassing van de rapportagevoorschriften te verbeteren, kan de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 18, lid 2, de in de leden 1 tot en met 4 vervatte rapportagevoorschriften wijzigen.";

    12. in bijlage I worden aan Groep VIII de volgende woorden toegevoegd:

    in de kolom "Groep" wordt "Groep IX" toegevoegd, in de kolom "Stof" de woorden "CH2BrCl (halon 1011 broomchloormethaan)" en in de kolom "Ozonafbrekend vermogen" het getal "0,12";

    13. bijlage II wordt geschrapt.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 22 september 2003.

    Voor het Europees Parlement

    De voorzitter

    P. Cox

    Voor de Raad

    De voorzitter

    R. Buttiglione

    (1) PB C 45 E van 25.2.2003, blz. 297.

    (2) PB C 95 van 23.4.2003, blz. 27.

    (3) Advies van het Europees Parlement van 5 juni 2003 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van 26 juni 2003.

    (4) PB L 244 van 29.9.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2003/160/EG van de Commissie (PB L 65 van 8.3.2003, blz. 29).

    Top