Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R1165

    Verordening (EG) nr. 1165/2003 van de Commissie van 30 juni 2003 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

    PB L 162 van 1.7.2003, p. 52–56 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1165/oj

    32003R1165

    Verordening (EG) nr. 1165/2003 van de Commissie van 30 juni 2003 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

    Publicatieblad Nr. L 162 van 01/07/2003 blz. 0052 - 0056


    Verordening (EG) nr. 1165/2003 van de Commissie

    van 30 juni 2003

    tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2345/2001 van de Commissie(2), inzonderheid op artikel 33, lid 12,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Krachtens artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 kan het verschil tussen de prijzen van de in artikel 1 van die verordening bedoelde producten op de wereldmarkt en die in de Gemeenschap worden overbrugd door een restitutie bij uitvoer.

    (2) De voorwaarden voor de toekenning van bijzondere restituties bij uitvoer van bepaalde soorten rundvlees en bepaalde soorten conserven naar bepaalde bestemmingen zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 32/82 van de Commissie(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 744/2000(4), Verordening (EEG) nr. 1964/82 van de Commissie(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2772/2000(6), Verordening (EEG) nr. 2388/84 van de Commissie(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3661/92(8), Verordening (EEG) nr. 2973/79(9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3434/87(10), en Verordening (EG) nr. 2051/96(11), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2333/96(12).

    (3) De toepassing van deze voorschriften en criteria op de te verwachten marktsituatie in de sector rundvlees leidt tot het vaststellen van de restitutie zoals hierna volgt.

    (4) Wat levende dieren betreft, is het met het oog op vereenvoudiging van de restitutieregeling dienstig niet langer restituties toe te kennen voor categorieën waarvoor de handel met derde landen insignificant is. Bovendien moet in verband met de algemene bekommernis om het welzijn van dieren, de toekenning van uitvoerrestituties voor levende voor de slacht bestemde dieren maximaal worden beperkt. Uitvoerrestituties voor dergelijke dieren mogen bijgevolg slechts worden toegekend met betrekking tot derde landen die om culturele en/of godsdienstige redenen traditioneel aanzienlijke aantallen dieren voor de slacht invoeren. Wat betreft levende dieren voor fokdoeleinden, dienen, om elk misbruik te voorkomen, de uitvoerrestituties voor raszuivere fokrunderen te worden beperkt tot vaarzen en koeien van niet meer dan 30 maanden oud.

    (5) Er moeten restituties worden toegekend bij uitvoer naar bepaalde bestemmingen van bepaalde aanbiedingsvormen van vers en gekoeld vlees zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 0201, van bepaalde aanbiedingsvormen van bevroren vlees zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 0202, van bepaalde slachtafvallen zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 0206, en van bepaalde andere bereidingen en conserven van vlees of van slachtafvallen zoals vermeld in de bijlage onder GN-code 1602 50 10.

    (6) Met betrekking tot vlees van runderen, zonder been, gezouten en gedroogd, bestaan er traditionele handelsstromen naar Zwitserland. Om deze handelsstromen te handhaven, is het dienstig de restitutie vast te stellen op een bedrag dat het verschil dekt tussen de prijzen op de Zwitserse markt en de prijzen bij uitvoer uit de lidstaten.

    (7) Voor bepaalde andere aanbiedingsvormen en conserven van vlees of van slachtafvallen zoals vermeld in de bijlage onder de GN-codes 1602 50 31 tot en met 1602 50 80, kan de deelname door de Gemeenschap aan de internationale handel worden gehandhaafd door de nu geldende restituties verder toe te kennen.

    (8) Voor de overige producten in de sector rundvlees verdient vaststelling van een restitutie geen aanbeveling vanwege de geringe omvang waarin de Gemeenschap daarmee aan de wereldhandel deelneemt.

    (9) Bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie(13), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 118/2003(14), is de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties vastgesteld.

    (10) Om de douaneformaliteiten bij uitvoer voor de exporteurs te vereenvoudigen, moeten voor bevroren vlees dezelfde restitutiebedragen worden toegekend als voor vers of gekoeld vlees van andere runderen dan volwassen mannelijke runderen.

    (11) Voor een scherpere controle op de producten van GN-code 1602 50 moet worden bepaald dat sommige van deze producten slechts voor een restitutie in aanmerking komen wanneer zij zijn vervaardigd in het kader van de regeling zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad van 4 maart 1980 betreffende de vooruitbetaling van de uitvoerrestituties voor landbouwproducten(15), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2003 van de Commissie(16).

    (12) Het is wenselijk de toekenning van de restitutie te beperken tot producten die zijn toegelaten tot het vrije verkeer in de Gemeenschap. Om in aanmerking te komen voor een restitutie, moeten producten zijn voorzien van het keurmerk dat is voorgeschreven bij respectievelijk Richtlijn 64/433/EEG van de Raad(17), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/23/EG(18), Richtlijn 94/65/EG van de Raad(19) en Richtlijn 77/99/EEG van de Raad(20), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/76/EG(21).

    (13) Op grond van de bepalingen van artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 wordt de bijzondere restitutie verlaagd als de voor uitvoer bestemde hoeveelheid vlees zonder been minder dan 95 %, doch niet minder dan 85 % (in gewicht) van de totale hoeveelheid door de uitbening verkregen deelstukken bedraagt.

    (14) De in het kader van de Europaovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap en de geassocieerde Midden- en Oost-Europese landen gevoerde onderhandelingen over het toestaan van aanvullende concessies beogen met name de liberalisering van de handel in producten die onder de gemeenschappelijke marktordening voor rundvlees vallen. In het licht hiervan is besloten niet langer een restitutie toe te kennen voor producten die bestemd zijn voor uitvoer naar Estland, Litouwen, Letland, Hongarije, Roemenië en Slowakije. Derhalve moeten deze landen worden geschrapt als bestemming waarvoor een restitutie kan worden toegekend en moet worden bepaald dat de afschaffing van restituties bij uitvoer naar die landen niet mag leiden tot het ontstaan van een gedifferentieerde restitutie bij uitvoer naar andere landen.

    (15) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. De lijst van de producten waarvoor bij uitvoer de in artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde restitutie wordt toegekend, de bedragen van deze restitutie en de bestemmingen worden vastgesteld in de bijlage bij deze verordening.

    2. De producten moeten voldoen aan de respectieve voorwaarden voor het keurmerk zoals bedoeld in:

    - bijlage I, hoofdstuk XI, van Richtlijn 64/433/EEG;

    - bijlage I, hoofdstuk VI, van Richtlijn 94/65/EG;

    - bijlage B, hoofstuk VI, van Richtlijn 77/99/EEG.

    Artikel 2

    In het in artikel 6, lid 2, derde alinea, van Verordening (EEG) nr. 1964/82 bedoelde geval wordt de restitutie voor de producten van productcode 0201 30 00 91/00 verminderd met 14,00 EUR/100 kg.

    Artikel 3

    Het niet vaststellen van een uitvoerrestitutie voor Estland, Litouwen, Letland, Hongarije, Roemenië en Slowakije geldt niet als differentiëring van de restitutie.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op 7 juli 2003.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 30 juni 2003.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.

    (2) PB L 315 van 1.12.2001, blz. 29.

    (3) PB L 4 van 8.1.1982, blz. 11.

    (4) PB L 89 van 11.4.2000, blz. 3.

    (5) PB L 212 van 21.7.1982, blz. 48.

    (6) PB L 321 van 19.12.2000, blz. 35.

    (7) PB L 221 van 18.8.1984, blz. 28.

    (8) PB L 370 van 19.12.1992, blz. 16.

    (9) PB L 336 van 29.12.1979, blz. 44.

    (10) PB L 327 van 18.11.1987, blz. 7.

    (11) PB L 274 van 26.10.1996, blz. 18.

    (12) PB L 317 van 6.12.1996, blz. 13.

    (13) PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1.

    (14) PB L 20 van 24.1.2003, blz. 3.

    (15) PB L 62 van 7.3.1980, blz. 5.

    (16) PB L 67 van 12.3.2003, blz. 3.

    (17) PB 121 van 29.7.1964, blz. 2012/64.

    (18) PB L 243 van 11.10.1995, blz. 7.

    (19) PB L 368 van 31.12.1994, blz. 10.

    (20) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 85.

    (21) PB L 10 van 16.11.1998, blz. 25.

    BIJLAGE

    bij de verordening van de Commissie van 30 juni 2003 tot vaststelling van de uitvoerrestituties in de sector rundvlees

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    NB:

    De codes van de producten en de codes van de bestemmingen serie "A" zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie (PB L 366 van 24.12.1987, blz. 1), zoals gewijzigd.

    De numerieke codes voor de bestemmingen zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1779/2002 van de Commissie (PB L 269 van 5.10.2002, blz. 6).

    De andere bestemmingen worden als volgt vastgesteld:

    B00: alle bestemmingen (derde landen, andere gebieden, bevoorrading en met uitvoer uit de Gemeenschap gelijkgestelde bestemmingen), met uitzondering van Estland, Litouwen, Letland, Hongarije, Roemenië en Slowakije;

    B02: B08 en B09;

    B03: Ceuta, Melilla, IJsland, Noorwegen, Faeröer, Andorra, Gibraltar, Vaticaanstad, Polen, Tsjechië, Bulgarije, Albanië, Slovenië, Kroatië, Bosnië-Herzegovina, Servië en Montenegro, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, het eiland Helgoland, Groenland, Cyprus, proviandering en bunkeren (bestemmingen zoals bedoeld in de artikelen 36 en 45 en, indien toepasselijk, artikel 44 van de gewijzigde Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11));

    B08: Malta, Turkije, Oekraïne, Belarus, Moldavië, Rusland, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, Marokko, Algerije, Tunesië, Libië, Egypte, Libanon, Syrië, Irak, Iran, Israël, Westelijke Jordaanoever/Gazastrook, Jordanië, Saoedi-Arabië, Koeweit, Bahrein, Qatar, Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Jemen, Pakistan, Sri Lanka, Myanmar (Birma), Thailand, Vietnam, Indonesië, Filipijnen, China, Noord-Korea, Hongkong;

    B09: Soedan, Mauritanië, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad, Kaapverdië, Senegal, Gambia, Guinee-Bissau, Guinee, Sierra Leone, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Equatoriaal-Guinea, Sao Tomé en Principe, Gabon, Congo (Republiek), Congo (Democratische Republiek), Rwanda, Burundi, Sint-Helena en onderhorigheden, Angola, Ethiopië, Eritrea, Djibouti, Somalië, Oeganda, Tanzania, Seychellen en onderhorigheden, Brits gebied in de Indische Oceaan, Mozambique, Mauritius, Comoren, Mayotte, Zambia, Malawi, Zuid-Afrika, Lesotho;

    B11: Libanon en Egypte.

    Top