Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003R0604

Verordening (EG) nr. 604/2003 van de Commissie van 2 april 2003 betreffende de verkoop, bij periodieke openbare inschrijving, van rundvlees uit de voorraden van bepaalde interventiebureaus voor verwerking in de Gemeenschap

PB L 86 van 3.4.2003, p. 7–12 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 24/06/2006

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/604/oj

32003R0604

Verordening (EG) nr. 604/2003 van de Commissie van 2 april 2003 betreffende de verkoop, bij periodieke openbare inschrijving, van rundvlees uit de voorraden van bepaalde interventiebureaus voor verwerking in de Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 086 van 03/04/2003 blz. 0007 - 0012


Verordening (EG) nr. 604/2003 van de Commissie

van 2 april 2003

betreffende de verkoop, bij periodieke openbare inschrijving, van rundvlees uit de voorraden van bepaalde interventiebureaus voor verwerking in de Gemeenschap

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2345/2001 van de Commissie(2), en met name op artikel 27, lid 4, artikel 28, lid 2, en artikel 41,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Door de toepassing van de interventiemaatregelen in de sector rundvlees zijn in verscheidene lidstaten voorraden ontstaan. Om een te lange opslag te voorkomen, moet een deel van deze voorraden bij openbare inschrijving worden verkocht met het oog op de verwerking ervan in de Gemeenschap.

(2) Op enige uitzonderingen na die verband houden met de bijzondere bestemming die aan de betrokken producten wordt gegeven, moet deze verkoop plaatsvinden met inachtneming van de voorschriften van Verordening (EEG) nr. 2173/79 van de Commissie van 4 oktober 1979 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de afzet van rundvlees gekocht door de interventiebureaus en tot intrekking van Verordening (EEG) nr 216/69(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2417/95(4), van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie van 16 oktober 1992 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van produkten uit interventie(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96(6), en van Verordening (EEG) nr. 2182/77 van de Commissie van 30 september 1977 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de verkoop van bevroren rundvlees, afkomstig uit de interventievoorraden, dat bestemd is voor verwerking in de Gemeenschap, tevens houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1687/76(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2417/95.

(3) Om een regelmatige en uniforme inschrijvingsprocedure te garanderen, moeten maatregelen worden getroffen ter aanvulling van de maatregelen die in artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2173/79 zijn vastgesteld.

(4) Met het oog op de administratieve moeilijkheden waarmee de toepassing van het bepaalde van artikel 8, lid 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2173/79 in de betrokken lidstaten gepaard gaat, moet van dit voorschrift kunnen worden afgeweken.

(5) Om te waarborgen dat de inschrijvingsregeling behoorlijk kan functioneren, moet de in artikel 15, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2173/79 vastgestelde zekerheid worden verhoogd.

(6) Op grond van de ervaring die met de afzet van rundvlees met been uit interventievoorraden is opgedaan, moet de controle van de kwaliteit van de producten vóór levering aan de koper verscherpt worden en met name worden nagegaan of ze voldoen aan de voorschriften van bijlage III van Verordening (EG) nr. 562/2000 van de Commissie van 15 maart 2000 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad wat de openbare interventieaankoop in de sector rundvlees betreft(8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1564/2001(9).

(7) Voor een zo goed mogelijke controle op de bestemming van het interventierundvlees moet naast de in Verordening (EEG) nr. 3002/92 bedoelde maatregelen een controleregeling worden ingesteld die gebaseerd is op fysieke verificaties van de kwantiteit en de kwaliteit.

(8) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Er wordt overgegaan tot de verkoop, met het oog op verwerking in de Gemeenschap, van ongeveer

- 1000 ton voorvoeten met been, in het bezit van het Duitse interventiebureau,

- 1000 ton voorvoeten met been, in het bezit van het Franse interventiebureau,

- 1000 ton voorvoeten met been, in het bezit van het Spaanse interventiebureau,

- 1500 ton rundvlees zonder been, in het bezit van het Franse interventiebureau.

In bijlage I zijn nadere gegevens over de hoeveelheden opgenomen.

2. Onverminderd de bepalingen van deze verordening worden de in lid 1 bedoelde producten verkocht overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2173/79, met name in de titels II en III, in Verordening (EEG) nr. 2182/77 en in Verordening (EEG) nr. 3002/92.

Artikel 2

1. In afwijking van de artikelen 6 en 7 van Verordening (EEG) nr. 2173/79 gelden de bepalingen en de bijlagen van deze verordening als algemeen bericht van inschrijving.

De betrokken interventiebureaus stellen een bericht van inschrijving op waarin met name worden vermeld:

a) de hoeveelheden rundvlees die te koop worden aangeboden, en

b) de termijn waarbinnen en de plaats waar de offertes moeten worden ingediend.

2. Nadere gegevens over de hoeveelheden en de plaatsen waar de producten zijn opgeslagen, kunnen worden verkregen op de in bijlage II vermelde adressen. Bovendien kunnen de interventiebureaus het in lid 1 bedoelde bericht bekendmaken door aanplakking te hunnen kantore en kunnen zij tot verdere bekendmaking in een andere vorm overgaan.

3. Voor elk van de in bijlage I genoemde producten geldt dat de interventiebureaus bij voorrang het vlees verkopen dat het langst ligt opgeslagen. In uitzonderlijke gevallen en met toestemming van de Commissie mogen de lidstaten van deze regel afwijken.

4. De inschrijvingen worden achtereenvolgens gehouden op:

a) 8 april 2003,

b) 22 april 2003,

c) 13 mei 2003,

d) 10 juni 2003,

totdat de te koop aangeboden hoeveelheden volledig verkocht zijn.

5. In afwijking van artikel 8, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2173/79 moet de offerte bij het betrokken interventiebureau worden ingediend in een gesloten envelop, waarop een verwijzing naar deze verordening is aangebracht. Deze envelop mag door het interventiebureau pas na de in lid 4 vermelde uiterste termijn worden geopend.

6. In afwijking van artikel 8, lid 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2173/79 hoeven het koelhuis of de koelhuizen waar de gevraagde producten opgeslagen liggen, niet in de offertes te worden vermeld.

Artikel 3

1. Uiterlijk op de eerste werkdag na de uiterste datum voor de indiening van de offertes verstrekken de lidstaten de Commissie alle gegevens over de ontvangen offertes.

2. Na onderzoek van de ontvangen offertes wordt voor ieder product een minimumverkoopprijs vastgesteld of wordt besloten dat de verkoop geen doorgang vindt.

Artikel 4

1. Een offerte is alleen geldig indien zij is ingediend door of namens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die gedurende de twaalf maanden die aan de inwerkingtreding van deze verordening voorafgaan, verwerkte producten op basis van rundvlees heeft vervaardigd, en die in een nationaal BTW-register is ingeschreven. De offerte moet bovendien zijn ingediend door of namens een verwerkingsbedrijf dat is erkend overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van Richtlijn 77/99/EEG van de Raad(10).

Het bepaalde in de eerste alinea is niet van toepassing wanneer het een kleinhandels- of cateringbedrijf of een aan een kleinhandelsverkooppunt verbonden inrichting betreft, waar vlees wordt verwerkt en aan de eindverbruiker te koop wordt aangeboden.

2. In afwijking van artikel 3, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 2182/77, dient de offerte vergezeld te gaan van:

- een schriftelijke verklaring van de inschrijver waarbij hij zich ertoe verbindt het aangekochte vlees tot de in artikel 6 bedoelde producten te verwerken binnen de in artikel 5, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2182/77 bedoelde termijn;

- een nauwkeurige opgave van de inrichting of inrichtingen waar het vlees zal worden verwerkt.

3. Inschrijvers als bedoeld in lid 1 kunnen een gemachtigde schriftelijk opdragen om de producten die zij wensen aan te kopen in ontvangst te nemen. In dit geval dient de gemachtigde de offertes van de inschrijvers voor wie hij optreedt over te leggen, tezamen met de bovenbedoelde schriftelijke opdracht.

4. In afwijking van het bepaalde in artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2173/79 bedraagt de termijn voor de overname van het op grond van deze verordening aangekochte vlees twee maanden, te rekenen vanaf de datum van de kennisgeving als bedoeld in artikel 11 van de eerstgenoemde verordening.

5. De in de voorgaande leden bedoelde kopers en gemachtigden voeren een boekhouding aan de hand waarvan de bestemming en het gebruik van de producten kunnen worden nagegaan en waaruit met name blijkt of de gekochte hoeveelheden product overeenstemmen met de verwerkte hoeveelheden product.

Artikel 5

1. De lidstaten moeten de nodige maatregelen treffen om te garanderen dat het aan de kopers geleverde vlees met been uit interventievoorraden volkomen beantwoordt aan de voorschriften van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 562/2000, en meer in het bijzonder aan die van het zesde streepje van punt 2, onder a), van die bijlage.

2. Alle kosten in verband met de in lid 1 bedoelde maatregelen worden gedragen door de lidstaten en mogen niet worden afgewenteld op de koper of op derden.

3. De lidstaten delen de Commissie(11) alle gevallen mee waarin een voorvoet met been uit interventievoorraden niet in overeenstemming met de in lid 1 bedoelde bijlage III bevonden wordt, met vermelding van de kwaliteit en het gewicht van de voorvoet en het slachthuis waar hij verkregen is.

Artikel 6

1. Vlees dat ter uitvoering van deze verordening is aangekocht, moet worden verwerkt tot producten die beantwoorden aan de omschrijving van "A-producten" of "B-producten", als bedoeld in de leden 2 en 3.

2. Worden als A-product aangemerkt: verwerkte producten van GN-code 1602 10, 1602 50 31, 1602 50 39 of 1602 50 80 die geen ander vlees dan rundvlees bevatten, met een collageen/eiwitverhouding van maximaal 0,45 %(12) en met ten minste 20 gewichtspercenten(13) mager vlees (met uitzondering van slachtafvallen(14) en vet), waarbij het vlees en de gelei ten minste 85 % van het totale nettogewicht uitmaken.

Het product wordt aan een warmtebehandeling onderworpen waarmee stolling van de vleeseiwitten in het hele product gewaarborgd is, zodat op het snijvlak geen sporen van een rozeachtige vloeistof achterblijven wanneer het product op het dikste gedeelte wordt doorgesneden.

3. Worden als B-product aangemerkt: verwerkte producten die ander rundvlees bevatten dan

- dat vermeld in artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

- dat bedoeld in lid 2.

Verwerkte producten van GN-code 0210 20 90, die zodanig zijn gedroogd of gerookt dat de kleur en de consistentie van vers vlees volledig verdwenen zijn, en waarvan de water/eiwitverhouding niet meer dan 3,2 bedraagt, worden evenwel als B-product beschouwd.

Artikel 7

1. De lidstaten stellen een controlesysteem in dat gebaseerd is op fysieke verificaties en verificaties aan de hand van documenten, teneinde erop toe te zien dat al het vlees overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 wordt verwerkt.

Dit systeem omvat fysieke verificaties van kwaliteit en kwantiteit bij het begin van de verwerking en tijdens en na de verwerking. Daartoe moeten de verwerkers te allen tijde geëigende productieregisters kunnen overleggen aan de hand waarvan de identiteit en het gebruik van het vlees kan worden aangetoond.

Bij de technische controle van de productiemethode door de bevoegde autoriteit kan, indien nodig, rekening worden gehouden met dripverliezen en afsnijdsels.

Om de kwaliteit van het eindproduct en de overeenstemming met het recept van de verwerker te verifiëren, analyseren de lidstaten representatieve monsters van de producten. De kosten van deze controles zijn voor rekening van de betrokken verwerker.

2. Op verzoek van de verwerker kan de lidstaat toestemming verlenen om voorvoeten met been in een ander bedrijf te ontbenen dan dat waar de verwerking moet plaatsvinden, op voorwaarde dat de betrokken activiteiten in dezelfde lidstaat en onder deugdelijk toezicht worden uitgevoerd.

3. Artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2182/77 is niet van toepassing.

Artikel 8

1. In afwijking van artikel 15 lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2173/79 wordt de zekerheid vastgesteld op 12 EUR per 100 kg.

2. Het bedrag van de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2182/77 bedoelde zekerheid is gelijk aan:

- voor voorvoeten, het verschil in euro tussen de geboden prijs per ton en 1600 EUR;

- voor rundvlees zonder been van de interventiecodes INT 22 en INT 24, het verschil in euro tussen de geboden prijs per ton en 1800 EUR;

- voor rundvlees zonder been van de interventiecode INT 18, het verschil in euro tussen de geboden prijs per ton en 1400 EUR;

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2182/77, vormt de verwerking van al het aangekochte vlees tot de in artikel 5 bedoelde eindproducten een primaire eis.

Artikel 9

In afwijking van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2182/77 moeten, naast de in Verordening (EEG) nr. 3002/92 voorgeschreven vermeldingen, in vak 104 van controle-exemplaar T5 één of meer van de onderstaande vermeldingen worden aangebracht:

- Para transformación [Reglamentos (CEE) n° 2182/77 y (CE) n° 604/2003]

- Til forarbejdning (forordning (EØF) nr. 2182/77 og (EF) nr. 604/2003)

- Zur Verarbeitung bestimmt (Verordnungen (EWG) Nr. 2182/77 und (EG) Nr. 604/2003)

- Για μεταποίηση [κανονισμoί (ΕOΚ) αριθ. 2182/77 και (EK) αριθ. 604/2003]

- For processing (Regulations (EEC) No 2182/77 and (EC) No 604/2003)

- Destinés à la transformation [règlements (CEE) n° 2182/77 et (CE) n° 604/2003]

- Destinate alla trasformazione [Regolamenti (CEE) n. 2182/77 e (CE) n. 604/2003]

- Bestemd om te worden verwerkt (Verordeningen (EEG) nr. 2182/77 en (EG) nr. 604/2003)

- Para transformação [Regulamentos (CEE) n.o 2182/77 e (CE) n.o 604/2003]

- Jalostettavaksi (Asetukset (ETY) N:o 2182/77 ja (EY) N:o 604/2003)

- För bearbetning (Förordningarna (EEG) nr 2182/77 och (EG) nr 604/2003).

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op 3 april 2003.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 2 april 2003.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21.

(2) PB L 315 van 1.12.2001, blz. 29.

(3) PB L 251 van 5.10.1979, blz. 12.

(4) PB L 248 van 14.10.1995, blz. 39.

(5) PB L 301 van 17.10.1992, blz. 17.

(6) PB L 104 van 27.4.1996, blz. 13.

(7) PB L 251 van 1.10.1977, blz. 60.

(8) PB L 68 van 16.3.2000, blz. 22.

(9) PB L 208 van 1.8.2001, blz. 14.

(10) PB L 26 van 31.1.1977, blz. 85.

(11) Directoraat-generaal Landbouw, D2: fax (32-2) 295 36 13.

(12) Bepaling van het collageengehalte: het collageengehalte is het hydroxyprolinegehalte vermenigvuldigd met de factor 8. Het gehalte aan hydroxyproline wordt bepaald volgens ISO-methode 3496-1978.

(13) Het gehalte aan mager rundvlees met uitzondering van vet wordt bepaald volgens de analyseprocedure die is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2429/86 van de Commissie (PB L 210 van 1.8.1986, blz. 39).

(14) Slachtafval omvat hoofden en delen daarvan (met inbegrip van oren), poten, staarten, harten, uiers, levers, nieren, zwezeriken (thymus en pancreas), hersenen, longen, strotten, middenriffen, milten, tongen, darmvliezen, ruggenmergen, eetbare huiden, voortplantingsorganen (d.w.z. baarmoeders, eierstokken en teelballen), schildklieren en hypofyses.

ANEXO I/BILAG I/ANHANG I/ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ I/ANNEX I/ANNEXE I/ALLEGATO I/BIJLAGE I/ANEXO I/LIITE I/BILAGA I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ANEXO II/BILAG II/ANHANG II/ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ II/ANNEX II/ANNEXE II/ALLEGATO II/BIJLAGE II/ANEXO II/LIITE II/BILAGA II

Direcciones de los organismos de intervención/Interventionsorganernes adresser/Anschriften der Interventionsstellen/Διευθύνσεις των οργανισμών παρεμβάσεως/Addresses of the intervention agencies/Adresses des organismes d'intervention/Indirizzi degli organismi d'intervento/Adressen van de interventiebureaus/Endereços dos organismos de intervenção/Interventioelinten osoitteet/Interventionsorganens adresser

BUNDESREPUBLIK DEUTSCHLAND

Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE) Postfach 180203, D - 60083 Frankfurt am Main Adickesallee 40 D - 60322 Frankfurt am Main Tel. (49-69) 1564-704/772; Telex 411727; Telefax (49-69) 1564-790/985

ESPAÑA

FEGA (Fondo Español de Garantía Agraria) Beneficencia, 8 E - 28005 Madrid Teléfono: (34) 913 47 65 00, 913 47 63 10; télex: FEGA 23427 E, FEGA 41818 E; fax: (34) 915 21 98 32, 915 22 43 87

FRANCE

OFIVAL 80, avenue des Terroirs de France F - 75607 Paris Cedex 12 Téléphone (33-1) 44 68 50 00; télex 215330; télécopieur (33-1) 44 68 52 33

Top