This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32003E0495
Council Common Position 2003/495/CFSP of 7 July 2003 on Iraq and repealing Common Positions 96/741/CFSP and 2002/599/CFSP
Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB van de Raad van 7 juli 2003 inzake Irak en tot intrekking van de Gemeenschappelijke Standpunten 96/741/GBVB en 2002/599/GBVB
Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB van de Raad van 7 juli 2003 inzake Irak en tot intrekking van de Gemeenschappelijke Standpunten 96/741/GBVB en 2002/599/GBVB
PB L 169 van 8.7.2003, p. 72–73
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)
In force: This act has been changed. Current consolidated version: 16/02/2023
Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB van de Raad van 7 juli 2003 inzake Irak en tot intrekking van de Gemeenschappelijke Standpunten 96/741/GBVB en 2002/599/GBVB
Publicatieblad Nr. L 169 van 08/07/2003 blz. 0072 - 0073
Gemeenschappelijk Standpunt 2003/495/GBVB van de Raad van 7 juli 2003 inzake Irak en tot intrekking van de Gemeenschappelijke Standpunten 96/741/GBVB en 2002/599/GBVB DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 15, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 22 mei 2003 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie 1483(2003) aangenomen, houdende intrekking van elk verbod op de handel met Irak en de verstrekking van financiële en economische middelen aan Irak dat was ingesteld bij Resolutie 661(1990) en latere resoluties terzake, waaronder Resolutie 778(1992). Een uitzondering wordt gemaakt voor verboden met betrekking tot de verkoop of levering aan Irak van ander wapentuig en aanverwant materiaal dan het wapentuig en aanverwant materiaal dat is benodigd door de Verenigde Staten van Amerika en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland als bezettingsmachten onder gezamenlijk gezag ("de Autoriteit"). Tevens worden in Resolutie 1483(2003) nieuwe maatregelen opgelegd. (2) De Raad is ingenomen met het besluit van de Veiligheidsraad om de sancties tegen Irak in te trekken. (3) De Raad is ingenomen met de door de Veiligheidsraad en de Autoriteit in Resolutie 1483(2003) aangegane verbintenis om mee te werken aan de wederopbouw van Irak en het Iraakse volk te helpen bij de instelling van een internationaal erkende, representatieve regering. (4) Gemeenschappelijk Standpunt 96/741/GBVB(1) en Gemeenschappelijk Standpunt 2002/599/GBVB(2) dienen derhalve te worden ingetrokken. (5) Een optreden van de Gemeenschap is nodig om bepaalde maatregelen uit te voeren, HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VASTGESTELD: Artikel 1 De verkoop en de levering aan Irak van wapentuig en aanverwant materiaal blijven verboden, met uitzondering van het wapentuig en aanverwant materiaal door de Autoriteit benodigd ter uitvoering van Resolutie 1483(2003) van de Veiligheidsraad en andere resoluties terzake van de Veiligheidsraad. Artikel 2 Alle tegoeden en andere financiële activa of economische middelen: a) van de vorige regering van Irak of van overheidsinstanties, rechtspersonen, agentschappen, zoals aangewezen door het bij Resolutie 661(1990) van de Veiligheidsraad ingestelde comité, die zich met ingang van 22 mei 2003 buiten Irak bevinden of b) die naar het buitenland zijn gebracht of zijn verworven door Saddam Hussein of andere hoge officieren van het voormalige Iraakse regime of hun naaste familieleden, met inbegrip van middelen waarvan de eigendom of de zeggenschap, direct of indirect, berust bij hen of bij personen die namens hen of op hun aanwijzing handelen, zoals aangewezen door het bij Resolutie 661(1990) van de Veiligheidsraad ingestelde comité, worden onmiddellijk bevroren en, tenzij deze tegoeden of andere financiële activa of economische middelen het voorwerp zijn van een eerder justitieel, administratief of arbitrair retentierecht of uitspraak, zorgen de lidstaten ervoor dat zij onmiddellijk worden overgedragen aan het Ontwikkelingsfonds voor Irak, onder de voorwaarden van Resolutie 1483(2003). Artikel 3 Om de veilige terugkeer naar Iraakse instellingen te vergemakkelijken van Iraakse culturele eigendommen en andere voorwerpen van archeologisch, historisch, cultureel, groot wetenschappelijk en religieus belang die sinds de aanneming van Resolutie 661(1990) illegaal uit het Iraaks Nationaal Museum, de Nationale Bibliotheek of andere instellingen in Irak zijn meegenomen, worden alle passende stappen ondernomen, onder meer de instelling van een verbod op de handel in en verplaatsing van dergelijke voorwerpen en voorwerpen waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat zij illegaal zijn meegenomen. Artikel 4 Alle opbrengsten van de uitvoer van aardolie, aardolieproducten en aardgas uit Irak worden vanaf 22 mei 2003 overgedragen aan het Ontwikkelingsfonds voor Irak onder de voorwaarden van Resolutie 1483(2003), totdat een internationaal erkende, representatieve Iraakse regering naar behoren is gevormd. Artikel 5 1. Aardolie, aardolieproducten en aardgas van oorsprong uit Irak zijn, totdat de eigendom naar de eerste koper is overgegaan, gevrijwaard voor juridische procedures en zijn niet vatbaar voor enigerlei conservatoir beslag, derdenbeslag of executie. 2. Voorrechten en immuniteiten die gelijkwaardig zijn aan die welke de Verenigde Naties genieten, gelden voor: a) de opbrengsten en verplichtingen welke voortvloeien uit de verkoop van de in lid 1 genoemde producten; b) het Ontwikkelingsfonds voor Irak en c) de tegoeden, andere financiële activa of economische middelen die overeenkomstig artikel 2 aan het Ontwikkelingsfonds voor Irak moeten worden overgedragen 3. De in lid 2, onder a), bedoelde voorrechten en immuniteiten zijn niet van toepassing op gerechtelijke procedures waarin het gebruik van de opbrengsten en verplichtingen noodzakelijk is om te voldoen aan de aansprakelijkheid voor schade in verband met een milieuongeval, met inbegrip van "zwarte vloed", dat zich voordoet na 22 mei 2003. Artikel 6 De Gemeenschappelijke Standpunten 96/741/GBVB en 2002/599/GBVB worden ingetrokken. Artikel 7 Dit gemeenschappelijk standpunt wordt van kracht op de datum van vaststelling. Het is van toepassing vanaf 22 mei 2003. De bepalingen van artikel 4 zijn van toepassing tot en met 31 december 2007, tenzij de Raad in overeenstemming met een toekomstige resolutie van de VN-Veiligheidsraad iets anders besluit. Artikel 8 Dit gemeenschappelijk standpunt wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, 7 juli 2003. Voor de Raad De voorzitter F. Frattini (1) Gemeenschappelijk Standpunt 96/741/GBVB van 17 december 1996 vastgesteld door de Raad op basis van artikel J.2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzake afwijkingen van het embargo tegen Irak (PB L 337 van 27.12.1996, blz. 5). (2) Gemeenschappelijk Standpunt 2002/599/GBVB van de Raad van 22 juli 2002 als aanvulling bij Gemeenschappelijk Standpunt 96/741/GBVB inzake afwijkingen van het embargo tegen Irak (PB L 194 van 23.7.2002, blz. 47).