This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32003D0023
2003/23/EC: Commission Decision of 30 December 2002 concerning a financial contribution for the compulsory slaughter between 1 July and 31 October 2001 of animals due to foot-and-mouth disease in the United Kingdom (notified under document number C(2002) 5491)
2003/23/EG: Beschikking van de Commissie van 30 december 2002 inzake een financiële bijdrage voor het verplicht slachten van dieren tussen 1 juli en 31 oktober 2001 in verband met mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5491)
2003/23/EG: Beschikking van de Commissie van 30 december 2002 inzake een financiële bijdrage voor het verplicht slachten van dieren tussen 1 juli en 31 oktober 2001 in verband met mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5491)
PB L 8 van 14.1.2003, p. 41–43
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2001
2003/23/EG: Beschikking van de Commissie van 30 december 2002 inzake een financiële bijdrage voor het verplicht slachten van dieren tussen 1 juli en 31 oktober 2001 in verband met mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5491)
Publicatieblad Nr. L 008 van 14/01/2003 blz. 0041 - 0043
Beschikking van de Commissie van 30 december 2002 inzake een financiële bijdrage voor het verplicht slachten van dieren tussen 1 juli en 31 oktober 2001 in verband met mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5491) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (2003/23/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/572/EG(2), en met name op artikel 11, leden 2 en 4, Overwegende hetgeen volgt: (1) In 2001 hebben zich uitbraken van mond- en klauwzeer voorgedaan in het Verenigd Koninkrijk. Het uitbreken van deze ziekte betekent een ernstig gevaar voor de veestapel van de Gemeenschap. Om verspreiding van de ziekte te voorkomen en bij te dragen tot de uitroeiing ervan kan de Commissie bijstand verlenen voor de subsidiabele uitgaven die door de lidstaat zijn gedaan. (2) Zodra de besmetting met mond- en klauwzeer officieel was bevestigd, hebben de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk gemeld dat zij de in artikel 3, lid 2, van Beschikking 90/424/EEG genoemde maatregelen hadden genomen en onmiddellijk de desbetreffende bepalingen van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad(3) ten uitvoer hadden gelegd. (3) Krachtens artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad(4) worden de overeenkomstig de communautaire voorschriften genomen maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied gefinancierd uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw. Met het oog op de financiële controle zijn de artikelen 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van toepassing. (4) De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt verleend op voorwaarde dat de voorgenomen maatregelen efficiënt worden uitgevoerd en dat de autoriteiten de vereiste gegevens meedelen binnen de daarvoor vastgestelde termijnen. (5) De financiële bijdrage voor de uitroeiing van mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk in 2001 in verband met de tot en met 30 juni 2001 geconstateerde uitbraken van mond- en klauwzeer is vastgesteld bij Beschikking 2001/654/EG van de Commissie(5). (6) Ook na 30 juni 2001 hebben zich in het Verenigd Koninkrijk uitbraken van mond- en klauwzeer voorgedaan. Daarom moet er een aanvullende financiële bijdrage voor de uitroeiing van die uitbraken worden vastgesteld. (7) Aangezien het bedrag van de subsidiabele kosten in euro wordt betaald, moet er een wisselkoers worden vastgesteld. (8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 Aan het Verenigd Koninkrijk kan een financiële bijdrage van de Gemeenschap worden verleend teneinde de eigenaars op passende wijze schadeloos te stellen voor de dieren die verplicht zijn geslacht in het kader van de uitroeiingsmaatregelen in verband met de tussen 1 juli en eind oktober 2001 geconstateerde uitbraken van mond- en klauwzeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van Beschikking 90/424/EEG. Artikel 2 1. De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt betaald op basis van: a) de bewijsstukken voor de maatregelen die in de in artikel 1 bedoelde periode zijn uitgevoerd, die uiterlijk 60 dagen na de datum van kennisgeving van deze beschikking aan de lidstaat worden ingediend; b) de resultaten van de door de Commissie verrichte controles als bedoeld in artikel 4. 2. De in lid 1 bedoelde documenten omvatten een financieel verslag. Het financieel verslag houdt rekening met de categorieën dieren die op elk bedrijf in verband met mond- en klauwzeer zijn vernietigd, dan wel geslacht en vernietigd. Dit verslag wordt aangeleverd in elektronische vorm volgens het model in de bijlage. 3. In het kader van deze beschikking wordt onder "passende schadeloosstelling" verstaan dat een bedrag wordt uitgekeerd dat gelijk is aan de waarde van de dieren onmiddellijk vóórdat zij werden besmet. Artikel 3 Het bedrag van de subsidiabele kosten wordt vastgesteld in euro tegen de koers die in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen is bekendgemaakt op de eerste werkdag van de maand waarin de betalingsaanvraag is ontvangen. Artikel 4 De Commissie kan, in samenwerking met de bevoegde nationale autoriteiten, controles ter plaatse uitvoeren om toe te zien op de toepassing van bovengenoemde maatregelen en op de gedane uitgaven. De Commissie stelt de lidstaten in kennis van de uitslag van de verrichte controles. Artikel 5 Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland. Gedaan te Brussel, 30 december 2002. Voor de Commissie David Byrne Lid van de Commissie (1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19. (2) PB L 203 van 28.7.2001, blz. 16. (3) PB L 315 van 26.11.1985, blz. 11. (4) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103. (5) PB L 230 van 28.8.2001, blz. 16. BIJLAGE >PIC FILE= "L_2003008NL.004302.TIF">