EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002R1972

Verordening (EG) nr. 1972/2002 van de Raad van 5 november 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 384/96 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap

PB L 305 van 7.11.2002, p. 1–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 10/01/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2002/1972/oj

32002R1972

Verordening (EG) nr. 1972/2002 van de Raad van 5 november 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 384/96 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 305 van 07/11/2002 blz. 0001 - 0003


Verordening (EG) nr. 1972/2002 van de Raad

van 5 november 2002

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 384/96 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bij Verordening (EG) nr. 384/96(1) heeft de Raad gemeenschappelijke regels vastgesteld ter bescherming tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap.

(2) Het verdient aanbeveling een nadere omschrijving te geven van het begrip "geassocieerde partijen" in het kader van de vaststelling van dumping. Artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(2) bevat een definitie van het begrip "verbonden partijen" die overeenstemt met de definitie in artikel 15, lid 4, van de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994(3).

(3) Volgens artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 wordt de normale waarde, wanneer het vanwege een bijzondere marktsituatie niet mogelijk is een deugdelijke vergelijking te maken aan de hand van de verkoop van het soortgelijke product, berekend door de productiekosten in het land van oorsprong te nemen en daaraan een redelijk bedrag aan verkoopkosten, algemene kosten, administratiekosten en winst toe te voegen, of aan de hand van de prijzen, in het kader van normale handelstransacties, bij uitvoer naar een geschikt derde land, mits die prijzen representatief zijn. Het is dienstig nader te bepalen welke omstandigheden als een bijzondere marktsituatie kunnen worden beschouwd waarin de verkoop van het soortgelijke product geen deugdelijke vergelijking mogelijk maakt. Dergelijke omstandigheden kunnen zich bijvoorbeeld voordoen vanwege het bestaan van ruilhandel en andere niet-commerciële regelingen voor de be- of verwerking van goederen of andere marktbelemmeringen. Als gevolg daarvan is het mogelijk dat de marktsignalen vraag en aanbod op de markt niet correct weergeven, hetgeen weer van invloed kan zijn op de betrokken kosten en prijzen en er ook toe kan leiden dat de binnenlandse prijzen niet met de prijzen op de wereldmarkt of op andere representatieve markten overeenstemmen. Nadere bepalingen terzake kunnen uiteraard niet op alle situaties van toepassing zijn, gezien de grote verscheidenheid aan mogelijke marktsituaties die een deugdelijke vergelijking in de weg staan.

(4) Het wordt dienstig geacht enige aanwijzingen te geven over hetgeen moet worden gedaan, overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96, wanneer de administratie de productie- en verkoopkosten van het betrokken product niet goed weergeeft, met name wanneer het aan de hand van de verkoop van dit product, gezien de bijzondere marktsituatie, niet mogelijk is een deugdelijke vergelijking te maken. In dit geval moeten de nodige gegevens uit bronnen worden verkregen die niet door een dergelijke vertekening zijn beïnvloed. Deze bronnen kunnen de kosten van andere producenten of exporteurs in hetzelfde land zijn of, wanneer deze niet beschikbaar zijn of niet kunnen worden gebruikt, alle andere redelijke gegevens, met inbegrip van die over andere representatieve markten. De betrokken gegevens kunnen worden gebruikt om bepaalde posten van de administratie van de onderzochte partij te corrigeren of, indien dit niet mogelijk is, om de kosten voor de onderzochte partij vast te stellen.

(5) Volgens artikel 2, lid 7, van Verordening (EG) nr. 384/96, zoals gewijzigd met name bij Verordening (EG) nr. 905/98(4) en Verordening (EG) nr. 2238/2000(5), is het onder meer mogelijk dat de normale waarde voor producten uit de Russische Federatie wordt vastgesteld overeenkomstig de regels die van toepassing zijn op landen met een markteconomie, wanneer kan worden aangetoond dat die producten op marktvoorwaarden worden gefabriceerd en verkocht. Gezien de aanzienlijke vorderingen die de Russische Federatie heeft gemaakt bij de omschakeling op een markteconomie, zoals erkend in de conclusies van de Top Rusland-Europese Unie op 29 mei 2002, wordt het dienstig geacht dat de normale waarde voor Russische exporteurs en producenten wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 2, leden 1 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 384/96.

(6) Overeenkomstig artikel 2, lid 10, onder i), van Verordening (EG) nr. 384/96 kunnen correcties op de normale waarde en de exportprijs worden toegepast wanneer commissies zijn betaald. Het verdient aanbeveling te bepalen dat deze correcties, in overeenstemming met de vaste praktijk van de Commissie en de Raad, ook kunnen worden toegepast indien de partijen niet als opdrachtgever en agent optreden, maar hetzelfde economische resultaat behalen door als koper en verkoper op te treden.

(7) In Verordening (EG) nr. 384/96 zijn geen criteria aangegeven volgens welke een exporteur, waarvoor de normale waarde overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), is vastgesteld, een individueel recht wordt toegekend dat wordt berekend door deze normale waarde met de individuele exportprijzen van die exporteur te vergelijken. In het belang van transparantie en rechtszekerheid dienen duidelijke criteria voor een dergelijke individuele behandeling te worden vastgesteld. Met de exportprijzen van exporteurs waarop artikel 2, lid 7, onder a), van Verordening (EG) nr. 384/96 van toepassing is, kan derhalve rekening worden gehouden wanneer de onderneming vrij is haar exportactiviteiten te bepalen, wanneer eigendom van en zeggenschap over de onderneming voldoende onafhankelijk zijn en wanneer de staatsinmenging niet zodanig is dat individuele antidumpingmaatregelen kunnen worden ontweken. Deze individuele behandeling kan worden toegestaan aan exporteurs die, op grond van met bewijsmateriaal ondersteunde verzoeken, kunnen aantonen dat zij geheel of gedeeltelijk in buitenlands bezit zijnde ondernemingen zijn, dat zij vrij zijn kapitaal en winsten te repatriëren, dat zij vrij kunnen bepalen hoeveel producten zij uitvoeren, tegen welke prijzen en op welke voorwaarden en dat de omrekening van valuta's tegen marktkoersen geschiedt. Ook moet worden aangetoond dat de meerderheid van de aandeelhouders particulieren zijn en dat staatsambtenaren in de raad van bestuur of in leidinggevende functies in de minderheid zijn of dat de onderneming voldoende vrij is van staatsinmenging.

(8) In artikel 18, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 is bepaald dat, bij gebruik van de beschikbare gegevens, deze worden gecontroleerd door toetsing aan informatie uit een aantal bronnen. Het wordt nuttig geacht te bepalen dat deze bronnen eventueel ook gegevens over de wereldmarkt of andere representatieve markten kunnen zijn.

(9) Het wordt ten behoeve van de rechtszekerheid dienstig geacht te bepalen dat deze wijzigingen zo spoedig mogelijk op alle nieuwe procedures van toepassing zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 384/96 wordt als volgt gewijzigd:

1. in artikel 2, lid 1, wordt de volgende zin ingevoegd: "Om te bepalen of twee partijen geassocieerd zijn kan rekening worden gehouden met de definitie van verbonden partijen in artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(6).";

2. in artikel 2, lid 3, wordt de volgende zin ingevoegd: "Een bijzondere marktsituatie voor het betrokken product in de zin van de voorgaande zin wordt onder meer geacht aanwezig te zijn wanneer de prijzen kunstmatig laag zijn, wanneer er een aanzienlijke ruilhandel is of wanneer er niet-commerciële regelingen zijn voor de be- of verwerking van goederen.";

3. in artikel 2, lid 5, wordt na de eerste zin de volgende zin ingevoegd: "Indien de administratie van de betrokkene geen redelijk beeld geeft van de kosten in verband met de productie en de verkoop van het onderzochte product, worden deze gecorrigeerd of vastgesteld aan de hand van de kosten van producenten of exporteurs in hetzelfde land of, wanneer dergelijke gegevens niet beschikbaar zijn of niet kunnen worden gebruikt, op een andere redelijke basis, zoals aan de hand van gegevens over andere representatieve markten.";

4. in artikel 2, lid 7, onder b), wordt "Russische Federatie" geschrapt;

5. aan artikel 2, lid 10, onder i), wordt de volgende zin toegevoegd: "Onder 'commissies' wordt ook verstaan de marge van een bedrijf die in het product of het soortgelijke product handelt indien de functies van deze handelaar vergelijkbaar zijn met die van een op commissiebasis werkende agent.";

6. artikel 9, lid 5, wordt vervangen door: "5. Een antidumpingrecht wordt, op niet-discriminerende wijze, in een passend percentage, ingesteld op producten uit alle bronnen waarvan de invoer met dumping plaatsvindt en schade veroorzaakt, tenzij in verband met die invoer overeenkomstig deze verordening verbintenissen zijn aanvaard. In de verordening waarbij het recht wordt ingesteld, wordt het recht voor elke leverancier vermeld of, indien dit niet praktisch mogelijk is, en in het algemeen wanneer artikel 2, lid 7, onder a), van toepassing is, het land van levering.

Wanneer artikel 2, lid 7, onder a), van toepassing is, kan een individueel recht worden vermeld voor exporteurs die op grond van met bewijsmateriaal ondersteunde verzoeken kunnen aantonen dat:

a) zij geheel of gedeeltelijk in buitenlandse handen zijnde ondernemingen of joint ventures zijn die vrij zijn kapitaal en winsten te repatriëren;

b) zij vrij zijn de exportprijzen en -hoeveelheden en de verkoopvoorwaarden vast te stellen;

c) de meerderheid van de aandeelhouders particulieren zijn. Staatsambtenaren die deel uitmaken van de raad van bestuur of die leidinggevende functies vervullen, moeten in de minderheid zijn of er moet worden aangetoond dat de onderneming niettemin voldoende vrij is van staatsinmenging;

d) zij bij de omrekening van valuta's marktkoersen gebruiken, en

e) de staatsinmenging niet dusdanig is dat maatregelen ontweken kunnen worden indien voor individuele exporteurs een ander recht wordt vastgesteld.";

7. aan artikel 18, lid 5, wordt de volgende zin toegevoegd: "Deze informatie kan relevante gegevens omvatten over de wereldmarkt of andere representatieve markten, indien van toepassing.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is van toepassing op alle procedures die op grond van Verordening (EG) nr. 384/96 na de inwerkingtreding van deze verordening worden ingeleid.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 november 2002.

Voor de Raad

De voorzitter

T. Pedersen

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2238/2000 (PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2).

(2) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2002 van de Commissie (PB L 68 van 12.3.2002, blz. 11).

(3) PB L 336 van 23.12.1994, blz. 119.

(4) PB L 128 van 30.4.1998, blz. 18.

(5) PB L 257 van 11.10.2000, blz. 2.

(6) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2002 van de Commissie (PB L 68 van 12.3.2002, blz. 11).

Top