Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002L0068

    Richtlijn 2002/68/EG van de Raad van 19 juli 2002 houdende wijziging van Richtlijn 2002/57/EG betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen

    PB L 195 van 24.7.2002, p. 32–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2002/68/oj

    32002L0068

    Richtlijn 2002/68/EG van de Raad van 19 juli 2002 houdende wijziging van Richtlijn 2002/57/EG betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen

    Publicatieblad Nr. L 195 van 24/07/2002 blz. 0032 - 0033


    Richtlijn 2002/68/EG van de Raad

    van 19 juli 2002

    houdende wijziging van Richtlijn 2002/57/EG betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Richtlijn 2002/57/EG(3) moet ook van toepassing zijn op mengrassen van oliehoudende planten en vezelgewassen. De voorwaarden waaraan door het mengras moet worden voldaan, inclusief de kleur van het officiële etiket dat moet worden aangebracht op verpakkingen van gecertificeerd zaad van mengrassen, moeten eveneens worden vastgelegd.

    (2) Aangezien het belang van zaaizaad van andere hybriden van oliehoudende planten en vezelgewassen dan zonnebloemhybriden in de Gemeenschap is toegenomen, moeten bepaalde definities van Richtlijn 2002/57/EG ook op dergelijk zaad van toepassing zijn.

    (3) Richtlijn 2002/57/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (4) Aangezien het belang van zaaizaad van hybriden en van mengrassen van koolzaad en van raapzaad in de Gemeenschap is toegenomen, heeft de Commissie Beschikking 95/232/EG(4) vastgesteld teneinde te bepalen aan welke voorwaarden dergelijk zaad moet voldoen. De geldigheidsduur van die beschikking is op 30 juni 2002 afgelopen. Hangende de toepassing van nieuwe bepalingen, is het daarom dienstig dat de communautaire voorwaarden voor het in de handel brengen van het betrokken zaaizaad gehandhaafd blijven,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 2002/57/EG wordt als volgt gewijzigd:

    1. in artikel 2 wordt het volgende lid ingevoegd: "3 bis. Wijzigingen in lid 1, onder c) en onder d), met het oog op de opneming in de werkingssfeer van de richtlijn van hybriden van oliehoudende planten en vezelgewassen, andere dan zonnebloemhybriden, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 25, lid 2.";

    2. in artikel 12, lid 1, onder a), wordt na de tweede zin de volgende zin ingevoegd: "De kleur van het etiket is blauw met een diagonaal lopende groene streep voor gecertificeerd zaad van een mengras.";

    3. het volgende artikel wordt ingevoegd: "Artikel 19 bis

    1. De lidstaten staan toe dat zaad van oliehoudende planten en vezelgewassen in de handel wordt gebracht in de vorm van een mengras.

    2. Voor de toepassing van lid 1 wordt verstaan onder:

    a) mengras: een aan de certificeringsinstantie gemeld mengsel van gecertificeerd zaad van een bepaalde bestuiverafhankelijke hybride die officieel is toegelaten overeenkomstig Richtlijn 2002/53/EG, met gecertificeerd zaad van één of meer bepaalde, eveneens toegelaten, bestuivers, dat mechanisch is samengesteld in een door de personen die voor de instandhouding van deze componenten verantwoordelijk zijn, gezamenlijk bepaalde verhouding;

    b) bestuiverafhankelijke hybride: de mannelijk steriele component in het mengras (vrouwelijke component);

    c) bestuiver(s): de stuifmeel leverende component in het mengras (mannelijke component).

    3. De zaadcoating van de vrouwelijke component wordt anders gekleurd dan die van de mannelijke component.";

    Artikel 2

    In artikel 5, lid 5, van Beschikking 95/232/EG wordt "30 juni 2002" vervangen door "30 juni 2003".

    Artikel 3

    1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking ervan. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2. De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 4

    Deze richtlijn treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 2 is van toepassing met ingang van 1 juli 2002.

    Artikel 5

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 19 juli 2002.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    T. Pedersen

    (1) Advies van 2 juli 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

    (2) Advies uitgebracht op 17 juli 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

    (3) PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74.

    (4) PB L 154 van 5.7.1995, blz. 22. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/18/EG (PB L 4 van 9.1.2001, blz. 36).

    Top