Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002D0989

    2002/989/EG: Beschikking van de Commissie van 18 december 2002 met betrekking tot specifieke financiële bijstand van de Gemeenschap voor het door Zweden ingediende surveillanceprogramma voor Campylobacter bij slachtkuikens voor het jaar 2003 (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5086)

    PB L 344 van 19.12.2002, p. 45–47 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2003

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2002/989/oj

    32002D0989

    2002/989/EG: Beschikking van de Commissie van 18 december 2002 met betrekking tot specifieke financiële bijstand van de Gemeenschap voor het door Zweden ingediende surveillanceprogramma voor Campylobacter bij slachtkuikens voor het jaar 2003 (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5086)

    Publicatieblad Nr. L 344 van 19/12/2002 blz. 0045 - 0047


    Beschikking van de Commissie

    van 18 december 2002

    met betrekking tot specifieke financiële bijstand van de Gemeenschap voor het door Zweden ingediende surveillanceprogramma voor Campylobacter bij slachtkuikens voor het jaar 2003

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 5086)

    (slechts de tekst in de Zweedse taal is authentiek)

    (2002/989/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/572/EG(2), en met name op de artikelen 19 en 20,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De bescherming van de menselijke gezondheid tegen ziekten en infecties die direct of indirect van dieren op de mens kunnen worden overgedragen (zoönoses), is van het allerhoogste belang.

    (2) De Gemeenschap werkt momenteel aan de herziening van haar beleid inzake de bestrijding en preventie van zoönoses.

    (3) In dit kader werd het Wetenschappelijk Comité voor veterinaire maatregelen in verband met de volksgezondheid verzocht advies uit te brengen op basis van het beleid ter bestrijding van zoönoses, waarin speciale aandacht moest worden geschonken aan de beoordeling van de risico's in verband met zoönotische ziekten die een groot probleem voor de volksgezondheid vormen.

    (4) In zijn conclusies bij het advies van 12 april 2000 heeft het Wetenschappelijk Comité voor veterinaire maatregelen in verband met de volksgezondheid Campylobacter aangemerkt als een van de op het ogenblik belangrijkste door voedsel overgedragen zoönoses, gelet op het aantal gemelde gevallen bij de mens. Het heeft erkend dat er leemten zijn in de kennis van de epidemiologie van Campylobacter als een door voedsel overgedragen zoönose. Het heeft er met name op gewezen dat de doeltreffendheid van stringente hygiënemaatregelen op pluimveebedrijven gedocumenteerd moet worden en dat de doeltreffendheid van procedures om de prevalentie van Campylobacter op de bedrijven terug te brengen, nader onderzoek vereist.

    (5) Teneinde financiële steun van de Gemeenschap te krijgen, hebben de Zweedse autoriteiten op 31 mei 2000 een meerjarig nationaal surveillanceprogramma voor Campylobacter bij slachtkuikens en op 13 oktober 2000 een herzien programma ingediend om de prevalentie in zowel de primaire productie als in de voedselketen te ramen en geleidelijk de uitvoering van hygiënemaatregelen op de bedrijven te versterken teneinde de prevalentie op de bedrijven en vervolgens langs de voedselketen te doen afnemen. Dit programma is op 1 juli 2001 van start gegaan.

    (6) Gezien het belang van Campylobacter als zoönose, is het nuttig voor een bepaalde periode, doch gedurende maximaal vier jaar financiële steun te verlenen om bepaalde door Zweden gemaakte kosten te dekken en waardevolle technische en wetenschappelijke informatie te verzamelen. Om budgettaire redenen wordt de bijstand van de Gemeenschap jaarlijks vastgesteld. Bij Beschikking 2001/29/EG van de Commissie(3) en Beschikking 2001/866/EG van de Commissie(4) heeft de Gemeenschap financiële steun verstrekt voor respectievelijk de tweede helft van 2001 en het jaar 2002.

    (7) De Zweedse autoriteiten hebben de nodige informatie verstrekt over de tenuitvoerlegging van het programma in de jaren 2001 en 2002 waaruit blijkt dat het programma daadwerkelijk is uitgevoerd.

    (8) De Zweedse autoriteiten hebben op 31 mei 2002 een programma voor financiële bijstand van de Gemeenschap in 2003 en op 2 september 2002 een herzien programma ingediend. Op grond hiervan lijkt het aangewezen de financiële bijstand van de Gemeenschap voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2003 vast te stellen op maximaal 160000 EUR.

    (9) Ingevolge artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad(5) worden veterinaire en fytosanitaire maatregelen die volgens communautaire voorschriften worden uitgevoerd, gefinancierd uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw; voor financiële controles zijn de artikelen 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van toepassing.

    (10) De financiële bijstand van de Gemeenschap wordt verleend voorzover de voorgenomen maatregelen daadwerkelijk worden uitgevoerd en op voorwaarde dat de autoriteiten de nodige informatie verstrekken binnen de daarvoor vastgestelde termijnen.

    (11) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    1. Het door Zweden ingediende surveillanceprogramma voor Campylobacter bij slachtkuikens wordt hierbij goedgekeurd voor een periode van twaalf maanden die ingaat op 1 januari 2003.

    2. De financiële bijstand van de Gemeenschap voor het in lid 1 bedoelde programma bedraagt 50 % van de door Zweden gedane uitgaven (excl. BTW) voor laboratoriumtests, tot 155 SEK per test, en met een maximum van 160000 EUR.

    Artikel 2

    De in artikel 1, lid 2, bedoelde financiële bijstand wordt aan Zweden verleend op voorwaarde dat:

    a) uiterlijk op 1 januari 2003 de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor de tenuitvoerlegging van het programma in werking zijn getreden;

    b) uiterlijk vier weken na afloop van de verslagperiode een tussentijdse financiële en technische evaluatie over de eerste vijf maanden van het programma wordt toegezonden. De in het rapport op te nemen gegevens zijn vastgesteld in de bijlage;

    c) uiterlijk op 31 maart 2004 een eindrapport wordt ingediend over de technische uitvoering van het programma, vergezeld van de nodige documenten ter verantwoording van de in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2003 gedane uitgaven en behaalde resultaten;

    d) deze rapporten substantiële en waardevolle technische en wetenschappelijke informatie verschaffen die aan het doel van de communautaire bijstand beantwoordt;

    e) het programma daadwerkelijk wordt uitgevoerd,

    en op voorwaarde dat de relevante bepalingen van de veterinaire wetgeving van de Gemeenschap in acht zijn genomen.

    Artikel 3

    Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2003.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Zweden.

    Gedaan te Brussel, 18 december 2002.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.

    (2) PB L 203 van 28.7.2001, blz. 16.

    (3) PB L 6 van 11.1.2001, blz. 22.

    (4) PB L 323 van 7.12.2001, blz. 26.

    (5) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

    BIJLAGE

    >PIC FILE= "L_2002344NL.004702.TIF">

    Top