This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32000R2851
Council Regulation (EC) No 2851/2000 of 22 December 2000 establishing certain concessions in the form of Community tariff quotas for certain agricultural products and providing for an adjustment, as an autonomous and transitional measure, of certain agricultural concessions provided for in the Europe Agreement with the Republic of Poland and repealing Regulation (EC) No 3066/95
Verordening (EG) nr. 2851/2000 van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Republiek Polen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3066/95
Verordening (EG) nr. 2851/2000 van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Republiek Polen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3066/95
PB L 332 van 28.12.2000, p. 7–16
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2003; opgeheven door 32003D0263
Verordening (EG) nr. 2851/2000 van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Republiek Polen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3066/95
Publicatieblad Nr. L 332 van 28/12/2000 blz. 0007 - 0016
Verordening (EG) nr. 2851/2000 van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomst met de Republiek Polen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 3066/95 DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 133, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Europaovereenkomst tot instelling van een associatie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds(1), voorziet in concessies voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Polen. (2) In verbeteringen van de preferentiële regelingen van de Europaovereenkomst met de Republiek Polen was voorzien bij Verordening (EG) nr. 3066/95 van de Raad van 22 december 1993 houdende vaststelling, in verband met de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde(2) gesloten Overeenkomst inzake de landbouw, van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en van een autonome overgangsregeling tot aanpassing van bepaalde in de Europaovereenkomsten opgenomen landbouwconcessies. Het Protocol tot aanpassing van de handelsaspecten van de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds, in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, en de resultaten van de landbouwonderhandelingen van de Uruguayronde, waaronder verbeteringen van bestaande preferentiële regelingen, is nog niet in werking getreden. (3) Doordat met Bulgarije, de Tsjechische Republiek, Hongarije, Roemenië en de Slowaakse Republiek overeenkomsten zijn gesloten over aanvullende landbouwconcessies, is Verordening (EG) nr. 3066/95 overbodig geworden en kan deze derhalve worden ingetrokken. (4) In overeenstemming met de op 30 maart 1999 door de Raad aangenomen richtsnoeren hebben de Commissie en Polen op 26 september 2000 de onderhandelingen over een nieuw aanvullend protocol bij de Europaovereenkomst afgerond. (5) Het nieuwe aanvullend protocol, dat voorziet in aanvullende landbouwconcessies, wordt gebaseerd op artikel 20, lid 5, van de Europaovereenkomst, waarin is bepaald dat de Gemeenschap en Polen in de Associatieraad per product systematisch en op basis van wederkerigheid de mogelijkheden onderzoeken om elkaar verdere concessies te verlenen. (6) Een essentieel element van de resultaten van de onderhandelingen voor een nieuw Aanvullend Protocol bij de Europaovereenkomst met de Republiek Polen is dat de aanpassingen vlot hun beslag moeten kunnen krijgen. (7) Derhalve moeten de bij de Europaovereenkomst met de Republiek Polen vastgestelde landbouwconcessies worden aangepast via een autonome overgangsmaatregel. (8) Tevens zal de Republiek Polen, via een autonome overgangsmaatregel, alle nodige wettelijke bepalingen vaststellen met het oog op een gelijktijdige tenuitvoerlegging van de verplichtingen van de Republiek Polen die voortvloeien uit de resultaten van de onderhandelingen. (9) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(3). (10) Bij Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(4) zijn de regels gecodificeerd inzake het beheer van de tariefcontingenten die zijn afgestemd op toepassing in chronologische volgorde van de data van de douaneaangiften, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. De regelingen voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Polen, als aangegeven in de bijlagen Aa en Ab bij deze verordening, komen in de plaats voor de in bijlagen VIIIa, VIIIb, Xa, Xb en Xc bij de Europaovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds, vastgestelde invoerregeling. 2. Op de datum van inwerkingtreding van het aanvullend protocol tot aanpassing van de Europaovereenkomst om rekening te houden met de resultaten van de onderhandelingen tussen beide partijen over nieuwe wederzijdse landbouwconcessies, komen de in dat protocol vastgestelde concessies in de plaats voor die welke in de bijlagen Aa en Ab bij deze verordening zijn vastgesteld. 3. Verordening (EG) nr. 3066/95 wordt ingetrokken. 4. De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 3, lid 2, de uitvoeringsbepalingen voor deze verordening vast. Artikel 2 1. De tariefcontingenten met een volgnummer hoger dan 09.5100 worden beheer door de Commissie overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93. 2. Hoeveelheden goederen waarvoor tariefcontingenten gelden en die met ingang van 1 juli 2000 in het vrije verkeer worden gebracht krachtens de concessies van bijlagen VIIIa, VIIIb, Xa, Xb and Xc bij de Europaovereenkomst, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 3066/95, worden volledig verrekend met de hoeveelheden van bijlage Ab van deze verordening, met uitzondering van de hoeveelheden waarvoor vóór 1 juli 2000 invoervergunningen zijn afgegeven. 3. Het in lid 2 bepaalde is niet van toepassing op het tariefcontingent met volgnummer 09.5811. Artikel 3 1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité dat is ingesteld bij artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen(5), of in voorkomend geval door het comité dat is ingesteld bij de relevante bepalingen van de andere verordeningen houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten. 2. Ingeval naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand. 3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast. Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2001. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 22 december 2000. Voor de Raad De voorzitter C. Pierret (1) PB L 348 van 31.12.1993, blz. 2. (2) PB L 328 van 30.12.1995, blz. 31. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2435/1998 (PB L 303 van 13.11.1998, blz. 1). (3) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. (4) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1602/2000 (PB L 188 van 26.7.2000, blz. 1). (5) PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21. BIJLAGE A(a) Onderstaande in de Gemeenschap geldende douanerechten op producten van oorsprong uit Polen worden afgeschaft GN-code(1) 0101 20 10 0104 20 10 0106 00 10 0106 00 20 0205 00 11 0205 00 19 0205 00 90 0208 10 11 0208 10 19 0208 20 00 0208 90 10 0208 90 50 0208 90 60 0208 90 80 0210 90 10 0210 90 79 0407 00 90 0410 00 00 0601 10 10 0601 10 20 0601 10 30 0601 10 40 0601 10 90 0601 20 30 0601 20 90 0602 10 90 0602 20 90 0602 30 00 0602 40 10 0602 40 90 0602 90 10 0602 90 30 0602 90 41 0602 90 45 0602 90 49 0602 90 51 0602 90 59 0602 90 70 0602 90 91 0602 90 99 0604 10 90 0604 91 21 0604 91 29 0604 91 41 0604 91 49 0604 91 90 0604 99 90 0701 90 10 0703 10 90 0703 90 00 0704 0705 0706 0707 00 90 0708 0709 20 0709 51 10 0709 51 30 0709 51 50 0709 51 90 0709 52 00 0709 60 10 0709 60 99 0709 90 40 0709 90 50 0710 21 00 0710 22 00 0710 29 00 0710 30 00 0710 80 59 0710 80 61 0710 80 69 0710 80 70 0710 80 85 0710 80 95 0710 90 00 0711 10 00 0711 30 00 0711 90 10 0711 90 40 0711 90 60 0711 90 70 0712 20 00 0712 30 00 0712 90 05 0712 90 50 0712 90 90 0713 50 00 0713 90 10 0713 90 90 0802 21 00 0802 22 00 0802 31 00 0802 32 00 0802 40 00 0802 90 85 0806 20 11 0806 20 12 0802 20 18 0806 20 91 0806 20 92 0806 20 98 0807 11 00 0807 19 00 0808 20 90 0809 40 90 0810 10 0810 40 30 0810 40 50 0810 40 90 0810 90 85 0811 90 11 0811 90 19 0811 90 31 0811 90 39 0811 90 50 0811 90 70 0811 90 85 0811 90 95 0812 10 00 0812 20 00 0812 90 40 0812 90 50 0812 90 60 0812 90 95 0813 10 00 0813 20 00 0813 30 00 0813 40 10 0813 40 30 0813 40 95 0813 50 12 0813 50 15 0813 50 19 0813 50 39 0813 50 91 0813 50 99 0814 00 00 0901 12 00 0901 21 00 0901 22 00 0902 10 00 0904 12 00 0904 20 10 0904 20 90 0907 00 00 0910 40 13 0910 40 19 0910 40 90 0910 91 90 0910 99 99 1106 10 00 1106 30 90 1208 10 00 1209 19 00 1209 21 00 1209 23 80 1209 29 50 1209 29 80 1209 30 00 1209 91 10 1209 91 90 1209 99 91 1209 99 99 1211 90 30 1212 10 10 1212 10 99 1214 90 10 1302 19 05 1502 00 90 1503 00 19 1503 00 90 1504 10 10 1504 10 99 1504 20 10 1504 30 10 1508 10 90 1508 90 10 1508 90 90 1511 10 90 1511 90 11 1511 90 19 1511 90 91 1511 90 99 1513 11 10 1513 11 91 1513 11 99 1513 19 11 1513 19 19 1513 19 30 1513 19 91 1513 19 99 1513 21 11 1513 21 19 1513 21 30 1513 21 90 1513 29 11 1513 29 19 1513 29 30 1513 29 50 1513 29 91 1513 29 99 1515 19 10 1515 19 90 1515 21 10 1515 21 90 1515 29 10 1515 29 90 1515 30 90 1515 50 11 1515 50 19 1515 50 91 1515 50 99 1515 90 29 1515 90 39 1515 90 40 1515 90 51 1515 90 59 1515 90 60 1515 90 91 1515 90 99 1516 20 95 1516 20 96 1516 20 98 1518 00 31 1518 00 39 1522 00 91 1602 31 11 1602 31 19 1602 31 30 1602 31 90 2001 90 20 2001 90 50 2003 10 20 2003 10 30 2005 10 00 2005 20 20 2005 20 80 2005 40 00 2005 51 00 2005 59 00 2005 60 00 2005 90 10 2005 90 30 2005 90 50 2005 90 60 2005 90 70 2005 90 75 2005 90 80 2008 80 2009 70 19 2009 70 30 2009 70 93 2009 70 99 2009 80 19 2009 80 38 2009 80 69 2009 80 95 2009 80 96 2009 80 97 2009 80 99 2009 90 19 2009 90 29 2009 90 39 2302 50 00 2306 90 19 2308 90 90 2309 10 51 2309 10 90 2309 90 10 2309 90 31 2309 90 41 2309 90 51 (1) Als omschreven in Verordening (EG) nr. 2204/1999 van de Commissie van 12 oktober 1999 tot wijziging van bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 278 van 28.10.1999, blz. 1). BIJLAGE A(b) Voor invoer van de volgende producten van oorsprong uit Polen in de Gemeenschap gelden onderstaande concessies. (MFN = recht voor meest begunstigde natie) >RUIMTE VOOR DE TABEL> Bijlage bij bijlage A(b) Minimuminvoerprijsregeling voor bepaalde soorten zacht fruit bestemd voor verwerking 1. Voor de volgende voor verwerking bestemde producten van oorsprong uit Polen zijn minimuminvoerprijzen vastgesteld: >RUIMTE VOOR DE TABEL> 2. De minimuminvoerprijzen bedoeld in punt 1 worden per zending toegepast. Wanneer de in de douaneaangifte vermelde waarde lager is dan de minimuminvoerprijs, wordt een compenserend recht geheven dat gelijk is aan het verschil tussen de minimuminvoerprijs en de in de douaneaangifte vermelde waarde. 3. Wanneer de invoerprijzen van een onder deze bijlage vallend product een tendens vertonen die erop wijst dat deze prijzen op korte termijn onder het niveau van de minimuminvoerprijs kunnen dalen, stelt de Europese Commissie de autoriteiten van Polen daarvan in kennis ten einde hen in staat te stellen corrigerende maatregelen te nemen. 4. Op verzoek van de Gemeenschap of van Polen stelt het Associatiecomité een onderzoek in naar de werking van het systeem of de herziening van de minimuminvoerprijzen. Het Associatiecomité neemt, indien nodig, passende besluiten. 5. Ter bevordering van het handelsverkeer en in het belang van alle betrokken partijen wordt drie maanden voor de aanvang van elk verkoopseizoen in de Europese Gemeenschap een overlegvergadering georganiseerd. Dit overleg vindt plaats tussen de Europese Commissie en de belanghebbende verenigingen van Europese producenten van de betrokken producten, enerzijds, en de autoriteiten en verenigingen van producenten en exporteurs van al de geassocieerde exportlanden, anderzijds. Tijdens deze overlegbijeenkomsten wordt van gedachten gewisseld over de marktsituatie voor kleinfruit, met inbegrip van, in het bijzonder, de ramingen van de productie, de voorraadsituatie, de prijsontwikkeling en de marktbeweging, alsmede over de maatregelen die moeten worden getroffen om vraag en aanbod met elkaar in overeenstemming te brengen.