Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R0908

    Verordening (EG) nr. 908/2000 van de Commissie van 2 mei 2000 betreffende de wijze van berekening van de steun van de lidstaten voor de producentenorganisaties in de visserij- en aquacultuursector

    PB L 105 van 3.5.2000, p. 15–17 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/05/2007; opgeheven door 32007R0498

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/908/oj

    32000R0908

    Verordening (EG) nr. 908/2000 van de Commissie van 2 mei 2000 betreffende de wijze van berekening van de steun van de lidstaten voor de producentenorganisaties in de visserij- en aquacultuursector

    Publicatieblad Nr. L 105 van 03/05/2000 blz. 0015 - 0017


    Verordening (EG) nr. 908/2000 van de Commissie

    van 2 mei 2000

    betreffende de wijze van berekening van de steun van de lidstaten voor de producentenorganisaties in de visserij- en aquacultuursector

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector(1), inzonderheid op artikel 15, lid 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Verordening (EG) nr. 2792/1999, met name in artikel 15, lid 1, zijn de algemene voorwaarden vastgesteld voor de toekenning en de financiering van de steun die door de lidstaten kan worden verleend aan de producentenorganisaties welke de erkenning en eventueel de specifieke erkenning hebben gekregen zoals bedoeld bij artikel 4 respectievelijk artikel 7 bis van Verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3318/94(3).

    (2) Om uniformiteit in de toekenning en de financiering van deze steun te garanderen, is het noodzakelijk de wijze van berekening van de waarde van de via de producentenorganisaties verhandelde productie en van de beheerskosten van de producentenorganisaties nader te bepalen. De grondslag voor de berekening moet worden gevormd door bewijskrachtige boekingsstukken. Er moet evenwel met gevallen waarin het verkrijgen van dergelijke bewijsstukken een probleem oplevert rekening worden gehouden door te voorzien in de mogelijkheid om bij wijze van alternatief een forfaitaire berekeningsmethode toe te passen.

    (3) Er dient een globaal maximumbedrag te worden vastgesteld voor de steun die aan groeperingen van producentenorganisaties wordt verleend, aangezien elk van de aangesloten organisaties oprichtingssteun en operationele steun kan ontvangen.

    (4) De definitie van de kosten van producentenorganisaties voor de uitvoering van kwaliteitverbeteringsplannen moet worden gepreciseerd.

    (5) De regeling voor de bijdrage van de Gemeenschap in steun die vóór 1 januari 2000 wel door de lidstaten is toegekend, maar waarover de Commissie op die datum nog geen vergoedingsbesluit heeft genomen, moet nader worden bepaald.

    (6) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de toekenning van de steun die in de visserij- en aquacultuursector op grond van artikel 15, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 2792/1999 aan producentorganisaties kan worden verleend.

    Artikel 2

    1. De aangesloten producenten waarvan de productie voor de toepassing van artikel 15, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 2792/1999 in aanmerking kan worden genomen, zijn:

    a) de producenten die op het tijdstip van erkenning van de organisatie lid waren en die gedurende het gehele jaar waarvoor de steun wordt aangevraagd lid zijn gebleven;

    b) de producenten die na de erkenning van de organisatie lid zijn geworden en die gedurende de laatste negen maanden van het jaar waarvoor de steun wordt aangevraagd lid zijn geweest.

    2. Een groepering van producentenorganisaties kan genieten van steun op grond van artikel 15, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 2792/1999 ten belope van een bedrag van ten hoogste 180000 EUR.

    Artikel 3

    1. Voor de berekening van de steun als bedoeld in artikel 15, lid l, onder a), punt i), van Verordening (EG) nr. 2792/1999 wordt de waarde van de via de producentenorganisatie verhandelde productie voor elk jaar forfaitair vastgesteld door vermenigvuldiging, voor elk product waarvoor de organisatie intervenieert, van:

    a) de gewogen gemiddelde productie, per 100 kg netto, die door de aangesloten producenten is verhandeld gedurende de drie kalenderjaren voorafgaand aan de periode waarvoor de steun wordt aangevraagd,

    met

    b) de gewogen gemiddelde door de producenten in dezelfde periode ontvangen productieprijs, berekend per 100 kg netto.

    2. De voor de berekening van de gemiddelde productie als bedoeld in lid 1, onder a), in aanmerking te nemen productie die door de aangesloten producenten in elk van de drie jaren is verhandeld, wordt vastgesteld:

    a) op basis van de beschikbare bewijskrachtige handelsdocumenten en boekingsstukken,

    of, indien dergelijke bewijsstukken niet voorhanden zijn,

    b) op basis van een forfaitaire schatting die door de bevoegde diensten van de lidstaat wordt gemaakt aan de hand van vooraf volgens de productiecategorie bepaalde parameters.

    3. De voor de berekening van de gemiddelde prijs als bedoeld in lid 1, onder b), in aanmerking te nemen prijs die door de producenten in elk van de drie jaren is ontvangen, wordt vastgesteld door de bevoegde diensten van de lidstaat:

    a) op basis van de beschikbare bewijskrachtige handelsdocumenten en boekingsstukken,

    of, indien dergelijke bewijsstukken niet voorhanden zijn,

    b) door berekening van de gemiddelde jaarprijs die voor elk product is gehanteerd op de grootste markt in de activiteitszone van de betrokken producentenorganisatie.

    Artikel 4

    1. De beheerskosten als bedoeld in artikel 15, lid 1, onder a), punt ii), van Verordening (EG) nr. 2792/1999 zijn de daadwerkelijk door de producentenorganisatie verrichte uitgaven voor de oprichting en werking welke bij de volgende rubrieken kunnen worden ondergebracht:

    a) kosten van de voorbereidende werkzaamheden voor de oprichting van de organisatie en kosten van het opstellen van de oprichtingsakte of de statuten, of van de wijziging ervan;

    b) kosten van de controle op de naleving van de regels als bedoeld in artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3759/92;

    c) personeelskosten (lonen en salarissen, opleidingskosten, sociale bijdragen en kosten van dienstreizen) en vergoedingen voor diensten en technische adviezen;

    d) porto- en telecommunicatiekosten;

    e) kosten van kantoorbehoeften en daarmee verband houdende afschrijvings- of leasingkosten;

    f) kosten van middelen van de organisatie voor het vervoer van personeel;

    g) huurkosten of, in geval van aankoop, effectief betaalde rente en andere kosten en lasten in verband met het gebruik van gebouwen voor het administratieve beheer van de producentenorganisatie;

    h) kosten van voor het personeelsvervoer, de administratieve gebouwen en de uitrusting daarvan afgesloten verzekeringen.

    2. De producentenorganisatie kan het bedrag van deze kosten verdelen over de jaren waarvoor de steun wordt toegekend.

    3. De beheerskosten zoals omschreven in lid 1 moeten worden aangetoond met bewijskrachtige handelsdocumenten en boekingsstukken.

    Artikel 5

    1. De beheerskosten als bedoeld in artikel 15, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2792/1999 zijn de daadwerkelijk door de producentenorganisatie verrichte uitgaven voor het opstellen en uitvoeren van het overeenkomstig artikel 7 bis van Verordening (EEG) nr. 3759/92 goedgekeurde kwaliteitverbeteringsplan, welke bij de volgende rubrieken kunnen worden ondergebracht:

    a) kosten van de voorbereidende studiewerkzaamheden en van de opstelling en de wijziging van het plan;

    b) kosten vermeld in artikel 4, lid 1, onder c), d) en e) van deze verordening;

    c) kosten van voorlichting van de aangesloten producenten over technieken of bijzondere kennis om de kwaliteit van de productie te verbeteren;

    d) kosten van ontwikkeling en implementering van een systeem voor de controle op de naleving van de maatregelen die door de organisatie zijn genomen ter uitvoering van het kwaliteitverbeteringsplan.

    2. De producentenorganisatie kan het bedrag van deze kosten verdelen over de jaren waarvoor de steun wordt toegekend.

    3. De beheerskosten zoals omschreven in lid 1 moeten worden aangetoond met bewijskrachtige handelsdocumenten en boekingsstukken waaruit duidelijk blijkt dat de uitgaven voor de uitvoering van het plan bestemd zijn.

    Artikel 6

    Worden met ingang van 1 januari 2000 ingetrokken:

    - de Verordeningen (EEG) nr. 1452/83(4), (EEG) nr. 671/84(5) en (EG) nr. 2374/96(6) van de Commissie;

    - artikel 1, tweede streepje, en de artikelen 6 en 7 van Verordening (EG) nr. 2636/95 van de Commissie(7).

    De ingetrokken bepalingen blijven evenwel van toepassing op de steun waarvan het besluit tot toekenning door de lidstaten vóór 1 januari 2000 is genomen, op grond van de artikelen 7 en 7 ter van Verordening (EEG) nr. 3759/92.

    Met betrekking tot de in lid 2 van dit artikel bedoelde steun geldt dat, wanneer de Commissie vóór 1 januari 2000 geen besluit heeft genomen over de aanvraag tot betaling van de bijdrage van de Gemeenschap, de betaling van deze bijdrage zal geschieden overeenkomstig hetgeen is bepaald in het kader van de programmering van de structuurfondsen voor de betrokken lidstaat voor de periode 2000-2006.

    Artikel 7

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 2 mei 2000.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10.

    (2) PB L 388 van 31.12.1992, blz. 1.

    (3) PB L 350 van 31.12.1994, blz. 15.

    (4) PB L 149 van 7.6.1983, blz. 5.

    (5) PB L 73 van 16.3.1984, blz. 28.

    (6) PB L 325 van 14.12.1996, blz. 1.

    (7) PB L 271 van 14.11.1995, blz. 8.

    Top