Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999D0610

    1999/610/EG: Beschikking van de Commissie van 10 september 1999 houdende principiële erkenning ervan dat het dossier dat is ingediend voor grondig onderzoek met het oog op eventuele opneming van L 91105D (carvon) in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig is (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2799) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 242 van 14.9.1999, p. 29–30 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1999/610/oj

    31999D0610

    1999/610/EG: Beschikking van de Commissie van 10 september 1999 houdende principiële erkenning ervan dat het dossier dat is ingediend voor grondig onderzoek met het oog op eventuele opneming van L 91105D (carvon) in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig is (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2799) (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 242 van 14/09/1999 blz. 0029 - 0030


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 10 september 1999

    houdende principiële erkenning ervan dat het dossier dat is ingediend voor grondig onderzoek met het oog op eventuele opneming van L 91105D (carvon) in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, volledig is

    (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2799)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (1999/610/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/1/EG(2), en met name op artikel 6, lid 3,

    (1) Overwegende dat Richtlijn 91/414/EEG (hierna "de richtlijn" te noemen) voorziet in de opstelling van een communautaire lijst van werkzame stoffen die mogen worden gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen;

    (2) Overwegende dat bij de autoriteiten van de lidstaten een dossier betreffende een werkzame stof is ingediend met het oog op de opneming van deze stof in bijlage I bij de richtlijn;

    (3) Overwegende dat Luxan BV op 26 maart 1997 bij de Nederlandse autoriteiten een dossier betreffende de werkzame stof L 91105D (carvon) heeft ingediend;

    (4) Overwegende dat de genoemde autoriteiten de Commissie de resultaten hebben meegedeeld van een eerste onderzoek naar de volledigheid van het betrokken dossier ten aanzien van de gegevens en informatie als bedoeld in bijlage II en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, in bijlage III bij de richtlijn; dat de aanvrager het dossier vervolgens overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de richtlijn aan de Commissie en aan de andere lidstaten heeft doen toekomen;

    (5) Overwegende dat het dossier betreffende L 91105D (carvon) op 10 juni 1999 aan het Permanent Plantenziektekundig Comité is voorgelegd;

    (6) Overwegende dat op grond van artikel 6, lid 3, van de richtlijn op het niveau van de Gemeenschap voor elk dossier moet worden bevestigd dat in beginsel is voldaan aan de in bijlage II en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij de richtlijn vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie;

    (7) Overwegende dat deze bevestiging nodig is om het grondige onderzoek van het dossier te kunnen uitvoeren en om het voor de lidstaten mogelijk te maken gewasbeschermingsmiddelen met deze werkzame stof voorlopig toe te laten met inachtneming van de in artikel 8, lid 1, van de richtlijn gestelde voorwaarden, en met name de voorwaarde dat de werkzame stof en het gewasbeschermingsmiddel worden onderworpen aan een grondige beoordeling in het licht van de voorschriften van de richtlijn;

    (8) Overwegende dat dit niet uitsluit dat de aanvrager kan worden verzocht verdere gegevens of informatie te verstrekken indien dat tijdens het grondige onderzoek nodig blijkt om een besluit te kunnen nemen;

    (9) Overwegende dat tussen de lidstaten en de Commissie is overeengekomen dat Nederland het grondige onderzoek van het dossier betreffende L 91105D (carvon) zal verrichten;

    (10) Overwegende dat Nederland de conclusies van zijn onderzoek - vergezeld van eventuele aanbevelingen met betrekking tot de vraag of de betrokken werkzame stof al dan niet moet worden opgenomen, en welke voorwaarden eventueel aan die opneming moeten worden verbonden - zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen één jaar in een verslag aan de Commissie zal meedelen; dat na ontvangst van dit verslag het grondige onderzoek zal worden voortgezet met de deskundige inbreng van alle lidstaten in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité;

    (11) Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Het onderstaande dossier voldoet, rekening houdend met de voorgestelde toepassingen, in principe aan de in bijlage II en, voor ten minste één gewasbeschermingsmiddel dat de betrokken werkzame stof bevat, aan de in bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG vervatte voorschriften inzake gegevens en informatie:

    1. Het dossier dat Luxan BV bij de Commissie en de lidstaten heeft ingediend met het oog op opneming van L 91105D (carvon) als werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG en dat op 10 juni 1999 is voorgelegd aan het Permanent Plantenziektekundig Comité.

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 10 september 1999.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2) PB L 21 van 28.1.1999, blz. 21.

    Top