This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31998R1766
Council Regulation (EC) No 1766/98 of 30 July 1998 concerning the accession by the European Community and the European Atomic Energy Community, acting as one party, to the Agreement to establish a science and technology centre in Ukraine, of 25 October 1993, between Canada, Sweden, Ukraine and the United States of America
Verordening (EG) nr. 1766/98 van de Raad van 30 juli 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, optredende als één partij, tot de overeenkomst van 25 oktober 1993 tussen Canada, Zweden, Oekraïne en de Verenigde Staten van Amerika, betreffende de oprichting van een Centrum voor wetenschap en technologie in Oekraïne
Verordening (EG) nr. 1766/98 van de Raad van 30 juli 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, optredende als één partij, tot de overeenkomst van 25 oktober 1993 tussen Canada, Zweden, Oekraïne en de Verenigde Staten van Amerika, betreffende de oprichting van een Centrum voor wetenschap en technologie in Oekraïne
PB L 225 van 12.8.1998, p. 2–3
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
In force
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/1766/oj
Verordening (EG) nr. 1766/98 van de Raad van 30 juli 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, optredende als één partij, tot de overeenkomst van 25 oktober 1993 tussen Canada, Zweden, Oekraïne en de Verenigde Staten van Amerika, betreffende de oprichting van een Centrum voor wetenschap en technologie in Oekraïne
Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0002 - 0003
VERORDENING (EG) Nr. 1766/98 VAN DE RAAD van 30 juli 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, optredende als één partij, tot de overeenkomst van 25 oktober 1993 tussen Canada, Zweden, Oekraïne en de Verenigde Staten van Amerika, betreffende de oprichting van een Centrum voor wetenschap en technologie in Oekraïne DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 235 juncto artikel 228, lid 2, tweede zin, en artikel 228, lid 3, eerste alinea, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europese Parlement (1), Overwegende dat de toetreding van de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, optredende als één partij, tot de overeenkomst van 25 oktober 1993 tussen Canada, Zweden, Oekraïne en de Verenigde Staten van Amerika, betreffende de oprichting van een Centrum voor wetenschap en technologie in Oekraïne, bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschappen; Overwegende dat het Verdrag, afgezien van artikel 235, niet voorziet in bevoegdheden voor de aanneming van deze verordening, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De toetreding van de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, optredende als één partij (hierna "de Europese Gemeenschappen" te noemen), tot de overeenkomst van 25 oktober 1993 tussen Canada, Zweden, Oekraïne en de Verenigde Staten van Amerika, betreffende de oprichting van een Centrum voor wetenschap en technologie in Oekraïne, als gewijzigd bij het protocol van 7 juli 1997, (hierna "de overeenkomst" te noemen), alsmede de verklaring van de Europese Gemeenschappen met betrekking tot artikel I van de overeenkomst, worden namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd. Artikel 2 De voorzitter van de Raad is gemachtigd de toetredingsakte te ondertekenen teneinde de Gemeenschap te binden, en de uitvoerend directeur van het Centrum voor wetenschap en technologie en de andere partijen bij de overeenkomst daarvan in kennis te stellen. De tekst van de akte van toetreding, van de overeenkomst, van het protocol, en van de verklaring is aan deze verordening gehecht. Artikel 3 1. De Europese Gemeenschappen worden in de raad van bestuur van het Centrum voor wetenschap en technologie in Oekraïne (hierna "het Centrum" te noemen) vertegenwoordigd door het voorzitterschap van de Raad en door de Commissie, die elk één vertegenwoordiger aanwijzen om op te treden als de leden van de raad van bestuur voor de Europese Gemeenschappen. 2. De Commissie is in het algemeen verantwoordelijk voor de afhandeling van aangelegenheden in verband met het Centrum. Tijdig vóór de vergaderingen van de raad van bestuur van het Centrum wordt de Raad volledig ingelicht over de aangelegenheden die tijdens die vergaderingen zullen worden besproken en de beleidslijnen van de Commissie terzake. Onverminderd lid 3 vertegenwoordigt de Commissie de Europese Gemeenschappen en verwoordt zij het standpunt van de Europese Gemeenschappen in de raad van bestuur. 3. Voor aangelegenheden die vallen onder artikel III, punt vi), en de artikelen V en XIII van de overeenkomst, wordt het standpunt van de Europese Gemeenschappen bepaald door de Raad en in de regel verwoord door het voorzitterschap, tenzij de Raad anders besluit. Voor aangelegenheden die vallen onder artikel IV, onder B, punten i) en v), en artikel IV, onder D, wordt het standpunt van de Europese Gemeenschappen bepaald door de Raad en in de regel verwoord door de Commissie, tenzij de Raad anders besluit, meer bepaald op die gebieden waarop ervaring en deskundigheid vooral in de lidstaten te vinden zijn. 4. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wanneer hij uit hoofde van lid 3 het standpunt van de Europese Gemeenschappen bepaalt. Hij besluit met eenvoudige meerderheid van stemmen wanneer hij besluit dat het standpunt van de Europese Gemeenschap, in tegenstelling tot de in lid 3 bepaalde algemene regel, niet door het voorzitterschap, respectievelijk de Commissie wordt verwoord. 5. Besluiten over projecten die door de Europese Gemeenschappen gefinancierd of medegefinancierd worden, worden genomen op grond van en in overeenstemming met de procedure als vervat in artikel 8 van Verordening (Euratom, EG) nr. 1279/96 (2) of de verordening die daarvoor in de plaats is gekomen. Artikel 4 Het Centrum heeft rechtspersoonlijkheid en geniet de ruimste handelingsbevoegdheid die krachtens de in de Gemeenschap van toepassing zijnde wetten aan rechtspersonen wordt toegekend en kan, met name, contracten sluiten, roerende en onroerende goederen aankopen en verkopen alsmede in rechte optreden. Artikel 5 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 30 juli 1998. Voor de Raad De Voorzitter W. SCHÜSSEL (1) PB C 226 van 20. 7. 1998. (2) PB L 165 van 4. 7. 1996, blz. 1.