EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R1647

Verordening (EG) nr. 1647/98 van de Commissie van 27 juli 1998 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 411/97 tot vaststelling van toepassingbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad voor wat de operationele programma's, de actiefondsen en de toekenning van communautaire financiële steun betreft

PB L 210 van 28.7.1998, p. 59–62 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/02/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/1647/oj

31998R1647

Verordening (EG) nr. 1647/98 van de Commissie van 27 juli 1998 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 411/97 tot vaststelling van toepassingbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad voor wat de operationele programma's, de actiefondsen en de toekenning van communautaire financiële steun betreft

Publicatieblad Nr. L 210 van 28/07/1998 blz. 0059 - 0062


VERORDENING (EG) Nr. 1647/98 VAN DE COMMISSIE van 27 juli 1998 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 411/97 tot vaststelling van toepassingbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad voor wat de operationele programma's, de actiefondsen en de toekenning van communautaire financiële steun betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2520/97 van de Commissie (2), en met name op artikel 48,

Overwegende dat in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 411/97 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 214/98 (4), is bepaald op welke acties en uitgaven de operationele programma's geen betrekking mogen hebben; dat het, na één jaar ervaring met de toepassing van deze regeling, noodzakelijk blijkt deze bepalingen ter wille van de rechtszekerheid te vervangen door een explicietere en meer gedetailleerde lijst van niet-subsidiabele acties en uitgaven; dat bepaalde acties en uitgaven tijdelijk of tot een bepaald niveau wel voor subsidiëring in aanmerking moeten kunnen komen;

Overwegende dat in artikel 5, lid 2, van die verordening, dat de criteria voor de goedkeuring van de operationele programma's bevat, moet worden gepreciseerd dat de bevoegde nationale autoriteiten moeten vaststellen of de voorgestelde acties en uitgaven subsidiabel zijn, daarbij uitgaande van de bovengenoemde lijst, zodat zij de mogelijkheid behouden aanvullende nationale criteria toe te voegen en voorgestelde acties af te wijzen op grond van een beoordeling waarbij met de specifieke omstandigheden van ieder afzonderlijk geval rekening wordt gehouden;

Overwegende dat deze verordening moet worden toegepast op alle operationele programma's die met ingang van 1999 worden uitgevoerd; dat de telersverenigingen echter de mogelijkheid moeten krijgen om na te gaan of reeds geodgekeurde programma's moeten worden aangepast, en dat daartoe de indieningstermijn voor aanvragen tot wijziging van de programma's van 15 september 1998 tot 15 oktober 1998 moet worden verlengd; dat de lidstaten echter de mogelijkheid moeten krijgen de vóór de inwerkingtreding van deze verordening goedgekeurde programma's te handhaven, indien aanpassing ervan niet adequaat zou zijn omdat de uitvoering reeds ver is gevorderd;

Overwegende dat het Comité van beheer voor groenten en fruit geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 411/97 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 4, lid 2, wordt vervangen door:

"2. Het ontwerp van operationeel programma mag geen betrekking hebben op acties of uitgaven die voorkomen op de in de bijlage opgenomen niet-uitputtende lijst van niet-subsidiabele acties en uitgaven.".

2. Aan artikel 5, lid 2, wordt het volgende punt b) bis toegevoegd:

"b) bis of de voorgestelde acties en uitgaven voor subsidiëring in aanmerking komen, rekening houdend met de niet-uitputtende lijst van niet-subsidiabele acties en uitgaven in de bijlage;".

Artikel 2

De operationele programma's die reeds vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn goedgekeurd en waarvan de uitvoering in 1999 doorloopt, moeten in overeenstemming zijn met het bepaalde in deze verordening. Zo nodig dienen de telersverenigingen daartoe, uiterlijk op 15 oktober 1998, een aanvraag tot wijziging van hun programma in.

De lidstaten kunnen echter bepalen de vóór de inwerkingtreding van deze verordening goedgekeurde programma's te handhaven, indien aanpassing ervan niet adequaat zou zijn omdat de uitvoering reeds ver is gevorderd.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing op de programma's die met ingang van 1999 worden uitgevoerd.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 juli 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 297 van 21. 11. 1996, blz. 1.

(2) PB L 346 van 17. 12. 1997, blz. 41.

(3) PB L 62 van 4. 3. 1997, blz. 9.

(4) PB L 22 van 29. 1. 1998, blz. 10.

BIJLAGE

LIJST VAN NIET-SUBSIDIABELE ACTIES EN UITGAVEN

1. Algemene productiekosten en met name:

- zaai-, poot- en plantgoed, behalve plantgoed voor meerjarige teelten (vaste planten, bomen, struiken);

- fytosanitaire producten, met inbegrip van biologische of geïntegreerde bestrijding, meststoffen en andere productiemiddelen;

- verpakkings-, opslag-, of opmaakkosten, zelfs in het kader van nieuwe processen;

- ophaal- of vervoerskosten, zelfs voor intern transport binnen de telersvereniging;

- functioneringskosten (met name elektriciteit, brandstoffen, onderhoud);

Bij biologische, geïntegreerde of experimentele teelten (1), alsmede bij milieumaatregelen (met inbegrip van recycleerbare verpakkingen) of maatregelen ter verbetering van de kwaliteit (met inbegrip van gecertificeerd zaaizaad en pootgoed), komen de daaraan verbonden specifieke kosten echter wel in aanmerking voor de looptijd van één enkel operationeel programma. In het geval van programma's met een korte looptijd, als bedoeld in artikel 15, lid 1, van deze verordening naar aanleiding waarvan de verbintenis wordt aangegaan om een programma van normale duur in te dienen, kan de subsidiabiliteit van deze kosten vijf jaar bedragen.

2. Algemene kosten, met inbegrip van met name:

- de beheerskosten;

- de personeelskosten; als algemene kosten worden echter niet aangemerkt: personeelskosten die het gevolg zijn van acties waarmee een hoog kwaliteitsniveau of een hoog niveau qua afzet of milieuzorg wordt gehandhaafd of nog verder wordt verhoogd, en waarvoor met name gekwalificeerd personeel moet worden ingezet; wanneer in dit geval de telersvereniging een beroep doet op eigen werknemers of op aangesloten telers, moet hun tijdsgebruik door middel van werkbriefjes worden vastgelegd;

- de kosten voor de voorbereiding van het operationele programma en voor het toezicht op de uitvoering daarvan;

- de kosten voor het opstellen van de jaarverslagen en van het eindverslag, en die van de evaluatiestudie als bedoeld in artikel 11;

- de kosten voor de aparte boekhouding en de aparte bankrekening als bedoeld in artikel 4, lid 3, onder b),

Deze kosten worden vergoed door middel van een forfaitair bedrag gelijk aan 2 % van het actiefonds en een maximum van 60 000 ECU. De lidstaten mogen de financiering echter beperken tot de reële kosten, waarbij zij zelf de subsidiabele bedragen vaststellen.

3. Inkomens- of prijstoeslagen.

4. Verzekeringskosten, met inbegrip van de individuele of collectieve verzekeringspremies en de oprichting van interne verzekeringsfondsen ten behoeve van de telersvereniging;

5. Aflossing (met name in de vorm van annuïteiten) van kredieten die zijn opgenomen voor een actie die vóór de aanvang van het operationele programma reeds geheel of gedeeltelijk is uitgevoerd.

6. Aankoop van onbebouwde terreinen, tenzij het terrein nodig is voor een in het programma opgenomen investering (2).

7. Vergoedingen aan telers die een opleiding volgen, andere dan dagvergoedingen die, in voorkomend geval, forfaitair de reis- en verblijfkosten dekken.

8. Acties of kosten betreffende hoeveelheden die door leden van de telersvereniging buiten de Gemeenschap worden geproduceerd.

9. Acties die wat de andere economische activiteiten van de telersvereniging betreft tot vormen van concurrentievervalsing kunnen leiden; acties of maatregelen waarvan de andere economische activiteiten van de telersvereniging direct of indirect voordeel hebben, worden gefinancierd naar evenredigheid van het gebruik ervan ten behoeve van de sectoren of producten waarop de erkenning van de telersvereniging betrekking heeft.

10. Tweedehandsmaterieel, behalve in uitzonderlijke gevallen en op voorwaarden dat hiervoor niet reeds eerder steun is ontvangen.

11. Investeringen in vervoermiddelen voor het vervoer van goederen in het kader van de afzet of de distributie door de telersvereniging, met uitzondering van investeringen die betrekking hebben op voorzieningen voor CA- of gekoeld vervoer.

12. Huren van apparatuur als investeringsalternatief, behalve wanneer dit economisch verantwoord is; met de gehuurde apparatuur samenhangende uitgaven voor de bedrijfsvoering.

13. Leasing, voorzover het bedrag de nettohandelswaarde van het goed overschrijdt; uitgaven die verband houden met de lease-overeenkomst (belastingen, rente, verzekeringskosten enz.) en de desbetreffende uitgaven voor de bedrijfsvoering. Als de lease-overeenkomst een langere looptijd heeft dan het operationeel programma, de (huur)bedragen die na de looptijd van het programma worden betaald.

14. Reclame voor individuele merken; generieke reclame en/of reclame voor merken van samenwerkingsverbanden is niet-subsidiabel, wanneer in de reclameboodschappen gebruik wordt gemaakt van andere geografische benamingen dan die welke onder Verordening (EEG) nr. 2081/92 van de Raad (3) vallen, behalve wanneer deze geografische benamingen ondergeschikt zijn aan de hoofdboodschap en het een voor de betrokken telersvereniging exclusieve benaming betreft.

15. Toelevering van diensten betreffende de in deze lijst genoemde acties of uitgaven.

16. Belastingen en andere nationale heffingen, met uitzondering van de lasten in verband met salarissen.

(1) De bevoegde nationale autoriteit bepaalt de criteria waaraan een actie moet voldoen om als experimentele actie te worden aangemerkt, waarbij rekening wordt gehouden met het vernieuwende karakter van het procédé of het concept en met het daaraan verbonden risico.

(2) Om speculatie uit te sluiten, stelt de bevoegde nationale autoriteit aanvullende voorwaarden ten aanzien van de subsidiabiliteit van dergelijk uitgaven; deze voorwaarden kunnen met name omvatten: een verbod op de verkoop van de investering/het terrein gedurende een minimumperiode, en de vaststelling van een maximumverhouding tussen de waarde van het terrein en de hoogte van de investering.

(3) PB L 208 van 24. 7. 1992, blz. 1.

Top