Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R1239

    Verordening (EG) nr. 1239/98 van de Raad van 8 juni 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 894/97 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden

    PB L 171 van 17.6.1998, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/08/2019; stilzwijgende opheffing door 32019R1241

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/1239/oj

    31998R1239

    Verordening (EG) nr. 1239/98 van de Raad van 8 juni 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 894/97 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden

    Publicatieblad Nr. L 171 van 17/06/1998 blz. 0001 - 0004


    VERORDENING (EG) Nr. 1239/98 VAN DE RAAD van 8 juni 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 894/97 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

    (1) Overwegende dat het, op grond van de artikelen 2 en 4 van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (4), de taak van de Raad is om, in het licht van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, de instandhoudingsmaatregelen vast te stellen die nodig zijn voor een rationele en verantwoorde exploitatie op duurzame basis van de levende mariene aquatische bestanden, daarbij onder andere rekening houdend met de consequenties van de visserij voor het mariene ecosysteem; dat de Raad daartoe technische maatregelen kan vaststellen betreffende het vistuig en de wijze waarop het dient te worden gebruikt;

    (2) Overwegende dat de beginselen en een aantal voorschriften op communautair niveau moeten worden vastgesteld, zodat de lidstaten de visserijactiviteiten kunnen beheren van vaartuigen die hun vlag voeren of onder hun jurisdictie ressorteren;

    (3) Overwegende dat Verordening (EG) nr. 894/97 (5) de visserij met drijfnetten regelt;

    (4) Overwegende dat, uitgedrukt in visserij-inspanning, de visserij met drijfnetten snel is toegenomen sinds deze vismethode in de Gemeenschap is ingevoerd; dat een ongecontroleerde toeneming van die activiteit een ernstig gevaar kan inhouden voor een excessieve vergroting van de visserij-inspanning op de betrokken doelsoorten;

    (5) Overwegende dat in artikel 130 R, lid 2, van het Verdrag is bepaald dat, overeenkomstig het voorzorgsbeginsel, alle maatregelen van de Gemeenschap moeten voldoen aan de eisen ter zake van milieubescherming;

    (6) Overwegende dat, met het oog op de naleving van de internationale verplichtingen van de Gemeenschap om bij te dragen tot de instandhouding en het beheer van de biologische rijkdommen van de zee, strikte regelingen moeten worden vastgesteld voor de verdere ontwikkeling van de visserij met drijfnetten door vissersvaartuigen uit de Gemeenschap;

    (7) Overwegende dat beperkingen van de lengte van drijfnetten nodig zijn;

    (8) Overwegende dat de visserij met drijfnetten op tonijn, zwaardvis en bepaalde andere soorten niet selectief is, leidt tot bijvangsten en een gevaar kan inhouden voor de populatie van andere soorten dan de doelsoorten;

    (9) Overwegende dat, in verband met het gevaar voor een ongecontroleerde toename van de visserij-inspanning bij en de ontoereikende selectiviteit van de visserij met drijfnetten, het gebruik ervan moet worden verboden bij de visserij op tonijn, zwaardvis en bepaalde andere soorten; dat, om ecologische risico's te voorkomen, een korte overgangsperiode moet worden vastgesteld;

    (10) Overwegende dat de communautaire vissersvaartuigen die met drijfnetten op voornoemde soorten hebben gevist, te maken hebben met bepaalde economische wetmatigheden, zodat een geleidelijke stopzetting van hun activiteiten nodig is; dat die vaartuigen derhalve moet worden toegestaan de visserij met drijfnetten voort te zetten tot en met 31 december 2001;

    (11) Overwegende dat technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Oostzee zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 88/98 (6);

    (12) Overwegende dat de visserij met drijfnetten alleen onder controleerbare en daadwerkelijk gecontroleerde omstandigheden dient plaats te vinden;

    (13) Overwegende dat niet alle takken van de visserij waarbij drijfnetten worden gebruikt, vallen onder Verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie van 22 september 1983 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van gegevens over de visvangst van de lidstaten (7) en dat de algemene bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (8) die betrekking hebben op de logboeken en de aangiften van aanvoer, pas vanaf 1 januari 1999 voor de Middellandse Zee gelden;

    (14) Overwegende dat de controle op de visserij met drijfnetten bijzondere problemen behelst; dat daarom specifieke bepalingen voor deze visserij moeten worden vastgesteld;

    (15) Overwegende dat de gevolgen van de visserij met drijfnetten voortdurend moeten worden geëvalueerd en dat daarom de nodige gegevens moeten worden verzameld;

    (16) Overwegende dat de gegevens uit de logboeken moeten worden vergeleken met de aangevoerde hoeveelheden, die effectief moeten kunnen worden gecontroleerd;

    (17) Overwegende dat de lidstaten de Commissie bepaalde gegevens moeten verstrekken die nodig zijn voor het communautair toezicht op de door hen verrichte controles;

    (18) Overwegende dat, bij niet-naleving van de bepalingen van deze verordening, de lidstaten sancties moeten opleggen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 2847/93,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 894/97 wordt als volgt gewijzigd:

    1. Artikel 11 wordt vervangen door:

    "Artikel 11

    Geen enkel vaartuig mag één of meer drijfnetten waarvan de individuele of gezamenlijke lengte groter is dan 2,5 km, aan boord hebben of daarmee vissen.

    Artikel 11 bis

    1. Vanaf 1 januari 2002 mag geen enkel vaartuig nog één of meer drijfnetten aan boord hebben bestemd voor de vangst van de in bijlage VIII vermelde soorten of met deze netten vissen.

    2. Vanaf 1 januari 2002 mogen de met drijfnetten verrichte vangsten van de in bijlage VIII vermelde soorten niet meer aan wal gebracht worden.

    3. Tot en met 31 december 2001 mogen vissersvaartuigen alleen één of meer in lid 1 bedoelde drijfnetten aan boord hebben of voor de visserij gebruiken, als daartoe een vergunning is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarvan zij de vlag voeren. In 1998 mag het maximumaantal vaartuigen dat van een lidstaat vergunning kan krijgen om een of meer drijfnetten aan boord te hebben of voor de visserij te gebruiken, niet meer bedragen dan 60 % van het aantal vissersvaartuigen die in de periode 1995-1997 een of meer drijfnetten gebruikten.

    4. De lidstaten delen de Commissie elk jaar vóór 30 april voor elke doelsoort de lijst van vaartuigen mee waaraan een vergunning is afgegeven om met de in lid 1 bedoelde drijfnetten te vissen; voor 1998 is de uiterste datum voor deze mededeling evenwel 31 juli 1998.

    Artikel 11 ter

    1. Elk vissersvaartuig dat één of meer drijfnetten bestemd voor de vangst van de in bijlage VIII vermelde soorten gebruikt, moet bij het vissen de volgende voorwaarden naleven:

    - het net moet tijdens het vissen vanaf het vaartuig steeds in het oog worden gehouden;

    - aan de uiteinden van elk net moet een boei met radarreflectoren bevestigd zijn, zodat op elk moment de plaats van de netten duidelijk is. Deze boeien moeten steeds voorzien zijn van de registratieletter(s) en het registratienummer van het vaartuig waarbij zij horen.

    2. De kapitein van een vissersvaartuig dat één of meer van de in lid 1 bedoelde drijfnetten gebruikt, houdt een logboek bij en is verplicht om daarin dagelijks de volgende gegevens op te tekenen;

    - de gezamenlijke lengte van de netten aan boord;

    - de gezamenlijke lengte van de netten die bij elke trek zijn uitgezet;

    - de bij elke trek van elke soort gevangen hoeveelheden, de bijvangsten en de weer over boord gezette vangsten, met name de aantallen cetaceeën, reptielen en zeevogels;

    - de hoeveelheden van elke soort die aan boord zijn gehouden;

    - de datum en de vangstplaats.

    3. De in lid 2 bedoelde kapiteins verstrekken de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van aanvoer een aangifte waarin tenminste de van elke soort aangevoerde hoeveelheid, de data en de plaatsen van de vangst zijn vermeld.

    4. De kapitein van een met één of meer van de in lid 1 bedoelde drijfnetten vissend vaartuig die wenst aan te landen in een aanvoerplaats in een lidstaat, moet de bevoegde autoriteiten van die lidstaat tenminste twee uur van tevoren de geplande aanvoerplaats en tijd van aankomst melden.

    5. Alle vaartuigen die met één of meer van de in lid 1 bedoelde drijfnetten vissen, moeten een visvangstvergunning aan boord hebben die vooraf is afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarvan zij de vlag voeren.

    6. Bij niet-naleving van de verplichtingen van het onderhavige artikel en artikelen 11 en 11 bis nemen de bevoegde autoriteiten, in overeenstemming met artikel 31 van Verordening (EG) nr. 2847/93, passende maatregelen ten aanzien van de betrokken vaartuigen.

    Artikel 11 quater

    1. Onverminderd het bepaalde in artikel 1, lid 1, zijn de artikelen 11, 11 bis en 11 ter van toepassing op alle communautaire vissersvaartuigen in alle wateren die onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten vallen, en daarbuiten, met uitzondering van de wateren die onder Verordening (EG) nr. 88/98 van de Raad van 18 december 1997 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de Øresund (*) vallen.

    (*) PB L 9 van 15. 1. 1998, blz. 1.".

    2. De tekst in de bijlage wordt als bijlage VIII toegevoegd.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1998.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Luxemburg, 8 juni 1998.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    J. CUNNINGHAM

    (1) PB C 118 van 29. 4. 1994, blz. 2.

    (2) PB C 305 van 31. 10. 1994, blz. 83.

    (3) PB C 393 van 31. 12. 1994, blz. 175.

    (4) PB L 389 van 31. 12. 1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van 1994.

    (5) PB L 132 van 23. 5. 1997, blz. 1.

    (6) PB L 9 van 15. 1. 1998, blz. 1.

    (7) PB L 276 van 10. 10. 1983, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2945/95 (PB L 308 van 21. 12. 1995, blz. 18).

    (8) PB L 261 van 20. 10. 1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 686/97 (PB L 102 van 19. 4. 1997, blz. 1).

    BIJLAGE

    "BIJLAGE VIII

    - Witte tonijn: Thunnus alalunga

    - Tonijn: Thunnus thynnus

    - Grootoogtonijn: Thunnus obesus

    - Listao of gestreepte tonijn: Katsuwonus pelamis

    - Atlantische boniter: Sarda sarda

    - Geelvintonijn: Thunnus albacares

    - Zwartvintonijn: Thunnus atlanticus

    - Boniet van het geslacht euthynnus: Euthynnus spp.

    - Pacifische tonijn: Thunnus maccoyii

    - Soorten van het geslacht auxis: Auxis spp.

    - Braam: Brama rayi

    - Marlijnen: Tetrapturus spp.; Makaira spp.

    - Zeilvis: Istiophorus spp.

    - Zwaardvis: Xiphias gladius

    - Makreelgeep: Scomberesox spp.; Cololabis spp.

    - Dolfijnvis: Coryphoena spp.

    - Haai: Hexanchus griseus; Cetorhinus maximus; Alopiidae; Carcharhinidae; Sphymidae; Isuridae; Lamnidae

    - Koppotigen: alle soorten".

    Top