Atlasiet eksperimentālās funkcijas, kuras vēlaties izmēģināt!

Šis dokuments ir izvilkums no tīmekļa vietnes EUR-Lex.

Dokuments 31994R2065

    Verordening (EG) nr. 2065/94 van de Commissie van 16 augustus 1994 houdende voorschriften voor de kosteloze levering van landbouwprodukten uit interventievoorraden aan Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kirgizië en Tadzjikistan in het kader van Verordening (EG) nr. 1999/94 van de Raad

    PB L 213 van 18.8.1994., 3./7. lpp. (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Dokumenta juridiskais statuss Spēkā

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1994/2065/oj

    31994R2065

    Verordening (EG) nr. 2065/94 van de Commissie van 16 augustus 1994 houdende voorschriften voor de kosteloze levering van landbouwprodukten uit interventievoorraden aan Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kirgizië en Tadzjikistan in het kader van Verordening (EG) nr. 1999/94 van de Raad

    Publicatieblad Nr. L 213 van 18/08/1994 blz. 0003 - 0007
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 60 blz. 0161
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 60 blz. 0161


    VERORDENING (EG) Nr. 2065/94 VAN DE COMMISSIE van 16 augustus 1994 houdende voorschriften voor de kosteloze levering van landbouwprodukten uit interventievoorraden aan Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kirgizië en Tadzjikistan in het kader van Verordening (EG) nr. 1999/94 van de Raad

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1999/94 van de Raad van 27 juli 1994 betreffende acties inzake gratis leveringen van landbouwprodukten bestemd voor de bevolking van Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kirgizië en Tadzjikistan (1), en met name op artikel 4,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3813/92 van de Raad van 28 december 1992 betreffende de rekeneenheid en de omrekeningskoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast (2), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3528/93 (3), en met name op artikel 6, lid 2,

    Overwegende dat Verordening (EG) nr. 1999/94 voorziet in de gratis levering van landbouwprodukten aan Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kirgizië en Tadzjikistan; dat voor de uitvoering daarvan nadere voorschriften moeten worden vastgesteld, met name die welke gelden voor alle deelnemers aan inschrijvingen voor de levering van produkten, en inzake de verplichtingen van de opdrachtnemers;

    Overwegende dat de kosteloze leveringen niet alleen betrekking hebben op landbouwprodukten uit interventievoorraden die in ongewijzigde staat worden geleverd, maar ook op produkten van dezelfde groep die niet bij de interventiebureaus beschikbaar zijn; dat bijgevolg specifieke bepalingen moeten worden vastgesteld voor de levering van verwerkte produkten; dat met name dient te worden voorgeschreven dat als betaling voor deze leveringen basisprodukten uit interventievoorraden beschikbaar kunnnen worden gesteld;

    Overwegende dat in het licht van de ervaring en duidelijke moeilijkheden, tegengekomen tijdens vroeger uitgevoerde gelijkaardige acties, het volstaat om te voorzien dat de toekenning van de levering niet systematisch en uitsluitend gebeurt op basis van de goedkoopste offerte, maar dat andere fundamentele elementen voor de uitvoering van de levering in aanmerking kunnen worden genomen, die zekerheden bieden inzake de goede bewaring van de kwaliteit en de sanitaire toestand van de produkten en voor de vervoersvoorwaarden tot aan de bestemming; dat te dien einde de offertes alle noodzakelijk informatie dienen te bevatten opdat het verloop van de levering aan de voorgestelde voorwaarden kan voldoen;

    Overwegende dat deze uitvoeringsbepalingen ook moeten voorzien in controles en zekerheden die de goede uitvoering van de levering moeten garanderen;

    Overwegende dat de produkten die in het bezit zijn van de interventiebureaus en die bestemd zijn om te worden uitgevoerd, onderworpen zijn aan de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1938/93 (5); dat bovendien het bewijs dat de betrokken produkten door de autoriteiten van Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kirgizië en Tadzjikistan zijn overgenomen, wordt geleverd aan de hand van een speciaal certificaat;

    Overwegende dat, aangezien deze inschrijvingen betrekking hebben op de vaststelling van de kosten van verpakking en/of vervoer van uit openbare interventievoorraden ter beschikking gestelde produkten, het dienstig is de laatste dag van de termijn voor de indiening van de offertes als ontstaansfeit voor de landbouwomrekeningskoersen aan te merken;

    Overwegende dat, in toepassing van artikel 2, punt 4, van Verordening (EG) nr. 1999/94, er geen uitvoerrestituties voor de produkten die deel uitmaken van de levering hoeven te worden betaald;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van de gemeenschappelijke Beheerscomités,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Deze verordening geldt, onverminderd aanvullende bepalingen die eventueel voor bijzondere leveringen worden vastgesteld, voor de kosteloze levering van landbouwprodukten uit interventievoorraden of van levensmiddelen van dezelfde groep produkten aan Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kirgizië en Tadzjikistan in het kader van Verordening (EG) nr. 1999/94.

    Artikel 2

    1. De inschrijvingen hebben betrekking op de vaststelling van de kosten van levering van de op de aangegeven plaatsen van bestemming te leveren produkten die bij de pakhuizen van de interventiebureaus worden afgehaald.

    2. De bedoelde kosten zijn de kosten van levering van de op een vervoermiddel geladen produkten vanaf het laadperron van het pakhuis van het interventiebureau tot in de zeehaven waar die produkten moeten worden gelost of tot op de in het bericht van inschrijving vast te stellen plaats van overname.

    3. De inschrijving kan betrekking hebben op de hoeveelheid produkt die uit de interventievoorraden ter beschikking moet worden gesteld als betaling voor de levering van verwerkte produkten van dezelfde groep.

    Artikel 3

    De inschrijvingen staan op voet van gelijkheid open voor elke natuurlijke persoon die de nationaliteit van een Lid-Staat bezit en in de Gemeenschap is gevestigd en voor elke onderneming die overeenkomstig de wetgeving van een Lid-Staat is opgericht en waarvan de statutaire zetel, het hoofdkantoor of de hoofdvestiging in een Lid-Staat is gelegen.

    Artikel 4

    De offertes moeten schriftelijk worden ingediend op het vastgestelde adres, uiterlijk op het tijdstip dat in het inschrijvingsbericht is bepaald.

    De inschrijvingen moeten in twee gesloten enveloppes worden ingediend. Op de binnenste enveloppe moet behalve het in het inschrijvingsbericht vermelde adres, ook het nummer van de verordening waarbij de inschrijving is geopend, worden aangebracht, alsook de vermelding: "Inschrijving van (firmanaam) - Mag slechts worden geopend door de commissie voor de opening van de offertes".

    Artikel 5

    1. Voor inschrijvingen voor de in artikel 2, lid 2, bedoelde leveringen, hebben de offertes betrekking op alle leveringskosten.

    De offertebedragen luiden in ecu per ton (brutogewicht).

    2. Voor inschrijvingen voor in artikel 2, lid 3, bedoelde leveringen hebben de offertes betrekking op de hoeveelheden produkt die uit de interventievoorraden ter beschikking moeten worden gesteld als betaling voor de levering of, eventueel, de kosten van verwerking, verpakking of merking van een partij of groep partijen, als aangegeven in het inschrijvingsbericht.

    Artikel 6

    1. Een offerte is slechts geldig als:

    a) daarin de precieze referentie van de verordening tot opening van de bijzondere inschrijving is aangegeven;

    b) de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde inschrijver, en met name het telex- en/of telefaxnummer zijn vermeld;

    c) zij betrekking heeft op een volledige partij (nettogewicht);

    d) bij toepassing van artikel 2, lid 2:

    1. een bedrag in ecu per ton (brutogewicht) is aangegeven voor een volledige partij;

    2. de naam of namen en adressen van alle tussenpersonen en onderaannemers gebruikt voor deze actie, zowel op communautair grondgebied als in derde landen, zijn vermeld;

    3. het te gebruiken vervoermiddel en alle desbetreffende technische gegevens (capaciteit, ouderdom, soort uitrusting, enz.) zijn vermeld;

    4. de te volgen route is beschreven en is aangegeven waar grenzen worden overschreden en waar de produkten eventueel in een ander vervoermiddel worden overgeladen; in dat geval verbindt de inschrijver er zich schriftelijk toe de overlaaddata mede te delen ten minste 10 dagen voor de overlading;

    5. de gedetailleerde berekening van de samenstelling van de aangeboden prijs is bijgevoegd;

    e) bij toepassing van artikel 2, lid 3:

    1. de voorgestelde hoeveelheid produkt in ton (nettogewicht) in ruil voor een ton verwerkt produkt (nettogewicht) is vermeld;

    2. nauwkeurig is aangegeven waar de produkten eventueel worden verpakt en waar zij vóór verzending worden opgeslagen;

    f) zij vergezeld gaat van het bewijs dat de inschrijver voor elke partij ten gunste van het in het inschrijvingsbericht aangewezen organisme een inschrijvingszekerheid in nationale valuta, het equivalent van 100 ecu per ton heeft gesteld. Dit bewijs wordt geleverd met het origineel document dat is afgegeven door de instelling die de zekerheid verschaft;

    g) zij vergezeld gaat van een schriftelijke verbintenis van de financiële instelling die de leveringszekerheid zal stellen.

    2. Offertes die niet aan het bepaalde in dit artikel voldoen of waarin andere dan de in deze verordening vastgestelde voorwaarden zijn vermeld, worden niet in aanmerking genomen.

    3. Een ingediende offerte kan niet worden gewijzigd of ingetrokken na afloop van de vastgestelde indieningstermijn.

    4. De in lid 1, alsook de in de artikelen 8 en 13 bedoelde bedragen in ecu worden in nationale valuta omgerekend tegen de landbouwomrekeningskoers die geldt op de laatste dag van de termijn voor het indienen van de offertes.

    Artikel 7

    1. Als de offertes moeten worden ingediend bij een interventiebureau, stelt dit bureau de Commissie uiterlijk vierentwintig uur na afloop van de termijn voor de indiening in kennis van de ontvangen offertes.

    2. Uitgaande van de ingediende offertes kan de Commissie voor elke partij besluiten:

    - de levering niet toe te wijzen

    of

    - de levering toe te wijzen op grond van de geboden prijs of de aangeboden hoeveelheden en andere elementen uit de offerte die de beste garanties bieden voor een technisch en uit gezondheidsoogpunt verantwoorde levering binnen de vastgestelde termijn.

    3. Wanneer overeenkomstig het bepaalde in lid 2 een beslissing is genomen, stelt de Commissie zo spoedig mogelijk, in voorkomend geval via schriftelijke telecommunicatie, de inschrijvers in kennis van het resultaat van hun deelname aan de inschrijvingsprocedure en deelt zij de gegadigden mede welke levering hen is toegewezen.

    4. De Commissie deelt de betrokken interventiebureaus het gevolg dat aan de inschrijving werd gegeven mede.

    Artikel 8

    Binnen vijf werkdagen na de kennisgeving van de toewijzing als bedoeld in artikel 7 stelt de opdrachtnemer een leveringszekerheid overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie (6) ten gunste van het interventiebureau of de Commissie. Het origineel document, afgegeven door de instelling die de zekerheid verschaft, geldt als bewijs dat deze zekerheid is gesteld.

    Bijzondere bepalingen kunnen worden aangenomen in het geval een partij betrekking heeft op verscheidene bestemmingen en/of verscheidene produkten.

    Het bedrag van de zekerheid wordt vastgesteld in elk inschrijvingsbericht.

    Artikel 9

    Behoudens overmacht zijn alle risico's met betrekking tot de goederen, met name die van verlies of bederf, tot in het voor levering vastgestelde stadium voor rekening van de opdrachtnemer.

    Artikel 10

    1. Bij de aanvraag tot betaling moeten de volgende documenten worden gevoegd:

    a) in het geval van toepassing van artikel 2, lid 2:

    - het in artikel 14 bedoelde uitvoercertificaat;

    - de in artikel 14 bedoelde exemplaren van het "enig document";

    - in voorkomend geval, T5-exemplaren;

    - vervoerdocumenten;

    - het origineel van het overnamecertificaat voor de effectief geleverde hoeveelheden uitgegeven door de begunstigde en geparafeerd door het controle-organisme op bestemming;

    b) in het geval van toepassing van artikel 2, lid 3:

    - een kwaliteitsattest afgeleverd op het moment van laden op het transportmiddel, op verantwoordelijkheid van het daartoe aangewezen organisme;

    - het origineel van het overnamecertificaat afgeleverd door de opdrachtnemer van het vervoer van de levering.

    2. Voor een in artikel 2, lid 2, bedoelde inschrijving worden de leveringskosten betaald voor de hoeveelheid die op het overnamecertificaat is vermeld en die door de instantie die met de controle op de plaats van bestemming is belast, op het in artikel 11, lid 2, bedoelde conformiteitscertificaat is gecertificeerd.

    3. Voor een in artikel 2, lid 3, bedoelde inschrijving wordt het toegewezen basisprodukt ter beschikking van de opdrachtnemer gesteld op voorwaarde dat hij het in artikel 8 bedoelde bewijs overlegt dat de zekerheid is gesteld.

    4. Als de overname in het leveringsstadium vertraging oploopt door omstandigheden die niet aan de opdrachtnemer kunnen worden toegerekend, kan de Commissie de extra kosten op grond van bewijsstukken vergoeden.

    Artikel 11

    1. De opdrachtnemer onderwerpt zich aan elke controle die wordt uitgevoerd door, of voor rekening van, het interventiebureau van de Lid-Staat waarin zich de door de opdrachtnemer in zijn offerte aangegeven plaats bevindt waar het produkt in voorkomend geval wordt verpakt en waar het vóór verzending wordt opgeslagen. Deze controle heeft betrekking op de hoeveelheid, de kwaliteit, identiteit, sanitaire toestand en, eventueel, de verpakking en de merking van de te leveren produkten.

    Het interventiebureau geeft na de controle een conformiteitscertificaat af. Dit bureau is financieel en administratief verantwoordelijk indien de geleverde kwaliteit niet conform de voorgeschreven normen voor interventie is of niet conform de beschrijving voorzien in de aankondiging van inschrijving voor de levering is.

    2. Een controlebureau of -firma, aangewezen door de Commissie, gaat na, in het land van bestemming, of de levering conform is wat betreft hoeveelheid, produktkwaliteit en eventueel kwaliteit uit gezondheidsoogpunt, verpakking en merking. Na deze controle wordt aan de opdrachtnemer een conformiteitscertificaat, of in voorkomend geval een niet-conformiteitscertificaat, waarin de details en de resultaten van de uitgevoerde controles worden vermeld, afgegeven dat rechtstreeks aan het interventiebureau of de Commissie wordt toegezonden.

    3. Vóór de produkten in de Gemeenschap worden geladen en na aankomst ervan op de plaats van bestemming worden door de controlebureaus of -firma's voor rekening van de Commissie representatieve monsters genomen en afzonderlijk bewaard.

    4. Als de produkten over land worden vervoerd, laat het in lid 1 bedoelde interventiebureau de vervoermiddelen onmiddellijk na het laden plomberen. In geval van overlading zal een toezichtsorganisme of -maatschappij, aangeduid door de Commissie, overgaan tot nazicht van de zegels van de transportmiddelen die aan overlaadplaatsen toekomen en overgaan tot nieuwe verzegeling van de na de overlading gebruikte transportmiddelen.

    5. De controlekosten, als bedoeld in lid 1, en bemonsteringskosten afgenomen vóór het laden, komen ten laste van de opdrachtnemer.

    6. De controlekosten, als bedoeld in de leden 2, 3 en 4, zijn ten laste van de Commissie.

    Artikel 12

    1. De in artikel 6, lid 1, onder f), bedoelde zekerheid wordt vrijgegeven als de offerte niet in aanmerking wordt genomen. Als primaire eisen in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 worden beschouwd:

    a) het gestand doen van de offerte;

    b) het stellen, voor elke partij, van de in lid 2 bedoelde leveringszekerheid voor de in het inschrijvingsbericht vermelde hoeveelheid;

    c) de hoeveelheden waarvoor de in lid 2 bedoelde zekerheid is gesteld moeten worden overgenomen.

    2. Vóórdat de produkten worden overgenomen, stelt de opdrachtnemer bij het interventiebureau of de Commissie voor elke partij een zekerheid voor de over te nemen hoeveelheden; deze zekerheid bestaat uit een in het inschrijvingsbericht vastgesteld bedrag per ton (nettogewicht).

    De primaire eis in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 is de levering van alle produkten, waarbij de kwaliteit niet significant mag verschillen van, naar gelang van het geval:

    - de kwaliteit op het ogenblik dat de produkten uit het pakhuis van het interventiebureau worden uitgeslagen (levering als bedoeld in artikel 2, lid 2);

    - de kwaliteit die is aangegeven in het inschrijvingsbericht (levering als bedoeld in artikel 2, lid 3).

    3. De opdrachtnemer neemt de produkten over volgens de voorschriften die voor uitslag uit de interventievoorraad bij het interventiebureau van toepassing zijn.

    4. De in lid 2 bedoelde zekerheid wordt onder de voorwaarden voorzien in het inschrijvingsbericht of in tranches van 20 % vrijgegeven, telkens naarmate het bewijs wordt voorgelegd dat 20 % van een partij is geleverd overeenkomstig de inschrijvingsverordening en in de staat waarin de produkten uit het pakhuis van het interventiebureau zijn overgenomen. De zekerheid wordt verbeurd naar rato van de hoeveelheden waarvoor geen bewijs is voorgelegd.

    5. Wanneer vertragingen bij de leveringen worden geconstateerd, wordt de zekerheid verbeurd voor een gedeelte dat overeenkomt met de te laat geleverde hoeveelheden; de verbeurde zekerheid bedraagt 1 ecu per ton en per dag vertraging. Vanaf de elfde dag vertraging wordt het in te houden bedrag verhoogd tot 1,5 ecu per ton en per bijkomende dag vertraging. Deze bepalingen zijn van toepassing wanneer de oorzaak van de te late levering bij de opdrachtnemer ligt.

    6. De leveringszekerheid wordt vrijgegeven wanneer de opdrachtnemer door overlegging van de in artikel 10, lid 1, genoemde documenten het bewijs levert dat hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan en, in geval van toepassing van artikel 5, lid 2, dit door het in artikel 11, lid 2, bedoelde certificaat wordt bevestigd.

    Artikel 13

    Het ingehouden bedrag van artikel 6, lid 1, onder d), punt 1, vermenigvuldigd met de effectief overgenomen hoeveelheden, wordt aan de opdrachtnemer gestort op de dag van de totale tenlasteneming van een partij of van een produkt op overlegging van het bewijs van een gestelde zekerheid van een overeenstemmend bedrag ten gunste van het interventiebureau of van de Commissie.

    Artikel 14

    1. Op de uitvoercertificaten wordt in vak 20 vermeld: "Verordening (EG) nr. 1999/94 van de Raad. Geen uitvoerrestituties.".

    2. Op het "enig document" en het overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 afgegeven controledocument of controle-exemplaar T5 wordt het volgende vermeld:

    - "Verordening (EG) nr. 2065/94 van de Commissie van 16 augustus 1994 houdende voorschriften voor de kosteloze levering van landbouwprodukten uit interventievoorraden aan Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Kirgizië en Tadzjikistan, in het kader van Verordening (EG) nr. 1999/94 van de Raad";

    - "Geen uitvoerrestituties".

    Artikel 15

    1. In het inschrijvingsbericht worden met name vermeld:

    - de aanvullende clausules en voorwaarden;

    - de omschrijving van de partijen, de namen en adressen van de pakhuizen;

    - de minimale hoeveelheid die per pakhuis moet worden uitgeslagen;

    - de belangrijkste materiële en technische kenmerken van de verschillende partijen;

    - de plaats waar de produkten moeten worden geleverd en het leveringsstadium;

    - de vastgestelde leveringstermijn.

    2. Voor in artikel 2, lid 3, bedoelde inschrijvingen wordt in het inschrijvingsbericht met name het volgende meegedeeld:

    - de als betaling voor de levering over te nemen partij of groep partijen;

    - de kenmerken van de te leveren verwerkte produkten: aard, hoeveelheid, kwaliteit, verpakking, enz.

    Artikel 16

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 16 augustus 1994.

    Voor de Commissie

    Martin BANGEMANN

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 201 van 4. 8. 1994, blz. 1.

    (2) PB nr. L 387 van 31. 12. 1992, blz. 1.

    (3) PB nr. L 320 van 22. 12. 1993, blz. 32.

    (4) PB nr. L 301 van 17. 10. 1992, blz. 17.

    (5) PB nr. L 176 van 20. 7. 1993, blz. 12.

    (6) PB nr. L 205 van 3. 8. 1985, blz. 5.

    Augša