Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993L0078

    Richtlijn 93/78/EEG van de Commissie van 21 september 1993 tot vaststelling van aanvullende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door leveranciers op grond van Richtlijn 91/682/EEG van de Raad bij te houden lijsten van siergewassen en teeltmateriaal daarvan

    PB L 256 van 14.10.1993, p. 19–24 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1999; opgeheven door 399L0068

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1993/78/oj

    31993L0078

    Richtlijn 93/78/EEG van de Commissie van 21 september 1993 tot vaststelling van aanvullende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door leveranciers op grond van Richtlijn 91/682/EEG van de Raad bij te houden lijsten van siergewassen en teeltmateriaal daarvan

    Publicatieblad Nr. L 256 van 14/10/1993 blz. 0019 - 0024
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 53 blz. 0010
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 53 blz. 0010


    RICHTLIJN 93/78/EEG VAN DE COMMISSIE van 21 september 1993 tot vaststelling van aanvullende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door leveranciers op grond van Richtlijn 91/682/EEG van de Raad bij te houden lijsten van siergewassen en teeltmateriaal daarvan

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 91/682/EEG van de Raad van 19 december 1991 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen, alsmede van siergewassen (1), gewijzigd bij Beschikking 93/399/EEG van de Commissie (2), en met name op artikel 9, lid 5,

    Overwegende dat er op internationaal niveau reeds een systeem voor de beschrijving van rassen bestaat; dat de Internationale Unie tot bescherming van kweekprodukten (UPOV) zo'n systeem heeft uitgewerkt;

    Overwegende dat het wenselijk is voor het communautaire systeem gebruik te maken van de ervaring die op internationaal niveau is opgedaan;

    Overwegende dat er voor leveranciers wier werkzaamheden zich beperken tot het op de markt brengen van siergewassen en teeltmateriaal daarvan, minder strenge eisen zouden moeten gelden;

    Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal en siergewassen,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bij deze richtlijn worden aanvullende uitvoeringsbepalingen vastgesteld met betrekking tot de door leveranciers krachtens artikel 9, lid 2, tweede streepje, van Richtlijn 91/682/EEG bij te houden lijsten van rassen van siergewassen en teeltmateriaal daarvan.

    Artikel 2

    1. In de door leveranciers bij te houden lijsten worden vermeld:

    i) de naam van het ras en, in voorkomend geval, de algemeen bekende synoniemen;

    ii) gegevens over de instandhouding van het ras en het toegepaste vermeerderingssysteem;

    iii) een beschrijving van het ras ten minste aan de hand van de kenmerken en de uitingsvormen, volgens het in de bijlage aangegeven schema;

    iv) voor zover mogelijk, gegevens over de verschillen van het ras ten opzichte van rassen die er het sterkst op gelijken.

    2. Het bepaalde in lid 1, onder ii) en iv), is niet van toepassing op leveranciers wier werkzaamheden zich beperken tot het in de handel brengen van siergewassen en teeltmateriaal daarvan.

    Artikel 3

    1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 juni 1994 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels van deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

    2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de voornaamste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 21 september 1993.

    Voor de Commissie

    René STEICHEN

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 376 van 31. 12. 1991, blz. 21.

    (2) PB nr. L 177 van 21. 7. 1993, blz. 26.

    BIJLAGE

    RASKENMERKEN EN UITINGSVORMEN Begonia ×hiemalis Fotsch

    Bladschijf: kleur bovenzijde

    lichtgroen

    middelgroen

    donkergroen

    roodachtig groen

    roodachtig bruin

    Bladschijf: kleur onderzijde

    lichtgroen

    middelgroen

    donkergroen

    roodachtig groen

    roodachtig bruin

    Bloem: type

    enkel

    gevuld

    Binnenste kroonblad: kleur middengedeelte bovenzijde

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    of

    wit

    geel

    oranjeroze

    oranje

    rood

    blauwroze

    blauwrood

    Dendranthema × grandiflorum (Ramat.) Kitam.

    Bloemhoofdje: type

    enkel

    halfgevuld

    gevuld

    Lintbloem: lengteas van de meeste bloemen

    omgebogen

    recht

    gekromd

    gedraaid

    geknikt

    Variëteiten met enkel korte bloembuis

    Lintbloem: dwarsdoorsnede van het lint

    concaaf

    recht

    convex

    Variëteiten met enkel lange bloembuis

    Lintbloem: vorm van het uiteinde

    spoelvormig

    spatelvormig

    gekromd

    Lintbloem: kleur van de binnenzijde van de meeste bloemen

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    of

    wit

    geel

    roze

    zalm

    rood

    paars

    brons

    Schijfbloem: type

    buisvormig

    trechtervormig

    bloembladvormig

    Dianthus caryophyllus L. en hybriden

    Bloem: type

    enkel

    gevuld

    Kroonblad: aantal kleuren van de plaat

    een

    twee

    drie

    vier

    meer dan vier

    Kroonblad: kleurverdeling van de plaat (met uitzondering van de nagel)

    picotée (smalle rand)

    gerand (brede rand)

    gestreept

    gevlekt

    picotée-gestreept

    picotée-gevlekt

    gerand-gestreept

    gerand-gevlekt

    picotée-gestreept-gevlekt

    gerand-gestreept-gevlekt

    gestreept-gevlekt

    geschakeerd

    met een zweem

    Bloem: kleurgroepen

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    of

    wit of bijna wit

    geel

    oranje

    roze

    rozepaars

    rood

    donkerrood

    paars

    paarsrood

    Teeltvormen

    eenbloemig

    meerbloemig

    Euphorbia pulcherrima wild ex Kletsch

    Plant: vertakking

    ontbrekend

    aanwezig

    Bladschijf: kleur bovenzijde

    groenachtig

    roodachtig

    Schutblad: kleur bovenzijde

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    of

    wit

    geel

    roze gemarmerd

    roze

    rood

    Gerbera L.

    Bloemhoofdje: type

    enkel

    halfgevuld

    gevuld

    Buitenste lintbloem: kleur binnenzijde

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    of

    wit

    geel

    oranje

    rood

    roze

    paars

    Uitsluitend enkele of halfgevulde variëteiten: zwarte schijf (vóór het openen van de buisbloemen)

    ontbrekend

    aanwezig

    Gladiolus L.

    Bloem: grootte

    zeer klein

    klein

    midden

    groot

    zeer groot

    Bloem: hoofdkleur

    wit

    geel

    oranje

    roze-oranje

    roze

    rood

    paars

    blauw

    groen

    Lilium L.

    Bloem: hoofdkleur binnenzijde binnenste kroonbladen

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    Bloem: kleur binnenzijde keel

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    Indeling volgens tuinbouwkundige classificatie van lelies voor registratie

    I. Hybriden verkregen uit soorten of groepen hybriden, zoals:

    L. tigrinum, L. cernuum, L. davidii, L. maximowiczii, L.X. maculatum, L. X hollandicum, L. amabile, L. pumilum, L. concolor en L. bulbiferum

    a) Vroegbloeiende lelies met rechtopstaande bloemen, enkel of in een scherm

    b) Planten met naar buiten gerichte bloemen

    c) Planten met hangende bloemen

    II. Hybriden van het Martagon-type, waarvan één ouder een vorm is van:

    L. martagon, L. hansonii

    III. Hybriden van:

    L. candidum, L. chalcedonicum en andere verwante Europese soorten, zoals L. X testaceum

    IV. Hybriden van Amerikaanse soorten

    V. Hybriden verkregen uit:

    L. longiflorum of L. formosanum, zoals X. formolongi, met uitzondering van vormen en polyploïden van één der genoemde soorten

    VI. Hybride trompetlelies en "Aurelian hybrids" uit Aziatische soorten, met inbegrip van L. henryi, maar met uitzondering van hybriden verkregen uit L. auratum, L. speciosum, L. japonicum, en L. rubellum

    a) Planten met trompetvormige bloemen

    b) Planten met bekervormige bloemen

    c) Planten met platte bloemen (of enkel teruggebogen kroonbladtop)

    d) Planten met bloemen waarvan de kroonbladen duidelijk zijn teruggebogen

    VII. Hybriden van soorten uit het Verre Oosten, zoals L. auratum, L. speciosum, L. japonicum en L. rubellum (met inbegrip van alle kruisingen met L. henryi)

    a) Planten met trompetvormige bloemen

    b) Planten met bekervormige bloemen

    c) Planten met platte bloemen

    d) Planten met teruggebogen bloemen

    VIII. Alle hybriden die niet onder de voorgaande paragrafen vallen

    IX. Alle zuiver botanische soorten en hun vormen

    Malus Mill.

    Bloem: type

    enkel

    halfgevuld

    gevuld

    Kroonblad: kleur bovenzijde

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    Ontluikend blad: kleur van de bladschijf

    groen

    paars

    Vrucht: grootte

    zeer klein

    klein

    midden

    groot

    zeer groot

    Vrucht: basiskleur van de schil

    geel

    witachtig geel

    groengeel

    witachtig groen

    groen

    rood

    Onderstamrassen

    Boom: groeikracht (in het moerbed)

    zwak

    midden

    sterk

    Boom: aantal basale scheuten (in het moerbed)

    zeer klein

    klein

    midden

    groot

    zeer groot

    Narcissus L.

    Bloeiseizoen

    herfst

    winter

    lente

    Enkel in de herfst bloeiende rassen

    Bloeitijd

    zeer vroeg

    vroeg

    midden

    laat

    zeer laat

    Enkel in de winter bloeiende rassen

    Bloeitijd

    zeer vroeg

    vroeg

    midden

    laat

    zeer laat

    Enkel in de lente bloeiende rassen

    Bloeitijd

    zeer vroeg

    vroeg

    midden

    laat

    zeer laat

    Tuinbouwkundige classificatie van narcissen

    /* Tabellen: zie PB */

    Bloem: type

    enkel

    halfgevuld

    gevuld

    Bovenste kroonbladen: vlekkenpatroon

    ontbrekend

    aanwezig

    Onderste kroonbladen: kleur middengedeelte bovenzijde

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    Onderste kroonbladen: kleur middengedeelte

    RHS-kleurenkaart (referentienummer aangeven)

    of

    wit

    oranjewit

    rood

    donkerrood

    blauwroze

    purper

    violet

    andere kleur

    Rosa L.

    Plant: groeitype

    dwergroos

    (zelden meer dan 60 cm breed en hoog)

    struikroos

    (gedrongen groei, gewoonlijk tussen 60 en 150 cm hoog)

    struikroos

    (groei: dicht tot los, vaak meer dan 150 cm)

    klimroos

    (groei gewoonlijk meer dan 200 cm)

    bodembedekkende roos

    Bloem: type

    enkel

    halfgevuld

    gevuld

    Bloem: diameter

    zeer klein

    klein

    gemiddeld

    groot

    zeer groot

    Bloem: kleurgroep

    wit of bijna wit

    middengeel

    donkergeel

    geel gemengd

    (rassen die overwegend geel zijn, maar tevens enige roze-rode schakeringen vertonen)

    gemengd abrikooskleurig

    (rassen die overwegend abrikooskleurig zijn, maar met schakeringen van enige andere tinten)

    oranje en gemengd oranje

    (rassen die overwegend oranje zijn of oranje met enige andere tinten)

    oranjerood

    lichtroze

    middenroze

    roze gemengd

    (rassen die overwegend roze zijn, maar met schakeringen van andere tinten, geel, oranje, enz.)

    lichtrood en dieproze

    middenrood

    donkerrood

    gemengd rood

    (rassen die overwegend rood zijn, maar met schakeringen van andere tinten, geel, oranje, enz.)

    mauve

    (rassen die overwegend lavendelkleurig en paars zijn)

    roestbruin

    (rassen die overwegend bruin of geelbruin zijn)

    Top