This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31992R3902
Commission Regulation (EEC) No 3902/92 of 23 December 1992 setting detailed rules for granting financial compensation on certain fishery products
Verordening (EEG) nr. 3902/92 van de Commissie van 23 december 1992 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van de financiële vergoeding voor bepaalde visserijprodukten
Verordening (EEG) nr. 3902/92 van de Commissie van 23 december 1992 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van de financiële vergoeding voor bepaalde visserijprodukten
PB L 392 van 31.12.1992, p. 35–40
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2000; opgeheven door 300R2509
Verordening (EEG) nr. 3902/92 van de Commissie van 23 december 1992 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van de financiële vergoeding voor bepaalde visserijprodukten
Publicatieblad Nr. L 392 van 31/12/1992 blz. 0035 - 0040
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 4 blz. 0179
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 4 blz. 0179
VERORDENING (EEG) Nr. 3902/92 VAN DE COMMISSIE van 23 december 1992 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van de financiële vergoeding voor bepaalde visserijprodukten DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 3759/92 van de Raad van 17 december 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur (1), en met name op artikel 12, lid 6, Overwegende dat de Lid-Staten, op grond van artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3759/92, een financiële vergoeding toekennen aan producentenorganisaties die de in bijlage I, onder A en D, van genoemde verordening bedoelde produkten onder bepaalde voorwaarden uit de markt nemen; Overwegende dat, ten einde het streven om de markt te stabiliseren zoveel mogelijk te bevorderen, de producentenorganisaties die de communautaire ophoudprijs niet het hele visseizoen toepassen van de financiële vergoeding uitgesloten dienen te worden; Overwegende dat, met het oog op normale concurrentieverhoudingen tussen de producentenorganisaties die gebruik maken van de in artikel 12, lid 1, onder a), van bovengenoemde verordening vastgestelde tolerantiemarge, de voorwaarden voor gebruikmaking van die marge moeten worden gepreciseerd; dat, met het oog op de doorzichtigheid van de markt, de nodige bekendheid moet worden gegeven aan de toepassing van genoemde tolerantiemarge; Overwegende dat de maatregelen van de producentenorganisaties gericht zijn op een rationele uitoefening van de visserij en betere verkoopvoorwaarden voor de door hun leden aangevoerde produkten; dat daarom de toekenning van de financiële vergoeding beperkt moet worden tot door de leden aangevoerde produkten; Overwegende dat, gezien de schommelingen in de vraag tijdens de verkoop, geen produkten uit de markt mogen worden genomen voor ze te koop zijn aangeboden; dat daarom de financiële vergoeding uitsluitend mag worden toegekend voor produkten die, nadat ze op de gebruikelijke wijze te koop zijn aangeboden, geen koper hebben gevonden tegen de communautaire ophoudprijs; Overwegende dat de hoeveelheden waarvoor de in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3759/92 bedoelde steun voor verkoopuitstel is toegekend, definitief uitgesloten moeten worden van de financiële vergoeding; Overwegende dat systematische naleving van de in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 3759/92 bedoelde gemeenschappelijke handelsnormen, afgezien van het feit dat het verplicht toe te passen normen betreft, een doorslaggevende factor is voor de prijsvorming en de markt stabiliseert; dat het derhalve dienstig is te bepalen dat de financiële vergoeding voor de daarvoor in aanmerking komende hoeveelheden wordt toegekend op voorwaarde dat eerderbedoelde normen zijn nageleefd voor alle hoeveelheden van de betrokken produkten die tijdens het visseizoen door de producentenorganisatie of haar leden te koop zijn aangeboden; Overwegende dat de financiële vergoeding pas kan worden uitbetaald aan het einde van het visseizoen; dat, om het functioneren van de producentenorganisaties te vergemakkelijken, de mogelijkheid moet worden gegeven om voorschotten toe te kennen op voorwaarde dat een zekerheid wordt gesteld; Overwegende dat moet worden bepaald hoe het voorschot op de financiële vergoeding wordt berekend en dat het bedrag van de corresponderende zekerheid moet worden vastgesteld; dat ook de voor de financiële vergoeding en de voorschotten toe te passen omrekeningskoers moet worden bepaald; Overwegende dat rekening moet worden gehouden met de hoeveelheden produkt die door een producentenorganisatie of een van haar leden te koop zijn aangeboden en uit de markt zijn genomen in een andere Lid-Staat; dat daartoe de autoriteiten van de Lid-Staat waar de produkten te koop zijn aangeboden, uit de markt zijn genomen of de verkoop ervan is uitgesteld verklaringen moeten afgeven waaruit een en ander blijkt en dat die autoriteiten deze documenten zullen doorgeven; Overwegende dat elke Lid-Staat een controleregeling invoert om te kunnen nagaan of de gegevens in de aanvraag om uitbetaling van de financiële vergoeding overeenstemmen met de hoeveelheden die feitelijk te koop zijn aangeboden en uit de markt zijn genomen; Overwegende dat bij een lichte overtreding van de regeling inzake de financiële vergoeding, het geringe financiële voordeel dat daaruit voortvloeit niet moet worden bestraft met volledige intrekking van het recht op de financiële vergoeding, maar slechts met een forfaitaire verlaging daarvan; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor visserijprodukten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de toekenning van de financiële vergoeding bedoeld in artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 3759/92, hierna "basisverordening" te noemen. Artikel 2 1. De financiële vergoeding kan slechts worden toegekend aan een producentenorganisatie die het hele visseizoen in het stadium van de eerste verkoop en met inachtneming van het bepaalde in artikel 12, lid 1, onder a) en d), van de basisverordening, de communautaire ophoudprijs toepast en door haar leden laat toepassen. 2. Wanneer toepassing van de tolerantiemarge overeenkomstig artikel 12, lid 1, onder a), van de basisverordening, ertoe leidt dat producentenorganisaties in een bepaald gebied voor eenzelfde produktklasse verschillende ophoudprijzen vaststellen, kan elke organisatie het prijspeil dat door een andere producentenorganisatie in hetzelfde gebied is vastgesteld, toepassen met ingang van de datum waarop dat prijspeil van toepassing wordt en gedurende de periode waarvoor dat prijspeil is vastgesteld. 3. De ophoudprijs die is vastgesteld door een producentenorganisatie die gebruik maakt van de tolerantiemarge, is van toepassing voor alle hoeveelheden die door deze organisatie of haar leden te koop worden aangeboden, ook buiten haar werkgebied. Als een producentenorganisatie of een van haar leden zijn of haar produkten te koop aanbiedt buiten het werkgebied van de eigen organisatie, dient echter te worden gekozen voor toepassing van de eigen ophoudprijs, voor zover die niet lager is dan de in het betrokken gebied toegepaste prijs, of een van de ophoudprijzen die, na eventuele toepassing van de tolerantiemarge, worden gehanteerd door de producentenorganisaties in het betrokken gebied. 4. In de ophoudprijs mag geen rekening worden gehouden met de kosten na het lossen van de produkten, met uitzondering van de kosten, inclusief die voor vervoer, die nodig zijn voor de verkoop in de visafslag of op de kade. Artikel 3 1. Elke producentenorganisatie die gebruik maakt van de tolerantiemarge voor de communautaire ophoudprijs meldt de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat waar zij is erkend de ophoudprijs per produktklasse die zij in elk van de delen van haar werkgebied toepast ten minste twee werkdagen voordat die prijs van toepassing wordt. Als een producentenorganisatie de toepassingsperiode van de tolerantiemarge of van de ophoudprijs wil wijzigen of gebruik wil maken van het bepaalde in artikel 2, lid 2, wordt dat ten minste twee werkdagen voor de datum van toepassing van haar besluit aan de bevoegde autoriteiten meegedeeld. Alle in dit artikel bedoelde besluiten gelden tenminste voor vijf werkdagen. 2. De bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat maken alle op grond van lid 1 meegedeelde gegevens onverwijld bekend volgens de regionale gebruiken. 3. Voor de toepassing van dit artikel gelden de bepalingen van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad (1). Voor de onderhavige verordening worden zaterdagen, zon- en feestdagen echter als werkdagen beschouwd wanneer op deze dagen hoeveelheden te koop worden aangeboden overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 1, c). Artikel 4 1. De financiële vergoeding wordt alleen toegekend voor de uit de markt genomen hoeveelheden: a) die zijn gevangen door een lid van een producentenorganisatie, b) die te koop zijn aangeboden: - via de producentenorganisatie, of - door een lid van de producentenorganisatie, overeenkomstig de door de in artikel 4, lid 1, eerste streepje, van de basisverordening bedoelde producentenorganisaties vastgestelde gemeenschappelijke regels, c) die, voor ze uit de markt zijn genomen, op een voor alle geïnteresseerde handelaren toegankelijke wijze te koop zijn aangeboden volgens de regionale en plaatselijke gebruiken en praktijken en waarbij is vastgesteld dat er geen koper werd gevonden tegen de overeenkomstig artikel 12, lid 1, a), van de basisverordening vastgestelde prijs, en d) waarvoor niet de in artikel 14 van de basisverordening bedoelde steun voor verkoopuitstel werd aangevraagd of werd verleend is toegekend. 2. De financiële vergoeding wordt voor de hoeveelheden die daarvoor in aanmerking komen op grond van lid 1 bovendien slechts toegekend op voorwaarde dat voor het betrokken produkt of de betrokken groep produkten alle tijdens het visseizoen door de producentenorganisatie of haar leden te koop aangeboden hoeveelheden vooraf zijn ingedeeld overeenkomstig de in artikel 2 van de basisverordening bedoelde handelsnormen. Artikel 5 1. De financiële vergoeding wordt na het einde van het visseizoen uitbetaald aan de producentenorganisaties die daartoe een aanvraag indienen. 2. De aanvraag om uitbetaling van de financiële vergoeding moet door de producentenorganisatie uiterlijk binnen vier maanden na het betrokken visseizoen bij de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat worden ingediend. 3. De voor de financiële vergoeding toe te passen omrekeningskoers is de landbouwomrekeningskoers op 31 december van het betrokken visseizoen, ook als het visseizoen wordt verlengd tot na die datum. 4. De nationale autoriteiten betalen de financiële vergoeding uiterlijk acht maanden na het betrokken visseizoen. Iedere Lid-Staat deelt de andere Lid-Staten en de Commissie de naam en het adres mee van de instantie waaraan de uitbetaling van de financiële vergoeding is opgedragen. Artikel 6 1. Op een maandelijks verzoek van de producentenorganisatie kent de betrokken Lid-Staat een voorschot op de financiële vergoeding toe, op voorwaarde dat de aanvrager een zekerheid heeft gesteld die gelijk is aan 105 % van het voorschot. De voorschotten worden berekend volgens de in bijlage I vastgestelde methode. 2. De voor het voorschot toe te passen omrekeningskoers is de landbouwomrekeningskoers die geldt op de laatste dag van de maand waarvoor het voorschot wordt aangevraagd. Als het visseizoen wordt verlengd tot na 31 december van het betrokken jaar, dan wordt voor het voorschot voor de betrokken maand of maanden de landbouwomrekeningskoers toegepast die gold op 31 december. De voor het saldo van de financiële vergoeding toe te passen omrekeningskoers is de op 31 december van het betrokken visseizoen geldende landbouwomrekeningskoers, ook als het visseizoen tot na die datum wordt verlengd. Artikel 7 Als een producentenorganisatie of een van haar leden zijn of haar produkten te koop aanbiedt in een andere Lid-Staat dan die waar de organisatie is erkend, dan geeft de bevoegde instantie van eerstgenoemde Lid-Staat aan de betrokken producentenorganisatie of het betrokken lid daarvan op verzoek onverwijld een verklaring af conform het model in bijlage II en zendt die instantie tegelijkertijd langs officiële weg een kopie van deze verklaring aan de instantie in de andere Lid-Staat waaraan de uitbetaling van de financiële vergoeding is opgedragen. Het verzoek tot afgifte van de verklaring moet bij de betrokken bevoegde instantie worden ingediend onmiddellijk nadat de produkten te koop zijn aangeboden. Artikel 8 De Lid-Staten voeren een controleregeling in om na te gaan of de gegevens in de aanvraag om uitbetaling van de financiële vergoeding in overeenstemming zijn met de feitelijk door de betrokken producentenorganisatie te koop aangeboden en uit de markt genomen hoeveelheden. De Lid-Staten delen de op grond van de vorige alinea genomen maatregelen aan de Commissie mee zodra ze zijn vastgesteld en in ieder geval vóór 31 januari 1993. Artikel 9 1. Als een producentenorganisatie of een van haar leden de regeling inzake de financiële vergoeding in lichte mate heeft overtreden en de betrokken organisatie ten genoegen van de betrokken Lid-Staat aantoont dat deze overtreding niet met bedrieglijke opzet of uit ernstige onachtzaamheid is begaan, wordt door de Lid-Staat een bedrag ingehouden dat gelijk is aan 10 % van de communautaire ophoudprijs voor de betrokken uit de markt genomen hoeveelheden die niet bestemd zijn voor toepassing van de steun voor verkoopuitstel. Het ingehouden bedrag moet worden gecrediteerd aan het EOGFL. 2. Als een producentenorganisatie of een van haar leden de regeling inzake de financiële vergoeding uit ernstige onachtzaamheid of met bedrieglijke opzet heeft overtreden, wordt de producentenorganisatie voor het lopende en het volgende visseizoen geen enkele financiële vergoeding toegekend. Eventueel voor het lopende visseizoen uitbetaalde voorschotten moeten worden terugbetaald. 3. De Lid-Staten delen de Commissie maandelijks de gevallen mee waarin lid 1 door hen is toegepast. Artikel 10 Verordening (EEG) nr. 3137/82 van de Commissie van 19 november 1982 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor de toekenning van de financiële vergoeding voor bepaalde visserijprodukten (1) wordt ingetrokken. Artikel 11 Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1993. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 23 december 1992. Voor de Commissie Manuel MARÍN Vice-Voorzitter BIJLAGE I WIJZE VAN BEREKENING VAN HET VOORSCHOT OP DE FINANCIELE VERGOEDING (1) Soort: . . . . . . . . . . Maand: . . . . . . . . . . A. Te koop aangeboden hoeveelheden in de periode van 1 januari tot en met de laatste dag van de betrokken maand: . . . . . . . . . . kg B. Gecumuleerd totaal van de in dezelfde periode uit de markt genomen hoeveelheden: . . . . . . . . . . kg C. Gemiddeld percentage van de uit de markt genomen hoeveelheden: . . . . . % (B: A × 100) EERSTE TRANCHE: (Te koop aangeboden hoeveelheden × 0,07 = . . . kg) (Compenserende vergoeding = 0,875 × ophoudprijs) >RUIMTE VOOR DE TABEL> TWEEDE TRANCHE: (Te koop aangeboden hoeveelheden × 0,07 = . . . kg) (Financiële vergoeding = 0,750 × ophoudprijs) Zelfde tabel als eerste tranche DERDE TRANCHE: (Uit de markt genomen hoeveelheid 14 % van de gecumuleerde te koop aangeboden hoeveelheden) (Hiervoor wordt geen financiële vergoeding toegekend) Het voorschot voor de betrokken maand is gelijk aan het totaal van de voorschotten voor de twee tranches. >RUIMTE VOOR DE TABEL> (1) PB nr. L 152 van 10. 6. 1983, blz. 22. BIJLAGE II LID-STAAT: Op grond van artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3902/92 afgegeven verklaring 1. Aanvrager a) Producentenorganisatie (naam en adres): b) Namens bovengenoemde organisatie handelend lid (naam): c) Naam en registratienummer vissersvaartuig: 2. Te koop aangeboden hoeveelheid (per produkt en in kg) 3. Datum: 4. Is voor de in punt 2 vermelde hoeveelheden de communautaire ophoudprijs (zie artikel 11, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3759/92) toegepast? >RUIMTE VOOR DE TABEL> Indien van toepassing: is de regionale ophoudprijs (zie artikel 11, lid 2, van vorengenoemde verordening) toegepast? >RUIMTE VOOR DE TABEL> 5. Van de in punt 2 vermelde hoeveelheden zijn ter verkrijging van de financiële vergoeding de volgende produktklassen uit de markt genomen: >RUIMTE VOOR DE TABEL> b) de uit de markt genomen hoeveelheden worden in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 1501/83 van de Commissie (1) voor de volgende bestemmingen afgezet: >RUIMTE VOOR DE TABEL> Origineel afgegeven aan de producentenorganisatie die of het lid van de producentenorganisatie dat is genoemd in punt 1. Een kopie van dit dokument wordt toegezonden aan de instantie die de financiële vergoeding uitbetaalt in de Lid-Staat waar de in punt 1 genoemde producentenorganisatie is erkend. >RUIMTE VOOR DE TABEL>