Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992H0540

92/540/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 9 november 1992 voor een gecoördineerd programma voor 1993 inzake officiële controle op levensmiddelen

PB L 350 van 1.12.1992, p. 85–92 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1993

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/1992/540/oj

31992H0540

92/540/EEG: Aanbeveling van de Commissie van 9 november 1992 voor een gecoördineerd programma voor 1993 inzake officiële controle op levensmiddelen

Publicatieblad Nr. L 350 van 01/12/1992 blz. 0085 - 0092


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

van 9 november 1992

voor een gecooerdineerd programma voor 1993 inzake officiële controle op levensmiddelen

(92/540/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 155, tweede streepje,

Gelet op Richtlijn 89/397/EEG van de Raad van 14 juni 1989 inzake de officiële controle op levensmiddelen (1), inzonderheid op artikel 14, lid 3,

Overwegende dat het met het oog op de voltooiing en de werking van de interne markt dienstig is om gecooerdineerde programma's voor controle op levensmiddelen op communautair niveau op te stellen;

Overwegende dat met dergelijke programma's niet alleen de naleving van de communautaire wetgeving dient te worden vastgesteld, maar ook de geschiktheid van de levensmiddelen voor consumptie dient te worden nagegaan;

Overwegende dat bij de gelijktijdige uitvoering van zowel de programma's van de afzonderlijke Lid-Staten als de gecooerdineerde programma's ervaringen kunnen worden opgedaan die thans nog op brede schaal ontbreken;

Overwegende dat het Permanent Comité voor levensmiddelen is geraadpleegd dat zich gunstig over het geplande gecooerdineerde controleprogramma voor 1993 heeft uitgesproken,

BEVEELT DE LID-STATEN AAN IN DE LOOP VAN 1993 VAN DE VOLGENDE PRODUKTEN MONSTERS TE NEMEN EN BEPAALDE PARAMETERS TE CONTROLEREN:

I. Vervalsing van sinaasappelsap,

II. Nitraat en nitriet in babyvoeding met groenten,

III. Gewichtscontrole van diepgevroren schaal- en schelpdieren,

IV. Microbiologisch onderzoek van consumptie-ijs,

V. Microbiologisch onderzoek van kant-en-klaarmaaltijden. Toelichting bij het gecooerdineerde controleprogramma 1993

In 1993 wordt voor het eerst een gecooerdineerd controleprogramma uitgevoerd overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Richtlijn 89/397/EEG. De Commissie beperkt zich in haar aanbeveling bewust tot een programma dat te overzien is, met weinig levensmiddelgroepen en gemakkelijk te bepalen parameters. Met de voorgestelde controles moet worden nagegaan of aan de voorschriften inzake de bescherming van de volksgezondheid wordt voldaan, of een eerlijk handelsverkeer is gewaarborgd en of de belangen van de consument zijn beschermd.

De Commissie wenst geen uniform percentage te onderzoeken monsters of bedrijfscontroles voor te schrijven. Bij het aantal te onderzoeken monsters moet rekening worden gehouden met gezondheids- en concurrentieaspecten, met andere woorden niet alleen de in de interne handel in de Gemeenschap belangrijke fabrikanten moeten in aanmerking worden genomen, maar door de omvang van het onderzoek moet ook een overzicht van de markt voor het desbetreffende levensmiddel worden verkregen.

De Commissie stelt voor het eerste gecooerdineerde controleprogramma geen nauwkeurige voorschriften voor de monsterneming en analysemethoden op. Iedere Lid-Staat neemt in het kader van zijn officiële controle op levensmiddelen monsters en onderzoekt deze overeenkomstig de in die Lid-Staat gebruikelijke voorschriften. In de in de bijlage opgenomen antwoordformulieren worden de gebruikte onderzoekmethoden vermeld, respectievelijk kort beschreven.

Wanneer een Lid-Staat gedurende de laatste twee jaar gedetailleerd onderzoek naar een van de voorgestelde produkten en parameters heeft verricht, waarmee alle vragen van het gecooerdineerde controleprogramma worden bestreken, behoeft geen bijkomend onderzoek te worden verricht. De analyse van de vroegere onderzoekresultaten dient de Commissie ter beschikking te worden gesteld.

Om na te gaan of een produkt aan de eisen voldoet, kunnen in plaats van monsternemingen en onderzoeken ook bedrijfscontroles zinvol zijn.

I. Vervalsing van sinaasappelsap

Doel van het onderzoek is na te gaan of bij de produktie van sinaasappelsap en geconcentreerd sinaasappelsap en bij de wederverdunning van geconcentreerd sinaasappelsap te veel water en/of suiker werd gebruikt. Bovendien moet worden gecontroleerd of de wederverdunning en de toevoeging van suiker volgens de voorschriften op het etiket zijn aangegeven.

Hierbij zij naar de Richtlijnen 75/726/EEG van de Raad (1) en 89/397/EEG verwezen.

II. Nitraat en nitriet in babyvoeding met groenten

Bij baby- en kindervoeding kunnen hoge gehalten aan nitraat en nitriet gevaren voor de gezondheid inhouden. De consument verwacht op dit gevoelige gebied een hoog niveau van bescherming. Daarom is een inventarisatie op communautair niveau zeker zinvol. Om eventuele verdere analyses van de resultaten mogelijk te maken, moeten naast de samenvattende analyse ook telkens de afzonderlijke waarden met vermelding van de groentesoort worden medegedeeld.

III. Gewichtscontrole van diepgevroren schaal- en schelpdieren

Voor het vervoer worden schaal- en schelpdieren diepgevroren en eventueel met een ijslaag omgeven. Het aangegeven gewicht stemt vaak niet overeen met het uitlekgewicht. Om een eerlijk handelsverkeer te waarborgen en de consument tegen economisch bedrog te beschermen, wordt het aangegeven uitlekgewicht bij de volgende produkten gecontroleerd:

- sint-jakobsschelpen,

- garnalen,

- zeekreeften,

- Petunculus-mosselen.

IV. Microbiologisch onderzoek van consumptie-ijs

Uit de onderzoekresultaten die tot nu toe door de Lid-Staten zijn medegedeeld, blijkt dat consumptie-ijs vaak om microbiologische redenen wordt afgekeurd.

Doel van de inventarisatie op communautair niveau is na te gaan of gebrekkige hygiëne bij de fabricage en het in de handel brengen bij de consumptie van dit ijs tot een gezondheidsrisico leidt. Daarom moeten naast de indicatorwaarden Escherischia coli en kiemgetal ook Staphylococcus aureus als bewijsorganisme voor gebrekkige hygiëne en Salmonella ssp. als pathogene kiem worden bepaald.

V. Microbiologisch onderzoek van kant-en-klaarmaaltijden

Uit de onderzoekresultaten die tot nu toe door de Lid-Staten zijn medegedeeld, blijkt dat bepaalde kant-en-klaarmaaltijden microbiologisch een probleem vormen:

1. een warmtebehandeling ondergaan hebbende kant-en-klaarmaaltijden waarbij bij verdere behandeling contaminaties kunnen optreden, en die, om te worden genuttigd, eventueel worden opgewarmd;

2. geen warmtebehandeling ondergaan hebbende, maar op andere wijze, bij voorbeeld met conserveringsmiddelen, gestabiliseerde kant-en-klaarmaaltijden;

3. rauwe kant-en-klaarmaaltijden, die geen warmtebehandeling meer krijgen;

4. rauwe kant-en-klaarmaaltijden die, alvorens te worden genuttigd, een warmtebehandeling krijgen.

Deze maaltijden moeten dan ook op pathogene kiemen, op kiemen die op een gebrek aan hygiëne wijzen en op kiemen die kenmerkend zijn voor microbieel bederf worden onderzocht. Kant-en-klaarmaaltijden die steriel zijn verpakt respectievelijk een kiemdodende behandeling hebben ondergaan (bij voorbeeld conserven), vallen niet onder het programma.

Gedaan te Brussel, 9 november 1992. Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Vice-Voorzitter

Top