Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31990D0218

    90/218/EEG: Beschikking van de Raad van 25 april 1990 met betrekking tot de toediening van bovine somatotropine (BST)

    PB L 116 van 8.5.1990, p. 27–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/2000; opgeheven door 399D0879

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1990/218/oj

    31990D0218

    90/218/EEG: Beschikking van de Raad van 25 april 1990 met betrekking tot de toediening van bovine somatotropine (BST)

    Publicatieblad Nr. L 116 van 08/05/1990 blz. 0027 - 0027
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 32 blz. 0153
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 32 blz. 0153


    *****

    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    van 25 april 1990

    met betrekking tot de toediening van bovine somatotropine (BST)

    (90/218/EEG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

    Overwegende dat de produkten van de melkveehouderij in de Gemeenschap zeer belangrijk zijn; dat zij voor een deel van de landbouwbevolking een wezenlijke bron van inkomsten vormen;

    Overwegende dat het met de huidige kennis mogelijk is stoffen op de markt te brengen die de produktiviteit van dieren kunnen beïnvloeden;

    Overwegende dat, ondanks de reeds uitgevoerde werkzaamheden, in het bijzonder de evaluatie die inzake bovine somatotropine door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik is verricht overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 81/851/EEG van de Raad van 28 september 1981 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (3) en in Richtlijn 87/22/EEG van de Raad van 22 december 1986 tot onderlinge aanpassing van de nationale maatregelen inzake het in de handel brengen van met behulp van hoogwaardige technieken, met name biotechnieken, vervaardigde geneesmiddelen (4), de verschillende effecten van nieuwe stoffen, zoals bovine somatotropine, nog niet voldoende duidelijk zijn; dat daarom een voldoende lange periode moet worden vastgesteld, zodat grondige studies kunnen worden verricht;

    Overwegende dat bij gebreke van een besluit van de Gemeenschap, de Lid-Staten uiteenlopende maatregelen kunnen nemen; dat deze verschillen tussen de Lid-Staten kunnen leiden tot concurrentiedistorsies tussen melkproducenten en tot nieuwe belemmeringen voor het intracommunautaire handelsverkeer;

    Overwegende dat, in het licht van de vorenstaande overwegingen, het algemeen belang er toe noopt te voorzien in een tijdelijk verbod op de toediening van de betrokken stoffen aan melkkoeien, totdat alle nodige gegevens beschikbaar zijn;

    Overwegende dat de situatie in haar geheel opnieuw zal moeten worden bezien,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Ongeacht onderzoek in wetenschappelijk en technisch opzicht van de aanvragen voor toelating overeenkomstig de communautaire regelgeving, is het in de Lid-Staten tot en met 31 december 1990 niet toegestaan op hun grondgebied aan melkkoeien op welke manier dan ook bovine somatotropine toe te dienen.

    Artikel 2

    In afwijking van artikel 1 kunnen de Lid-Staten toestaan dat bovine somatotropine aan melkkoeien wordt toegediend in het kader van wetenschappelijke en technische experimenten, zulks onder strikt gecontroleerde voorwaarden waarvan de Commissie in kennis moet worden gesteld.

    Artikel 3

    Op voorstel van de Commissie kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen maatregelen vaststellen die nodig zijn voor een uniforme toepassing van deze beschikking.

    Artikel 4

    Vóór 1 oktober 1990 dient de Commissie bij het Europese Parlement en de Raad een verslag in over de situatie, vergezeld van voorstellen betreffende de latere regeling. De Raad beslist vóór 31 december 1990 over deze voorstellen.

    Artikel 5

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 25 april 1990.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    M. O'KENNEDY

    (1) PB nr. C 96 van 17. 4. 1990.

    (2) PB nr. C 56 van 7. 3. 1990, blz. 25.

    (3) PB nr. L 317 van 6. 11. 1981, blz. 1.

    (4) PB nr. L 15 van 12. 1. 1987, blz. 38.

    Top