EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31989R2122

Verordening (EEG) nr. 2122/89 van de Commissie van 14 juli 1989 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3440/84 inzake voorzieningen aan sleepnetten, Deense zegennetten (snurrevod) en soortgelijke netten

PB L 203 van 15.7.1989, p. 21–22 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1989/2122/oj

31989R2122

Verordening (EEG) nr. 2122/89 van de Commissie van 14 juli 1989 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3440/84 inzake voorzieningen aan sleepnetten, Deense zegennetten (snurrevod) en soortgelijke netten

Publicatieblad Nr. L 203 van 15/07/1989 blz. 0021 - 0022
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0130
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0130


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2122/89 VAN DE COMMISSIE

van 14 juli 1989

houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 3440/84 inzake voorzieningen aan sleepnetten, Deense zegennetten (snurrevod) en soortgelijke netten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3094/86 van de Raad van 7 oktober 1986 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 4193/88 (3), en met name op artikel 15,

Overwegende dat in mei 1982 in Brussel en in november 1988 in Stockholm met Noorwegen en Zweden besprekingen zijn gevoerd over de visserij in het Skagerrak en het Kattegat; dat gezien de resultaten van die besprekingen Verordening (EEG) nr. 3440/84 van de Commissie (4), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 955/87 (5), moet worden gewijzigd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor de visbestanden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 3440/84 wordt gewijzigd als volgt:

1. Aan artikel 5 worden de volgende leden toegevoegd:

»6. In afwijking van lid 1 mag in het Skagerrak en het Kattegat geen sleeplap bovenzijde type A worden gebruikt.

7. In het Skagerrak en het Kattegat mag een sleeplap bovenzijde worden gebruikt voor sleepnetten met een maaswijdte van meer dan 70 millimeter.".

2. Artikel 6 wordt gelezen:

»Artikel 6

Overkuil

1. Een overkuil is een cilindervormig stuk netwerk dat volledig rond de kuil van een sleepnet is aangebracht en dat op een aantal punten aan de kuil mag zijn bevestigd. De overkuil moet ten minste dezelfde afmetingen (lengte en breedte) hebben als het gedeelte van de kuil waaraan hij is bevestigd.

2. Lid 3 en lid 4 zijn niet van toepassing in het Skagerrak en het Kattegat.

3. Er mag niet meer dan één overkuil worden gebruikt, behalve voor sleepnetten met een maaswijdte van ten hoogste 60 millimeter, waarvoor twee overkuilen mogen worden gebruikt.

4. De mazen moeten ten minste tweemaal zo wijd zijn als die van de kuil. De minimummaaswijdte van een eventuele tweede overkuil bedraagt 120 millimeter.

5. De leden 6, 7, 8 en 9 zijn alleen van toepassing in het Skagerrak en hat Kattegat.

6. Er mag geen overkuil worden gebruikt voor sleepnetten met een maaswijdte van meer dan 70 millimeter.

7. Overkuil en sleeplap bovenzijde mogen niet tegelijkertijd worden gebruikt.

8. Er mag geen overkuil worden gebruikt met een maaswijdte van minder dan 80 millimeter.

9. Er mag niet meer dan één overkuil worden gebruikt, behalve voor sleepnetten met een maaswijdte van minder dan 16 millimeter, waarvoor twee overkuilen mogen worden gebruikt. In afwijking van lid 8 mag de maaswijdte van één van deze overkuilen kleiner zijn dan 80 millimeter, maar niet kleiner dan 35 millimeter.

10. De overkuil mag aan de voorkant niet voorbij de aanhechting van de kuil reiken.

11. Indien de overkuil bestaat uit cilindervormige stukken netwerk, mogen de gedeelten elkaar niet meer dan vier mazen overlappen op de plaatsen van bevestiging.

12. Een overkuil die is bevestigd aan een sleepnet met een maaswijdte groter dan 60 millimeter mag niet verder voorwaarts reiken dan 2 meter vóór de achterste verdeelstrop.

13. In afwijking van lid 1 mogen overkuilen waarvan de afmetingen kleiner zijn dan die van de kuil worden bevestigd aan netten met een maaswijdte van ten hoogste 60 millimeter.".

3. Aan artikel 11 wordt het volgende lid toegevoegd:

»4. In het Skagerrak en het Kattegat mag de lengte van de flap niet verder reiken dan de lengte van 20 mazen binnen de kuil.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dertigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 14 juli 1989.

Voor de Commissie

Manuel MARÍN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1.

(2) PB nr. L 288 van 11. 10. 1986, blz. 1.

(3) PB nr. L 369 van 31. 12. 1988, blz. 1.

(4) PB nr. L 318 van 7. 12. 1984, blz. 23.

(5) PB nr. L 90 van 2. 4. 1987, blz. 29.

Top