EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31989L0465

Achttiende Richtlijn 89/465/EEG van de Raad van 18 juli 1989 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - intrekking van een aantal afwijkingen bedoeld in artikel 28, lid 3, van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG

PB L 226 van 3.8.1989, p. 21–22 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2006; opgeheven door 32006L0112

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1989/465/oj

31989L0465

Achttiende Richtlijn 89/465/EEG van de Raad van 18 juli 1989 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - intrekking van een aantal afwijkingen bedoeld in artikel 28, lid 3, van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG

Publicatieblad Nr. L 226 van 03/08/1989 blz. 0021 - 0022
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0014
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0014


ACHTTIENDE RICHTLIJN VAN DE RAAD van 18 juli 1989 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - intrekking van een aantal afwijkingen bedoeld in artikel 28, lid 3, van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG ( 89/465/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal

Comité ( 3 ),

Overwegende dat artikel 28, lid 3, van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde : uniforme grondslag ( 4 ), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, de Lid-Staten de mogelijkheid biedt gedurende een overgangsperiode bepaalde afwijkingen van de normale regeling van het gemeenschappelijk BTW-stelsel toe te passen; dat deze overgangsperiode aanvankelijk op vijf jaar werd vastgesteld; dat de Raad zich ertoe heeft verbonden om vóór het verstrijken van die periode op voorstel van de Commissie, over de eventuele intrekking van die afwijkingen of van een gedeelte daarvan te beslissen;

Overwegende dat veel van deze afwijkingen, in het kader van het stelsel van de eigen middelen van de Gemeenschappen, bij de berekening van de compensaties waarin Verordening ( EEG, Euratom ) nr . 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde ( 5) voorziet, aanleiding geven tot moeilijkheden; dat intrekking ervan met het oog op een betere werking van dit stelsel gewenst is;

Overwegende dat intrekking van deze afwijkingen eveneens zal bijdragen tot meer neutraliteit van het stelsel van belasting over de toegevoegde waarde op het vlak van de Gemeenschap;

Overwegende dat een aantal dezer afwijkingen onderscheidenlijk per 1 januari 1990, 1 januari 1991, 1 januari 1992 en 1 januari 1993 moeten worden ingetrokken;

Overwegende dat de Portugese Republiek, overeenkomstig de Toetredingsakte, de intrekking van de vrijstelling voor de in bijlage F, punten 3 en 9 van Richtlijn 77/388/EEG bedoelde handelingen mag uitstellen tot uiterlijk 1 januari 1994;

Overwegende dat de Raad, vóór 1 januari 1991, op basis van een verslag van de Commissie de situatie met betrekking tot de andere afwijkingen van artikel 28, lid 3, van Richtlijn 77/388/EEG, alsmede de afwijking van artikel 1, punt 1, tweede alinea, van deze richtlijn, opnieuw moet bezien en dat hij, op voorstel van de Commissie, over de intrekking van die afwijkingen beslist, rekening houdende met de concurrentievervalsingen die uit de toepassing ervan voortvloeien of die zich zouden kunnen voordoen in het vooruitzicht van de voltooiing van de interne markt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1 Richtlijn 77/388/EEG wordt als volgt gewijzigd :

1 . met ingang van 1 januari 1990 worden in bijlage E de in de punten 1, 3 tot en met 6, 8, 9, 10, 12, 13 en 14 bedoelde handelingen geschrapt .

De Lid-Staten die op 1 januari 1989 de belasting over de toegevoegde waarde toepasten op de in bijlage E, punten 4 en 5 genoemde handelingen, zijn gemachtigd om de voorwaarden van artikel 13, punt A, lid 2, onder a ), laatste streepje, ook toe te passen op de in artikel 13, punt A, lid 1, onder m ) en n ), bedoelde leveringen door publiekrechtelijke lichamen .

2 . In bijlage F :

a ) worden met ingang van 1 januari 1990 de in de punten 3, 14 en 18 tot en met 22 bedoelde handelingen geschrapt;

b ) worden met ingang van 1 januari 1991 de in de punten 4, 13, 15 en 24 bedoelde handelingen geschrapt;

c ) wordt met ingang van 1 januari 1992 de in punt 9 bedoelde handeling geschrapt;

d ) wordt met ingang van 1 januari 1993 de in punt 11 bedoelde handeling geschrapt .

Artikel 2 De Portugese Republiek kan de in artikel 1, punt 2, onder a ), en punt 2, onder c ), genoemde data voor de intrekking van respectievelijk bijlage F, punt 3, en bijlage F, punt 9, tot uiterlijk 1 januari 1994 uitstellen .

Artikel 3 Vóór 1 januari 1991 beziet de Raad, aan de hand van een verslag van de Commissie, opnieuw de toestand met betrekking tot de overblijvende afwijkingen, zoals bedoeld in artikel 28, lid 3, van Richtlijn 77/388/EEG aslmede de afwijking bedoeld in artikel 1, punt 1, tweede alinea, van deze richtlijn en beslist hij, op voorstel van de Commissie, over de intrekking van deze afwijkingen, rekening houdend met de concurrentievervalsingen die hun toepassing met zich heeft gebracht of die zouden kunnen optreden in het vooruitzicht van de voltooiing van de interne markt .

Artikel 4 De Lid-Staten kunnen ten aanzien van de in de artikelen 1, 2 en 3 bedoelde handelingen maatregelen met betrekking tot het recht op aftrek van de belasting over de toegevoegde

waarde treffen ten einde geheel of gedeeltelijk te voorkomen dat de betrokken belastingplichtingen ten onrechte voordelen genieten of nadelen ondervinden .

Artikel 5 1 . De Lid-Staten treffen de maatregelen die nodig zijn om uiterlijk op de in de artikelen 1 en 2 genoemde data aan deze richtlijn te voldoen .

2 . De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de voornaamste bepalingen van nationaal recht die zij op het door deze richtlijn bestreken gebied vaststellen .

Artikel 6 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel, 18 juli 1989 .

Voor de Raad

De Voorzitter

R . DUMAS

( 1 ) PB nr . C 347 van 29 . 12 . 1984, blz . 3, en PB nr . C 183 van

11 . 7 . 1987, blz . 9 .

( 2 ) PB nr . C 125 van 11 . 5 . 1987, blz . 27 .

( 3 ) PB nr . C 218 van 29 . 8 . 1985, blz . 11 .

( 4 ) PB nr . L 145 van 13 . 6 . 1977, blz . 1 .

( 5 ) PB nr . L 155 van 7 . 6 . 1989, blz . 9 .

Top