Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31984D0338

    84/338/Euratom, EGKS, EEG: Besluit van de Raad van 29 juni 1984 inzake structuren en procedures voor beheer en coördinatie van de communautaire onderzoek-, ontwikkelings- en demonstratiewerkzaamheden

    PB L 177 van 4.7.1984, p. 25–28 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013; opgeheven door 32013R1314

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1984/338/oj

    31984D0338

    84/338/Euratom, EGKS, EEG: Besluit van de Raad van 29 juni 1984 inzake structuren en procedures voor beheer en coördinatie van de communautaire onderzoek-, ontwikkelings- en demonstratiewerkzaamheden

    Publicatieblad Nr. L 177 van 04/07/1984 blz. 0025 - 0028
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0067
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 12 Deel 4 blz. 0116
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0067
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 12 Deel 4 blz. 0116


    *****

    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 29 juni 1984

    inzake structuren en procedures voor beheer en cooerdinatie van de communautaire onderzoek-, ontwikkelings- en demonstratiewerkzaamheden

    (84/338/Euratom, EGKS, EEG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen,

    Gezien het ontwerp van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

    Overwegende de resolutie van de Raad van 14 januari 1974 betreffende de cooerdinatie van de nationale beleidsregels en de omschrijving van de acties van communautair belang op het gebied van wetenschap en technologie (4);

    Overwegende de mededeling van de Commissie aan de Raad van 21 december 1982 betreffende een Europese wetenschappelijke en technische strategie (kaderprogramma 1984-1987);

    Overwegende de resolutie van de Raad van 25 juli 1983 inzake kaderprogramma's voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek, ontwikkeling en demonstratie, alsmede inzake een eerste kaderprogramma 1984-1987 (5);

    Overwegende dat het, om de door de Commissie voorgestelde strategie ten uitvoer te leggen, noodzakelijk is de structuren en procedures van beheer en cooerdinatie aan te passen, met het oog op een grotere doeltreffendheid van de communautaire instellingen, en met name een rationalisering van het huidige systeem;

    Overwegende het advies van het Comité van Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek (CREST),

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Bij de Commissie worden de Raadgevende Comités inzake beheer en cooerdinatie (CBC's) ingesteld die op de lijst in de bijlage voorkomen.

    Deze lijst wordt zo nodig op grond van nieuwe programmabesluiten herzien en aangevuld.

    Artikel 2

    1. De CBC's hebben tot taak de Commissie bij te staan bij de omschrijving en voorbereiding van de onderzoek-, ontwikkelings- en demonstratiewerkzaamheden en bij haar beheers- en cooerdinatietaken die verband houden met de tenuitvoerlegging van de communautaire wetenschappelijke en technische strategie.

    2. De CBC's dienen:

    a) de Commissie informatie en advies te verstrekken over wetenschappelijke en technische kwesties op het gebied dat onder hun bevoegdheid valt;

    b) de nationale programma's voor wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling op de gebieden van communautair belang periodiek met elkaar te vergelijken en de Commissie informatie over deze vergelijking te verstrekken, ten einde de cooerdinatiewerkzaamheden te omschrijven die tussen die Lid-Staten onderling zouden kunnen worden verricht;

    c) de Commissie bij te staan met het oog op de omschrijving en de selectie, op basis van de gekozen wetenschappelijke en technische doelstellingen in het kaderprogramma, van de onderwerpen of maatregelen waarvoor communautaire onderzoek-, ontwikkelings- en demonstratiewerkzaamheden ten uitvoer moeten worden gelegd;

    d) bij te dragen tot de optimale uitvoering van de onderzoek-, ontwikkelings- en demonstratieprogramma's - waarvoor de verantwoordelijkheid bij de Commissie ligt - en met name tot de gedetailleerde omschrijving van de projecten en tot de selectie daarvan, alsmede de resultaten te beoordelen en te zorgen voor een betere samenhang tussen de uitvoering van de programma's op communautair niveau en het overeenkomstige onderzoek- en ontwikkelingswerk dat in de Lid-Staten onder hun eigen verantwoordelijkheid plaatsvindt;

    e) adviezen uit te brengen over de tussen de Europese Gemeenschappen, derde landen en/of internationale organisaties beoogde wetenschappelijke en technische samenwerking op de specifieke gebieden die onder hun bevoegdheid vallen.

    Artikel 3

    1. Elk CBC wordt door de Commissie opgericht op voordracht van de Lid-Staten.

    2. Het bestaat uit:

    - twee vertegenwoordigers per Lid-Staat, wier ambtstermijn vier jaar duurt en die overeenkomstig artikel 4 kunnen worden bijgestaan of vervangen door nationale deskundigen;

    - twee vertegenwoordigers van de Commissie, die overeenkomstig artikel 4 kunnen worden bijgestaan of vervangen door andere vertegenwoordigers, en

    - een voorzitter.

    3. De voorzitter van elk CBC wordt overeenkomstig het reglement van orde gekozen uit de vertegenwoordigers van de Lid-Staten. Zijn ambtstermijn duurt twee jaar en kan één keer verlengd worden. De Lid-Staat waaruit de voorzitter afkomstig is, wijst een plaatsvervanger voor hem aan.

    4. Het secretariaat wordt waargenomen door de diensten van de Commissie.

    5. Elk CBC stelt zijn reglement van orde vast.

    6. Elk CBC vergadert minstens één keer per jaar.

    Artikel 4

    De CBC's organiseren hun werk op dusdanige wijze dat zij de gespecialiseerde adviezen kunnen inwinnen die zij nodig zouden kunnen hebben en vergaderen in variabele samenstellingen, afhankelijk van de aard van de taken die zij moeten vervullen. Hiertoe kan elke Lid-Staat en de Commissie zich op elke vergadering van de CBC's laten vertegenwoordigen door ten hoogste drie personen, gekozen uit de in artikel 3 bedoelde vertegenwoordigers of deskundigen.

    Artikel 5

    1. De CBC's kunnen ad hoc groepen vormen om duidelijk omschreven, in de tijd beperkte, opdrachten uit te voeren.

    2. De ad hoc groepen worden door een lid van het CBC voorgezeten. Zij bestaan uit ten hoogste twee leden per Lid-Staat en twee vertegenwoordigers van de Commissie.

    Artikel 6

    De Commissie draagt zorg voor alle contacten die tussen de CBC's onderling noodzakelijk zijn. In de adviezen van de CBC's worden eventuele minderheidsstandpunten weergegeven. Zij worden systematisch door de Commissie aan het Parlement en de Raad voorgelegd.

    Artikel 7

    De volgende comités worden opgeheven:

    a) de comités bedoeld in:

    - artikel 3 van Besluit 78/264/Euratom van de Raad van 6 maart 1978 op het gebied van uraniumopsporing en -winning (1), gewijzigd bij Besluit 81/364/Euratom (2),

    - artikel 4 van Besluit 84/60/Euratom van de Raad van 31 januari 1984 betreffende de ontmanteling van nucleaire installaties (3),

    - artikel 4 van Besluit 79/345/Euratom van de Raad van 27 maart 1979 betreffende de veiligheid van watergekoelde thermische reactoren (4),

    - artikel 5 van Besluit 81/213/EEG van de Raad van 3 maart 1981 betreffende milieubescherming en klimatologie (5),

    - artikel 3 van Besluit 81/1014/EEG van de Raad van 15 december 1981 betreffende textiel en kleding (6),

    - artikel 4 van Besluit 81/1032/EEG van de Raad van 7 december 1981 betreffende de biomoleculaire engineering (7),

    - artikel 3 van Besluit 82/402/EEG van de Raad van 17 mei 1982 betreffende grondstoffen (8),

    - artikel 3 van Besluit 82/752/EEG van de Raad van 4 november 1982 betreffende een geavanceerd systeem voor automatische vertaling (9),

    - artikel 3 van Besluit 82/837/EEG van de Raad van 3 december 1982 betreffende wetenschap en techniek ten dienste van de ontwikkeling (10),

    - artikel 4 van Besluit 82/839/EEG van de Raad van 22 november 1982 betreffende het effect van behandelingen op de fysische eigenschappen van levensmiddelen (11),

    - artikel 4 van Besluit 84/197/EEG van de Raad van 2 april 1984 betreffende het gebruik van houtcellulose bevattende bijprodukten en andere plantaardige residuen voor de diervoeding (12),

    - artikel 4 van Besluit 84/304/EEG van de Raad van 24 mei 1984 betreffende het effect van behandeling en distributie op de kwaliteit en de voedingswaarde van levensmiddelen (13);

    b) alle andere, in punt 1 van de resolutie van de Raad van 18 juli 1977 (14) bedoelde Raadgevende Comités inzake programmabeheer op het gebied van onderzoek (RCPB's), met uitzondering van het RCPB »Exploitatie van de HFR-reactor" en het RCPB »Beheer en opslag van radioactieve afvalstoffen", welk laatste Comité wordt gehandhaafd in zijn enige functie, zijnde de Commissie van advies te

    dienen bij de uitvoering van het communautaire actieplan inzake radioactieve afvalstoffen, zulks voor de hele duur van het plan, een en ander overeenkomstig de resolutie van de Raad van 18 februari 1980 (1).

    Artikel 8

    De nieuwe, in artikel 1 bedoelde CBC's treden in functie binnen ten hoogste zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.

    De overeenkomstig artikel 7 opgeheven comités blijven hun taken verrichten totdat de nieuwe CBC's daadwerkelijk in functie treden.

    Artikel 9

    Uiterlijk aan het einde van een periode van drie jaar worden de bij dit besluit ingestelde structuren en procedures aan de hand van een verslag van de Commissie opnieuw bestudeerd om hun doelmatigheid te toetsen en ze eventueel te verbeteren.

    Artikel 10

    Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Gedaan te Luxemburg, 29 juni 1984.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    L. FABIUS

    (1) PB nr. C 113 van 27. 4. 1983, blz. 4.

    (2) PB nr. C 307 van 14. 11. 1983, blz. 112, en

    PB nr. C 351 van 24. 12. 1983, blz. 10.

    (3) PB nr. C 341 van 19. 12. 1983, blz. 51.

    (4) PB nr. C 7 van 29. 1. 1974, blz. 2.

    (5) PB nr. C 208 van 4. 8. 1983, blz. 1.

    (1) PB nr. L 72 van 14. 3. 1978, blz. 12.

    (2) PB nr. L 137 van 23. 5. 1981, blz. 44.

    (3) PB nr. L 36 van 8. 2. 1984, blz. 23.

    (4) PB nr. L 83 van 3. 4. 1979, blz. 21.

    (5) PB nr. L 101 van 11. 4. 1981, blz. 1.

    (6) PB nr. L 367 van 23. 12. 1981, blz. 29.

    (7) PB nr. L 375 van 30. 12. 1981, blz. 1.

    (8) PB nr. L 174 van 21. 6. 1982, blz. 23.

    (9) PB nr. L 317 van 13. 11. 1982, blz. 19.

    (10) PB nr. L 352 van 14. 12. 1982, blz. 24.

    (11) PB nr. L 353 van 15. 12. 1982, blz. 25.

    (12) PB nr. L 103 van 16. 4. 1984, blz. 23.

    (13) PB nr. L 151 van 7. 6. 1984, blz. 46.

    (14) PB nr. C 192 van 11. 8. 1977, blz. 1.

    (1) PB nr. C 51 van 29. 2. 1980, blz. 4.

    BIJLAGE

    OP TE RICHTEN COMITÉS

    1.2 // // // Sector // Comités // // // INDUSTRIE // 1. Industriële technologieën // // 2. Wetenschappelijke en technische normen en standaarden // // 3. Biotechnologieën // // // GRONDSTOFFEN EN MATERIALEN // 4. Grondstoffen en materialen // // // ENERGIE // 5. Kernsplijtingsenergie // // - Reactoren en veiligheid, splijtstofcontrole // // 6. Kernsplijtingsenergie // // - Splijtstofcyclus / Behandeling en opslag van radioactieve afvalstoffen // // 7. Andere energie dan kernenergie // // // ONTWIKKELINGSHULP // 8. Onderzoek in het kader van ontwikkeling // // // GEZONDHEID EN VEILIGHEID // 9. Onderzoek op het gebied van de geneeskunde en de volksgezondheid // // 10. Stralingsbescherming // // // MILIEU // 11. Milieu en klimatologie // // // TAALKUNDE // 12. Taalkundige problemen // //

    Top