Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31973R3056

    Verordening (EEG) nr. 3056/73 van de Raad van 9 november 1973 betreffende de steun aan communautaire projecten in de sector koolwaterstoffen

    PB L 312 van 13.11.1973, p. 1–3 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/12/1985; opgeheven door 31985R3639

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1973/3056/oj

    31973R3056

    Verordening (EEG) nr. 3056/73 van de Raad van 9 november 1973 betreffende de steun aan communautaire projecten in de sector koolwaterstoffen

    Publicatieblad Nr. L 312 van 13/11/1973 blz. 0001 - 0003
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 12 Deel 1 blz. 0069
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 12 Deel 1 blz. 0190
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 12 Deel 1 blz. 0190


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 3056/73 VAN DE RAAD

    van 9 november 1973

    betreffende de steun aan communautaire projecten in de sector koolwaterstoffen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ,

    Overwegende dat de vaststelling van een gemeenschappelijk energiebeleid behoort tot de doeleinden die de Gemeenschappen zich gesteld hebben en dat het de taak van de Commissie is , de daartoe dienstige maatregelen voor te stellen ;

    Overwegende dat wegens het belang van koolwaterstoffen voor de energievoorziening van de Gemeenschap en de afhankelijkheid van de Gemeenschap van de invoer hiervan , de verwezenlijking van voorwaarden waardoor de voorziening op lange termijn kan worden veilig gesteld , een van de hoofddoeleinden van een dergelijk beleid vormt ;

    Overwegende dat het bevorderen van de technologische ontwikkelingen die rechtstreeks verband houden met de opsporing , de winning , de opslag of het vervoer van koolwaterstoffen , de veiligheid van de voorziening kan verbeteren en dus een aangewezen middel voor het voeren van dit beleid kan vormen ;

    Overwegende dat de verantwoordelijkheid voor de financiering van deze activiteiten in de eerste plaats bij de aardolieindustrie berust en dat de Gemeenschap , wegens de grote risico's en de aanzienlijke investeringen die met dergelijke activiteiten gepaard gaan , niettemin de mogelijkheid moet hebben om deze activiteiten te steunen , met name wanneer de verwezenlijking ervan vergemakkelijkt wordt door een bundeling van krachten op communautair niveau ;

    Overwegende dat communautaire projecten die van fundamenteel belang zijn voor het veilig stellen van de voorziening van de Gemeenschap met koolwaterstoffen , en die betrekking hebben op de technologische ontwikkelingen die rechtstreeks verband houden met de opsporing , de winning , de opslag of het vervoer , in aanmerking kunnen komen voor een dergelijke steun en dat deze steun van financiële aard moet zijn ;

    Overwegende dat de Gemeenschap bedoelde voordelen dient toe te kennen overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag inzake de mededinging ;

    Overwegende dat de Gemeenschap , wegens de noodzaak om een dergelijke steun tot het strikt onontbeerlijke te beperken , over alle middelen moet beschikken met behulp waarvan zij van geval tot geval kan beoordelen welke voordelen de verwezenlijking van dergelijke projecten haar kan opleveren en in hoeverre deze projecten stroken met de doelstellingen van het communautair energiebeleid ;

    Overwegende dat te dien einde de begunstigden , als tegenprestatie voor de genoten voordelen , verplichtingen tegenover de Gemeenschap moeten aangaan ;

    Overwegende dat de specifiek internationale aard van de structuur en activiteiten van de ondernemingen die in de koolwaterstoffensector werkzaam zijn de rechtstreekse toezending van de dossiers inzake communautaire projecten aan de Commissie rechtvaardigt ;

    Overwegende dat het Verdrag niet voorziet in de vereiste bevoegdheden voor de totstandbrenging van dit stelsel ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    De Gemeenschap kan , onder de in de volgende artikelen vastgestelde voorwaarden , haar steun verlenen , voor zover dit onontbeerlijk is , aan de verwezenlijking van projecten , " communautaire projecten " genaamd , die voor de veiligheid van haar voorziening met koolwaterstoffen van fundamenteel belang zijn .

    Artikel 2

    Ieder project moet betrekking hebben op activiteiten inzake technologische ontwikkeling , die rechtstreeks verband houden met de activiteiten op het gebied van de opsporing , de winning , de opslag of het vervoer van koolwaterstoffen .

    Artikel 3

    De verantwoordelijkheid voor ieder project moet berusten bij een natuurlijke persoon , of een rechtspersoon die overeenkomstig de in de Lid-Staten der Gemeenschap van kracht zijnde wettelijke bepalingen is opgericht .

    Indien het in het leven roepen van een rechtspersoon die voor de uitvoering van een project rechtspersoonlijkheid bezit , aanvullende lasten zou scheppen voor de deelnemende ondernemingen , kan voor de verwezenlijking van dit project worden volstaan met een samenwerking van natuurlijke of rechtspersonen . In dit geval zijn deze personen hoofdelijk en afzonderlijk aansprakelijk voor de verplichtingen die uit de communautaire steun voortvloeien .

    Artikel 4

    De steun die ten behoeve van een project wordt verleend , kan de vorm aannemen van deelneming van de Gemeenschap aan de financiering van dit project door toekenning van de volgende voordelen in het kader van de kredieten die daartoe zijn uitgetrokken op de algemene begroting van de Gemeenschappen , rekening houdend met de andere financiële interventies van communautaire aard waarvoor dit project eventueel in aanmerking komt , met name van de zijde van de Europese Investeringsbank : het garanderen van leningen , leningen , subsidies die onder bepaalde voorwaarden terugvorderbaar zijn .

    De aard en de omvang van de steun die aan een project kan worden verleend , zijn afhankelijk van de aard van dit project .

    Deze steun mag slechts een minderheidsaandeel in de financiering van dit project vormen .

    Artikel 5

    1 . Ieder project waarvoor het initiatief door een Lid-Staat of anderszins wordt genomen , wordt ter behandeling voorgelegd aan de Commissie , die de Lid-Staten raadpleegt .

    De Commissie raadpleegt de Lid-Staten alvorens eigener beweging een project aan de Raad voor te leggen .

    2 . De Commissie zendt aan de Raad een verslag over het gehele project , vergezeld van haar met redenen omkleed advies .

    Dit rapport dient het volgende in te houden :

    - de uitvoerige beschrijving van het project ;

    - de financiële situatie en de technische bekwaamheden van degene of degenen die voor het project verantwoordelijk zijn ;

    - het belang van het project voor de veiligheid van de voorziening van de Gemeenschap met koolwaterstoffen ;

    - de aard en de omvang van de risico's van het project en de te verwachten rentabiliteit ervan ;

    - de kosten van het project en de wijze waarop men de uitvoering ervan denkt te financieren ;

    - alle overige elementen op grond waarvan de aard en de omvang van de door de Commissie ten behoeve van het project voorgestelde steun kunnen worden gerechtvaardigd ;

    - de termijnen waarbinnen het project wordt uitgevoerd en de mogelijkheid om deze te verkorten ;

    - de vastgestelde of verwachte maatregelen waarmee de Lid-Staten de verwezenlijking van het project steunen ;

    - eventuele interventie van de Europese Investeringsbank .

    3 . De Commissie legt aan de Raad een voorstel voor , dat in voorkomend geval betrekking heeft op :

    a ) de toepassing van steunmaatregelen als bedoeld in artikel 4 ;

    b ) de verbintenissen die de begunstigde moet aangaan jegens de Gemeenschap .

    Artikel 6

    1 . Wanneer de Commissie zich aldus tot de Raad heeft gewend , kan deze haar verzoeken om aanvullende inlichtingen te verschaffen en nader onderzoek te verrichten , voor zover hij zulks noodzakelijk acht .

    2 . De Raad neemt met eenparigheid van stemmen een besluit over het voorstel van de Commissie .

    Artikel 7

    De door de Gemeenschap toegekende voordelen mogen de mededingingsvoorwaarden niet zodanig wijzigen dat dit onverenigbaar is met de ter zake hiervan in het Verdrag neergelegde bepalingen .

    Artikel 8

    Degene of degenen die voor de verwezenlijking van een project verantwoordelijk zijn en die van de Gemeenschap steun ontvangen , zenden jaarlijks aan de Commissie een verslag over de stand van de werkzaamheden betreffende dit project en over de kosten die voor de uitvoering ervan gemaakt zijn . De Commissie stelt de Raad in kennis van dit verslag .

    De Commissie kan te allen tijde inzage krijgen van de financiële bescheiden betreffende dit project .

    Artikel 9

    De op grond van deze verordening verzamelde inlichtingen zijn vertrouwelijk .

    Artikel 10

    De Commissie brengt over de toepassing van deze verordening jaarlijks verslag uit aan het Europese Parlement en aan de Raad , die zich uitspreekt over dit verslag .

    Artikel 11

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 9 november 1973 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    Per HAEKKERUP

    ( 1 ) PB nr . C 46 van 9 . 5 . 1972 , blz . 21 .

    Top