This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31973R1054
Regulation (EEC) No 1054/73 of the Commission of 18 April 1973 on detailed rules for aid in respect of silkworms
Verordening (EEG) nr. 1054/73 van de Commissie van 18 april 1973 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor zijderupsen
Verordening (EEG) nr. 1054/73 van de Commissie van 18 april 1973 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor zijderupsen
PB L 105 van 20.4.1973, p. 4–5
(DA, DE, EN, FR, IT, NL) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)
No longer in force, Date of end of validity: 15/12/2006; opgeheven door 32006R1744
Verordening (EEG) nr. 1054/73 van de Commissie van 18 april 1973 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor zijderupsen
Publicatieblad Nr. L 105 van 20/04/1973 blz. 0004 - 0005
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 5 blz. 0136
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0139
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 5 blz. 0136
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0011
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0011
++++ VERORDENING ( EEG ) Nr . 1054/53 VAN DE COMMISSIE van 18 april 1973 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de steun voor zijderupsen DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 845/72 van de Raad van 24 april 1972 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsenteelt ( 1 ) , inzonderheid op artikel 2 , lid 5 , Overwegende dat bij Verordening ( EEG ) nr . 922/72 van de Raad van 2 mei 1972 ( 2 ) gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 884/73 ( 3 ) , de algemene voorschriften voor het verlenen van steun voor zijderupsen werden vastgesteld voor de teeltseizoenen 1972/1973 en 1973/1974 ; dat het tot de taak van de Commissie behoort de desbetreffende uitvoeringsbepalingen voor het teeltseizoen 1973/1974 vast te stellen ; Overwegende dat krachtens het in artikel 2 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 845/72 en in artikel 2 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 922/72 bepaalde , de steun slechts wordt verleend voor de dozen die een minimumhoeveelheid eieren bevatten en die een minimumhoeveelheid cocons hebben opgeleverd ; dat deze minimumhoeveelheden door de Lid-Staten mogen worden vastgesteld , waarbij nochtans rekening gehouden moet worden met de normale produktieomstandigheden in de Gemeenschap ; Overwegende dat de Lid-Staten krachtens artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 922/72 een controlesysteem moeten invoeren dat waarborgt dat het produkt waarvoor de steun wordt aangevraagd beantwoordt aan de voor de toekenning van de steun gestelde voorwaarden ; dat de door de telers in te dienen aanvragen om steun bijgevolg het minimum aan aanduidingen moeten bevatten dat voor deze controle nodig is ; Overwegende dat het dienstig is uniforme beschikkingen voor het uitbetalen van de steun vast te leggen ; Overwegende dat de Lid-Staten gemachtigd zijn de steun slechts te verlenen aan de telers die hun dozen eieren van een erkend organisme hebben betrokken en die de geproduceerde cocons aan een erkend organisme hebben afgeleverd ; dat , met het oog op een goede toepassing van deze steunregeling , de voorwaarden voor erkenning van deze organismen moeten worden vastgesteld ; Overwegende dat het , om de doeltreffendheid van de controleregeling te verzekeren , in dit geval geboden is te bepalen dat de aanvragen om steun vergezeld moeten gaan van attesten afgeleverd door genoemde organismen ; dat om dezelfde reden bepaald dient te worden dat de Lid-Staten de juistheid van die attesten moeten nagaan ; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor vlas en hennep , HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1 Voor het teeltseizoen 1973/1974 wordt de in artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 845/72 bedoelde steun voor zijderupsen , geteeld in de Gemeenschap , toegekend op de in de volgende artikelen omschreven voorwaarden . Artikel 2 De steun wordt slechts verleend voor dozen : a ) die ten minste 20 000 voor ontkieming geschikte eieren bevatten ; b ) die een minimumhoeveelheid geselecteerde cocons , van onberispelijk uiterlijk , rijp , van uniforme kleur en afmeting , vlek - en roestvrij , geschikt om te worden afgehaspeld hebben opgeleverd . De onder b ) bedoelde minimumhoeveelheid wordt door de betrokken Lid-Staat bepaald ; zij mag eventueel niet lager zijn dan 20 kilogram . Artikel 3 1 . De steun wordt aan de zijderupsenteler toegekend op zijn aanvraag , in te dienen uiterlijk op 31 december 1973 . Elke teler mag slechts één aanvraag indienen . 2 . Het steunbedrag wordt door de Lid-Staat aan de teler betaald binnen de vier maanden die volgen op die waarin de aanvraag werd ingediend . Artikel 4 1 . De aanvraag om steun bevat ten minste : - de naam , het adres en de handtekening van de aanvrager ; - het aantal gebruikte dozen eieren met opgave van de datum of data van ontvangst ; - de op basis van deze eieren geproduceerde hoeveelheid cocons met opgave van de datum of data van levering ; - de plaats waar de geproduceerde cocons zijn opgeslagen of , indien deze verkocht en geleverd zijn , de naam en het adres van de eerste koper . 2 . Wanneer het in artikel 2 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 922/72 bepaalde wordt toegepast , kan de aanvraag om steun slechts in behandeling worden genomen als zij vergezeld gaat van de in artikel 6 bedoelde attesten . Artikel 5 1 . De erkenning , bedoeld in artikel 2 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 922/72 , wordt alleen verleend aan die publieke - of privéorganismen die een boekhouding bijhouden waarin ten minste zijn vermeld : - het aantal geleverde dozen eieren met opgave van de naam van de kweker die ze ontvangt en de datum van afneming , - de hoeveelheid binnengekomen cocons met opgave van de kweker die ze heeft geleverd en de datum van ontvangst . 2 . De Lid-Staten onderwerpen de erkende organismen aan een controle die het met name mogelijk maakt na te gaan of er overeenstemming bestaat tussen de vermeldingen in de boekhouding ter zake en die in de attesten bedoeld in artikel 6 . Artikel 6 De erkende organismen overhandigen de zijderupsentelers : - uiterlijk 40 dagen na de levering van de dozen eieren , een attest waarop ten minste de naam en het adres van de betrokken kweker , het aantal geleverde dozen , de datum van afneming en de datum van afgifte van het attest zijn vermeld . - uiterlijk 40 dagen na ontvangst van de cocons een attest waarop ten minste de naam en het adres van de betrokken kweker , de hoeveelheid binnengekomen cocons , de datum van ontvangst en de datum van afgifte van het attest zijn vermeld . Artikel 7 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat . Gedaan te Brussel , 18 april 1973 . Voor de Commissie De Voorzitter François-Xavier ORTOLI ( 1 ) PB nr . L 100 van 27 . 4 . 1972 , blz . 1 . ( 2 ) PB nr . L 106 van 5 . 5 . 1972 , blz . 1 . ( 3 ) PB nr . L 86 van 31 . 3 . 1973 , blz . 34 .