This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31972L0211
Council Directive 72/211/EEC of 30 May 1972 concerning coordinated statistics on the business cycle in industry and small craft industries
Richtlijn 72/211/EEG van de Raad van 30 mei 1972 betreffende het houden van gecoördineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de industrie en het ambacht
Richtlijn 72/211/EEG van de Raad van 30 mei 1972 betreffende het houden van gecoördineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de industrie en het ambacht
PB L 128 van 3.6.1972, p. 28–29
(DE, FR, IT, NL) Andere speciale editie(s)
(DA, EL, ES, PT, FI, SV)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1972(II) blz. 484 - 485
No longer in force, Date of end of validity: 25/06/1998; opgeheven door 31998R1165
Richtlijn 72/211/EEG van de Raad van 30 mei 1972 betreffende het houden van gecoördineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de industrie en het ambacht
Publicatieblad Nr. L 128 van 03/06/1972 blz. 0028 - 0029
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0097
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(II) blz. 0466
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 2 blz. 0097
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(II) blz. 0484
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0244
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0024
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0024
++++ RICHTLIJN VAN DE RAAD van 30 mei 1972 betreffende het houden van gecoordineerde enquêtes inzake conjunctuurstatistieken in de industrie en het ambacht ( 72/211/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 213 , Gezien de ontwerp-richtlijn ingediend door de Commissie , Overwegende dat de Commissie voor het vervullen van de haar bij het Verdrag opgedragen taken moet beschikken over een coherente en van staat tot staat vergelijkbare statistische documentatie over de economische situatie van de industrie en het ambacht in de Lid-Staten ; Overwegende dat de Raad inzake de statistieken welke dienen voor de waarneming van de conjuncturele en economische ontwikkeling , bij zijn aanbeveling van 28 juli 1966 aan de Lid-Staten om bepaalde maatregelen ter verbetering van de conjunctuurstatistieken te nemen , reeds op belangrijke leemten in de conjunctuurstatistieken heeft gewezen en de noodzaak heeft beklemtoond daarin bepaalde verbeteringen aan te brengen ; dat het Comité voor de conjunctuurpolitiek in een advies van 22 juli 1969 betreffende de tenuitvoerlegging van deze aanbeveling zijnerzijds heeft geconstateerd dat weliswaar sommige , in de aanbeveling genoemde taken zijn uitgevoerd , maar dat - met name in de sector industrie - voor de meeste Lid-Staten een aantal voor de conjunctuuranalyse en de conjunctuurpolitiek essentiële statistische gegevens nog steeds niet ter beschikking staan ; dat het derhalve de aandacht heeft gevestigd op bepaalde in de aanbeveling van de Raad genoemde statistische gegevens omtrent de industrie , die met voorrang dienen te worden opgesteld om als grondslag te dienen voor een maandelijkse conjunctuurstatistiek , ten einde , althans gedeeltelijk de leemten op dit gebied aan te vullen ; Overwegende dat statistische gegevens zich slechts dan voor bruikbare vergelijkingen lenen indien zij op basis van gecoordineerde definities en methoden zijn verzameld ; Overwegende dat de toenemende internationale vervlechting en onderlinge afhankelijkheid van de industriële ondernemingen en de concurrerende markten , alsmede van de conjunctuur en de economische politiek het thans noodzakelijk maken statistieken over de industrie en het ambacht op te stellen ten behoeve van de waarneming van de conjuncturele en economische ontwikkeling van de Gemeenschappen ; dat deze statistieken tevens een onontbeerlijke documentatie vormen voor de coordinatie van de economische politiek op korte termijn , in samenhang met de economische doelstellingen op middellange termijn ; Overwegende dat bovendien wordt verwacht van een industrie - en ambachtsstatistiek op korte termijn , dat zij niet alleen een belangrijke documentatie oplevert voor de globale waarneming van macro-economische ontwikkelingen en verhoudingen , maar dat zij tevens de differentiatie van de conjunctuur over de verschillende industriële bedrijfstakken weergeeft ; dat zij er derhalve toe dient bij te dragen storingen of discrepanties , alsook groei - of regressieïntensiteiten op sommige deelmarkten van de Gemeenschappen analyseerbaar te maken , hetgeen een onderverdeling naar bedrijfstakken vereist , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 De Lid-Staten treffen , in technische samenwerking met de Commissie , alle passende maatregelen om , op basis van gecoordineerde definities en methoden , de kwantitatieve statistische gegevens te verzamelen , welke nodig zijn voor de waarneming van de conjuncturele en economische ontwikkeling in de industrie en het ambacht . De voorbereidende werkzaamheden dienen uiterlijk einde 1972 te zijn beëindigd , zodat de eerste uitkomsten aan de Commissie kunnen worden medegedeeld . Artikel 2 De statistiek heeft betrekking op de industriële activiteiten welke in de afdeling 1 tot en met 4 van de Algemene Systematische Bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen ( NACE - uitgave 1970 ) worden omschreven . Zij heeft tenminste betrekking op ondernemingen waarin 20 of meer personen werkzaam zijn . In het belang van een snelle beschikbaarstelling van de uitkomsten kunnen de individuele basisgegevens op representatieve wijze worden verzameld . De statistische eenheid is de eenheid van economische activiteit . Als grondslag voor de opstelling van deze statistieken voor de behoeften der Gemeenschappen dient de NACE . Artikel 3 Deze statistiek omvat , onderverdeeld naar bedrijfstakken en gegroepeerd in voor de conjuncturele en economische analyse belangrijke grote produktiesectoren , zoals : - kapitaalgoederenindustrieën , - consumptiegoederenindustrieën , - industrieën voor de vervaardiging van grondstoffen en halffabrikaten , de volgende variabelen of indicatoren : - maandelijks 1 . de indexcijfers van de industriële produktie , 2 . de omzet , 3 . de orderontvangsten , onderverdeeld naar binnenlandse en buitenlandse herkomst , - vooreerst ten minste driemaandelijks 4 . het totaal der brutolonen en -salarissen 5 . het aantal werknemers , waaronder arbeiders , 6 . het gepresteerde arbeidsvolume . Voor de statistische documentatie omtrent de sub 3 bedoelde orderontvangsten komen alleen die industriële bedrijfstakken in aanmerking , bij welke de waarneming van de orderpositie belangrijke informatie oplevert voor het beoordelen van de marktsituatie en de produktieontwikkeling . Deze bedrijfstakken , welke uniform en verplichtend gelden voor alle Lid-Staten , zijn die , welke behoren tot de metaalverwerkende industrie ( NACE 31 tot en met 37 ) , de textielnijverheid ( NACE 43 ) , de kunstmatige en synthetische continugaren - en vezelfabrieken ( NACE 26 ) , de schoen - en kledingnijverheid ( NACE 45 ) , de houtindustrie en de fabrieken van houten meubelen ( NACE 46 ) en de papier - en papierwarenindustrie ( NACE 471 en 472 ) . Artikel 4 In een latere richtlijn van de Raad worden , op basis van gecoordineerde definities en methoden en eventueel afwijkend van de in artikel 3 genoemde variabelen , de maatregelen vastgesteld voor de opstelling van de statistieken , nodig voor de waarneming van de conjuncturele en economische ontwikkeling in de bouwnijverheid ; tevens zal de periodiciteit van elk dezer statistieken daarin worden vastgesteld . Artikel 5 De Lid-Staten nemen alle passende maatregelen om de uitvoerings - , verwerkings - en berekeningstermijnen van de enquêtes tot een minimum te beperken en de uitkomsten van de statistieken zo snel mogelijk ter beschikking van de Commissie te stellen . Artikel 6 De kosten in verband met de opstelling van de statistieken in de Lid-Staten blijven ten laste van de nationale begrotingen . Artikel 7 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 30 mei 1972 . Voor de Raad De Voorzitter J . P . BUCHLER